Stroøkappe
 
Iedereen met de naam Strookappe of Strokappe zal het “wel eens” overkomen zijn dat de naam fout geschreven wordt. Dubbel-o wordt enkel-o en andersom en we zijn ook goed met de schaar, want een Strookapper zijn we allemaal ook wel eens geweest. Leuk is het ook als je voor een Kappa onderneming werkt en regelmatig wordt aangeschreven met Strookappa, weet ik uit eigen ervaring. En gebruiken we de spellingscontrole van Bill Gates dan wordt die helemaal fraai, want Stofkappen is dan de naam! Gelukkig maar dat ze die spellingscontrole vroeger niet hadden en de uitkomst ervan overnamen. Maar doordat de ambtenaren het vroeger allemaal niet zo nauw namen en onze vaak analfabetische voorouders het ook niet beter wisten, gebeurde het dus regelmatig dat de schrijfwijze wijzigde. Hiervan zijn voldoende voorbeelden aanwezig waarvan een aantal op deze pagina! Tevens kijken we naar de naamsontwikkeling en proberen we te achterhalen waarom er tegenwoordig drie varianten op de familienaam voorkomen. Ten slotte ook nog even aandacht voor de boerderij- en straatnaam Strookappe.
 
 
Familienaam
 
Dit is allereerst wat algemene informatie over het gebruik van achternamen welke vermeld staat op voorouders.net: Sinds 1811 is het in Nederland verplicht om een familienaam te dragen. Veel mensen hadden toen al een familienaam. Maar vooral in het noorden en oosten van het land moesten veel mensen toen een naam kiezen. Dat gebeurde niet willekeurig. Vaak kozen ze een naam die te maken had met hun beroep of hun woonplaats. Vaak ook was het een naam die in het onderlinge verkeer al als bijnaam gebruikt werd. En regelmatig werd het patroniem gewoon verder als familienaam gebruikt. Jan, zoon van Egbert, heette Jan Egberts. In het vervolg heetten dan ook zijn kinderen Egberts. Zijn zoon werd dan Egbert (Jans) Egberts. In de beginjaren van de Burgerlijke Stand was men nog niet altijd even consequent in het spellen van namen. Dat kwam bijvoorbeeld doordat de controlemogelijkheden beperkt waren (identiteitsbewijzen en trouwboekjes waren er nog niet en nazoeken in oudere aktes of navraag doen in een andere gemeente was nogal omslachtig). De ambtenaren lieten zich daardoor vaak leiden door eigen inzichten of door de aangever(s). En die waren vaak niet goed op de hoogte van de juiste spelling of ze waren de schrijfkunst zelf maar amper meester. Dat neemt niet weg dat volgens de officiële regels in aktes altijd dezelfde spelling gevolgd moest worden. Concreet: iemands naam moest officieel altijd zo gespeld worden als in zijn geboorteakte. De spelling in een geboorteakte kan daarom nooit als 'fout' worden bestempeld, tenzij die fout later op last van een rechtbank is hersteld.
 
Voordat we de ontwikkeling van de familienamen Strookappe, Strokappe, Strookap en Strokap gaan bekijken, moet we ons realiseren dat het ook zo maar had kunnen zijn dat deze familienamen helemaal niet meer hadden kunnen bestaan. Het is immers zo dat de Loo-Rijssense tak in 1807 neerstreek op erve Brits in Loo waardoor het voorkwam dat de familienaam in het bevolkingsregister niet meer als Strokappe maar als Brits werd geschreven. In 1812 had daarom besloten kunnen worden om de familienaam in de akte van naamsaanneming te wijzigen van Strokappe in Brits. Dit gebeurde niet waardoor uiteindelijk alle vier de varianten van Stro(o)kap(pe) zouden ontstaan.
 
Het ontstaan van de familienamen Strookappe en Strokappe in de Harfsense tak is nog een stukje spannender. Om te beginnen is deze naam niet aangeboren, maar aangenomen toen "onze" eerste naamdrager Hendrina in 1788 in de Holtense Strokappe kwam te wonen toen haar moeder Geesken Kwintenberg er introuwde met Willem Strokappe. Daarvoor heette Hendrina nog Hendrina Kwintenberg, de familienaam van de bewoners van erve Kwintenberg waar Hendrina in 1784 is geboren. Hendrina zal de naam Strokappe hebben verkregen door de naam van het boerderijtje waar zij kwam te wonen. Haar stiefvader heette bij het huwelijk met haar moeder Willem Strokappe, maar dat was en bleef niet zijn naam. Voorheen heette hij namelijk Jansen en nadien zou hij als Willem Pot door het leven gaan. Bij de Jansen vermeldingen (b.v. in de doopakten van zijn kinderen) stond er dan altijd “aan Strokappen” in den Beuseberg of in den Agterhoek achter. Bij de geboorte van jongste zoon Jan Willem staat er voor de eerste keer “Willem Strokappe” als naam. Maar Willem en Jan Willem zouden uiteindelijk dus met de achternaam Pot door het leven gingen, ook al namen ze de naam Strookappe in 1812 nog officieel aan.
 
Van Willem kan samenvattend gezegd worden dat hij geboren is als Janzen, getrouwd (2e keer) is als Strokappe en uiteindelijk overleden is als Pot. Ook de kinderen van Willem gingen als Pot door het leven. Oudste zoon Harmen bijvoorbeeld is de voorouder van velen met de achternaam Pot. De enige die met de naam Strokappe doorgaat is onze Hendrina. Zij had geen biologische band met haar pleegvader en werd waarschijnlijk daarom geen Pot genoemd. Kortom, de enige die verder gaat onder de naam Strokappe is degene die niet in de Strokappe geboren is! De biologische lijn gaat dus terug via moeder Geesken en de familienaam gaat terug via pleegvader Willem. Dat de naam Strokappe uiteindelijk bij ons terecht is gekomen, mag een wonder genoemd worden. Het had geheel anders kunnen zijn als bijvoorbeeld:
 
  • Hendrina getrouwd was geweest bij geboorte Jan en de achternaam van de vader was aangehouden
  • Geesken getrouwd was geweest bij geboorte Hendrina en de achternaam van de vader was aangehouden
  • De naam van moeder Geesken aangehouden was en niet gewijzigd was naar Strokappe
  • Hendrina uiteindelijk ook de naam Pot had gekregen als b.v. haar halfbroer Jan Willem
Zo verder redenerend had de familienaam Strookappe net zo goed Pot, Jansen, Kwintenberg of natuurlijk Lavarne kunnen zijn … ach, het had zo mooi kunnen zijn! Maar conclusie is dat de bloedlijn en de naamlijn van Strookappe samenkomen bij Hendrina en via haar zoon Jan terecht is gekomen in Harfsen waar uiteindeliijk de meeste Strookappe geschiedenis wordt geschreven. We hebben het vanaf nu dan alleen nog maar over Stro(o)kappe!
 
    Stro is de riethalm van gedorst koren. Er bestaan drie uitleggen van betekenissen van de naam Strokap, Strokappe en Strookappe:
 
1
Familienaam vernoemd naar de omschrijving van de boerderij met een 'kap(pe)' van 'stro(o)', dus een 'strooien kap'. Een adresnaam. In het mnl. is een stro-, stroodac, stro-, strookappe een 'rieten' dak en een stro-, stroodecker was toen een 'rietdekker'.

2
Afgeleid van de schertsbijnaam van iemand met een stroo kappe 'strooien hoed' op. Deze eigenschapnaam is niet waarschijnlijk, het was een te algemeen artikel. Men vestigde veeleer de aandacht op het niet met riet kunnen dekken van een boerderij. Een gegeven is dat vlak na WO-II het dak van het Nevenzel regelmatig werd gerepareerd met stro, geen riet dus, want dat was te beteun 'duur'.

3 Vroeger Strokamp, de betekenis hiervan was een “kamp” bij een “stro”, een afkorting van “stroot”, een met laag hout begroeid moerassig stuk land. Een “kamp” was een afgepaald stuk land, akkerland, weide of bosje. Door de jaren kan in de spraak “kamp” afgesleten zijn tot “kap”.
   
4
De Strookap was in de Friesche mode anno 1793. Hieronder een afbeelding van de klederdracht van een Friezin uit het eerste Nederlandse modetijdschrift genaamd "Kabinet van mode en smaak". Het hoofddeksel werd een Strookap genoemd.
 
De eerste twee zijn afkomstig van de Faculteit Naamkunde van het Staring College en de eerste lijkt de meest meest logische en komt overeen met de oorsprong van onze familienaam. Immers die ligt bij Erve Strokappe, het boerderijtje met een kap van stro in de Beuseberg bij Holten waar onze familie vandaan komt. De boerderijnaam is toen overgegaan in de familienaam. De boerderij is omstreeks 1893 afgebroken en de naam is daarbij toen ook verloren gegaan. Wel bestaan er nog steeds andere boerderijen met de naam Strookappe, hierover straks meer. Het Staring College meldt ook dat Strokap de Rijssense, Strokappe de Apeldoorn/Deventer en Strookappe de Harfsense variant is. Als je nu in het telefoonboek zou kijken, zou je zeggen, dat klopt. Maar we hebben het hier over één familie die allemaal hun oorsprong hebben bij Erve Strokappe (met als eerste bewoner Willem Strokappe …) hoe ontstaan dan toch de namen Strokap, Strookape en Strookappe?
Laten we beginnen te zeggen dat in de 18e en ook in de 19e eeuw de mensen vaak analfabeet waren en zelfs niet wisten hoe ze hun naam moesten schrijven. Er bestaan bijvoorbeeld voldoende huwelijksaktes waar handtekeningen ontbreken en de desbetreffende personen hebben aangegeven niet te kunnen schrijven. De naam werd opgeschreven zoals de naam uitgesproken werd en zoals we allemaal weten gaat dat nu ook nog regelmatig fout. Alleen nu kunnen we dat allemaal corrigeren en toen ging dat niet. Foutjes werden dus vaak op het gemeentehuis gemaakt waar de ambtenaren het ook niet zo nauw namen met de spelling. En onze voorouders, wellicht analfabeet en waarschijnlijk ietwat beschonken omdat natuurlijk eerst met de buren een borrel gedronken moest worden op de geboorte van het nieuwe Strookappetje, konden dit dan niet meer corrigeren. Eenmaal fout in de geboorteakte blijkt het later lastig de naam weer zo vermeld te krijgen als dat het zou moeten zijn of zoals men de naam geschreven zou willen hebben. Foutjes in de schrijfwijze van de naam in de geboorteaktes door de ambtenaar van toen is dus de belangrijkste oorzaak van de verschillende achternamen van nu.
 
En toch gebeurt het een aantal keren dat namen in huwelijksaktes wijzigden en het ging dan in alle gevallen van een wijziging van enkel O naar dubbel O. De reden hiertoe zou wel eens te maken kunnen hebben gehad met de geloofsovertuiging. De Harfsense tak en wellicht ook de Rijssense tak was namelijk Nederlands Hervormd oftewel protestant. En familienamen met een enkele klinker waren katholiek en die met dubbele klinkers waren protestant. Maar hoe kun je dan Strokappe heten en toch protestant zijn? Dat moest dus wel Strookappe worden. Dit zou wel eens een logische verklaring kunnen zijn van de naamsontwikkeling in Harfsen waar de mensen veel waarde aan het protestantse geloof hechtten. En dan werd het huidige woord stro vroeger waarschijnlijk als stroo geschreven en als stróó uitgesproken. Het woord stro zou in die tijd dus wel eens uitgesproken kunnen zijn geweest als strò en dan klinkt Stròkappe dus even niet meer, hè? Dus die ene O erbij en met een fraaie uitspraak het leven door, kon men wel eens gedacht hebben. Het is niet de meest logische verklaring van de gewijzigde schrijfwijze, maar je weet het maar nooit. Enne, misschien vond men de naam Strookappe wel mooier dan Strokappe! :>) Dit zijn de namen zoals ik die ben tegengekomen in diverse aktes: Strokap, Strokappe, Strokappen, Strokop, Stroocap, Strookamp, Strookap, Strookappe, Strookappen, Strookapper en Strookoppe. Het komt regelmatig voor dat er diverse varianten op één en dezelfde persoon van toepassing zijn. Uiteindelijk valt het toch nog mee dat er tegenwoordig nog maar drie varianten bestaan, zijnde:

 

Dit zijn de handtekeningen van één persoon, namelijk Egbert Strookappe, zoon van Albert Strokappe en getrouwd met Fenneken Klein Oonk. Met haar kreeg hij zes kinderen die als volgt staan geregistreerd in de geboorteaktes: Hendrik Strookappe, Teuntjen Strookappe, Aaltjen Strokappe, Mannes Strokappe, Jan Hendrik Strokappe en Jannes Strokap. Drie varianten in één gezin dus! Trouw wijzigde Egbert steeds zijn handtekening, zoals hierboven te lezen is! Het is later zoon Hendrik Jan Strokappe die zijn jongste kinderen als Strookappe met dubbel O laat registreren wat we straks ook met de Harfsense Hendrik Jan zullen zien en een bewuste keuze kan zijn geweest. In een huwelijksakte van één van de kinderen wordt ook nog melding gemaakt dat de naam van Hendrik Jan als Strookappe en Strokappe geschreven wordt. Overigens lijkt het erop dat de Strokappes en Strookappes in Twente “uitgestorven” zijn, want deze naam staat namelijk niet meer in het telefoonboek. Er zijn wel een paar vermeldingen, maar dit betreffen nakomelingen van de Harfsense tak. Er zijn alleen nog nakomelingen van Jannes Strokap en het klopt dus inderdaad dat in deze tijd de naam Strokap de Rijssense variant is, maar er hadden natuurlijk nog net zo goed Strokappes en Strookappes kunnen zijn. En Jannes had waarschijnlijk zijn naam ook wel graag anders geschreven gezien zoals zijn broers en zusters, maar dat was een lastige zaak om dat gedaan te krijgen. Grappig is het nog om te zien in de stamboom dat Herman Strokap in 1918 trouwt met Dina van de Maat, dochter van Hendrika Strookappe. Zouden deze mensen in die tijd geweten hebben dat ze dezelfde overgrootouders hadden? Afijn, we gaan nu verder kijken hoe de naam zich ontwikkeld heeft in de tak van Harfsen. Overigens heeft ook nog in de stamreeks van Jannes Strokap de naam Strookap bestaan, maar het lijkt erop dat hiervan geen nakomelingen meer bestaan. Voor meer informatie over de Bathmense/Rijssense tak zie de Stamboom pagina.

 
De eerste bewoner in Harfsen en stamvader van de Harfsense tak was Jan Strokappe zoals zijn naam staat vermeld in het doopregister van Holten anno 1809 conform de achternaam van zijn moeder Hendrina Strokappe en de naam van het boerderijtje Erve Strokappe waar hij opgegroeid is. Jan trouwt in 1833 en krijgt dan ook zijn eerste kind. Allebei officieel geschreven als Strokappe, maar Jan ondertekent als Strookappe!
27-12-1833
Jan O OO
In Harfsen worden nog eens acht kinderen geboren en hiernaast staan de geboorte aktenamen (eerste kolom) en handtekeningen (tweede kolom) van vader Jan.

Hier valt op dat hij daarna nog twee keer zijn handtekening zet als Strookappe en dat in deze gevallen ook de aktenaam als Strookappe geschreven staat. Zal Jan dit bewust zo opgegeven hebben, hij ondertekende in Holten mogelijk ook bewust met dubbel O, of nam hij zijn handtekening wellicht over van de reeds door de ambtenaar ingevulde achternaam op de akte? Feit is wel dat Gerrit Jan altijd met dubbel O door het leven is gegaan evenals zijn nakomelingen in Raalte. Hendrik is jong overleden en heeft geen nakomelingen.
05-03-1836
Hendrik OO OO
07-09-1837
Jan Albert O O
04-10-1839
Gerrit Jan OO OO
06-05-1843
Janna O O
18-09-1847
Hendrika O O
04-01-1850
Janna O O
23-03-1853 Hendrik Jan O O
11-10-1855
Egbert O O
Vanaf Janna wordt de naam altijd als Strokappe geschreven èn ondertekend zoals hiernaast op de geboorteakte van Hendrika. Eerste Janna en Hendrika overlijden weer op jonge leeftijd.
 
Jan Albert, tweede Janna en Egbert verhuizen naar Deventer en hier gaat de naam altijd als Strokappe verder en ook nu klopt weer de stelling dat Strokappe de Deventer en Apeldoornse variant is. Maar ook hier is de naam niet altijd goed geschreven zoals te zien is aan bijgaande handtekening in het paspoort van Egbert Strokappe die zijn naam met dubbel O schrijft. Het zal waarschijnlijk zo zijn geweest dat oudere broer Jan Albert zijn naam wel consequent met enkel O schreef waardoor deze schrijfwijze uiteindelijk standaard werd in Deventer. Maar het had anders kunnen wezen als zij net als hun broers Jan en Hendrik Jan een andere draai aan de naam hadden gegeven zoals we nu kunnen lezen.
 
We beginnen met oudste zoon Jan. Hij trouwt in 1856 en krijgt dan ook zijn eerste kind. De geschiedenis herhaalt zich! En nu komt het: in de huwelijksakte èn de geboorteakte wordt de naam als Strookappe geschreven en ook zo ondertekend door Jan èn zijn vader Jan, zoals je kunt zien aan de handtekeningen hiernaast.
Het heeft er alle schijn van dat zoon Jan bewust voor de naam Strookappe gekozen heeft om wellicht godsdienstige redenen. Hij wijkt af van de naam in zijn eigen geboorteakte en de namen van broers en zusters die in deze periode nog geboren waren en lijkt dit in overeenstemming te doen met zijn vader die immers ook zijn Strookappe krabbel zet.
Dat Jan niet altijd zo consequent blijft, blijkt echter wel weer bij de geboorte van zijn twee dochters Tonia en zoon Berend Jan. Deze laatste wordt wel als Strookappe geregistreerd, maar Jan heeft ineens wat moeite met het schrijven van zijn achternaam.
 
Uiteindelijk is het wel zo dat alle nakomelingen van Jan met de achternaam Strookappe door het leven gaan. De aktenamen van beide Tonias werden wel als Strokappe geschreven, maar zij overleden jong. In de overlijdensaktes van beide Jannemannen wordt de naam ook als Strookappe geschreven en dat geeft duidelijk aan dat de naam Strookappe ingeburgerd en officieel geaccepteerd was, want normaal gesproken werd deze naam overgenomen van de geboorteakte welke voor de oudste Jan nog Strokappe was. Bij de huwelijksakte anno 1886 van Jan die geboren was in 1856 komt ook ineens zijn oom Hendrik Jan om de hoek kijken en we krijgen hier een opvallend verschijnsel, want vader en zoon Jan Strookappe ondertekenen als Strookappe en broer cq oom Hendrik Jan als Strokappe. Hendrik Jan wou er, ten minste op dat moment, nog niet aan!
 
We zijn gaan nu verder met de tak van Hendrik Jan en zullen zien dat ook hier uiteindelijk de naam over zou gaan naar Strookappe, maar hier ging wel wat meer tijd overheen. Hendrik Jan had zes kinderen waarvan de oudste zoons Jan en Albert nog worden geboren als Strokappe en Hendrik Jan ook zo de geboorteakte ondertekende.
In die tijd leefde vader Jan nog, en ook al schreef hij zijn naam wel eens als Strookappe, was zijn officiële naam toch Strokappe en had hij deze naam ook aan zijn zoon Hendrik Jan gegeven met wie hij die tijd nog in één huis woonde. Hendrik Jan moet gedacht hebben dat hij de naam Strokappe zou blijven dragen zolang zijn vader Jan nog in leven was, het zou immers ook onlogisch zijn dat hij als inwonende zoon zichzelf en zijn kinderen Strookappe zou noemen.
 
Na zijn overlijden kon de naam wel wijzigen en dat zou ook weer logisch zijn omdat zijn oudste broer Jan en zijn zoon Jan, die dichtbij woonden, wel als Strookappe bekend stonden. Het is natuurlijk ook goed mogelijk dat zij ook Hendrik Jan hebben doen overtuigen om de naam Strookappe te gaan voeren. Familie met de naam Strokappe zou er niet meer zijn in Harfsen, want die woonden toen allemaal al in Deventer. Afijn, vader Jan overleed in 1887 en in 1890 werd zoon Hendrik Jan geboren en voilà, Strookappe werd vanaf moment de naam!
Dit is van groot belang voor de schrijfwijze van de naam in deze tak die uiteindelijk Strookappe zal worden en zal worden overgedragen aan vele personen aangezien Hendrik Jan junior veel nakomelingen had. Ook Albert neemt de naam Strookappe over wat opnieuw logisch was aangezien hij bij zijn broer Hendrik Jan en diens gezin inwoont. Het was trouwens al zo dat Hendrik Jan senior in de memorie van successie van zijn vader in 1887 al met Strookappe ondertekende.
 
Alleen oudste zoon gaat verder als Strokappe, maar heeft maar één zoon en twee kleinzonen waarmee het Strokappe aandeel in de Harfsense tak minimaal is. Het lijkt erop dat vader Hendrik Jan er bij hem nog wel even op aangedrongen heeft om ook de naam Strookappe over te nemen, want kijk maar eens hoe vader Hendrik Jan èn zoon Jan diens huwelijksakte van 1907 ondertekenen.
 
Strookappe wordt de achternaam van Hendrik Jan junior en hiermee zijn handtekening die ik jullie niet onthouden wil, want Hendrik Jan schreef het mooiste van allemaal. Je kunt zien dat de leerplicht ondertussen in 1901, welke kinderen van 6 tot 12 jaar verplichtten tot het volgen van onderwijs, zijn intrede had gedaan en Hendrik Jan op school netjes heeft leren schrijven.
 
Conclusie: Strookappe is inderdaad de Harfsense variant en het betreffen hier vrijwel alleen maar nakomelingen van Hendrik Jan. Maar had vader Jan in 1890 nog geleefd, dan was de kans groot geweest dat ook zoon Hendrik Jan als Strokappe geboren was en was Strokappe niet alleen de Deventer, maar ook de Harfsense variant geweest! Samengevat is wel zo dat de oorspronkelijke naam Strokappe is geweest en dat in Harfsen, maar ook in Rijssen, deze naam gewijzigd is naar Strookappe. Hiernaast blad 79 van het bevolkingsregister van 1870 tot 1883. Niet alleen staan hier beide varianten van de achternaam geschreven, ook is de tweede O van hoofdbewoner en vader Jan, zijn vrouw Fenneken en zijn zoon Hendrik Jan en diens vrouw Hendrika Muil doorgestreept, heel bijzonder!
 
Dit is een totaaloverzicht van de bewoners van Erve Strookappe en de schrijfwijze van hun namen door de jaren heen. Leuk om te zien hoe de schrijfwijze steeds wijzigde en natuurlijk interessant om te kunnen zien wie, wanneer en met hoeveel personen gewoond hebben aan de Emsbroekweg in Harfsen. De gegevens zijn afkomstig van de bevolkingsregisters vanaf 1861. De vet gedrukte letters zijn die van de hoofdbewoners. De eerste twee kolommen zijn zelf toegevoegd en de letters heb zijn ingevuld op basis van de geboorteaktes en eventuele huwelijksaktes. Zodoende krijgen we toch een overzicht van alle 34 bewoners van Erve Strookappe! Alleen de naam van Anna Maatman staat niet in het overzicht aangezien zij geen familie was. Verder dient opgemerkt te worden dat Jan Albert in 1871 en 1872 weer in huis komt, maar daarvoor wel uit huis is geweest en ook al getrouwd was.
 

In 1947 vond er een volkstelling plaats. Op onderstaande kaartjes staan de vier bestaande varianten van de Stro(o)kap(pe) familienamen weergegeven met het aantal naamdragers per provincie. Opvallend is dat de naam Strokap verreweg het meeste voorkomt (137 keer), terwijl er nog geen honderd jaar daarvoor nog maar één persoon was met deze naam, zijnde Jannes Strokap, die deze naam aan slechts twee zonen doorgaf. Een derde zoon, Egbert, kreeg de achternaam Strookap waar er anno 1947 nog maar vijf van rondliepen en er momenteel geen naamdragers meer van bestaan. Alle varianten komen alleen voor in Overijssel m.u.v. de Strookappe familienaam welke ook voorkomt in Noord-Holland en Utrecht (waarschijnlijk nazaten van Jan en Hendrik Jan Strookappe uit Harfsen), Overijssel (nazaten van Gerrit Jan Strookappe uit Raalte en Jan Hendrik Strookappe uit Rijssen) en Gelderland welke natuurlijk voornamelijk afkomstig waren uit Harfsen. De kaartjes zijn afkomstig van de website van de Nederlandse Familienamen Databank die de oorsprong, betekenis en verspreiding van familienamen presenteert. In 1947 zijn er in totaal 213 Stro(o)kap(pe)s, anno 2007 zijn er dat nog maar 170.

 
1947: 47 / 2007: 64
1947: 24 / 2007: 25
1947: 5 / 2007: 0
1947: 137 / 2007: 81
Strookappe
Strokappe
Strookap
Strokap
 
 
Boerderijnaam 

De familienaam Strookappe is in 1749 ontstaan uit de oorspronkelijke boerderijnaam de Strokap welke heeft gestaan in de Beuseberg bij Holten en waar de voorouders vandaan komen van iedereen die geboren is als Stro(o)kap(pe). Deze boerderij is waarschijnlijk in 1893 afgebroken en is dus niet meer te bezichtigen op enkele stenen in een nabijgelegen aardappelkelder na. Op de Holten pagina kun je meer lezen over deze boerderij.

Nu was deze boerderijnaam niet uniek. Er waren in die tijd in het oosten van het land meer boerderijen met een kap van stro waarvan de eigenaar de naam Strokappe wel toepasselijk vond. Op de afbeelding hiernaast staan er vier aangegeven die allemaal in de omgeving van Holten staan waarvan nummer 1 onze welbekende Strokappe boerderij van de Beuseberg is. De andere drie worden hieronder omschreven.

 
2
Dit is boerderij De Strokappe gelegen aan de Oude Stationsweg in Dijkerhoek. Het had er weinig aan gescheeld of deze weg had de Strokappeweg geheten, vernoemd naar deze boerderij. Een paar bewoners vonden dit echter niet zo'n goed plan en vandaar dat de weg uiteindelijk de naam Oude Stationsweg kreeg, vernoemd naar een treinstationnetje dat er had gestaan.

Boerderij De Strokappe is gesticht in 1871 door Jan Willem Kolkman. Hij is de oom van Jannes Kolkman die tegenover Erve Strokappe in de Beuseberg woonde en deze liet afbreken nadat hij de boerderij had gekocht. Jan Willem trouwde in 1849 al met Willemina Haverslag maar zij woonden eerst op het erve Nijkamp in Dijkerhoek, het ouderlijk huis van Jan Willem. Hier worden ook hun negen kinderen geboren. Hun oudste zoon Jannes en diens echtgenote Johanna Jansen zijn de volgende hoofdbewoners en zij krijgen zes kinderen die wel op de Strokappe worden geboren.
 
Jan Willem is ook de oom van Hendrika Kolkman (nicht van Jannes) die in 1888 trouwde met Derk Jan Aalpol en in 1903 op de Strokappe in de Dijkerhoek komt wonen. Op 25 juni 1913 laten zij de katerstede "Strookappe" publiekelijk veilen. Het blijkt dat de katerstede, gelegen in het Holterbroek te buurtschap Dijkerhoek, dan ruim 7 hectare groot is. Koper is Berend Jan Markvoort die er 6800 guldens voor betaalde. Hij is de eerste van drie generaties Markvoort die op de boerderij woonde. Later volgde zoon Hendrik Willem en diens schoonzoon Gerrit.
 
De foto links is gemaakt op 25 oktober 1963 als Berend Jan Markvoort en Janna Gerritdina Stegeman 50 jaar zijn getrouwd. Ze waren dus op 25 oktober 1913 getrouwd en hebben vanaf hun huwelijksdag op het erve Strokappe gewoond.

Op de foto rechts zien we Gerrit Markvoort en Diederik Podt (ook weer zo'n Holtense familienaam die veel met Strookappe van doen heeft) met twee paarden het land voor de Strokappe aan het ploegen. De boerderij staat rechts op de foto.
 
Oude klassefoto's van de school in Dijkerhoek laten een paar andere Strokappe bewoners zien. Hier een klassefoto van 1922 met twee Markvoort kinderen. Op deze klassefoto van 1901 staat Jan Willem Baltes en zijn bijnaam is "Strokappenjewilm". Het betekent waarschijnlijk dat de familie Baltes ook in de Strokappe heeft gewoond.

Het is niet gebleken dat de boerderij bewoond is geweest door personen met de familienaam Strokappe. Het is in ieder geval wel zo dat de boerderij tegenwoordig bewoond wordt door de familie Groenewoudt - van Gaans. Het adres anno 1963 was Holterbroek 95.
 
Dit zijn foto's van de huidige boerderij De Strookappe aan de Slagmansdijk in Zuidloo. Deze boerderij is omstreeks 1935 gebouwd.
3



Zover bekend hebben op deze plek drie verschillende boerderijen gestaan. De boerderijnamen-kaart van Bathmen geeft onder nummer 255 de oorspronkelijke boerderij aan met als eerste jaar van vermelding 1807, maar dan nog met de naam Langenbergs Mate. Deze boerderij is circa 1887 afgebroken en vervangen door een tweede boerderij welke waarschijnlijk de eerste is die de naam Strookappe zou krijgen. Deze is te zien op de zwart-wit foto hieronder. Omstreeks 1935 is ook deze boerderij vervangen door de huidige boerderij.

 
De eerste registratie van Langenbergs Mate dateert van 1805 en was toen nog een hooimaat uit erve Langenberg gesplit. Deze wordt op 30 december 1805 door Jan Brink (van het erve Brink in Zuidloo) verkocht aan Willem Hietbrink (van het erve Meijers c.q. Hof te Dorth in de Dortherhoek). Jan Brink is de vader van Willem Brink die later op de Kleine Koekkoek in Harfsen woonde en toen een gedeelte verhuurde aan Jan Strookappe, zie de Harfsen pagina. Willem Hietbrink is niet gaan wonen op Langenbergs Mate en het is ook niet bekend wanneer er het eerste boerderijtje gebouwd is. Eerste bekende bewoners zijn Teunis Klein Velderman en Gerritjen Venneman die in 1814 trouwden. Gerritjen overlijdt op 7 november 1823 op adres Zuidloo 88, dat was het huisnummer van de Strookappe in die tijd. Teunis hertrouwt met Willemina Struik en er worden nog elf kinderen geboren, uit het eerste huwelijk zijn er twee kinderen geboren. In die tijd is Steven Klein Haar de eigenaar, hij is een neefje van Willem Hietbrink en woont dan op Hof te Dorth. Teunis overlijdt in 1847 en Willemina blijft op de Strookappe wonen tot 20 februari 1860, ze verhuist dan naar Holten. Helaas geeft het bevolkingsregister geen duidelijkheid over de bewoning van inmiddels Zuidloo huisnummer 2 in de periode 1860-1880 maar op 20 december 1860 overlijdt er Hendrikus Klein Aalpaal, hij zal dus kort de nieuwe bewoner zijn geweest. Zijn zoon Hendrik Klein Aalpaal en schoondochter Hendrika Klein Oonk zijn de hoofdbewoners anno 1880 en het is wel zeker dat ze dat in 1874 ook al waren, maar de periode 1860-1873 blijft nog onduidelijk maar aangenomen mag worden dat de familienaam Klein Aalpaal aan de boerderij verbonden zal zijn geweest alhoewel Hendrik en Hendrika anno 1873 wel in de Dortherhoek woonden.
 
Hun dochter Geertrui is de volgende hoofdbewoonster en zij is de oude vrouw op de foto hiernaast. Op 25 september 1874 wordt zij in het diensbodenregister genoemd als boerenmeid op Zuidloo 2, de Strookappe dus. Op 24 oktober 1874 trouwt zij met Jan Willem Heuvelman en op 1 april 1875 wordt zoon Willem gebaard door Geertrui "verblijf houdende ten huize van haar ouders in Zuidloo". Jan Willem woont dan nog in Diepenveen, maar zal weldra op de Strookappe zijn gaan wonen. Hij overleed er op 7 juni 1888 en Geertrui hertrouwt op 6 april 1889 met Gerrit Hendrik Blankena, een bekende man in de buurt. Hij was naast boer ook vee verloskundige voor Loo en omstreken. Moest er een kalfje geboren worden dan werd "de Strookappe" erbij geroepen!

Gerrit Hendrik werd in 1861 geboren in boerderij 't Hemeltje aan de huidige Paalmansweg ten noorden van Loo. Na de dood van zijn beide ouders woonde hij bij de familie Brilman, familie van moeders kant, op de gelijknamige boerderij aan de huidige Bettinkdijk. Het verhaal wil dat Gerrit Hendrik de naam Strookappe zou hebben meegenomen toen hij in 1889 trouwde met Geertrui, maar dat lijkt op basis van zijn vorige verblijfplaats dus onwaarschijnlijk. Het is wel goed mogelijk dat hij op dat moment de boerderij deze naam gaf, in het bevolkingsregister van Zuidloo wordt namelijk wel vanaf deze periode pas de naam Strookappe aangegeven. Ook in het notariële archief valt er voor 1889 niets over de boerderijnaam Strookappe te vinden. De boerderij kon zichzelf eigenlijk moeilijk de naam Strookappe geven, want op de foto is te zien dat het dak (in ieder geval het onderste gedeelte) is bedekt met dakpannen!
 
Toeval wil dat aan het Hemeltje een weiland grensde welke de veldnaam Strokappenweide had, maar deze is vernoemd naar de boerderij (het weiland behoorde toe aan deze boerderij) die dus toen al de naam Strookappe moet hebben gehad en vooralsnog gaan we ervan uit dat dit vanaf 1889 is geweest. Toen Gerrit Hendrik er woonde, zal het weiland derhalve niet zo geheten hebben en is de naam dus niet meegenomen van een weiland, zoveel lijkt zeker. Gerrit Hendrik vond het waarschijnlijk gewoon een mooie naam! Gerrit Hendrik Blankena is in 1949 op 88-jarige leeftijd overleden.
 
Een andere bekende bewoner is Hendrikus Heuvelman, zoon van Jan Willem Heuvelman Geertrui Klein Aalpaal. Hij heeft zijn hele leven op de Strookappe gewoond. Hij zit links op de foto hiernaast. Naast hem zijn dochters Riek en Tonia Johanna Heuvelman en zijn echtgenote Willemina in 't Hof. Hendrikus is geboren in 1877 en overleden in 1964. Latere bewoner is Reilink en tegenwoordig wordt de boerderij bewoond door de familie Bruggeman en zij zijn allemaal familie van de familie Klein Aalpaal.
Boerderij 4 heeft de naam Strookappe en staat in buurtschap De Look aan de Lichtenbergerweg nabij Holten op de grens met de voormalige gemeente Rijsen. Deze boerderij is wel bewoond geweest door een familie Strookappe, namelijk door de gezinnen van Hendrik en zijn zoon Johan Strookappe die hier vanaf 1881 hebben gewoond met huisnummer 60 van de Look. Het lijkt erop dat hier de familienaam weer is overgegaan in de boerderijnaam! Het boerderijtje is in of vlak na 1928 afgebroken. In dat jaar is de huidige boerderij gebouwd in opdracht van industrieel Ter Horst uit Rijssen. Deze boerderij heeft niet meer de naam Strookappe gekregen. Wel heeft Janna Egberts, weduwe van Johan Strookappe, en hun dochtertje Leida Strookappe hier nog een aantal jaren gewoond. Het huidige adres is Lichtenbergerweg 15.

Helaas is er geen foto van de oude Strookappe boerderij, maar wel van de boerderij die ernaast stond (op huidig adres Lichtenbergerweg 19) en werd bewoond door Teunis Wechstapel en de naam "Melk Tuns" had. Mogelijk dat de Strookappe hierop geleken heeft. Er zal vast een put bij de voordeur hebben gestaan, omdat alle boerderijtjes in deze omgeving die hadden. Oorspronkelijk heette deze boerderij Paalman (ook wel Paaljans en Paaljannes) en had deze huisnummer 302. Het boerderijtje waar Hendrik Strookappe woonde had oorspronkelijk het huisnummer 302 en werd ook wel Elbersen genoemd. Tussen beide boerderijtjes stond nog een boerderijtje met de naam Veldwachter (ook wel Nijland genoemd).
 
Op de Loo-Rijssen pagina is al geschreven over het echtpaar Egbert Strokappe en Fenneken Klein Oonk die op een boerderij bij het kasteel Oosterhof te Rijssen woonden. Dit is het erve Schutte maar de naam wijzigt waarschijnlijk al gedurende de aanwezigheid van de familie Strokappe, maar zeker daarna, in de Strokap(pe).
 
De hofstede is zeer oud en dateert in oorsprong van de 13e eeuw of daaromtent. Anno 1848 komen Egbert en Fenneken er wonen en later wonen er hun dochter Aaltjen en schoonzoon Mannus Goosen die er tot 1886 wonen. Na een verbouwing dat jaar komen in 1887 Jan Willem Hakkert en Diena Assink op de boerderij komen wonen. Later zijn de hoofdbewoners zoon Berend Willem Hakkert en diens echtgenote Hendrika Groothaar en weer later hun dochter Dina Johanna Wilhelmina Hakkert die met Gerrit Johan ter Keurs was getrouwd. Uiteindelijk is hun zoon de hoofdbewoner totdat de boerderij eind 20e eeuw is afgebroken.

De boerderij staat niet aangegeven op de kaart maar stond rechts van Rijssen aan de Oosterhofweg naar Enter, rechts voorbij de Kasteellaan. Het laatste adres was Oosterhofweg 148.
 
Niet op de kaart aan te geven, maar wel bestaand, is boerderij "De Strookappe" in Heerde, net over de grens van Epe. Op de foto hiernaast zien wij de boerderij in de achtergrond en is het hek van de tol naar Heerde te zien op de voorgrond. De boerderij werd bewoond door Johannes Vierwinden en Geertje Bagerman. Later woonde er kleinzoon Jaap Vierwinden. Hij woonde er bijna zijn hele leven todat hij de boerderij in 2008 verkocht aan woningbouwcoöperatie Triada, die haar kantoren aan de overkant van de weg heeft staan. Zij lieten de boerderij op 1 juni 2009 slopen.
Iets noordelijker in Hattem stond ook een Strookappe huis. Deze bestond al in 1778 en eigenaar was toen Peter Lernouw d.w.z. hij woonde op de Strookappe en was eigenaar van een bank in de grote kerk van Hattem, gemakshalve nemen we aan dat Peter ook eigenaar van de Strookappe was. Hij verkocht de boerderij dan aan Harmen Jans Kroese en Maasje van Hulst en hun zoon Derk Herms Kroese erfde de Strookappe in 1820.
 
In 1888 wordt "de Strookappe" aangeboden voor verhuur vanaf 22 februari 1889. De boerenerve is gelegen nabij de Kon. Ned. Locaal- en Centraalspoorweg, station Hattem, in het Hattemerbroek onder Oldebroek en bestaat uit een boerenwoonhuis met ruime stalling, schuur, hooiberg, best weide-, hooi- en bouwland te zamen groot ongeveer 11 hectaren. De bewoner was toen nog Jacob van Pijkeren die in 1887 was getrouwd met Driesjen van Weeghel. Wie de nieuwe huurder werd is niet bekend maar later woonde er het gezin Van Raalten.
 
En dan is er nog een boerderijtje met de naam "De Kleine Strookappe" in de buurt van Lochem. De boerderijnaam komt voor in enkele DTB aktes van voor 1811. Maar niet alleen als boerderijnaam, ook als familienaam! Het is dus zo dat de familienaam ook gedragen is door personen die niet afstammen van de familie uit Holten. Zo zijn o.a. bekend Harmken Kleijne Strokappe, ook genaamd Kleijn Sprockelhorst, die op 10 oktober 1751 trouwde met Wibbelt Marsman of Lonneman, Jan en Janna Strookappe die allebei in juni 1782 zijn overleden en Berend Strookappe, ook genaamd Berend Klein Sprokkelhorst, die op 30 maart 1808 trouwde met Gerritjen Grevenslag.
 
De naam Klein Sprokkelhorst is al een paar keer gevallen en er is dus duidelijk een verband met de boerderij- en familienaam Strookappe. De eerste keer dat de naam Klein Sprokkelhorst wordt genoemd is in 1727 bij de doop van een zoon van Hendrik op de Kleijne Sprockelhorst en Jenneken Kelholt die waarschijnlijk de eerste hoofdbewoners waren. Daarna zullen Jan Klein Sprokkelhorst en Hermken Jansen Sprokkelhorst er hebben gewoond. Hermken is afkomstig van Groot Sprokkelhorst, een boerderij die ten zuidoosten van Klein Sprokkelhorst stond. Beide boerderijen stonden in in 't schependom, ook wel genoemd De-Armhoede, niet ver van kasteel Ampsen. Jan is pas Klein Sprokkelhorst gaan heten toen hij er is komen wonen, hij is een geboren Berenpas en heette later Swikkeler. Twee van hun dochters worden in 1747 aangenomen als lidmaat van de kerk van Lochem en worden dan Kleijn Sprockelhorst genoemd en zij worden ook nog zo genoemd bij hun huwelijken. Dat geldt ook voor hun broer Jan, maar zijn kinderen zou verder als Sprokkelhorst en Sprukkelhorst door het leven gaan. Bijzonder is dat Harmken bij de doop van haar zoon Harmen in 1766 Harmken Kleijne Strokappe wordt genoemd.

Het heeft er dan nog wel alle schijn van dat haar ouders lange tijd op Klein Sprokkelhorst hebben gewoond, maar in 1745 wonen er (ook) andere mensen en zij zijn de voorouders van de mensen die tegenwoordig nog de naam Klein Sprokkelhorst dragen. Dat zijn Jan Berents Klein Sprokkelhorst en Berentjen (Klein) Witsand, vermoedelijk geboren als Jan Rotmans en Berendjen Toevank ook al is dat niet met zekerheid te stellen. Daar wel van uitgaande is het echtpaar in 1738 getrouwd en woonden zij vanaf 1745 (maar mogelijk al eerder) op Klein Sprokkelhorst.
 
In 1748 wordt zoon Lammert geboren en hij is de volgende hoofdbewoner. Hij trouwt in 1780 met Janna Bonninkhorst maar zij overlijdt in juni 1782, kort nadat haar schoonvader Jan Klein Sprokkelhorst is overleden. Zij zijn de eerer genoemde Jan en Janna Strookappe die in het begraafboek van Lochem worden genoemd. Uit het huwelijk van Lammert en Janna is in 1781 wel zoon Berend geboren en Lammert blijft met hem alleen achter, want kort voor de geboorte van Berend was Lammert zijn moeder Berentjen al overleden. Lammert hertrouwt op 17 november 1782 met Garritjen Scheuters en uit dat huwelijk worden in de periode 1785-1792 nog een zoon en drie dochters geboren. In 1795 woont het gezin op Klein Sprokkelhorst in de Armhoede die dan het huisnummer 4 heeft en het gezin bestaat dan uit 7 personen. Bij de volkstelling van 1807 worden er maar 4 personen op Strokappe geregistreerd, dat zouden dan Lammert, Garritjen en de twee jongste dochters Harmina en Berendjen zijn geweest.
 
Deze dochters blijven net als hun oudere zus Janna ongehuwd en zij krijgen ook geen kinderen. Broer Garrit moet onder de wapenen en vertrekt richting Rusland en hij zou niet meer wederkeren. Alleen Berend uit het eerste huwelijk trouwt en wordt vader. Hij trouwt in 1808 met Gerritjen Hoekman van 't Grevenslag en zij krijgen drie dochters. Opnieuw heet de oudste Janna en blijft zij ongehuwd. Jongste dochter Lammerdina trouwt ook niet maar wordt wel moeder van drie kinderen. En ook haar zus Willemine wordt moeder van drie onecht geboren kinderen, maar zij trouwt op latere leeftijd nog wel. Haar zoon Garrit Jan is voorouder van velen (of wellicht iedereen) met de familienaam Klein Sprokkelhorst. Berend en Gerritjen hebben niet op Klein Sprokkelhorst gewoond en Lammert en Garritjen zijn omstreeks 1809 met hun nog thuiswonende kinderen verhuisd naar de stad Lochem.

Nieuwe bewoners van de boerderij zijn Zwier Weijenberg en Harmina Berendina Holshorst. Bij het overlijden van een kind in 1811 wordt geschreven dat zij wonen aan de Strokappe of Klein Sprokkelhorst. In het bevolkingsregister van 1825 wordt Zwier ook nog Klein Sprokkelhorst genoemd. Zij wonen er tot 1853 en dan komen Berend Oonk en Aaltjen Hietbrink er wonen. December 1876 verhuizen zij naar Laren en de nieuwe bewoners zijn Jan Willem Markerink en Hendrika Bartha Veldmaat die op 27 januari 1877 zijn getrouwd. Zij wonen maar vier jaar op Klein Sprokkelhorst en in 1881 zijn het Derk Jan Florijn met zijn zus Aaltjen en broer Garrit Jan die er komen wonen. Alledrie zijn zij ongehuwd en na het overlijden van Garrit Jan in 1890 blijven Derk Jan en Aaltjen met z'n tweeën over.
In 1899 komt hun neefje Derk Jan Sigger ook op Klein Sprokkelhorst wonen samen met zijn echtgenote Janna Nijland. Het echtpaar heeft geen kinderen en er wonen dan dus twee (weliswaar kleine) gezinnen in de boerderij. Dat is mogelijk doordat de boerderij in 1896 is herbouwd en groter zal zijn geworden. Vanaf 1902 woont ook Arent Jan Sigger in de boerderij, hij is een neefje van Derk Jan Sigger en een achterneefje van Derk Jan Florijn. Waarschijnlijk al met het idee om de boerderij later te kunnen voortzetten en dat plan werkt. In 1912 trouwt hij namelijk met Gerritje de Maag en uit dat huwelijk worden ook nog eens negen kinderen geboren, de ruimte komt dan goed van pas. Derk Jan Florijn leeft dan al niet meer (hij is overleden op 31 december 1911) en Aaltjen overlijdt op 10 maart 1914.

Op de plattegrond hiernaast is te zien hoe de boerderij er in die tijd zal zijn ingedeeld. Er is dan één slaapkamer met een bedstede en in de keuken waren nog eens twee bedsteden.
 

In 1915 wordt de bouwplaats "Sprokkelhorst, ook genaamd de Strookappe" geveild door eigenaar Reinier Charles Paul Henri van der Borch en wordt Derk Jan Sigger genoemd als huidige bouwman op de Strookappe. Deze bestaat uit huis, erf, schuur, bergen, bouwland, weiland en akkerbosch en is dan gelegen aan den Dwarsweg naar de Armhoede. Derk Jan koopt de boerderij voor ruim 6000 gulden en wordt daardoor eigenaar i.p.v. pachter van de Strookappe. Hij en later Arend Jan bouwen de boerderij uit tot een boerderij met negen bunder grond en twee paarden, twaalf koeien, en meerdere varkens en kippen.

Gerritje heeft de zorg over de negen kinderen en bij de geboorte van haar laatste kind stond zij ook op het punt om oma te worden. Haar oudste zoon moest trouwen en ze vertelt later met humor over het moment dat hij dit haar vertelde: “Toe onzen Derk Jan bie mi’j kwam en zei: ‘Mo, ik mot oe wat zegge’…zei ik: ‘kom d’r mar mit veur den draod jong’. Toe zei Derk: ‘Mo, ik modde trouwe’! Toe zei ik: ‘jong, das nie zo slim, mar ik modde d’r zelf nog weer ene kriege en da’s vulle slimmer”!

Gerritje stond in de Armhoede buurt bekend als zeer gastvrij. De deur van huis en bakhuis van de Strookappe stond altijd open voor iedereen en het was er vaak een gezellige boel, zoals dat ook op het Erve Strookappe in Harfsen het geval was. Dat moet dan toch iets met de naam te maken hebben!

 
Het boerderijtje Klein Sprokkelhorst staat nog op dezelfde plek aan de huidige Grote Drijfweg, maar het is dus niet meer het originele boerderijtje maar werd in de vorige eeuw in de volksmond nog steeds genoemd als de Strookappe. Omdat in de aktes de naam Klein Sprokkelhorst genoemd staat, hanteren de huidige bewoners deze naam, welke ook zichtbaar is op de voorgevel. Hiermee wordt recht gedaan aan de familie Klein Sprokkelhorst die haar oorsprong heeft op deze plek. Er zijn immers geen levende personen met de naam Strookappe meer die hun oorsprong hier hebben.
 
1727-1737 Hendrik op de Kleijne Sprockelhorst en Jenneken Kelholt Eerste hoofdbewoners
1737-1745~ Jan Jansen Klein Sprokkelhorst en Hermken Jansen Sprokkelhorst Geen familie van vorige hoofdbewoners
1745-1782 Jan Berents Klein Sprokkelhorst en Berentjen Witsand Geen familie van vorige hoofdbewoners
1780-1782 Lammert Klein Sprokkelhorst en Janna Bonninkhorst Lammert is de zoon van Jan en Berentjen
1782-1809 Lammert Klein Sprokkelhorst en Garritjen Scheuters Garritjen is de tweede echtgenote van Lammert  
1809-1853 Zwier Weijenberg en Harmina Berendina Holshorst Geen familie van vorige hoofdbewoners
1853-1876 Berend Oonk en Aaltjen Hietbrink Geen familie van vorige hoofdbewoners
1877-1881 Jan Willem Markerink en Hendrika Bartha Veldmaat Geen familie van vorige hoofdbewoners
1881-1914 Derk Jan en Aaltjen Florijn Geen familie van vorige hoofdbewoners
1899-1942 Derk Jan Sigger en Janna Nijland Derk Jan is een neef van Derk Jan en Aaltjen
1913-1979< Arent Jan Sigger en Gerritje de Maag Arent Jan is een neef van Derk Jan en Janna
 
Nog even speciale aandacht voor Berend Strookappe, want hij is de enige Strookappe die wordt genoemd in de openbare aktes van de burgelijke stand na 1811 die niet zijn oorsprong heeft bij de familie in Holten! Hij wordt geboren op 22 december 1781 als zoon van Lammert Klein Sprokkelhorst en Janna Bonninkhorst. Berend trouwt op 30 maart 1808 met Gerritjen Grevenslag die even verderop woonde en al moeder was van een dochter genaamd Hendrica die in 1798 onecht was geboren. Deze Hendrica trouwt op 12 juni 1820 met Derk Jan Hoog Stoevenbeld en als vader van de bruid wordt Berend Strookappe genoemd die in werkelijkheid dus haar stiefvader was. Dit is de enige keer dat Berend als Strookappe in een akte na 1811 wordt genoemd. Op 14 januari 1859 komt Berend te overlijden en wordt dan weer Berend Klein Sprokkelhorst genoemd.

 

Was Berend dan helemaal geen familie van ons Strookappes? Toch wel! Het is namelijk zo: Berend zijn schoonzoon Derk Jan Hoog Stoevenbeld had een broer genaamd Hendrik Hoog Stoevenbeld en deze man was de grootvader van Hendrik Johan Stoevenbeld (Hoog is ergens verloren gegaan) die op 17 oktober 1907 trouwde met Gerdina Strokappe uit Deventer, dochter van Egbert Strokappe uit Harfsen! Zo zie je maar weer, uiteindelijk is iedereen weer familie van elkaar!


De boerderij hiernaast stond in Delden en de huidige straatnaam De Strookappe is ernaar vernoemd. Even verderop deze pagina nog een afbeelding en iets meer informatie. De afbeelding is geschilderd door Johan Völkers en gefotografeerd door A.J. Esschendal in opdracht van de rechthebbende Stichting Cultureel Straatfestival Delden.
 
Hierboven staan dus de zes mij bekende boerderijtjes met (een variant van) de naam Strookappe beschreven. Op de Holten pagina wordt reeds melding gemaakt van een verhaal in het boek "Oud Achterhoeksch Boerenleven" geschreven door H.W. Heuvel. Het verhaal vertelt over een hutje "De Strookappe" met haar bewoonster "Janne-meuje" en verwijst o.a. naar "moerassige broekweiden, heide- en broekland, Sallandsche heuvels, Duvelsvenne, beekvallei, Leusweerd, de Wippert, Holter karmse, Holterbrook, Levenkamp en de beek bij de Goldvinke". Omdat het verhaal omstreeks 1875-1880 moet zijn geschreven, vallen de boerderijen in Dijkerhoek, Zuidloo en die aan de Lichtenbergerweg in Holten af aangezien hiervan bekend is hoe ze er uitzien en deze zeker niet getypeerd kunnen worden als een wit leemen huisje of hutje. De Strookappe in Zuidloo is circa 1887 herbouwd en had daarvoor een wit huisje kunnen zijn, echter was deze niet gelegen nabij een beek. Blijven over de Strokappe in de Beuseberg en de oorspronkelijke Kleijne Strookappe in Lochem, maar deze ligt te ver weg om de Sallandsche heuvels te kunnen zien blauwen. Graag zou ik dus willen concluderen dat het verhaal handelt over de Strokappe in de Beuseberg, maar er zijn twijfels. De familie van de schrijver woonde namelijk in Oolde bij Laren en het is niet aannemelijk dat zij weide zouden hebben bij de Holtense Beuseberg, hiervoor was de afstand (zeker in die tijd) te groot.

Logischer zou het zijn dat het verhaal zich afspeelt in de Larense broek, gelegen tussen Laren, Bathmen en Holten, maar hier is (nog) geen boerderijtje met de naam Strookappe gevonden. Wel bestaat er een akte uit Verwolde gedateerd 19-03-1761 waarin wordt geschreven dat is overleden Janna Nijkamps, vrouw van Strokappe. De werkelijke naam van de man van Janna is Hendrik Marsman, maar zal Strokappe zijn genoemd omdat hij in een huis met de naam Strokappe gewoond zal hebben. Nu is het zo dat eerder genoemde Harmken Kleijne Strokappe getrouwd was met Wibbelt Marsman en wellicht zit hier ergens een "Marsman" verband en wordt met Strokappe verwezen naar het boerderijtje in Lochem. Hendrik is echter een zoon van Hendrik Marsman en Wibbelt is een zoon van Jan Marsman en zij zijn dus in ieder geval geen broers van elkaar. Onderzoek in 2019 wijst uit dat met de Strookappe waarschijnlijk het boerderijtje Menneken te Laren is bedoeld. De genoemde Jannameuje is dan Janna Zomer die dan ongeveer 70 jaar oud zal zijn geweest, zij is geboren in 1806. Haar man is Jan Willem Menneken die uit Holten afkomstig is. Zijn moeder is Aaltje Poliste die op de Polisten nabij de Strokappe in de Beuseberg is geboren.
 
In Haarlo staat aan de Haarlosesteeg ook nog een huis met de naam De Strookappe. Deze naam wordt genoemd in een overlijdensadvertentie anno 1980 en is verder niet teruggevonden in oude akten of op oude kaarten dus is het niet zeker of dit een oude huisnaam betreft. Vroeger had dit huis een pannendak en tegenwoordig is deze voorzien van riet en kan de naam Strookappe zijn bedacht bij de verbouwing van o.a. het dak in 1965. Het huis, welke omstreeks 1840 is gebouwd, had in het verleden vaak een dubbele bewoning met daglonersgezinnen. De naam Strookappe wordt momenteel niet meer gevoerd en het huisje staat tegenwoordig bekend als "het Witte Huusken". Voor beide namen valt wat te zeggen!
 
Dan is er ook nog een verhaal over de Strookappe met de titel "De Brulfte op de Strookappe" welke is geschreven in Twents dialect en zich afspeelt in de omgeving van Tubbergen en Albergen. De verteller, een knecht bij de Holpiepe, schrijft hoe Mi'jken, de oudste dochter van de Holpiepe, verkering krijgt met Jens "ne boerenzönne oet Tubbege. Dèn was van de Strookappe, woar ze 't ok aorig good pietsken konnen, en d'r b'j, was hee nog 'n stamrekkel van 't erve". Het stel trouwt en houdt de bruiloft op de Strookappe. De schrijver besluit het verhaal met "Jao, leu, zoo is onz' Mi'jken an nen man, en de Strookappe an ne vrouw kömmen! Zoo is 't goan op Mi'jkens brulfte, en das à nen zet verliên! Now hebt ze zölfs a aorige groote kinder, 'n stork hèf ter 'n maol ol twelven maank west!, en zint almaol nog bèste op de deun, dat zint ze? Laot 't eer vedan good gaon". Het verhaal is geschreven in 1940 en met 12 aardig grote kinderen zal het echtpaar waarschijnlijk ergens rond 1920 zijn getrouwd. Zijn dit dan bestaande mensen of is het verhaal verzonnen? Vooralsnog ben ik nog geen Jens tegengekomen en is het ook nog maar de vraag of Strookappe ook zijn familienaam was. In de openbare aktes van Tubbergen komt de naam Strookappe ook niet voor. Maar 't is een mooi verhaal ... alleen wel een beetje lastig lezen, dat dialect! Als je interesse hebt, het verhaal staat in het boekje "Plaggen-Luuks nao Amerika" en is geschreven door H. Klaassen.
 
In de Hoven in Deventer hebben ook nog een herberg en een huis gestaan met de naam de Strokap en Strokappe. Oudst bekende registratie dateert van 11 mei 1705 als "Jan Tonnisz, hospes in de Strookappe' wordt begraven. Volgende registratie dateert van 1711 en er wordt dan geschreven over de Stroocappe! Volgens de volkstelling van 1748 is ene Hendrick Buijtenhuijs herbergier van de Strookap en lag deze herberg buiten de stadsmuren aan de IJsseldijk van Deventer wat van toepassing is op de Hoven. Op deze plek staat nu de Hovenschool aan de Langestraat 1, eerder (voor de Strookap) stond er het Fenneken Cocxhuis. De herberg stond dus schuin tegenover de Buitensocieteit, naar de kant van Twello.

In 1787 komt de herberg voor als de Oude Strookap en wordt dan bewoond door Gerrit Tempelman. Twee officieren, genaamd Plettenberg en Rappart, dwingen Gerrit en ene Jan Rekes oranje strikken aan hun hoeden te doen wat zij weigeren. Vervolgens slaan deze heren, geholpen door een aantal boeren, de herberg in puin. Hiernaast een getuigenverklaring van deze gebeurtenis. Ze ontvreemden daarbij een koe in de stal, vernielen de meubels in de grote kamer, slaan bijna alles in het voorhuis aan gort, de glazenkast aan diggelen, de vensters uit de ramen en de veren uit de bedden! En, last but not least, belandt het "genever vaatje" buiten op straat en wordt het grootste gedeelte van de pannen van het dak gesmeten. Wat overigens wel weer betekent dat dit huis niet een echte Strookap was!

In 1795 wordt er dan geschreven over de kapitale herberg de Nieuwe Strookap, even over de lange brug gelegen, die door plunderende en rovende Fransen in volle vlam werd gestoken en welke samen met het huis tot op de grond toe afbrandde. Waarschijnlijk wordt de herberg opnieuw opgebouwd want op 26 november 1813 worden de Strookap en de Dood, twee geliefkoosde uitspanningen over de Lange Brug op de Worp, opnieuw door het Franse garnizoen in brand gestoken. In 1816 vindt er een doorhaling van hypotheek plaats van de Oude Strookap met de Hof en er tegenover de Nieuwe Strookap met de Hof welke op naam stonden van de reeds overleden Evert Hogeweg en Jenneken Veldhuis. De panden zullen dan waarschijnlijk niet meer hebben bestaan. Jenneken hertrouwde op 28 november 1811 met Berend van Spankeren en beiden waren toen tapper van beroep en zullen dus waarschijnlijk op de Nieuwe of Oude Strookap hebben gewoond en gewerkt. Later (1826) is Berend kastemaker van beroep.
 

Ten slotte is er nog de Strokap(pe) in Rossum. Dit betreft een boerderij welke ook een herberg is geweest en circa 1830 is gebouwd. De boerderij is van het hallehuistype en staat met de voorgevel parallel aan de Ootmarsumsedijk en is één van de vroegste 19de-eeuwse ontginningsboerderijen in het gebied. Rechts naast de boerderij staat een gemetselde waterput en links staat een vakwerkschuur.

Omstreeks 1880 woonde hier het echtpaar Gerardus Johannes Hesselink en Geertruid Tulk en in die tijd was het ook nog een herberg. Na het overlijden van Gerardus in 1896 maakt Geertruid de erfenis over aan dochter Johanna en schoonzoon Heinrich Oude Elberink. De Strokap bestond toen uit een huis, schuur en land samen groot 7,5 bunders en met een geschatte waarde van 5400 gulden.

Het huis bestaat nog en het huidige adres is Ootmarsumsedijk 29 in Rossum.

 
 
Straatnaam
 
En dan is Strookappe ook nog eens een straatnaam. Dus niet in Dijkerhoek, maar In Losser waar de Strokappenweg is vernoemd naar de boerderij " De Strokap". Deze boerderij is in 1783 gebouwd door Gerrit Kwekkeboom. Het huisje stond ook bekend als de Schrapperskotten.
In 1822 wordt de boerderij verkocht aan Gradus Beverborg en hij woont er met zijn vrouw Janna Wigger. Hun dochter Johanna Beverborg en diens echtgenoot Johan Hendrik Elshoff volgen hen op. Daarna is het de beurt aan hun ongehuwde zoon Johannes Bernardus Elshoff die er van 1920 tot 1926 samen met zijn zuster woonde. In 1926 wordt de boerderij verkocht aan Jan Hendrik Meijerink die de boerderij laat afbreken en in 1928 een nieuwe boerderij bouwt, met een pannendak! De naam Strokap is niet meer van toepassing en wordt gewijzigd in de Kap wat anno nu nog steeds de naam is van het, inmiddels weer opnieuw gebouwde, huis. Maar de straatnaam blijft zoals die is!
Johannes Bernardus Elshoff zijn bijnaam was Kapp'n Benaads. Wij zien hem op de foto hieronder met een koe en een ezel die hij altijd een hoofddeksel opzette als ze op pad gingen. Op de kar zitten twee jeugdige bewoners van de Strokappenweg w.o. Jan Schoppink van de Bekboer, de naastgelegen boerderij waarvan hieronder een pentekening is te zien. Op de foto zien wij ook de oude Strokap boerderij. De dakbedekking is niet te zien maar zal waarschijnlijk van stro zijn geweest, zeker in vroegere jaren. Op de rechter foto hieronder zien we de familie Meijerink en de Kap.
Tekst en foto's zijn ontleend van het boek "Wonen aan de Strokappenweg" van Frans Jacobs, huidige bewoner van de Bekboer.
 
 
En in Delden hebben ze ook een straat met de naam "De Strookappe". Hier is deze afgeleid van de naam van een reeds lang geleden afgebroken boerderij dat in de omgeving van deze straat, bij de Groene Brug, heeft gestaan. Deze zou ook hebben gediend als herberg of café.

De afbeelding hiernaast is geschilderd door Johan Völkers en gefotografeerd door A.J. Esschendal in opdracht van de rechthebbende Stichting Cultureel Straatfestival Delden.
Beide straatnamen hebben geen verband met een familie Strokappe of Strookappe.
 
Ook is er een Strookappe in de buurt van Kampen, tussen het huidige industrieterrein Zendijk en de Zwolseweg, geweest. Deze ontleende de naam aan de vroegere opslag van stro. Het is tegenwoordig de naam van een gebied waar liefhebbers vogels spotten.
 
© 2007-2022 Erwin Strookappe