Gorssel |
Eesterhoek
homepage
 |
|
|
In
de geschiedenis van de Eesterhoek komt vaak het dorp Gorssel ter sprake.
Logisch natuurlijk, want het dorp ligt zeer nabij. Soms is het ook zo
dat Eesterhoekers uit het dorp afkomstig zijn of er naartoe verhuizen.
Veel oude boerderijen en huizen in het dorp zijn daardoor al genoemd op
de website. Op deze pagina is hierover meer te lezen en zien wij in de
diverse bewonersoverzichten veel Eesterhoekers terugkomen. |
|
|
|
De
kaart hierboven dateert van ongeveer 1786. De "weg tusschen Deventer
en Zutphen" is de huidige Zutphenseweg. Ten zuiden daarvan (gezien
op de kaart, in werkelijkheid ten westen) zien wij de boerderijen 't Gier
en Bloedkamp welke als eerste op deze website aan bod kwamen. We steken
bij 't Gier de weg over en beginnen linksonder de L van "GORSEL"
aan onze dorpswandeling en maken een rondje met de kerkklok mee. De reis
eindigt bij de Grootekamp en als er nog wat tijd over is, lopen we nog
een stukje verder richting Eefde en daarna richting Joppe. |
|
|
|
|
 |
De
prenten hiernaast laten in de verte de kerktoren van Gorssel zien
en zijn getekend door Nicolaas Wicart in de periode 1770-1815 dus
in dezelfde periode als de kaart hierboven. Het is mogelijk dat
de tekeningen zijn gemaakt in de Eesterhoek. |
|
|
|
|
|
Brinkerkamp |
|
Ook
wel Brinkerenkamp, Lueks en Lukshuis genoemd. Anno 1751 wonen hier de
Smid en de Timmerman, er was dus sprake van dubbele bewoning. Dat hoeft
niet te betekenen dat het één huis was, het waren waarschijnlijk
meerdere kleine huisjes welke als "getimmer" aangeduid worden.
Deze zijn dan met goedkeuring van de eigenaar van de grond (Marcel Hendrik
van Buinink) door de smid en de timmerman gebouwd, de grond zal de naam
Brinkerkamp hebben gehad en de huisjes kregen ook deze naam.
|
|
 |
Mogelijk zijn deze al gebouwd in
1731: 23 April 1731 Verbant van Henrik Aloisius van Dorth. Deze
akte vermeld ” …. Een zesde part van Haitinkshof ,
een zesde part aan Reusink, een zesde part van het lant zo Henrik
Gierman bouwt, als ook een zesde part in de stukken lants, zo
den Custos Wolter Piekart en Lucas Wesselink bouwen…”.
Zie akte d.d. 6 april 1751 met omschrijvingen "Eigenaars
Huijs, hof op Groterkamp, met het boerenhuijs, berg, schaapschot,
schuure, met het geene daar bij is gehorende" en "Den
Brinkerkamp daar den Smit en den Timmerman op woont". De
smit is Albert en/of Jannes Braakman, de timmerman is waarschijnlijk
Lukas Groot Wesselink die op 14 maart 1763 o.a. zijn timmergereedschappen
afstaat aan Jan Teunissen Vroetman en Aaltjen Jansen Wesselink.
Lukas en Geertjen hadden geen kinderen en mogelijk is Aaltjen
een nichtje en is zij er al in 1755 met haar echtgenoot Jan Vroetman
(ook timmerman) komen wonen en is de familie Braakman toen verhuisd
naar Smid, een nieuw huis. Lukas is op 2 december 1763 overleden
en de later ontstane boerderijnaam Lueks zal naar hem zijn vernoemd.
|
|
|
Peindinge
akte: Den 22 Januari 1784, agtermiddag om 4 uuren deed de Volm.
van de freulen Maria Catharina baronnesse van Dorth peindinge op
en aan alle de gereede goederen, speciaal mede op en aan het getimmer
of Huis, staende op den halven Brinkenkamp Willem Polman toestendig,
onder Gorssel gelegen, ter consecutie eener somme per resto groot
101 glns. Bron, Scholtambt Zutphen, ORA 253, Gorssel dorp, folio
9.
In een lijst met nummers van boeren die de brink en marke van Eschede
moeten schoonmaken staat bij nummer 9 "Lukshuis" genoemd.
De lijst dateert volgens het archief van circa 1810, maar is waarschijnlijk
al van eerder (circa 1795)
|
|
|
|
Op
de kadastrale kaart van 1832 wordt perceel 494 nog getekend als een huis,
maar in het register wordt deze genoemd als bouwland met als eigenaar
Jan Braakman. Vermoedelijk is het huis dus vlak voor 1832 afgebroken.
We durven wel te stellen dat Lueks al in 1831 is afgebroken, want toen
woonden op Lueks inwonende dochter Geertjen Woertman en schoonzoon Derk
Velderman niet meer in Gorssel en dat kan te maken hebben gehad met de
afbraak van het erve Lueks en de bouw van de Kapelle waarnaartoe Derk
Jan en Aaltjen zijn verhuisd. |
|
1715-1755? |
Albert
Braakman en Janna Janssen |
Eerste
hoofdbewoners van dit overzicht, getrouwd in 1715 en mogelijk toen
al wonende op Brinkerkamp |
1748-1755? |
Jannes Alberts
Braakman en Hendrina Velderman |
Jannes is de
zoon van Albert en Janna |
|
|
|
1720-1763 |
Lukas Groot Wesselink en Geertjen Hendriks
Klein Bentink |
Eerste medebewoners van dit overzicht,
getrouwd in 1718 en in 1720 aangenomen als lidmaten te Gorssel |
1755- |
Jan Teunissen Vroetman en Aaltjen Jansen
Wesselink |
Aaltjen is mogelijk een nichtje van
Lukas |
1772-1795 |
Willem Polman en Geertjen Vroetman |
Geertjen is de dochter van Jan en Aaltjen |
1795-1800 |
Willem Rensink en Geertjen Vroetman |
Willem is de tweede echtgenoot van Geertjen,
Geertjen is in 1800 overleden (Willem nog wel blijven wonen?) |
1802-1831 |
Derk Jan Woertman en Aaltjen Polman |
Aaltjen is de dochter van Willem en
Geertjen |
1829-1831 |
Derk Velderman en Geertjen Woertman |
Geertjen is de dochter van Derk Jan
en Aaltjen |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken |
|
|
|
|
|
|
|
Zonnekamp |
|
 |
Jan Berend Antonij Warmelink koopt
op 1 mei 1909 van Gerrit Boschloo van de Smid een perceel grond
te Gorssel, sectie E nr. 3387. Hij laat hierop villa Zonnekamp
bouwen en gaat er op 27 april 1910 wonen. Hij overlijdt op 2 september
1911 en zijn echtgenote Femia Johanna overlijdt op 5 april 1916.
Zoon Gerrit Jan verkoopt op 3 maart 1917 villa "Zonnekamp"
te Gorssel, sectie E nr. 3387 aan Armand Crommelin, landbouwer
te Okkenbroek. Dochter Alberdina Johanna blijft er wonen tot 29
mei 1917 en verhuist dan naar Deventer.
Armand Crommelin is de echtgenoot
van Clara Emilie Elma Töpffer die er gaat wonen. Armand zelf
blijft in Okkenbroek wonen en trouwt op 19 juni 1917 met Elisabeth
Bokemeijer?
Armand Crommelin verkoopt de Zonnekamp
op 2 juli 1923 aan Jacob Berend ten Hove, fabrikant te Deventer.
|
|
|
1910-1916 |
Jan Berend Antonij Warmelink
en Femia Johanna Erenst |
Eerste hoofdbewoners |
1917-1923 |
Clara Emilie Elma Töpffer |
|
1923-1956 |
Jacob Berend ten Hove en Emma Alwine
Auguste Blattner |
|
1969 |
W.F. van Limborch van der Meersch |
|
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 2 |
|
|
|
|
Smit |
|
 |
Ook
wel Smitshuis en Braakman genoemd. Hier is de smid Braakman komen
wonen, mogelijk in 1755. In ieder geval na 1751 omdat de smid toen
nog op Brinkerkamp woonde.
Den 4 Februari 1793. Albert Braakman en Elisabeth Slonninks kopen
een stuk bouwland het Voelestuk genaamd, in het kerspel Gorssel.
4 December 1805. Albert Braakman koopt het bouwland Groote Brinkerkamp,
met de daarbij behorende akkermaals heggen en brinkje, onder Gorssel.
23 Mei 1818. Jan Braakman koopt erve Klein Bentink in het dorp Gorssel.
Hij is dan ijzersmid van beroep, in latere vermeldingen wordt hij
meester-smid genoemd. |
|
|
Op
de kadastrale kaart van 1830 is Smit getekend als een boerderij met dwarshuis
met daarnaast een rechthoekige schuur. In 1863 heeft Johannes Braakman
het grote Braakman verbouwd. Waarschijnlijk is er een gebint aan de deel
toegevoegd. De sluitsteen boven de achterdeur vermeldt JB 1863. Mogelijk
heeft hij twee jaar later de schuur onderhanden genomen. Of dat betekent
dat het toen een T-boerderij werd, is niet zeker. In
1881 werd het pand ter verkoop aangeboden door de opvolger van de laatste
Braakman, de heer H. Ziemelink. In de advertentie stond: Het gunstig bekende
Boeren-Erve genaamd “Braakman”… In de omschrijving staat
huis en erf met schuur, berg, tuin, bouwland ……….. |
|
Gerrit Boschloo is geboren op 10
oktober 1887 op Braakman waar zijn ouders in 1882 zijn komen wonen.
Hij is op 26 november 1926 overleden a.g.v. een val uit de hooiberg
ongeveer zes weken daarvoor.
Vanaf 6 juni 1887 dubbele bewoning
door Lambertus van Heeckeren, gepensioneerd militair (Lambertus
Baron van Heeckeren van Brandsenburg) en zijn echtgenote Jacomina
Cornelia Sara Tissot van Patot.
|
|
|
|
|
|
1755-1762 |
Albert Braakman
en Janna Janssen |
Eerste hoofdbewoners
van dit overzicht |
1755-1783 |
Jannes
Alberts Braakman en Hendrina ten Velde |
Jannes
is de zoon van Albert en Janna |
1780-1836 |
Albert Braakman en Elisabeth Slonnink |
Albert is de zoon van Jannes en Hendrina |
1810-1873 |
Johannes Wilhelmus Braakman en Johanna
ten Velde |
Johannes Wilhelmus is de zoon van Albert
en Elisabeth |
1873-1874 |
Antoni Martinus Braakman |
Antoni is de zoon van Johannes Wilhelmus
en Johanna, ongehuwd |
1874-1882 |
Hendrik Ziemelink en Willemina Lentink |
Geen familie van de vorige hoofdbewoner |
1882-1927 |
Gerrit Boschloo en Gerritdina Ilbrink |
Geen familie van de vorige hoofdbewoners,
Gerrit senior verhuist in 1927 naar Klein Braakman |
1918-1927 |
Gerrit Boschloo en Wendelina Tuitert |
Gerrit is de zoon van Gerrit en Gerritdina,
Wendelina verhuist in 1927 naar Klein Braakman |
1927-1933 |
Johannes Wolter Rottink en Johanna Hekkert |
Pachters |
1933-1939 |
Familie Jansen |
Jan Jansen, woonde eerder bij de kerk
(links naast Elisabeth) en was toen melkboer |
1939-1976 |
Familie Pasman, twee generaties (1952:
G.J. Pasman) |
Mogelijk Gerrit Jan Pasman en Jenneken
Klein Kranenbarg |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1887 |
Lambertus van Heeckeren |
|
1892 |
Isaac Gerhardus van Sijthoff |
|
1894-1895 |
Wilhelmina Louisa Groot Viertelhausen |
|
1897 |
Mannes Hietkamp en Arendina Waanderina
Nijendijk |
Het echtpaar verhuist in 1898 of 1899
naar de overkant van de weg naar een nieuw huis |
1901-1902 |
Leijntje Hogerszeil |
|
1903-1904 |
Lambertus Martinus Loep en Johanna Arnolda
Speijers |
|
1904-1907 |
Jan Adam Zandleven en Janke Piebes Piebenga |
Kunstschilder |
1908-1912 |
Anthonij Coert en Anna Cornelia de Jong |
Kunstschilder |
|
etc. |
|
1952 |
W. Bruil |
|
1961-1965 |
Gerrit Derk Jan Boschloo en Gerritjen
Johanna van Heimenberg |
Gerrit Derk Jan is de zoon van Gerrit
en Wendelina |
1969 |
J. Bosman |
|
|
|
|
Klein
Braakman |
|
De
schuur behorende bij het boeren-erve Braakman welke in 1881 werd verkocht,
zal onderdeel zijn geweest van het huis welke wij nu beschrijven en de
naam "Klein Braakman" meegeven. Waarschijnlijk is deze schuur
later verbouwd naar een woonhuis met deel. Dat zal dan in 1887 zijn geweest
want toen kwamen er de eerste bewoners. |
|
 |
Albert Boterman en Jenneken verhuizen in 1899 naar 't Elf Uur waar
ze waarschijnlijk kort hebben gewoond. Hetzelfde jaar wonen zij
namelijk in het nieuwe huis Eesterzicht.
In 1927 komen er pachters op Groot
Braakman en verhuist de familie Boschloo naar Klein Braakman. In
de vijftiger jaren van de vorige eeuw zijn Rein en Gerda Braskamp
na een grondige verbouwing in het kleine Braakman gaan wonen. Het
was toen al een T-boerderij. De
schuur is in gebruik geweest als varkensstal en (gedeeltelijk) verhuurd
geweest aan een lokale slager en aan Hut de schoenmaker.
In 2021 komt het huis te koop en wordt
vermeld dat deze dateert van 1865. |
|
Foto's hiernaast zijn
van Johanna Willemina Boschloo en van Reindert Hendrik Braskamp
en Gerritdina Johanna Boschloo. |
|
|
|
|
1887-1897 |
Albert Boterman en Johanna
Alberta Noteboom |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van het boerderijtje bij de begraafplaats |
1897-1899 |
Albert Boterman en Jenneken Slagman |
Jenneken is de tweede echtgenote van
Albert |
1899-1900 |
Hendrika van Scheepen |
|
1908-1909 |
Wilhelm Machiel Kernitz en Peternella
Johanna Mulder |
|
1910-1912 |
Onbewoond |
|
1912-1916 |
Cornelis Hermanus Pruijzers en Helena
Adriana Molewijk |
Afkomstig van 't Elf Uur |
1916-1919 |
Gerrit Woertman en Jansje Teunissen |
|
1920-1927 |
Derk Jan Hendrikus Hut en Gezina Frederika
van Zuijlen |
|
1927-1932 |
Gerrit Boschloo |
Afkomstig van Groot Braakman |
1927-1947 |
Wendelina Boschloo-Tuitert |
Wendelina is de schoondochter van Gerrit |
1927-1972 |
Johanna Willemina Boschloo |
Johanna Willemina is de schoonzuster
van Wendelina en dochter van Gerrit Boschloo |
1951-2008 |
Reindert Hendrik Braskamp en Gerritdina
Johanna Boschloo |
Gerritdina Johanna is het nichtje van
Johanna Willemina Boschloo en dochter van Wendelina Tuitert |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 8 |
49a>3>3>4>4>4>4>
Hoofdstraat 8 |
|
|
|
Veldwachter |
|
Het
eerste huis aan de linkerkant van de bebouwde kom van Gorssel werd bewoond
door veldwachters die vanuit hun onderkomen goed de vreemdelingen en eventueel
gespuis in de gaten kon houden die over de rijksweg het dorp binnen traden.
Omdat de eerste twee hoofdbewoners veldwachter van beroep waren, noemen
wij het huis "Veldwachter" maar dat is dus een verzonnen naam.
De woning is te zien op de foto hieronder, aan de linkerkant. |
|
 |
De eerste
hoofdbewoner en veldwachter was Gerrit Jan Schut die er in mei 1896
kwam wonen met zijn echtgenote Harmina Berendina ten Hake en drie
kinderen. Het echtpaar woonde daarvoor nog op Hofman waar ook meer
veldwachters hebben gewoond. Gerrit Jan woonde maar kort in het
nieuwe huis want hij overleed er op 29 september 1896. Harmina Berendina
blijft er wonen maar verkoopt het huis op 14 juni 1898 aan Mannes
Hietkamp. Op 28 januari 1899 hertrouwt Harmina met Gerrit Achterkamp
en zij verhuist dan met haar kinderen naar Deventer.
Mannes Hietkamp woonde aan de overkant van de weg op Braakman en
was dan al gemeenteveldwachter van beroep. Het is goed mogelijk
dat hij aangesteld is als veldwachter na het overlijden van Gerrit
Jan Schut. Op 2 januari 1897 trouwt hij met Arendina Waanderina
Nijendijk en hij was eerder getrouwd met Gardina Johanna Lubberding
en woonde met haar in Hengelo (Gld). Dat huwelijk bleef kinderloos,
maar met Arendina krijgt hij twee zoons: Johan Christiaan en Gerrit.
Wij zien de jongens op de foto hier rechtsonder samen met hun nichtje
Melta ter Hogt uit Almen. Johan Christiaan is in 1897 geboren op
Braakman en Gerrit in 1899 op Veldwachter.
|
|
|
Op
de foto hieronder zien wij Mannes Hietkamp en Arendina Waanderina Nijendijk
in de tuin van Veldwachter met in de achtergrond boerderij Braakman. Op
de foto ernaast zien wij Mannes te midden van zes andere veldwachters,
deze foto zal zijn genomen voor het gemeentehuis in Gorssel. En op de
derde foto staan zijn twee kleindochters Dissy en Diny bij de zijkant
van het huis. |
|
|
|
Dissy is de dochter van Johan Christiaan die op 13 mei 1927 trouwde
met Wilhelmina Brummelman en dan ook op Veldwachter komen wonen.
Zij krijgen ook nog een zoon genaamd Jan. Johan Christiaan is geen
veldwachter maar timmerman van beroep en werkt voor aannemer Tuitert.
Dit bedrijf zal naast Veldwachter een nieuwe woning hebben gebouwd
waar zoon Gerrit Hietkamp is komen wonen. Hij doet dat met zijn
echtgenote Antonia Broekmaat (die ook op 13 mei 1927 waren getrouwd)
en hier wordt dochter Diny geboren en ook zoon Albertus Hermannes.
Gerrit Hietkamp was gemeentebode van beroep. De foto hiernaast is
van het nieuwe huis samen met Gerrit en Antonia.
|
|
Arendina
Waanderina Nijendijk is overleden op 11 juli 1934 en Mannes Hietkamp
op 17 maart 1942. Nadien zal Jan Brummelman, de vader van Wilhelmina,
ook op Veldwachter zijn komen wonen. Hij is er overleden op 10 december
1955. |
|
1896-1899 |
Gerrit Jan Schut en Harmina
Berendina ten Hake |
Eerste hoofdbewoners |
1899-1942 |
Mannes Hietkamp en Arendina Waanderina
Nijendijk |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1927-1969> |
Johan Christiaan Hietkamp en Wilhelmina
Brummelman |
Johan Christiaan is de zoon van Mannes
en Arendina Waanderina |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 1 |
|
|
|
|
Woertman |
|
|
Betreft woonhuis met
winkel en slachtplaats te Gorssel, sectie E nr. 3657.
Ook broer en vader Hendrik Willem Woertman woonden hier, zij zijn
afkomstig van de Zutphenseweg 18.
In 1920 woont er ook het echtpaar Lolke
Dijkema en Petronella Egberts.
De slagerij kreeg in 1930 een apart
huisnummer (8). |
|
|
1919-1952> |
Gerrit Woertman en Jansje
Teunissen |
Afkomstig van Klein Braakman |
1926-1949? |
Hendrik Willem Woertman |
Hendrik Willem is de vader van Gerrit |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5a>6>6>7> Hoofdstraat 5 |
|
|
|
Café
Schutte |
|
|
|
1900-1913 |
Harmanus Schutte en Aaltjen
Meijer |
Eerste hoofdbewoners |
1900-1940 |
Harmanus Albertus Schutte en Johanna
Gerritdina van Kempe |
Harmanus Albertus is de zoon van Harmanus
en Aaltjen |
1952 |
Hermina Gerritdina Schutte |
Hermina Gerritdina is de dochter van
Harmanus Albertus en Johanna Gerritdina |
1952 |
Derk Jan Oosterveld en Jenneke Verdonk |
Medebewoners |
|
|
|
|
|
4a>6>7>9 = Hoofdstraat 7 anno
1951 |
|
|
|
Leuvenink |
|
|
Hendrik
Pieter Leuvenink is timmerman van beroep. Hij heeft gewerkt in de
werkplaats van Derk Jan Tuitert die achter zijn huis stond op huidig
adres Nijenbeeksepad 3, hij was meesterknecht. |
|
1920-1952> |
Hendrik Pieter Leuvenink
en Hendrika Jacoba Ebrecht |
Eerste hoofdbewoners |
1952 |
A.D.J. Hiddink en Jacoba Petronella
Leuvenink |
Jacoba Petronella is de dochter van
Hendrik Pieter en Hendrika Jacoba |
|
|
|
|
|
|
|
|
7a>10>10 = Nijenbeeksepad 1 anno
1951 |
|
|
|
Nieuwe
Muil |
|
Dit
huisje heeft de naam Nieuwe Muil maar de naam "de Nye Muyl"
prijkt pas ongeveer 70 jaar na de bouw aan de gevel als de familie Tuitert
er komt wonen. Het is wel haast zeker dat het huisje is gebouwd door de
eerste hoofdbewoner want Gerrit Jan Haarman was metselaar van beroep.
Hij woonde met zijn echtgenote Johanna Hendrika Meijerink op de Eikeboom
naast de Kleine Muil waar in die tijd nog de familie van Derk Jan Tuitert
woonde. Mogelijk heeft hij van zijn oude buurman een stukje grond gekocht
waarop het huis kon bouwen en heeft hij dat dan gedaan met Derk Jan Tuitert
die timmerman van beroep was. Op 20 december 1900 verhuist het echtpaar
met vier kinderen en schoonvader Antoni Meijerink van de Eikeboom naar
de Nieuwe Muil.
|
|
 |
In 1902
wordt dochter Hendrika geboren maar zij heeft maar vier dagen geleefd.
Twee jaar later, op 2 oktober 1904, overlijdt ook Johanna Hendrika
Meijerink. In de akte van nalatenschap staat het huis met kadastraal
perceelnummer 3066 vermeld, zij waren dus zeker eigenaar. Haar vader
Antonie Meijerink is op 27 oktober 1907 overleden en dan woont Gerrit
Jan alleen met zijn vier kinderen.
Op 6 februari 1909 trouwt dochter Johanna Hendrika Haarman met Gerrit
Jan Nijman en zij komen dan ook op het boerderijtje wonen. Dochter
Gerritjen wordt op 28 april 1909 geboren. Juni 1910 verhuizen zij
naar het boerderijtje bij de begraafplaats.
Het fraaie schilderijtje hiernaast is gemaakt door Teun Kroes uit
Gorssel. In de achtergrond is de kerktoren te zien.
|
|
Op
15 juli 1911 hertrouwt Gerrit Jan Haarman met Gerritjen Nijemeisland,
weduwe van Berend Jan Heijenk. Als alle kinderen zijn uitgevlogen
wonen zij uiteindelijk maar met hun tweetjes in het huis. Gerrit
Jan is nog steeds metselaar van beroep en begint in 1927 aan een
grote klus als de kerk wordt verbouwd. Op bijgaande foto legt hij
de "eerste steen" samen met dominee Joan Lodewijk Gerhard
Gregory. Gerrit Jan Haarman overlijdt op 16 mei 1933 in Eefde, ze
zijn tussen 1930 en 1933 verhuisd.
Nieuwe bewoners zijn Arend Bretveld en Hendrika Muijtstege die ook
maar met zijn tweetjes zijn. Het echtpaar is afkomstig van de Bloemhof
aan de Hoofdstraat en vele jaren later gaan zij terug naar de Hoofdstraat
als zij gaan wonen op de Borkel. Op 23 juli 1969 vieren zij hun
diamanten huwelijk en in een advertentie wordt dan de Borkel en
het personeel bedankt. Vijf jaar later hebben zij zelfs hun 65-jarig
huwelijk gevierd!
|
|
|
|
De
buren van de familie Bretveld waren vanaf 1962 Hendrik Jan Tuitert
en Eva Rediena Markerink waarvan hiernaast hun trouwfoto is te zien.
Zij woonden eerder op het Nijenbeeksepad 2 en verbouwden in 1962
de timmerwerkplaats naast de Nieuwe Muil tot woning en bouwden achter
de woning een nieuwe werkplaats. Hendrik Jan is de zoon van Derk
Jan Tuitert en is in 1903 op de Kleine Muil geboren. Waarschijnlijk
hebben zij in die tijd al het huisje van de familie Bretveld gekocht
en zijn zij er pas gaan wonen toen de familie Bretveld besloten
had om hun oude dag op de Borkel te gaan doorbrengen, waarbij opgemerkt
dat Hendrika daar waarschijnlijk eerder is gaan wonen en dat Arend
nog een tijdje alleen op de Nieuwe Muil heeft gewoond. Pas toen
de familie Tuitert er kwam wonen, kreeg het huisje dus de naam de
Nye Muyl.
Hendrik Jan Tuitert is op 8 januari 1990 overleden. Eva Rediena
is toen nog vier jaar lang op de Nieuwe Muil blijven wonen en is
in 1994 verhuisd naar de Borkel. Tegenwoordig woont haar dochter
en diens echtgenoot in het huis en genieten zij van de wijde blik
over de Eesterhoek. |
|
|
1900-1904 |
Gerrit Jan Haarman en Johanna
Hendrika Meijerink |
Eerste hoofdbewoners |
1905-1933< |
Gerrit Jan Haarman en Gerritjen Nijemeisland |
Gerritjen is de tweede echtgenote van
Gerrit Jan |
1933-1969~ |
Arend Bretveld en Hendrika Muijtstege |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1969-1994 |
Hendrik Jan Tuitert en Eva Rediena Markerink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
|
|
Huidig adres: Nijenbeeksepad 5 |
|
|
|
|
Nijenbeeksepad
Even |
|
1915-1951 |
Jan Wichers en Jenneken
Bruggeman |
Jan Wichers is metselaar
van beroep |
1952 |
Harmanus Wichers en Gerritje Mensink |
Harmanus is de zoon van Jan en Jenneken |
|
7a>9>14>14> Nijenbeeksepad
8 anno 1951 |
|
|
|
|
1928-1940< |
Harmanus Wichers en Gerritje Mensink |
Harmanus Wichers is metselaar van beroep |
|
Onbekend |
|
1943-1952> |
Ds. J.H.C. Kamsteeg |
Hij kwam van de Pastorie, zal in 1943
zijn geweest toen hij was gestopt als dominee |
|
9a>13>13> Nijenbeeksepad 6
anno 1951, tegenwoordig Kerkstraat 8 |
|
|
 |
Op
5 november 1920 koopt Johannes Antoni Buitenhuis van Derk
Jan Tuitert een een perceel bouwterrein te Gorssel, sectie
E nr. 3074. Mogelijk is dat een gedeelte van de grasgrond
die Derk Jan Tuitert in 1899 bij de veiling van 't Wiltink.
Hier bouwt Johannes Antoni Nieuwenhuis een nieuw woon- en
winkelhuis te Gorssel, sectie E nr. 3074. Hypotheek krijgt
hij op 10 februari 1921 van Johan Wiltink. Waarschijnlijk
krijgt dit huis het nummer 10 en in 1930 wordt dit nummer
15.
In 1940 krijgt het huis geen nieuw nummer meer omdat het omstreeks
1937 is afgebroken t.b.v. de aanleg van de rondweg. Derk Jan
Tuitert ging wonen in het oude huis van de familie Buitenhuis,
dat zal part of the deal zijn geweest? Het huis is nog te
zien op bijgaande foto, in de achtergrond achter de wagon. |
|
|
|
|
|
|
1921-1940< |
Johannes Antoni Buitenhuis en Bertha
Gerdina Brinkman |
Het echtpaar is afkomstig van Nijenbeeksepad
2 en verhuist in periode 1930-1940 naar Hoofdstraat 54. |
|
10>15>x |
|
|
|
|
1924-1929 |
Karel Johannes Nieuwenhuis en Hendrika
Gerritdina Tuitert |
Eerste hoofdbewoners, verhuizen naar
13a>21>20 aan de Hoofdstraat 15 |
1930- |
Johannes Fredrik Timan en Geertje Kleine |
Vanaf 11 februari 1930 |
1952 |
H.W. Woertman en mej. M.H. Dijkstra |
|
|
10a>16>15> Nijenbeeksepad 4
anno 1951 |
|
|
|
|
Buitenlugt |
|
De naam is een verzinsel en is gebaseerd
op de namen van de twee hoofdbewoners die in 1909 worden geregistreerd.
Het zijn die van Rudolf Lugt en Johannes Antonie Buitenhuis. Het huis
is gebouwd in 1907 en vanaf 1921 woont hier de familie Tuitert van de
Kleine Muil. Oorspronkelijk was het een voorhuis met een deel als achterhuis.
Dat zal de werkplaats zijn geweest voor Lugt en Buitenhuis. Aan de kant
van de Hoofdstraat was een grote voordeur en links daarvan waren kamers.
Er liep een lange gang naar het achterhuis. Rechts van de gang was de
slaapkamer van Derk Jan Tuitert en Janna Slagman.
|
|
Op 5
november 1920 koopt Johannes Antoni Buitenhuis van Derk Jan Tuitert
een een perceel bouwterrein te Gorssel, sectie E nr. 3074. Hier
bouwt hij een nieuw woon- en winkelhuis te Gorssel, sectie E nr.
3074. Hypotheek krijgt hij op 10 februari 1921 van Johan Wiltink.
In de transactie zal zijn afgesproken dat de familie Tuitert in
het oude huis van de familie Buitenhuis kan gaan wonen.
Derk Jan Tuitert had
een werkplaats aan het Nijenbeeksepad, tegenwoordig dit het huis
van Nijenbeeksepad 3. Hij werkte hier met Hendrik Pieter Leuvenink,
Johan Christiaan Hietkamp en Steven Rouwendal (broer van Johanna
Hendrika) uit Colmschate.
Na het overlijden van
Janna Slagman in 1949 is het huis gesplitst en zijn Hendrik Jan
Tuitert en Eva Rediena Markerink in het achterste gedeelte gaan
wonen welke in 1951 het adres Nijenbeeksepad 2 kreeg. Hun voordeur
werd in 1949/1950 ook verplaatst naar de kant van het Nijenbeeksepad.
Aan de voorkant gingen Henk Pasman en Tonnie Poesse (= Tonny Gerda
de Goeijen?) wonen. |
|
|
|
1907-1921 |
Rudolf Lugt |
Eerste hoofdbewoner |
1907-1921 |
Johannes Antoni Buitenhuis en Bertha
Gerdina Brinkman |
Eerste medebewoners en later hoofdbewoners |
1921-1949 |
Derk Jan Tuitert en Janna Slagman |
Afkomstig van de Kleine Muil |
1928-1934 |
Gerrit Tuitert en Johanna Hendrika Rouwendal |
Gerrit is de zoon van Derk Jan en Janna,
afkomstig van Dwarshuis |
1934-1970~ |
Hendrik Jan Tuitert en Eva Rediena Markerink |
Hendrik Jan is de broer van Gerrit |
|
|
|
|
Huidig adres: Nijenbeeksepad 2 en Hoofdstraat
9 |
4c>8>11>17>16 = Nijenbeeksepad
2 anno 1951, maar wordt Hoofdstraat 9 door dubbele bewoning? Daar
woont in 1952 H. Pasman, klopt! Is in 1949 gesplitst. |
|
|
|
Hoofdstraat
11 |
|
Dit zou hetzelfde
huis zijn als "Dwarshuis". Mogelijk pas later dubbele bewoning
en een huisnummer toen de familie Dikkers er is komen wonen. Eigenaren van
het huis zijn Derk Jan Tuitert en Janna Slagman. |
|
1916-1926 |
Willem Dikkers en Johanna
Huusken |
Eerste hoofdbewoners |
1926-1928 |
Hendrika van der Sijde |
|
1928-1928 |
Johanna Adriana Swartjes-Olree |
|
1929-1934 |
Hendrik Jan Tuitert en Eva Rediena Markerink |
Verhuizen naar Nijenbeeksepad 2 |
1934-1952> |
Antoon Marinus Broer en Johanna Berendina
Bielderman |
|
|
|
8a>12>18>17> Hoofdstraat
11 anno 1951 |
|
|
|
Dwarshuis |
|
|
De naam is fictief. Mogelijk genaamd
Boschzicht, dit is het huis welke Gerrit Willem Dommerholt op
12-09-1912 waarschijnlijk heeft gekocht, zie inventarisnummer
35, aktenummer 4090. Nog goed nakijken, deze naam is niet toepasselijk
voor deze plek en heeft mogelijk betrekking op een huis in Joppe.
En mogelijk betreft het hier een andere Gerrit Willem Dommerholt.
Tevens zouden Derk Jan Tuitert en Janna Slagman eigenaar zijn.
Zij kochten bij de veiling van 't Wiltink een stuk weiland ten
zuiden van 't Wiltink en dit kan goed het land zijn geweest waarop
dit huis is gebouwd.
Op de foto hiernaast Gerrit Tuitert
en Johanna Hendrika Rouwendal
|
|
|
|
|
1907-1912 |
Jan Albert Loman en Gerritdina
Maria Peters |
Eerste hoofdbewoners, verhuizen
in 1912 naar huisnummer G26 = boekhandel |
1912-1914 |
Gerrit Willem Dommerholt en Gerritje
Scholten |
|
1915-1925 |
Hendrik Jan Lubberding en Aartje Olthof |
|
1925-1928 |
Gerrit Tuitert en Johanna Hendrika Rouwendal |
|
1928-1934 |
Hubert Carol Otto Magel en Jijsina Maria
Cornelia van Beek
|
|
1952 |
D.W. Beffers |
|
|
|
4d>9>13>19>18> Hoofdstraat
13 anno 1951 |
|
Hier was later garagebedrijf
Vennink gevestigd. Ook dit huis zou eigendom zijn geweest van Derk
Jan Tuitert en Janna Slagman. De familie Nieuwenhuis had hier een
kleermakerij en een fourniture zaak aan de voorzijde. |
|
1929-1952> |
Karel Johannes Nieuwenhuis en Hendrika
Gerritdina Tuitert |
Eerste hoofdbewoners |
|
|
13a>21>20> Hoofdstraat 15 anno
1951 |
|
|
|
Nijenhof |
|
 |
Akte d.d. 06-05-1920 tussen
Abraham Adriaan Cornelis Kroef te Java en Alida de Munnik, voormalige
directrice "Oldenhof"
betreft villa "Nijenhof" aan de Rijkstraatweg te Gorssel,
sectie E nrs. 3193 en 3576 |
|
|
1906-1929 |
Jan Anthonie Kroef en Anna
Elisabeth Jarman |
Eerste hoofdbewoners |
1930- |
Hendrikus Johannes Schildwacht en Marijtje
Wesselman |
Vanaf 18 februari 1930 |
1952 |
W.K.J. Geldmaker |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4b>10>14>20>19> Hoofdstraat
10 anno 1951 |
|
|
|
Bongert |
|
 |
Ook wel
de (Buinincks) Kolk genoemd, niet te verwarren met de Dappers Kolck.
Eigenaar was de familie van Buininck en in een magescheid van 1751
wordt genoemd "Den Colk, boomgaardt, groot twee en een half
schepel gezaaij, tientvrij".
In Deventer/Diepenveen
ook een Kolk in de Lage Wetering onder Colmschate welke ook wel
de Bongert wordt genoemd. Toeval of verband?
Bij het daghuurdersplaatsje
Kleinkamp, nabij de Groterkamp van de familie Buininck, was ook
een weide met kolk. Nog verder uitzoeken of dit verband houdt!
Perceel 500 op kadastrale
kaart 1832, betreft schuur en erf en het huis is dan dus al afgebroken.
Eigenaar is de smit Jan Braakman. Ongeveer de plek van de latere
brandweergarage. Huisnummer 29a anno 1863.
|
|
|
Op
18 augustus 1863 koopt Gerrit Jan Eenink een stuk bouwland en hakhout
aan de straat van Zutphen naar Deventer van de Hervormde Diaconie
te Gorssel.
In 1863 wordt er op de open plek een nieuw huis gebouwd welke vanaf
24 november wordt bewoond door het echtpaar Gerrit Jan Eenink en
Johanna Derkjen Sarink en hun drie dochters die daarvoor in een
ander huis aan de huidige Hoofdstraat woonden. Grote kans dat Gerrit
Jan heeft meegewerkt aan de bouw van het nieuwe huis aangezien hij
metselaar van beroep is. Een huisnaam is onbekend en zal niet de
Bongert zijn geweest, deze is alleen van toepassing op het huis
welke er in de 18e eeuw stond.
In hun nieuwe huis worden twee zoons geboren: Gerrit in 1865 en
Hendrik in 1868. Van Hendrik zien wij hiernaast een foto, hij was
later getrouwd met zijn achternichtje Harmina Everdina Eenink en
woonde met haar in Warnsveld. Dat is de plaats waarnaartoe de familie
Eenink op 4 februari 1869 ook verhuisde. Ze waren op 30 juni 1868
al vertrokken van de Bongert en woonden in de tussen liggende periode
nog in weer een ander huis aan de Hoofdstraat.
Reden voor de verhuizing was dat Gerrit Jan Eenink niet de rente
betaalde over de hypotheek van 2100 gulden die hij aanging op 18
augustus 1863 Christiaan Marianus Hennij. Daardoor is hij genoodzaakt
het het huis op 2 oktober 1866 aan hem te verkopen en hij zal tot
1868 gehuurd zijn blijven wonen. Op 2 februari 1870 verkoopt Christiaan
Marianus Hennij het huis aan de predikant Adam Jan Philip Winold
de Wilde voor 2100 gulden.
|
|
|
|
|
In de periode 1864-1867
was er sprake van dubbele bewoning als het echtpaar Gerrit Mensink
en Johanna Kieftenbelt er ook woont. Dubbele bewoning blijft daarna
bestaan en het huis krijgt in 1890 twee huisnummers: 4 en 5. Anno
1951 wordt dat Hoofdstraat 14 en 16.
Tot 1870 stond het hele huis leeg aangezien er in die tijd ook geen
medebewoners waren. De nieuwe hoofdbewoners zijn Hendrik Klaster
Booiman en Margje Brink die op 15 maart 1870 hun intrek nemen.
Op 8 november 1876 wordt het huis bewoond door Engbert Jan Muil
en Harmina Schoolderman. Zoon Gerrit trouwt in 1899 met Johanna
Voupel en komt er dan ook wonen, Harmina is in 1897 overleden. Op
14 maart 1900 verhuizen Engbert met Gerrit en Johanna naar de Prins.
Foto hiernaast is van Johan Wiltink.
In de periode 1921-1939 staat hij geregistreerd op huisnummer G16>23>22,
dat nog aanpassen in het overzicht hieronder.
Hendrik Jan Wiltink woonde eerst op G16 en daarna op G15>22>21 |
|
|
1680- |
Wolter Hendriks op den Bongert en Marrie
Gerrits |
Eerste hoofdbewoners van dit overzicht |
1704-1750 |
Willem Wolters op den Bongert en Trijntjen
Harms Ilbrink |
Willem is de zoon van Wolter en Marrie |
1742 |
Wolter Hendriks op den Bongert
en Geertjen Hendriks Letink |
Wolter is een neef van Willem
en Trijntjen en kleinzoon van Wolter en Marrie |
|
|
|
1863-1868 |
Gerrit Jan Eenink en Johanna Derkjen
Sarink |
Eerste hoofdbewoners van het nieuwe
pand met huisnummer 29a |
1870-1876 |
Hendrik Klaster Booiman en Margje Brink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1876-1876 |
Garrit Hendrik Tichelman en Tonia ter
Beek |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1876-1900 |
Engbert Jan Muil en Harmina Schoolderman |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1899-1900 |
Gerrit Muil en Johanna Voupel |
Gerrit is de zoon van Engbert Jan en
Harmina |
1900-1939> |
Johan Wiltink en Jantjen ten Have |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1926-1928 |
Hendrik Jan Wiltink en Harmina Christina
Klein Nulend |
Hendrik Jan is een neefje van Johan
Wiltink en Jantjen ten Have |
1952 |
K. (Karel?) Brinkman |
29a2>48-2>5>6>11>15>22>21>
Hoofdstraat 16 |
1969 |
F. (Frederik?) Wuestman |
|
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1864-1867 |
Gerrit Mensink en Johanna Kieftenbelt |
|
1874-1876 |
Jan Nijenhuis en Jenneken Poorterman |
Verhuizen naar 48-3 |
1876-1888 |
Johannes Keetelaar en Margaretha Westrup |
|
1889-1890 |
Harmen Kromdijk en Geertje Kamphuis |
|
1891-1901 |
Willem Boeije en Pieternella Omon |
|
1902-1902 |
Gerrit Jacob Westerveld en Maria Jonker |
|
1903-1928~ |
Zwier Vreeman en Trijntjen Venhuizen |
Het echtpaar verhuist naar de Veerweg |
1928-....... |
Hendrik Jan Wiltink en Harmina Christina
Klein Nulend |
Hendrik Jan is een neefje van Johan
Wiltink en Jantjen ten Have |
1952 |
Mej. J.H. van Maanen |
29a>48>4>5>12>16>23>22>
Hoofdstraat 14 |
1969 |
Geen registratie |
|
|
|
|
|
En ook nog extra dubbele bewoning (huisnummer
48-3): |
|
1866-1870 |
Albert Boterman en Gerharda Oplaat |
|
1876-1879 |
Jan Nijenhuis en Jenneken Poorterman |
Afkomstig van 48-2 |
1879 |
Garrit Jan Makkink en Willemken Ilbrink |
|
|
|
|
1893-1896 |
Gerrit Jan Groot Bluemink en Janna Schutte |
Huisnummer 5a, later aangehecht bij
nummer 5 |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 16 |
|
|
|
|
Wiltink |
|
Het
erf Wiltinck wordt reeds genoemd in 1382 met als waarschijnlijke bewoner
Hasken Wiltinck. In de pondschatting van 1492 is ene Bernt de bouman.
149206-08-1568: Missive van het Hof aan den Schout van Zutphen. Aan Jorien
Wiltinck moet gelast worden ten behoeve van Herman Groll het goed Wiltinck
onder Gorssel te ontruimen. |
|
 |
Hendrijk Roelofs
Wiltink en Hendersken Gerrits
op 't Have. Hendrijk en Hendersken woonden ook op 't Haar in Epse
b.v. in 1699 maar woonden later weer op 't Wiltink. Hendrik woonde
voor zijn trouwen al op Wiltink want wordt in een akte van 14-08-1689
al genoemd als Hendrick Roelofs,bouwman op Wiltinck in Gorssel.
Na het overlijden van Hendrik woont Hendersken in Linde onder
Vorden op boerderij Pelskamp. Waarschijnlijk heeft zij daarvoor
ook nog op 't Ontijdink gewoond aangezien zij in 1725 genoemd
wordt als "Hendersken ten Bosse wed. van Hendrik Wiltink".
Hier woonde (eerder) ook haar zus Reijntjen die getrouwd was met
Gerrit Claessen ten Bosch. Het is goed mogelijk dat Hendersken,
mogelijk na het overlijden van Hendrik, heeft geruild met Albert
Hendriks ten Busse en Hilleken Jansen
die op 't Ontijdink woonden en omstreeks 1719 verhuisden naar
't Wiltink.
De laatste Wiltink op 't Wiltink is Albert Wiltink die er in 1756
is geboren. Hij trouwt op 15 juli 1781 met Jenneken Holterman
uit Epse en er worden twee zoons geboren. Albert overlijdt op
14 oktober 1783, waarschijnlijk aan dysenterie waarvan dat jaar
een epidemie heerste die in Gorssel meer levens eiste. Jenneken
hertrouwt op 13 juni 1784 met Hendrik Stenvert en uit dit huwelijk
worden zeven kinderen geboren. Jenneken en Hendrik kopen de boerderij
op 30 juni 1790 van Albartus Theodorus Hartkamp.
Den 16 augustus 1790 ontvangen van
Hendrik Stenvert en Jenneken Holtermans, echtelieden, onder Gorssel
woonachtig, 120 guldens in voldoeninge van den 50en penning van
het erve en goed Wiltink, bestaande in huijs, hof, bakhuijs, schuur,
schaapschot, twee bergen, met den zoogenoemden Zandhof, bouw-
en weijdelanden, opgaande boomen en akkermaals hout, alleenlijk
een waare in de Gorsselsche Weerden uitgezonderd, tezamen onder
Gorssel, buurschap Eschede gelegen. Aangekocht van den heer Albertus
Theodorus Hartkamp, burgemeester der stad Deventer, voor 6000
guldens, op den 30 junij 1790.
|
|
|
Hendrik
wordt ook wel Wiltink genoemd. Hij is op 1 november 1834 overleden, eerder
dat jaar vierde hij nog met Jenneken het 50-jarig huwelijksfeest. Jenneken
Holterman bijft na het overlijden van Hendrik op 't Wiltink wonen met
haar ongehuwde kinderen Albert, Jan Hendrik en Harmina. het boerenerve
en goed Wiltink wordt op 29 december 1836 geveild. In 1837 overlijden
in een tijdsbestek van twee maanden zowel Jenneken als haar beide zoons,
waarvan zoon Albert als laatste op 23 juli 1837. Dochter Harmina gaat
daarna wonen bij haar zus Hendrika op de Bloedkamp. Op 28 juli 1837, dus
kort na het overlijden van Albert, trouwt Philippus Eggink met Aaltjen
van Zeits, ze wonen dan nog beiden in Eefde. Ze zullen met het plannen
van het huwelijk waarschijnlijk nog niet hebben bedacht op 't Wiltink
te gaan wonen maar door de trieste gebeurtenissen op 't Wiltink dient
zich de gelegenheid aan en komt het ervan. Van kinderen komt het niet
en de hoop is in 1848 al helemaal opgegeven als Aaltjen toch nog zwanger
raakt! Op 25 januari 1849 wordt dan dochter Wijsken Christina geboren.
Zij is nog maar acht jaar oud als op 25 juni 1857 moeder Aaltjen overlijdt.
Philippus hertrouwt op 23 juli 1858 met de 58-jarige Hendrica Boom, zelf
weduwe van Albert Berenpas. Uit dat huwelijk heeft zij kinderen die allemaal
al getrouwd zijn behalve jongste zoon Hendrik Jan Berenpas en hij wordt
"gekoppeld" aan Wijsken Christina, ze trouwen op 13 juni 1867.
Hendrik Jan kwam met zijn moeder mee naar Gorssel en woonde dus al op
't Wiltink. Er worden vijf kinderen geboren waarvan Hendrica Boom er maar
één ziet, zij overlijdt namelijk op 1 januari 1870 en de
andere vier kinderen zijn daarna geboren. Philippus Eggink heeft wel het
geluk al zijn kleinkinderen te mogen meemaken, hij overlijdt op 18 juni
1886 op 80-jarige leeftijd. Later dat jaar, op 22 november 1886, leent
Hendrik Jan Berenpas 10.000 gulden en verleent daarbij hypotheek op zijn
huis en erf met tuin, bouwland, weiland, hakhout, dennenbosch, weg en
heidegrond met een totale oppervlakte van 22 hectare. Hieruit blijkt dat
't Wiltink met alle bijbehorende gronden zeer groot was en dus een voorname
boerderij moet zijn geweest. |
|
Hendrik
Jan Berenpas overlijdt op 23 oktober 1893. Datzelfde jaar is er
een stuk bij het huis aangebouwd en is er ook een nieuw huisje achter
Klein Bentink gebouwd, zie kaart hiernaast. De uitgebouwde boerderij
Wiltink kreeg een grootte van 25x33 meter, daarvoor was deze al
ongeveer 25x25 meter en het was dus van oudsher al een hele grote
boerderij. De boerderij stond met het achterhuis richting de huidige
Hoofdstraat en met het voorhuis richting de huidige Deventerweg.
Het linkerhuis op de foto hierboven is niet boerderij Wiltink, maar
waarschijnlijk het huis waar Herman Brinkman en Maria Willemina
Koldewe hebben gewoond. Dat geldt ook voor het linkerhuis op de
foto hieronder van 1896. Boerderij Wiltink bestond toen nog wel
maar stond iets meer naar links. Wel is de inrit naar de boerderij
zichtbaar, tegenover de plek waar de vrouw staat.
Herman Brinkman en Maria Willemina Koldewe trouwden op 8 december
1894 en gingen wonen op huisnummer 7. In die tijd had Wiltink nog
huisnummer 6 en Klein Bentink huisnummer 8. Drie weken later wordt
zoon Hendrik Jan geboren. Het gezin vertrekt op 1 april 1896 naar
Deventer en werd het huis onbewoond. Het huisnummer ging later over
naar pension Juliana welke waarschijnlijk in 1900 is gebouwd, voor
een gedeelte op de plek waar 't Wiltink heeft gestaan. |
|
|
|
Wijsken
Christina blijft na het overlijden van haar man wonen op 't Wiltink maar
verkoopt op 13 november 1899 de boerderij en landerijen en dan blijkt
hoe groot 't Wiltink was: ruim 25 hectare! Het boerenhuis met schuur,
boomgaard en grasgrond wordt voor 2840 gulden verkocht aan Gerrit Jan
Wiltink van de Oude Pastorie in de Eesterhoek. Uitbedongen worden de houtloods,
de slieten op balken en hilden, alsmede de karnmolen met toebehoren voor
snij- en dorswerk, met recht deze af te breken en te vervoeren en in het
algemeen de hekken met posten en eikwerk op alle percelen. Verder wordt
o.a. verkocht bouwland op den kamp voor het huis, grasgrond aan den Rijksstraatweg
naast het huisperceel gelegen, bouwland op den Kamp ten noorden en ten
zuiden van den middenweg (het huidige Nijenbeeksepad), bouwland op den
Kamp aan den Enkweg gelegen, bouwland op den Kerkenkamp aan den Groenenweg
(ten noorden van 't Velderhof), bouwland de Driehoek aan den Enkweg, hooiland
uiterwaard "het Weerdjen", weiland "de Kloot", bouwland
en grasgrond "de hooge Kloot", wei- en hooiland "het Blok",
bouwland "de Veldkamp" en diverse percelen heide. Alles behalve
een stuk grasland welke aan de Rijksstraatweg naast het huisperceel wordt
verkocht en de veiling levert bijna 33.000 gulden op. |
|
|
Opvallend
is dat enkele kopers later huizen bouwen aan de middenweg, dat zijn
Derk Jan Tuitert van de Kleine Muil, Gerrit Jan Haarman van de Eikeboom
en Hermannus Albertus Schutte die het café op de hoek van
de Nijenbeekspad en Hoofdstraat had. De middenweg is de horizontale
lijn op de kaart links hiernaast. Rechtsboven is de boerderij aangegeven,
rechtsonder het huis van Mannes Hietkamp (huidige Hoofdstraat 1)
en geheel links de Enkweg. Al deze grond behoorde tot het Wiltink,
de grond ten zuiden is van 't Gier en het voetpad (verticaal in
het midden) liep daar door en kwam uit bij de Enkweg ter hoogte
van de molen in de Eesterhoek.
De hoogste bedragen worden bij de veiling geboden voor het Weerdjen
(4180 gulden door Johan Wiltink dan nog wonende in Diepenveen),
het Blok (4500 gulden door Harmen Christiaan Klein Nulend van de
Kippe te Epse) en de Kloot (6500 gulden) door Carel Roeterdink van
Groot Bentink die ook nog 1550 gulden betaalde voor bouwland op
den Kerkenkamp. |
|
|
|
Op 27 februari
1900 verhuist Wijsken met de dan nog drie inwonende kinderen Albert, Hendrika
en Philippina en een dikke portemonnee naar Voorst. De boerderij wordt
daarna afgebroken en er wordt in 1900 wat zuidelijker en dichter aan de
huidige Hoofdstraat door Gerrit Jan Wiltink een nieuw huis gebouwd welke
de naam Wiltinkhof krijgt en nog steeds heeft. Het nieuwe huisnummer G7
gaat over van 't Wiltink naar 't Wiltinkhof. Wijsken
woont na haar vertrek uit Gorssel in Twello, Deventer en Laren. In Laren
(Groot Dochteren) woont zij bij haar dochter Aaltje en schoonzoon Marten
Braakman en op 28 februari 1927 komt zij met dit echtpaar en verdere familie
terug naar Gorssel en gaat wonen aan de huidige Veerweg. Hier is zij op
9 januari 1930 overleden. |
|
Waarschijnlijk
is 't Wiltink al in 1900 is afgebroken, de boerderij staat er in
ieder geval niet meer in 1901 volgens een kadastrale kaart waarop
staat aangetekend dat de boerderij is gesloopt. Op de kaart is tevens
te zien dat er op de noordwest hoek van de boerderij een nieuw schuurtje
is gebouwd. Hiervoor zullen waarschijnlijk stenen en hout uit de
oude boerderij zijn gebruikt waarvan het verbouwde gedeelte nog
niet oud was. Dit schuurtje staat er anno 2018 nog zoals op de foto
hiernaast is te zien.
|
|
|
|
........-1667 |
Jan Wiltink en
Fije Roelofs |
Na het overlijden
van Jan hertrouwt Fije met de koster Jan Beugel |
1659-1689 |
Roelof Jansen Wiltink en Aaltjen
Jansen Valcke |
Roelof is de zoon van Jan
en Fije |
1689-1719 |
Hendrijk Roelofs Wiltink en
Hendersken Gerrits op 't Have |
Hendrik is de zoon van Roelof
en Aaltjen |
1719-1758 |
Albert Hendriks ten Busse
en Hilleken Jansen Vaarneman |
Afkomstig van 't Ontijdink,
verhuisd tussen 1717 en 1720 |
1747-1810 |
Hendrikus Jansen Leerink-Wiltink
en Jenneken Wiltink |
Jenneken is de dochter van
Albert en Hilleken |
1781-1783 |
Albert Wiltink en Jenneken
Holterman |
Albert is de zoon van Hendrikus
en Jenneken |
1784-1837 |
Hendrik Stenvert en Jenneken
Holterman |
Hendrik is de tweede echtgenoot
van Jenneken |
1837-1857 |
Philippus Eggink en Aaltjen
van Zeits |
Geen familie van vorige hoofdbewoners
|
1858-1886 |
Philippus Eggink en Hendrica
Boom |
Hendrica is de tweede echtgenote
van Philippus |
1867-1900 |
Hendrik Jan Berenpas en Wijsken Christina
Eggink |
Wijsken is de dochter van Philippus en Aaltjen
en Hendrik Jan is de zoon van Hendrica en stiefzoon van Philippus |
|
|
|
Wiltinkhof |
|
 |
Eerste
hoofdbewoner van het Wiltinkhof is arts Frederik Pieter Schuitemaker
die er op 28 december 1900 komt wonen. Albert Teela en Gerritje
Boschloo hebben later op Wiltinkhof gewoond. Ze woonden aan de linkerkant.
Meester van Riesen en later meester Geijtenbeek woonden aan de rechterzijde
van het dubbel bewoonde huis. Het huis Wiltinkhof was eigendom van
de kerk. Eerder was het huis eigendom van Johan Wiltink (van Bongert)
die het in de periode 1925-1935 verhuurde aan de familie Smeenk
die er woonde en een postkantoor had. Johan Wiltink was getrouwd
met Jantje Wiltink en zij was de weduwe van Gerrit Jan Wiltink,
zo werd Johan Wiltink eigenaar. |
|
|
|
1900-1905 |
Frederik Pieter Schuitemaker
en Christina Louisa Petronella van Dijk |
Arts. Geen familie van vorige
hoofdbewoners. Afkomstig van huisnummer 19, vertrekt naar huisnummer
23 = Haijtinkhof. |
1906-1923 |
Christiaan Johannes Koppen |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1923-1925 |
Cornelis Hoorens van Heijningen en Maria
Bouwmeester |
Cornelis is een neefje van Christiaan |
1925-1935 |
Harmanus Smeenk en Gerritdina Brinkman |
Woonden met zekerheid op Wiltinkhof,
niet Wiltink. Verhuisd in periode 1935 naar Hoofdstraat 59. |
1936-1939 |
Pieter Herder en Weia Frederika Pottjegort |
Pieter is winkelier in huishoudelijke
artikelen |
1940-1948 |
Onbekend |
|
1948-1961 |
Albert Teela en Gerritje Boschloo |
Er woonde in 1952 ook een mej. G.J.
Draaijer |
1954-....... |
Bernardus Johannes Hulshof |
Is er gaan wonen tussen 1952 en 1956
en woonde later in de helft van de Peerdekate |
|
|
Pension
Juliana |
|
|
Tussen
de plek van de oude boerderij Wiltink en Klein Bentink wordt
een nieuw huis gebouwd welke later pension Juliana wordt genoemd.
Deze is in de jaren '50 eigendom van Dikkers. Op de foto hiernaast
staat nog geschreven pension weduwe JHW Lübkemann-Maijwald.
Huisnummer G14>18. Dit betreft Cornelia Maijwald geb. 04-12-1849
te Leerdam.
Eerste bewoners van Pension Juliana zijn Willem Gerhard Schut
en Cornelia Vredeling, zij zijn afkomstig van Hofman welke
dan zal zijn afgebroken en waarvoor Buitenzorg in de plaats
zal zijn gekomen, deze lijkt qua bouw op pension Juliana.
Waarschijnlijk is het huis dus in 1900 gebouwd en zijn er
door afbraak van het oude Wiltink twee nieuwe huizen gebouwd
in 1900. Vreemd genoeg wordt het huis niet op de kaart van
1902 aangegeven maar pas in 1906. Het kan dus zijn dat het
huis toch wat later dan 1900 is gebouwd en dat de o.a. de
familie Schut eerst nog in het huis hebben gewoond waar ook
de familie Brinkman woonde.
Pension Juliana is in 1982 afgebroken en daarvoor in de plaats
is een nieuwe dubbele woning gebouwd, iets verder naar de
Hoofdstraat toe. Eigenlijk had het nieuwe huis op gelijke
hoogte met het Wiltinkhof moeten komen te staan maar daar
stak de toenmalige bewoner van 't Wiltinkhof een stokje voor
(middels een slokje met de burgemeester) omdat hij bang was
het uitzicht op de Hoofdstraat richting de Roskam te verliezen. |
|
|
|
|
|
1900-1903 |
Willem Gerhard Schut en Cornelia Vredeling |
Afkomstig van Hofman en vertrokken op
29-04-1903 |
1903-1904 |
Geert Zandvoort en IJttje Tjerkstra |
Van 27-04-1903 tot 04-11-1904, vertrek
naar Eefde |
1904-1905 |
Frederik Kreunen en Sophia Versteeg |
Van 04-11-1904 tot 01-06-1905 |
1905-1915 |
Jan Hendrik Willem Lukkeman en Cornelia
Maijwald |
Vanaf 26 juni 1905. Dochter Wilhelmina
Sophia Johanna vertrekt in 1916 |
1916-1919 |
Jan Aibes van Kregten en Francisca Fransen |
|
1919-1920 |
Frans de Graaf en Anna Bijlsma |
|
1920-1955 |
Reint Willlem van Schooten en Janna
Scheperboer |
|
1956-1961 |
Gerardus Hubertus van Issenhoven en
Maria Berkenbosch |
Vertrekken naar Acaciaplein |
1962-1969> |
Familie J. de Voogd |
Laatste bewoners, hierna heeft het huis
nog jaren leeggestaan voor afbraak in 1982 |
|
|
|
|
Brinkman |
|
1894-1896 |
Herman Brinkman en Maria Willemina Koldewe |
Huisnummer 7. Dit huisnummer wordt in
1890 al als nieuw huisnummer genoemd en vermeld op het blad van dubbele
bewoning van 't Elf Uur |
|
|
|
|
Huidig adres Wiltink: afgebroken, stond
achter Hoofdstraat 21/23 |
|
|
|
|
Klein
Bentink |
|
Deze
boerderij wordt al in 1321 genoemd als "Erf Benting" en is daarmee
de eerst vermelde boerderij van Gorssel welke toen nog als Gerslo en Gorstelo
werd geschreven. Alleen 't Eschede werd al eerder genoemd (anno 1046 als
't Ascethe) maar was geen boerderij. Dat Bentink (Bentinck) al in 1321
werd genoemd, wil niet zeggen dat het de oudste boerderij van de marken
Gorssel en Eschede was, maar de boerderij zal één van de
oudsten zijn, zeker van de boerderijen die tegenwoordig nog bestaan. De
boerderij zal ouder zijn dan Groot Bentink welke op de Boschterhoek pagina
wordt beschreven. Vergelijkbaar verhaal met die van de Kleine en Grote
Muil dus. In de pondschatting van 1492 zien wij dat ene Johan Schaeldman
de eigenaar was. De bouwman wordt niet bij naam genoemd maar wel dat hij
pauper was. In het register van horige goederen van 1534 is aangetekend
dat er zelfs geen bouwman was, eigenaar was toen Staickebrant te Zutphen. |
|
 |
29-11-1646:
doopgetuige Derck op Kleen Bentinck.
Op 26 mei 1678 trouwt Hendrik Willems van de Peerdekate met Marrie
Jansen en zij gaan dan samen op Kleijne Bentinck wonen. Uit het
huwelijk worden zes kinderen geboren. Op 16 mei 1697 hertrouwt Marrie
met Thonnis Fransen Ribbink uit Harfsen, zij is dan weduwe van Hendrik.
Het is niet zeker of Thonnis op Klein Bentink is komen wonen maar
wij nemen dit aan omdat er nog geen opvolger was in de familie.
Dat gebeurt wel drie jaar later als Aaltjen Hendriks, dochter van
Hendrik en Marrie, op 1 april 1700 trouwt met Jan Aelberts ter Vrucht
die ook uit Harfsen afkomstig is. Van oorsprong komt Jan uit Ruurlo
van boerderij de Meij (Meijman) aldaar, hij wordt daarom ook wel
Jan van der Meij genoemd. Hij is de zoon van Tonisken Peters Soesers
waarvan wij denken dat zij uit Gorssel afkomstig is en een dochter
is van Peter Francken. In Harfsen woonde en werkte Jan mogelijk
op herberg 't Hoentjen met zijn broer Derk. Hij was timmerman van
beroep maar deed daar dus ook wel ervaring op in de "horeca".
Op Klein Bentink gaat hij aan de slag als timmerman en hij wordt
zelfs meester timmerman genoemd. Jan en Aaltjen krijgen zeven kinderen
die de naam Van der Meij krijgen wat uiteindelijk zou resulteren
in een bekende Gorsselse familienaam. |
|
|
Bij
het registreren van de lidmaten in 1713 worden niet alleen Jan en Aaljen
genoemd maar ook Geertjen Hendrijks (de dan nog ongehuwde zus van Aaltjen),
Geertjen Jans (nichtje van Aaltjen) en Grietjen G. (weduwe van Garrijt
Jolink) en dat is de moeder van een oom van Aaltjen. Thonnis en Marie
worden niet genoemd en zullen waarschijnlijk zijn overleden. Ook Jan wordt
niet oud, hij is overleden voor 9 december 1724 als Aaltjen trouwt met
Berent Hendriks Stegeman. Opnieuw dus een weduwvrouw op Klein Bentink
die hertrouwt. Uit dit huwelijk wordt in 1725 nog een zoon geboren. De
jongste zoon uit het eerste huwelijk, Willem van der Meij, geboren op
18 november 1714, is waarschijnlijk als huisknecht bij de Roskam werkzaam
geweest. Hij trouwt op 24 augustus met Maria Jansen Franke, dochter van
Jan Stevens Roskam en Aeltjen Aelberts Roeterdink van de Roskam. En zo
kwam de familienaam van der Meij ook op de Roskam. Maar de familienaam
van der Meij zou ook nog een tijdje op Klein Bentink blijven, want Berent
van der Meij (oudste broer van Willem) is er waarschijnlijk blijven wonen
ook al hebben wij geen vermelding van de naam Klein Bentink gevonden die
een aantal jaren in de vergetelheid is geraakt en lijkt te zijn verdrongen
door de familienaam van der Meij. Berent trouwde op 11 januari 1739 met
zijn buurmeisje Janna Alberts van 't Wiltink. Haar vader is Albert Wiltink
die in 1724 nog optrad als momber van Berent toen zijn moeder hertrouwde,
hij werd toen nog Albert Henriks ten Bosse genoemd. In de periode 1739
tot 1752 worden er zeven kinderen in Gorssel geboren en in november 1755
wordt er een zoon geboren in Epse, het echtpaar is namelijk verhuisd naar
boerderij de Snappert aldaar. |
|
In
1757 overlijdt Willem Garrits bij Klein Bentink. Hij is de vader
van Garrit Willems (Veller) die met Aaltjen Harms Diekerman is getrouwd
en we nemen aan dat zij op 't Dijker woonden en circa 1754 zijn
verhuisd naar Klein Bentink. Het echtpaar is mogelijk in 1761 verhuisd
naar Apeldoorn waar Garrit vandaan komt en in 1767 is overleden.
Nieuwe bewoners zijn dan Jan Derksen en Willemken Willemsen van
't Klaphekke wiens dochter Jenneken op 11 april 1761 als "Jenneken
Jansen Benninks" trouwt met Willem Harms Diekerman, hij is
een jongere broer van Aaltjen. Het echtpaar woonde na hun huwelijk
waarschijnlijk eerst op 't Dijker en vanaf circa 1765 op Brinkman
welke zij zelf hebben gesticht. In 1775 krijgt deze boerderij een
nieuwe bewoner en zullen Willem en Jenneken op Klein Bentink zijn
gaan wonen en de ouders van Jenneken hebben opgevolgd. Jenneken
is er op 20 oktober 1783 overleden en dezelfde dag begraven, er
heerste toen dysenterie epidemie.
Op 3 mei 1789 trouwt hun dochter Janna met Aeldert Hoefman en zij
gaan dan op Klein Bentink wonen. Waarschijnlijk verhuist Willem
dan naar Voorst, waar hij in 1790 woont als hij de Grote Muil koopt
waar hij later is gaan wonen. Uit het huwelijk worden acht kinderen
geboren, eerst zes jongens en daarna nog twee meisjes. Ondertussen
woedt er in 1794-1795 een oorlog waarbij Klein Bentink niet ongeschonden
uit de strijd komt, zo blijkt uit het register van oorlogsschade
van 1797-1798 waarin "Alert Hoekman of Klein Bentink"
ook wordt genoemd. De op één na oudste zoon is Gerrit
Hoefman die in 1791 is geboren. Hij trouwt op 31 mei 1822 met Geertjen
van Hummel van de Bloedkamp, zijn moeder Janna was toen al overleden,
zij overleed op 16 december 1814. Uit het huwelijk van Gerrit en
Geertjen worden vier kinderen geboren. Vader en zoon Aeldert en
Gerrit Hoefman waren beiden werkzaam als landbouwer, het Klein Bentink
was in die tijd dus een boerderij welke zij hebben gepacht. Aeldert
is overleden op 20 maart 1832. |
|
|
|
In
de tussentijd is Klein Bentink veranderd van eigenaar. Op 23 mei 1818
was het erve Klein Bentink voor 4560 gulden gekocht door Johannes Wilhelmus
Braakman die zelf op de Smid woonde. Tot het erve Klein Bentink behoorde
ook de Stalbrinkskamp "met den zesde waar in de Gorsselsche Marke
en Weerden" welke werd gekocht door Arend Nikkels, bouwman op Haijtinkhof
die bij de veiling bood op Klein Bentink in opdracht van Jan Braakman.
In de hypotheekakte wordt het erve Klein Bentink beschreven als "daghuurders
woning gequoteerd nummer 23, met twee landheerkamers, daar annex een schuur,
twee hoven bij het huis, groot anderhalf schepel gezaaij, een kamp bouwland
groot elf schepel gezaaij omgeven van een akkermaalsheg, belend oost aan
voorschreven Stalbrinkskamp, zuid aan bouwland van Albert Braakman, west
aan den Grotenweg, noord aan de Velderhofstraat, voorts nog twee en een
vierde koeweide of negen tweeënvijftigste gedeelte van twee weiden
den Hogenkluit en het Walleken op de Gorsselse weerden". Er was sprake
van een dubbele bewoning en hieronder worden een aantal medebewoners genoemd.
Gezien het hoge bedrag en aanwezige landheerkamers zal Klein Bentink een
aanzienlijk huis zijn geweest. Aan de linkerkant van het huis was de gelagkamer. |
|
 |
Op
10 augustus 1842 verkopen Jan Braakman en echtgenote Johanna ten
Velde (Groterkamp) het Klein Bentink aan Gerrit Dikkers en zijn
vrouw Johanna Noteboom. Het echtpaar Dikkers gaat ook wonen op Klein
Bentink en daardoor moeten Gerrit Hoefman en Geertjen van Hummel
vertrekken, zij verhuizen naar Oolde. Gerrit en Johanna waren nog
maar net getrouwd, op 28 mei 1842 gaven zij elkaar het ja-woord.
Zij woonden eerst in het dorp Bathmen waar op 19 september 1842
nog een kindje levenloos werd geboren, zij zullen in het najaar
van 1842 naar Gorssel zijn verhuisd. Op 18 september 1843 wordt
zoon Willem geboren en daarna worden er nog eens acht kinderen in
Gorssel geboren.
Gerrit is broodbakker van beroep en zo wordt er op Klein Bentink
een bakkerij gevestigd. Gerrit is afkomstig van Holten en zijn ouders
hebben er een herberg genaamd de Kroon, beide ouders zijn afkomstig
van herbergfamilies in Holten (de Denneboom) en Rijssen (de Keizer).
Nadat de familie Dikkers op Klein Bentink is komen wonen wordt deze
ook wel Dikkers genoemd. Ook de latere naam de Zwaan zal in die
tijd zijn ontstaan want het lijkt erop dat er niet alleen een bakkerij
maar ook een herberg in het huis wordt gevestigd. Dat is al zichtbaar
op een schilderij van Pieter Visser die in 1854 zal zijn gemaakt,
want boven de voordeur herkennen wij een Zwaan op het bord boven
de voordeur. Ook is achter het huis een enorme bult met takkenbossen
te zien welke werden gebruikt om de "roggebroodoven" mee
te stoken wat een extra smaakdimensie aan het roggebrood gaf. Verder
zet Gerrit zich ook voor de kerk waarvan hij ouderling was.
|
|
|
|
Op
28 maart 1883 schenken Gerrit en Johanna het huis en erf aan oudste zoon
Willem die net als zijn vader bakker van beroep is, maar ook tapper en
winkelier is. Hij trouwt op 16 juni 1883 met zijn nicht Johanna Huusken,
dochter van Albert Huusken en Hendrika Noteboom, de zus van Johanna. Later
in het verhaal: Op 3 oktober 1916 bouwen ze een nieuw huis aan de Hoofdstraat
en verhuizen daarnaar toe.
|
|
Tot in de oorlog werd
ook nog gereden met paard en wagen met wielen van ca. 1 meter. Alles stond
in dee schuur achter het huis. Vermoedelijk was deze schuur evenals bij
de Roskam, Pessink e.a. oorspronkelijk bedoeld voor stalling van paarden
en koetsen. Er waren ook paarden-/koeien-/varkensstallen. Ook de zgn hilde's
waren aanwezig. Aan de kerkzijde zaten grote deuren om die koetsen en hooiwagens
binnen te laten en aan de zuidkant er weer uit, want daar zat later een
dichtgemetselde grote deurboog. |
|
|
Afkomstig
uit Ons Markenboek: Zij beheerden het café en de winkel en woonden
bij het bedrijf. Uit hun huwelijk werden vier kinderen geboren. De
beide broers Gerrit en Willem Dikkers hebben het familiebedrijf uitgebreid
en tot een goed lopende zaak gemaakt, dit klopt niet, zal op een generatie
later slaan. Meerdere personeelsleden hebben hier ervaring opgedaan
als bakkersknecht, hulp in de winkel, of zijn bezorgers van brood en kruidenierswaren
geweest. Een zoon van Willem Dikkers, Gerrit Johannes Dikkers, geboren
op 6 februari 1885, heeft de bakkerij, kruidenierswinkel, café
en slijterij voortgezet. Hij was op 25 mei 1916 in Bathmen gehuwd met
Wendelina Arendina te Winkel, geboren op 12 december 1888 te Bathmen.
Het was inmiddels een goed lopend bedrijf met steeds stijgende omzet,
waar steeds meer personeel nodig was om het bedrijf te runnen. De oudste
zoon uit het huwelijk: Willem Dikkers, geboren op 21 maart 1917 en gehuwd
op 24 april 1946 te Bathmen met Martha Frederika Bessem, zette de bakkerij,
de kruidenierswinkel en het café voort. Uit dit huwelijk werden
twee zonen geboren. Het was een vooruitstrevend echtpaar met uitbreidingsplannen.
Zij waren de eersten in de hele omgeving die een ‘trekautomatiek’
aan de muur hebben laten plaatsen, waaruit men, na betaling, een vakje
kon opentrekken voor iets lekkers naar eigen keuze. Dit was een groot
succes en al snel werd er een tweede bij geplaatst. De volgende actie
was het openen van een lunchroom, waar men heerlijk kon zitten om een
kopje koffie met gebak etc. te nuttigen. Mogelijk heeft dit succes bijgedragen
aan het feit dat ze ongeveer rond 1951 hebben besloten om met de bakkerij
annex winkel in Gorssel te stoppen en te vertrekken naar Deventer om daar
een zelfbedieningszaak in levensmiddelen te beginnen. Dat was toen een
nieuwe ontwikkeling met grote mogelijkheden, waarbij een volledig pakket
van levensmiddelen, zoals bakkerijartikelen, kruidenierswaren, groenten
en fruit, alsmede vlees in één winkel te koop waren. De
andere zoon Johannes Dikkers, geboren op 5 januari 1919 en gehuwd met
Petronella Eggink heeft de bakkerij en winkel in Gorssel toen verhuurd
aan de familie Wesseldijk. Johannes Dikkers was aanvankelijk administrateur
van beroep, maar heeft toen de in het pand nog beschikbare ruimte verbouwd.
Hij liet ook een aantal hotelkamers bouwen en toen werd het Hotel Café
Restaurant De Zwaan. Tijdens deze verbouwing stuitte men nog op overblijfselen
van een gelagkamer uit het verre verleden. Hiermee ontstond een nieuw
bedrijf in Gorssel, dat veel klandizie kreeg. Dit bedrijf heeft tot ongeveer
1979 goede zaken gedaan, maar omdat geen van de twee kinderen belangstelling
had om het bedrijf voort te zetten werd besloten om het te verkopen. Aanvankelijk
is in het pand nog een kledingzaak gehuisvest geweest en daarna nog tijdelijk
een restaurant, genoemd De Zwaan, waarvan Ben Trip eigenaar was.
Daarna heeft de familie Stormink - die keukens verkocht en al lang zoekende
was naar een geschikte showroom in Gorssel - dit pand in 1984 gekocht
en laten verbouwen. Door er ook aan de voorkant een paar meter voor te
bouwen heeft het een veel moderner aanzien gekregen en is het nu de Keukenstudio
Stormink. De aanwezige hotelkamers zijn omgebouwd tot appartementen die
allemaal zijn verhuurd. Aan de zijkant is ook nog een dierenartsenpraktijk
gevestigd.
Johan Wesseldijk op 30 mei 1951 gehuwd met Maria Kloosters, huurde sinds
1951 de bakkerij en de winkel van Dikkers. Zij stopten met de verkoop
van kruidenierswaren en legden zich toe op alleen bakkerijproducten. Hoewel
zij er een goede boterham verdienden, waren ze toch zoekende naar een
eigen pand met meer ruimte en mogelijkheden. In 1955 kochten zij het oude
postkantoor annex woning aan de Hoofdstraat 59. Ze konden pas over dit
pand beschikken nadat het nieuwe postkantoor in 1957 aan de Beukenlaan
was gerealiseerd. Maar zij bleven wonen aan de Hoofdstraat 25.
|
|
Koopcontract
d.d. 18-02-1916 tussen Willem Dikkers (broodbakker en winkelier) en Gerrit
Johannes Dikkers: betreft een woonhuis met bakkerij en koffiehuis in het
dorp Gorssel, sectie E nrs. 3545, 423 en 3526 |
|
1643-1667> |
Henderick Wessels op Kleine Bentinck
en Anna Alberts |
Eerste hoofdbewoners van dit overzicht.
Anna is zus van Lummeken Alberts die op Groot Bentink woonde. |
1674 |
Henderick Wessels en Fenneken Jansen
Bussink |
Fenneken is de tweede echtgenote van
Henderick. Niet zeker of zij op Klein Bentink gewoond hebben, wellicht
is Henderick na huwelijk verhuisd? |
1678-1697 |
Hendrik Willems Klein Bentink
en Marrie Jansen |
Hendrik is afkomstig van
de Peerdekate |
1697-1713< |
Thonnis Fransen Ribbink en Marrie Jansen |
Thonnis is de tweede echtgenoot van
Marrie |
1700-1724 |
Jan Alberts van der Meij en Aeltjen
Hendriks Klein Bentink |
Aeltjen is de dochter van Hendrik en
Marrie |
1724-1754< |
Berent Hendriks Stegeman en Aeltjen
Hendriks Klein Bentink |
Berent is de tweede echtgenoot van Aeltjen |
1739-1754~ |
Berent Jansen van der Meij en Janna
Alberts Wiltink |
Berent is de zoon van Jan en Aeltjen |
1754-1761 |
Garrit Willems en Aaltjen Harms Dijkerman |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1761-1775~ |
Jan Derksen Reuvekamp en Willemken Willemsen
Klaphekke |
Jan en Willemken zijn de ouders van
de schoonzus van Aaltjen |
1775-1790 |
Willem Harms Dijkerman en Jenneken Klaphekke
(Bennink) |
Jenneken is de dochter van Jan en Willemken
en Willem is de broer van Aaltjen |
1789-1832 |
Aeldert Hoefman en Janna Dijkerman |
Janna is de dochter van Willem en Jenneken |
1822-1842 |
Gerrit Hoefman en Geertjen van Hummel |
Gerrit is de zoon van Aeldert en Janna |
1842-1903 |
Gerrit Dikkers en Johanna Noteboom |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1883-1916 |
Willem Dikkers en Johanna Huusken |
Willem is de zoon van Gerrit en Johanna |
1916-1946 |
Gerrit Johannes Dikkers en Wendelina
Arendina te Winkel |
Gerrit Johannes is de zoon van Willem
en Johanna, aangenomen in 1946 verhuisd naar Elisabeth |
1946-1950 |
Willem Dikkers en Martha Fredrika Bessem |
Willem is de zoon van Gerrit Johannes
en Wendelina Arendina, verhuizen naar Deventer |
1950-1969> |
Johannes Dikkers en Petronella Eggink |
Johannes is de broer van Willem |
|
|
|
|
Albert
Neuteboom: in het laatst der maand maart van het jaar 1771 in Gorssel
overleden, in leeven daglooner, gewoond hebbende op Klein Bentink
in gezegde gemeente Gorssel, begraven op het kerkhof van Gorssel. |
|
|
Medebewoners: |
|
1757-1771 |
Albert Neuteboom en Garritjen Hendriks |
Afkomstig van Dijkerhof |
|
|
|
1797-1803 |
Jan Tankink en Henders Plaggert |
|
1803-1823~ |
Hendrik Pellenbarg en Henders Plaggert |
Hendrik is de tweede echtgenoot van
Henders, zij is op 07-08-1823 overleden op Klein Bentink |
1825-1844 |
Gerrit Jan Zomerhuis en Johanna Willemsen |
|
1844<1851 |
Hendrikus Draaijer en Hendrika Klein
Baltink |
Het echtpaar woont anno 1851 op den
Oldenhof |
1846 |
Thomas van Gelder en Janna Masman |
|
1859 |
Jacoba Frederika Bosch |
|
.......-1864 |
Johanna Aletta Ammon |
28-2 |
1862-1863 |
Hendrik Pot |
28-3 |
1868- |
Johanna Botterman-Brokken |
28-2 |
1951-1969> |
Johan Wesseldijk en Maria Kloosters |
|
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 23/25 |
|
|
|
|
|
Kerkenstede |
|
 |
De toren
van de kerk stamt uit de 15e eeuw en is daarmee het oudste authentieke
bouwwerk in Gorssel. Oorspronkelijk waren er twee geledingen maar
bij de restauratie van de kerk in 1632 werd er een derde geleding
van 10 voet (ongeveer drie meter) bij opgebouwd. Er hangen twee
klokken in de toren die waarschijnlijk even oud zijn en op één
van de twee staat in Romeinse cijfers het jaartal 1498 maar dat
kan ook 1448 zijn geweest. In 1275 blijkt er overigens al een kerkhof
te zijn geweest.
Wellicht is de kerkenstede afgebeeld in de PDF in mijn archief.
Eerst zeker stellen dat dit de kerk van Gorssel is.
Onder 't Kercken guet behoort ook den Crommen Camp, zie verponding
1646.
In 1659 wordt er ook een Gerrit aen de Kerke genoemd, mogelijk is
hij Gerrit Peters Groterkamp?
Er is ook een grafkelder
welke in 1690 voor het eerst in gebruik werd genomen. Als eerste
werd bijgezet Philip Otto van Coeverden, heer van Rysselt. In totaal
werden 16 leden van de geslachten Van Coeverden en Van der Capellen
en hun nazaten erin bijgezet en de laatsten waren Johan Derk van
der Capellen en zijn echtgenote Hillegonda Anna Bentinck. Zie voor
meer informatie pag. 24 van "De kerk van Gorssel , vijf eeuwen
jong" door Riet Addink.
Bekijk ook van "Gerstlo tot Gorssel" en het nieuwe boek
over Gorssel. |
|
|
Het is lastig om te bepalen wat nou precies
de Kerkenstede is geweest. Deze wordt in het lidmatenregister van 1713
genoemd met de bewoners Jan Frerijks en Trientjen Jans. De boerderij
zou kunnen zijn:
Klein Bentink X
Wiltink X
Bongert X
Kosterie X
Haijtinkhof X
Morrenhof X
Velderhof X
Bloedkamp X
Dappers Kolk X
Oude Pastorie X
Roskam, niet genoemd maar in pondschatting van 1646 worden Kerckenguet
en Stalbrinck samen genoemd
Hofman blijft dan als
enige over!
12-07-1725: Erfkoop aan Jacob Hendriks of Kerkenmeijer en Aaltjen Berents
zijn huisvr. 5/6 part uit het goed de Vosstede in Gorssel. Andere 1/6
part wordt gekocht (via de diaconie) van Harmen Wolters Beunk: SAZ 0338-236,17-7-1725
Arent Ilberink en Jan Roskam als opsieners van de diaconie van Gorssel
voor 300 gld voor de schulden van 5-10-1709 en 25-10-1721 ten laste
van Harmen Boink en Fijtjen Roelofs hebbe verkregen op en aan 't goetjen
de Vossstede en Vosstuck in Gorssel verkocht aan Jacob Hendriksen Kerkmeijer
In 1842 wordt de kerk verbouwd en vergroot. Het werk werd openbaar aanbesteed
inclusief de bouw van een catechiseerkamer. Aannemer/timmerman Hendrik
Jan Harmsen uit Warnsveld mocht dit karwei uitvoeren voor 3.840 gulden.
Ook werd toen de nieuwe pastorie gebouwd voor 4.995 gulden. Bijzonder
is dat koning Willem II mee hielp betalen door tijdens een reis, die
hem in 1842 langs Gorssel voerde, een bedrag van 350 gulden te doneren.
De kerk werd niet erg mooi gevonden en wordt wel de lelijkste kerk genoemd
die er in Gorssel heeft gestaan. Hij deed dienst tot 1928. Bij de verbouwing
in 1842 werd de toegang naar de grafkelder dichtgemetseld, waardoor
er geen ventilatie meer mogelijk was. Bij de verbouwing in 1928 is tijdens
graafwerk de oude grafkelder weer tevoorschijn gekomen. Door de totale
afsluiting werden de kisten helemaal vermolmd en wareb de opschriften
niet meer te lezen. De kelder is toen weer gesloten.
|
|
Deze
foto is gemaakt nadat de kerk in 1928 is verbouwd. Op de foto staan
20 personen waaronder veel Eesterhoekers. Hieronder de namen van
de personen waarvan de personen 1 t/m 12 staan en de personen 13
t/m 20 zitten.
|
|
1. Johannes Jacobus van
Velden hoofd der school (Christelijk)
2. Johan Gerrit Boschloo landbouwer op ’t Dijker
3. Hendrik Jan Wiltink landbouwer op ’t Reins
4. Gerhard Johan Peters landbouwer op de Bloedkamp
5. Carel Roeterdink landbouwer en kassier op Ruimzicht
6. Hendrik Makkink landbouwer op ’t Wolferink
7. ?
8. ?
9. Johan Gerrit Jan Remmelink huisarts
10. Johan Daniël Christiaan Ras hoofd der school (Vullerschool)
11. Dirk Jan Stegink(?) landbouwer op ’t Nijveld in Epse
12. Pieter Smith koster en schoenmaker
13. Albert Boschloo landbouwer op ’t Boschloo
14. Willem Hendrik Makkink landbouwer op ’t Walle
15. Jan Albert Wichers timmerman
16. Gerrit Jan Tuitert landbouwer op ’t Nieuwe Klaphekke
17. Joan Lodewijk Gerhard Gregory dominee
18. Johan Willems landbouwer op de Prinsenhof
19. Derk Jan Steging(?) landbouwer op ’t Loo
20. Gerrit Tuitert landbouwer op de Grote Muil |
|
|
1644 |
Wilm Berentsen op 't Kerckengoet en
Grietgen |
Wilm is Kercken Meijer |
|
|
|
1659-1663> |
Willem op de Kerkenstede |
Wilm Berentsen (Kercken Meijer anno
1649)? |
1666-1672 |
Jacob Gerrits Groterkamp>Kerckenstede
en Beerentjen Wolters |
Afkomstig van Groterkamp, zoon van "Gerrit
aen de Kerke"? |
1672-1680 |
Jan Frederiks Berghege>Kerkenstede
en Beerentjen Wolters |
Jan is de tweede echtgenoot van Beerentjen |
1680-1713> |
Jan Frederiks Kerkenstede en Trijntjen
Jans |
Trijntjen is de derde echtgenote van
Jan |
1702-....... |
Derk Henderiks Kerkenmeijer en Aaltjen
Jansen Kerkenstede |
Aaltjen is de dochter van Jan en Trijntjen |
|
|
|
|
Bovenstaande personen woonden mogelijk
op Hofman! |
|
|
Kerkplein |
|
Op
18 maart 1882 kopen timmerman Egbert Enterman en metselaar Gerrit
Willem Oosterkamp een stuk bouwland van de Hervormde Gemeente Gorssel.
Niet op er iets op te verbouwen, maar te bouwen! Samen bouwen zij
namelijk een dubbel woonhuis die in 1883 klaar is en door de heren
wordt verhuurd. De eerste huurders zijn weduwe Elsken Reinira Schoenmaker
(vanaf 7 september 1883) en het echtpaar Izaak Schreuder en Trijntje
Talma (vanaf 27 november 1883). Op 17 januari 1884 koopt Gerrit
Willem de andere helft van Egbert. Het onroerend goed wordt dan
beschreven als een huis met tuin (perceel 2490) met een schuur (perceel
2489) en getaxeerd op 2400 gulden. Zo betaalt Gerrit Willem een
bedrag van 1200 gulden aan Egbert en wordt daarmee alleen eigenaar. |
|
 |
Veiling 8 april 1914: Een woon-
en winkelhuis met schuur, tuin en erf aan de Rijksstraatweg
in de kom van het dorp Gorssel. Betreft twee gedeelten met
perceelnummers 3035 en 3036. Aanvaardbaar 1 juni 1914 vrij
van huur. De winkelopstand in perceel 1 wordt uitbedongen.
De kopers van perceel 2 zullen moeten dulden dat de twee
ramen in de noordoostelijke muur van het huis van perceel
1 in stand worden gehouden. Koper van perceel 1 en 2 is
onderwijzer Gerrit ten Hoopen voor 4600 gulden die ernaast
op Elisabeth woont en blijft wonen en het huis gaat verhuren.
Tussen het witte huis en Elisabeth
stond nog een huis, lijkt meer een jaren '30 woning. Deze
krijgt huisnummer 23, zie hieronder.
|
|
|
De foto hiernaast is ongeveer
in 1905 gemaakt en is dus naderhand ingekleurd. In de deuropening
staat mogelijk Berendina Oosterkamp of Hendrika Hutteman.
Van de drie jongens op de weg zijn drie namen bekend: Derk
Jan Woertman (1897 van de Kapelle, 2e van links), Derk van
der Meij (1896 van Heideveld, midden) en G. Peters (rechts).
Koopcontract d.d. 01-11-1919:
betreft woon- en winkelhuis in de kom van het dorp Gorssel,
sectie E nr. 3543. Verkocht door Gerrit ten Hoopen aan kleermaker
Karel Antonie Jansen.
|
|
|
|
|
Op
2 oktober 1919 komen kleermaker Karel Antoni Jansen en zijn
echtgenote Maria Derkje van Koningsveld in het huis wonen.
Ze hebben twee kinderen en op 21 december 1919 wordt een derde
kind geboren. Op 16 maart 1921 wordt zoon Marinus Albertus
geboren maar hij overlijdt al op 3 april 1922. Karel en Marie
zijn dan inmiddels al verhuisd naar een huis aan de Veldhofstraat
waar Marie op 10 mei 1924 is overleden aan TBC. Fokje Schipper
kwam daarna bij Karel als huishoudster werken en op 25 oktober
1924 hertrouwt Karel met haar! Op 16 maart 1926 verhuist het
echtpaar met vier kinderen uit het eerste huwelijk naar Lochem,
Fokje heeft dan nog geen kinderen. Later worden er nog wel
acht kinderen geboren.
In 1921 heeft
Karel Antoni Jansen het huis en winkel te Gorssel, sectie
E nr. 3684, verkocht aan Pieter Smith. Op 6 juli 1921 is er
een schuldbekentenis met hypotheek.
Op zondag 18
maart 1945 was er de grote luchtaanval gericht op de kerktoren.
Hierbij werden de kerk, de pastorie en de huizen van Smit
(schoenmaker), Jansen (melkboer) en Hietbrink (postbode) zwaar
beschadigd. |
|
|
|
Nieuw huis met huisnummer 45a>10>12>17>21>28>x |
|
1883-1885 |
Elsken Reinira Schlecht-Schoenmaker |
Eerste hoofdbewoonster |
1885-1886 |
Johan Bartelds en Carolina Sophia van
der Beck |
|
1886 |
Andreas Wagho en Frederika Elisabeth
Braakman |
|
|
Peter Frans Misanas |
|
1893 |
Willem Bloemers |
|
1894-1905 |
Hendrik Jan Grooteboer en Berendina
Oosterkamp |
Berendina is de zus van Gerrit Willem,
ze zijn afkomstig van 't Dijkerhof |
1905-1915 |
Hendrik Hulsegge en Hendrika Hutteman |
|
1915-1919 |
Heinrich Paul Dikkers en Johanna Magdalena
Koersen |
Verhuisden naar G28 en ruilden met de
volgende bewoners Jansen |
1919-1921 |
Karel Antoni Jansen en Maria Derkje
van Koningsveld |
Afkomstig van huisnummer G28 (overzijde
Roskam) |
1922-1927 |
Pieter Smith en Jeltje de Jong |
|
1927-1927 |
Gerrit Halfwerk en Elisabeth Visser |
Zus van Gradus Visser |
1927-1930> |
Gerrit Jan Kuit en Elizabeth van der
Molen |
|
.......-1945 |
Jansen |
Melkboer, woonde later op Braakman |
|
|
|
|
Huisnummer 45a2>9>11>18>22>29>27 |
|
1883-1885 |
Izaak Schreuder en Trijntje Talma |
Eerste medebewoners |
1887-1913 |
Gerrit Willem Oosterkamp en Frederika
Wilhelmina Pilgrim |
Afkomstig van de Eikeboom |
1913-1914 |
Gezinus Nomden en Everdina Wilhelmina
Gorseling |
Winkelier |
1914-1915 |
Petrus Nicolaas Tonsbeek en Catharina
Christina Johanna ten Cate |
Predikant, vertrokken 16 oktober 1915
naar Emmen |
1916-1922 |
Hendrik van Velden en Catharina Henriette
Elisabeth Siebert |
Evangelist, gekomen 4 mei 1916, afkomstig
van Hummelo |
1927-1945 |
Pieter Smith en Jeltje de Jong |
Afkomstig van de andere kant met huisnummer
21 |
|
|
|
|
|
|
|
|
1921-1925 |
Onbewoond |
Schuur |
1925-1926 |
Willem Speek en Berta Noll |
Eerste hoofdbewoners |
1926-1928 |
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria
Peters |
Afkomstig van de Kosterie, vertrekken
naar dubbele bewoning Elisabeth? |
1928-1930 |
Mechteld van de Ven |
|
1930-1931 |
Bernardus Hendrikus Rikkert en Maria
Rijnders |
|
|
Hietbrink? |
|
|
|
23>30>28 |
|
|
|
Nieuwe
Pastorie |
|
In 1842, toen de kerk
werd verbouwd en vergroot, werd ook de nieuwe pastorie gebouwd. Het werk
werd publeik aanbesteed en uitgevoerd voor 4.995 gulden. |
|
|
|
De foto hiernaast is gemaakt in de
tuin bij de Nieuwe Pastorie waar veel dennenbomen stonden. In
het midden zit dominee Thoden van Velzen met de kerkeraad waarvan
helaas niet alle namen bekend zijn.
Zittend v.l.n.r. Onbekend (Oostenenk?), Albert Boschloo (Boschloo),
Carel Roeterdink (Groot Bentink), Marten Tuitert (Grote Muil),
dominee Thoden van Velzen, Nieuwenhuis?, Onbekend, Onbekend en
Jan Wiltink (Reins).
Staan v.l.n.r. Jan Hendrik Nieuwenhuis
(Klaphekke), Onbekend, Albert Willem Roeterdink (Smeenk), Steging(k)?,
Hendrik Makkink (Wolferink), Jan Willem Boerstoel (Braamkolk),
Onbekend, Onbekend en Antoni Boschloo (Dijker).
|
|
|
|
|
Hier
zien wij dominee Joan Lodewijk Gerhard Gregory met zijn echtgenote
Mary Gertrude Mackenzie en zijn twee oudste dochters. Zij woonden
van 1926 tot 1930 op de Nieuwe Pastorie aan de Hoofdstraat in Gorssel,
dit huis is ook op de foto te zien. De foto is aan de rechter zijkant
van het huis gemaakt, dat is goed te zien op de foto erboven. |
|
|
|
Op
18 maart 1945 wordt de pastorie door een bombardement totaal verwoest.
De foto hiernaast laat niet de verwoesting zelf zien, maar nadat
het pand al grotendeels gesloopt was. Er zijn diverse boeren geweest
die hebben geholpen met het afvoeren van puin van de kerk en van
de omliggende huizen. Het schuurtje op het erf van ’t Boschloo
zou gebouwd zijn met schoon gebikte stenen van die huizen.
Dominee Schakel heeft toen met zijn gezin tijdelijk onderdak gevonden
op 't Boschloo waar hij tot de bevrijding heeft gewoond. Ook de
kerk was verwoest en de kerkdiensten werden in die tijd gehouden
op de deel van boerderij Boschloo. |
Op de
foto hiernaast de nieuwe Nieuwe Pastorie welke na de oorlog werd
herbouwd. Rechtsonder is de Bongerd te zien. |
|
|
|
1842-1868 |
Joächimus Coops |
Afkomstig van de Oude Pastorie
in de Eesterhoek |
1869-1874 |
Adam Jan Philip Winold de Wilde en Christina
Paulina Paré |
Huisnummer 2 anno 1866 |
1874-1882 |
Mattheus van Heijningen Nanninga en
Grietje Keiser |
|
1883-1915 |
Hajo Uden Thoden van Velzen en Geertrui
van Beijma |
Zie foto |
1916-1926 |
Hendrik Ernst Beker en Everdina van
Eldik |
|
1926-1930 |
Joan Lodewijk Gerhard Gregory en Mary
Gertrude Mackenzie
|
|
1931-1943 |
Jan Hendrik Cornelis Kamsteeg en Hendrika
van Hoeve |
|
1943-1967 |
Dirk Schakel en Anna Clasina Kok |
|
|
|
|
1913- |
Derk Jan Hietbrink en Bertha
Johanna Fredrika Teunissen |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van 't Raland |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstraat onbekend, mogelijk dubbele
bewoning Pastorie |
G20a>26 |
|
|
|
Elisabeth |
|
Het is goed mogelijk
dat dit huis is gebouwd door Gerrit Willem Oosterkamp die ernaast op het
Kerkplein woonde en eigenaar was van de grond die hij in 1882 kocht van
de Hervormde Gemeente Gorssel. Hij kan dit huis dan hebben gebouwd in opdracht
van het echtpaar Johan Willem Pfeijffers en Elisabeth Jacoba Douhet en het
huis wordt vernoemd naar de nieuwe eigenaresse. Van een koop bestaat geen
eigendomsoverdracht, zo zal blijken bij een latere veiling in 1895. |
|
 |
06-11-1895: betreft provisionele
verkoop met onder andere een huis te Gorssel, sectie E nr. 2751.
Genoemd wordt dat het onroerend goed per 1 mei 1896 in werkelijk
bezit en genot kan worden aanvaard. Het betreft een huis, schuur,
erf en tuin. Gerrit Willem Oosterkamp biedt 3400 gulden. Twee
weken later is Gerrit ten Hoopen met 3700 gulden de hoogste bieder
en het bod wordt aanvaard door Elisabeth.
Bouwaanvraag d.d. 26 oktober
1927 door G.J. Dikkers voor het verbouwen van een woonhuis tot
een dubbel woonhuis door het plaatsen van een trap en een afscheiding
hiertegen. Gelegen aan de Rijksstraatweg, later Hoofdstraat 31
en 33.
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria
Peters zijn afkomstig van de Kosterie en zijn daar ook weer naar
teruggekeerd.
|
|
|
1887-1896 |
Johan Willem Pfeijffers
en Elisabeth Jacoba Douhet |
Eerste hoofdbewoners |
1897-1946 |
Gerrit ten Hoopen en Anna Gerarda Francisca
Wilhelmina van Deun |
Geen familie van vorige hoofdbewoners,
Gerrit woonde/werkte vanaf 1893 op de Roskam |
1946-1951> |
Gerrit Johannes Dikkers en Wendelina
Arendina te Winkel |
Aangenomen komen wonen toen zoon Willem
trouwde en op Klein Bentink kwam wonen |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 31 |
2a>12>14>19>24>31>29 |
|
|
|
|
|
|
1927-........ |
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria
Peters |
Afkomstig van huisnummer 23 |
1951 |
Gerrit Jan Leuvenink en Hendrika Berendina
Mensink |
|
idem |
Gerard van Oosten en Hendrika Petronella
Leuvenink |
Hendrika Petronella is de dochter van
Gerrit Jan en Hendrika Berendina |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 33 |
24a>32>30 |
|
|
|
|
Kosterie |
|
 |
Schoolmeester in 1640 is Jan Duim
(genoemd 1643 als Jason Duijnen)
Verpondingskohier 1646: Dese plaatse gebruijck de Coster voor
sijn dienst. Is in 1764 afgebrand waarmee registers van overlijden
of begraven lijken verloren zijn gegaan. De koster was ook schoolmeester
en de school was aan zijn huis gevestigd. Het schilderij hierboven
dateert van ongeveer 1854 en de woning is de Kosterie annex school.
Rechts staat de Roskam en links het erve Klein Bentink en de kerk.
Anno 1725, Den 6 Decemb. Is, ten overstaen van de Heeren Inspectoren
Laur. Le Brun en Antonius Christiaens V.D.M. in Zutpheen en Warnsfeldt,
met eenpaarige stemmen tot voorsanger en schoolmeester verkoosen
Wolter Roelofs Pickardt.
In 1764 is er brand geweest in de
Kosterie waarbij de aantekeningen omtrent begrafenissen verloren
is gegaan.
Willem van der Meij wordt in 1792 benoemd als onderwijzer en krijgt
in 1830 ontslag wegens doofheid, maar hij is dan ook al 68 jaar
oud. Hij is op 25 juli 1835 overleden op het erve Olthof.
|
|
|
Op
de kadastrale kaart van 1832 hebben de school en de kosterie twee
aparte perceelnummers t.w. 401 en 406. De school zal op een gegeven
moment zijn afgebroken en de kosterie is waarschijnlijk overgegaan
in het pand waar later o.a. Van Kampen gevestigd was. |
|
|
|
Johanna Eliza en Jenneken
van der Meij zijn zussen. Zij zijn kleindochters van Jan Willem van
der Meij van de Roskam die een broer van Willem van der Meij was.
Mogelijk staat Johanna Eliza op de foto hiernaast.
Herman Johan Meuleman was hoofdonderwijzer en koster van beroep. Aangenomen
mag worden dat Johannes Hubertus Westendorp ook beide functies uitoefende. |
|
|
|
|
Op
7 oktober 1889 vind er een openbare verkoop plaats van het buiten
gebruik gestelde en aan de openbare dienst onttrokken schoolgebouw
met daarbij liggende grond. Het betreft kadastraal perceel E 2527,
zijnde een school en erf en de verkoper is de gemeente Gorssel.
Perceel 1 van de veiling is het noordoostelijk gedeelte van het
schoolgebouw en daarbij wordt bepaald dat als deze mocht worden
afgebroken, de nieuwe eigenaar toegang moet verlenen tot werklieden
om de muur te repareren welke de scheiding is tussen het schoolgebouw
en "de oude Kosterij" welke thans wordt bewoond door de
heer Swarts en dokter Mulder. Perceel 2 betreft het zuidwestelijk
gedeelte van de school en beide percelen worden gescheiden door
een muur met vaststaande kapstok, dat zal de kapstok zijn geweest
waaraan de kinderen hun jas konden ophangen. Er worden nu twee muren
beschreven en op bijgaande foto zien wij waarschijnlijk de scheidingmuur
naar de Kosterie welke bewaard is gebleven. Met perceel 3 wordt
ook nog een stukje grond geveild. Alle drie de percelen worden twee
weken later in massa geveild en voor 1600 gulden gekocht door buurvrouw
Elisabeth Jacoba Douhet. Zij zal de school niet hebben laten afbreken
maar grondig laten verbouwen en geschikt hebben gemaakt voor bewoning
en verhuur. |
|
|
Op
de foto hiernaast is goed het gedeelte te zien waarin oorspronkelijk
de school gevestigd was. Deze werd vanaf 1890 bewoond en de eerste
bewoner was Levinus Ripping die er maar een jaar woonde. Tot 1912
was dit gedeelte of steeds kort bewoond of zelfs onbewoond. Van
24 mei tot 18 november 1912 woonden er nog Jan van Cauberg en zijn
echtgenote Geertruida Sernitz. Jan is kastelein en kelner van beroep
en heeft mogelijk gewerkt op de Roskam. Geertruida is de zus van
Wilhelm Machiel Zernitz die van oktober 1911 tot februari 1912 ook
kort op de Kosterie woonde maar dan aan de andere kant van het pand
waar daarna de familie Loman kwam te wonen. Na het vertrek van Jan
en Geertruida (zij verhuizen naar Bussum) komen Herman Johan Meuleman
en Jenneken van der Meij weer in het huis wonen waar zij van 1876
tot 1885 ook al hebben gewoond. Herman Johan was inmiddels 61 jaar
oud en ging het rustiger aan doen of misschien al wel met pensioen
en vertrok daarom van de meesterswoning. |
|
|
|
|
Veiling
7 oktober 1925 in opdracht van de kerkvoogden der Hervormde Gemeente
te Gorssel: het gebouw ingericht tot twee woonhuizen met huisnummers
G32 en G31, met schuur, prieel, erven en tuin. Kadastraal bekend
als E3835 (huis en erf), G2731 (huis, schuur en erf) en gedeelten
van de kadastrale percelen 3032 (tuin) en 3833 wat eigenlijk eigendom
is van Willem van der Meij van de Roskam maar binnen het hek van
de Kosterie is gelegen en door verjaring is overgegaan. E3835 betreft
huisnummer G32 en wordt gehuurd door den heer J.A. Loman en E2731
betreft huisnummer G31 en wordt gehuurd door mejuffrouw de weduwe
Jan Marten Scholten geboren van der Meij. De scheiding der huizen
wordt gevormd door de aanwezige binnenmuur en de muur die daarop
tot aan het dak moet worden opgetrokken, ook de schuur wordt door
een binnenmuur gescheiden. De huur is reeds opgezegd per 1 januari
1926. Uitbedongen bij de verkoop is de lindeboom aan de noordzijde,
die bij de weg stond en eigendom is van Loman. De boom dient na
de verkoop wel te worden omgehakt. De huizen worden in twee percelen
geveild en in massa gemeind op 9.225 gulden door timmerman Gerrit
Menkveld te Eefde. Er is geen akte van verkoop bekend en het lijkt
erop dat de verkoop niet is doorgegaan want in 1935 wordt het woonhuis
verbouwd naar een winkelhuis in opdracht van de kerkvoogdij der
Nederlandsch hervormde gemeente Gorssel. Kadastraal perceel E 3832. |
|
|
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria Peters zullen echter al hebben geregeld
dat zij elders gingen wonen. Op 9 september 1925 hadden zij er namelijk
al voor getekend dat zij uiterlijk 1 september 1926 zouden verhuizen.
Zij gaan wonen in het huis links naast Elisabeth en later wonen zij in
Elisabeth zelf toen deze geschikt was gemaakt voor dubbele bewoning. Uiteindelijk
komen zij na 1940 weer terug naar hun oude vertrouwde plek op de Kosterie
alwaar Jan Albert Loman op 14 november 1945 is overleden. Gerritdina Maria
Peters is er blijven wonen en woont er anno 1951 en mogelijk tot haar
overlijden in 1968. Johanna Eliza van der Meij is er tot 24 april 1931
blijven wonen en verhuist dan naar Voorst. |
|
|
|
1643 |
Jason Duijnen en Elsse |
|
|
Johan Beugel en Eva Lessenich |
Eerste hoofdbewoners van
dit overzicht |
1667- |
Johan Beugel en Fije Roelofs |
Fije is de tweede
echtgenote van Jan, zij is afkomstig van 't Wiltink |
1674-1713> |
Jan Nest en Maria Beugels |
Maria is de dochter van
Johan en Eva en wordt in 1713 geregistreerd aan de custos huijs als
weduwe |
1716 |
Peter Bolderman |
Ook genoemd in lidmatenregister
1713 als schoolmeester, custos en en voorsangher |
1725-1763 |
Wolter Roelofs Pickardt en Hendersken
Wolters Beunk |
|
1763-1765 |
Jan Wolters Pickardt |
Jan is de zoon van Wolter
en Hendersken |
1766-1778 |
Hendrik Hendriks van Hummel en Hendrikjen
Hendriks Balkenbroek |
Het echtpaar is afkomstig
van Diepenveen (Linde) |
1778-1789 |
Hendrik Hendriks van Hummel en Lubbertjen
Harms van Essen |
Lubbertjen is de tweede
echtgenote van Hendrik |
1792-1834 |
Willem van der Meij en Antonetta Bemers |
|
1834-1876 |
Johannes Hubertus van Westendorp en
Charlotta Gijsberdina Bessem |
Huisnummer 1 anno 1841 en
1866 |
1876-1885 |
Herman Johan Meuleman en Jenneken van
der Meij |
Zij verhuizen in 1886 naar
huisnummer 1a = Meesterswoning = Hoofdstraat 22 anno 1951 (dus
aan de overkant van de weg) |
1885-1889 |
Klaas Swart en Maria Judith Hubert |
|
1889-1931 |
Johanna Eliza van der Meij |
Weduwe van Jan Marten Scholten |
1931-1935 |
Onbekend of onbewoond |
|
1935-1966 |
Johannes van 't Hul en Hermina Catharina
Nagtegaal |
Aangenomen 1935 omdat toen
het woonhuis werd verbouwd naar winkelhuis |
1966 |
Van Kampen |
|
|
Hoofdstraat 37 anno 1951 |
1>1>14>18>25>31>45>45>
Hoofdstraat 37 anno 1951 |
|
|
|
|
Dubbele bewoning, rechterkant vanaf
de weg gezien |
|
1878-1879 |
Herman Otto Zelle en Maria Anna Sijbillla
Schlicht |
Vertrekken naar Rustoord |
1880-1884 |
Antonetta Maria Bergers |
Weduwe van Willem de Mol |
1885-1886 |
Tjaarda de Cock Buning en Paulina Aletta
van Hengel |
|
1887-1888 |
Gerardus Cornelis Weisenborn en Maartje
Keppel |
|
1888-1890 |
Willem Mulder |
Arts |
1890-1900 |
Frederik Pieter Schuitemaker en Christina
Louise van Dijk |
|
1901-1911 |
Gerrit Cornelis Kapteijn en Louise Rosalie
Heijse |
|
1911-1911 |
Berendina Arends |
Weduwe van Egbert Zwiers
en Henri Gerrit Johan Holl |
1911-1912 |
Wilhelm Machiel Zernitz en Petronella
Johanna Mulder |
|
1912-1926 |
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria
Peters |
|
1927-1928~ |
Johan Frederik Weggelaar en Cornelia
Geertruij Huisman |
Kan ook 1929 zijn geweest
dat zij vertrekken naar de Veldhofstraat |
1928-1933 |
Jan de Boer en Alina Lenstra |
Verhuizen naar de Joppelaan |
1933-1940~ |
Jan Gerard de Vos en Maartje Kok |
|
1940-1968~ |
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria
Peters |
1-2>15>19>26>32>46>46>
Hoofdstraat 39 anno 1951 |
|
|
|
|
 |
Het
lijkt erop dat dit de oude school is die werd verbouwd tot
een woonhuis nadat de nieuwe school aan de overkant was gebouwd.
In 1938 is Albertus
Hermanus Kappert de eigenaar en laat hij het woonhuis verbouwen
tot winkelhuis. Betreft kadastraal perceel E 3033. Op 17 december
1938 is de verbouwing voltooid en dat is precies op tijd,
want die dag trouwt zijn dochter Hendrika Hermina met Gerrit
Willem Hendrik Jan Loman en zij kunnen er dan gelijk gaan
wonen. Gerrit Loman is makelaar en boekhandelaar te Gorssel.
Hij is op op 24 september 1944 gefusilleerd door de Duitse
bezetter na de razia van Gorssel, de Duitsers hebben hem toen
uit huis gehaald.
Later heeft zijn zoon de winkel voortgezet en werd er ook
speelgoed verkocht. |
|
|
|
|
|
|
|
|
1890-1891 |
Levinus Ripping |
Eerste hoofdbewoner |
1891-1892 |
Willem Jacob van Campen en Mathilda
Johanna Ermerins |
Geen familie van vorige
hoofdbewoner |
1892-1897 |
Elisabeth Geesink |
Vertrekt mei 1897 naar nieuw
huis aan de Nijverheidsstraat |
1908-1909 |
Johannes Knottenbelt en Helena Aaltje
Sophia Nieuwenhuizen |
Daarna onbewoond |
1910-1912 |
Hendrika Giesbers |
Ook families Meijer en van
Caubergh |
1912-1912 |
Jan van Caubergh en Geertruida Sernitz |
Geertruida is de zus van
Wilhelm Machiel Zernitz die van 1911 tot 1912 ook op de Kosterie woont |
1912-1937 |
Herman Johan Meuleman en Jenneken van
der Meij |
Afkomstig van de meesterswoning |
1938-1951> |
Gerrit Willem Hendrik Jan Loman en Hendrika
Hermina Kappert |
Gerrit Willem Hendrik Jan
is de zoon van Jan Albert en Gerritdina Maria |
|
|
|
|
|
13a>17>24>30>44>44>
Hoofdstraat 35 anno 1951 |
|
|
|
School
en meesterswoning |
|
|
|
Dit
is een hele oude schoolfoto welke is gemaakt in 1913 van leerlingen
van de openbare school in Gorssel. Eén van de leerlingen
is Hendrika Johanna (Anna) Dommerholt die bijna 100 jaar later
nog in Gorssel woonde, zij is overleden in 2012 en werd 109
jaar oud en was daarmee twee jaar lang de oudste inwoner van
Gorssel! Zij staat links naast het meisje met de kralen ketting
rechts op de foto. De leraar rechts is meester Ras die toen
net hoofd der school was geworden en meester Meuleman opvolgde
die wij waarschijnlijk links op de foto zien zitten. Naast
hem staat Manus Elibertus (Bertus) Dommerholt en zijn broer
Willem zit op de jongens rij derde van rechts. Deze jongens
zijn neven van Anna en zij woonden net als Anna aan de Molenweg. |
|
|
|
|
Meesterswoning |
|
1886-1912 |
Herman Johan Meuleman en
Jenneken van der Meij |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van de Kosterie waar ze in 1912 weer gaan wonen |
1912- |
Johan Daniël Christiaan Ras en
Petronella Geertruida Engelina Riesebos |
|
1951 |
Nieuw perceel, nieuwbouw en nog onbewoond? |
1a>13>15>22>28>43>43 |
|
|
|
|
Dorpsschool |
13a>16>23>29>42>42 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Roskam |
|
De
oorspronkelijke naam is waarschijnlijk Stalbrinck welke al in de pondschatting
van 1494 wordt genoemd en in 1381 al bestond onder de naam Stalbrynck
en in 1382 wordt daarbij de naam van Claes ten Stalbrinc genoemd. De huisnaam
kan zijn ontstaan door de bijbehorende stal welke werd gebruikt voor het
stallen van de paarden van de bezoekers die in de herberg verbleven. De
stal die op de brink van het dorp stond ... Stalbrink dus. Een roskam
werd gebruikt in de stal bij het "poetsen" van de paarden. In
het register van horige goederen anno 1534 wordt Stolberinck genoemd met
as eigenaar die Praeffstye, er was toen geen pachter. In het verpondingskohier
van 1646 wordt de naam Stalbrinck opnieuw genoemd en ontbreekt de naam
Roskam waardoor het nog aannemelijker wordt dat hiermee de Roskam wordt
bedoeld welke toen al zeker bestond. Bij de naam Stalbrink wordt dan 't
Capittel geschreven en daarmee kan zijn bedoeld dat deze het voornaamste
erve was in de marke Gorssel zoals 't Wolferink dat was in de marke Eschede.
De Stalbrinkskamp was in 1845 een stuk bouwland van ruim drie hectaren
met akkermaalshout met de perceelnummers E 504, 505 en 851, dat is tegenover
de huidige school aan de Veldhofstraat, toen nog Velderhofsche straat
genoemd. Deze behoorde toen tot 't Haijtinkhof maar komt weer in handen
van de Roskam want Jan Willlem van der Meij koopt deze voor 2200 gulden.
In 1869 verkoopt hij de Stalbrinkskamp voor 3000 gulden aan Jan Philip
Winold de Wilde, predikant op de Nieuwe Pastorie. |
|
 |
Elke
marke benoemde een kerkmeester, in 1571 waren dat Henricus in de
Moegel (Moeyel of Muyl) uit Eschede en Hasco Vrancken uit Gorssel
(in 1632 was Hasken Francken herbergier in de Roskam). In 1632 dronken
de markegenoten van de marke Gorssel namelijk een beker wijn bij
"Hasken Franken in De Roskam" op het zojuist genomen besluit
om de kerktoren ‘met tien voet’ te verhogen, zo blijkt
uit een rekening van dat jaar. De vergaderingen van de marke Gorssel
werden hier gehouden, soms gecombineerd met die van de marke Eschede
die meestal op de Muil in de Eesterhoek vergaderde.
In 1697 werd de kerk verbouwd en de markegenoten hebben waarschijnlijk
op 19 augustus van dat jaar daartoe het besluit genomen, Er werd
toen tien gulden en drie stuivers voor een halven anker wijn betaald
aan Ommeren en drie guldens voor een half vat bier aan Gosen Hendericks.
Mogelijk dat laatstgenoemde toen uitbater was van de Roskam. De
naam Gosen kwam namelijk voor binnen de familie Franken.
Op 17 april 1718 doet
Jan Stevens Brink modo Roskam belijdenis. Dat is nog een naamsverband
tussen Stalbrink en Roskam, hierna wordt eigenlijk alleen de naam
Roskam nog maar gebruikt. De laatste keer dat het erve Stalbrink
en de erfgenaam werd genoemd in het markeboek van Gorssel was in
1724. Zo rond 1720 heeft er dus een naamwijziging plaatsgevonden.
Mogelijk heeft de toenmalige bewoner zich meer toegelegd op het
ontvangen van passanten en was het nodig om beter zichtbaar te worden:
Daar waar De Roskam uithangt.
Jan was getrouwd met Aaltjen Alberts Roeterdink en woonde eerst
met haar op 't Roeterdink en omstreeks 1715 zullen zij zijn verhuisd
naar de Roskam. Jan wordt ook wel Bleeckman en Franke genoemd. Op
4 augustus 1731 trouwt zoon Willem met Willemken Gerrits Franken
en de kans is groot dat de bruiloft in de Roskam werd gehouden zoals
het later nog veel vaker in Gorssel zou gebeuren. Het stel woont
eerst in de Roskam maar verhuist voor 1736 naar 't Olthof. We gaan
ervan uit dat Jan en Aaltjen in 1731 plaats hebben gemaakt en zijn
verhuisd naar de Franckenstede. |
|
|
Op
24 augustus 1744 trouwt dochter Maria met Willem Jansen van der
Meij die op 't Klein Bentink woonde. Vader Jan maakt dit keer
het feest niet meer mee, hij is al voor 1737 overleden. Hij maakt
dus ook niet meer mee dat uit dit huwelijk tien kleinkinderen
zijn geboren. Op 23 oktober 1751 draagt Aaltjen de Roskam (het
huis in Gorssel alwaar de Roskam uithangt) en een stuk land in
den Gorsselsen Enk over aan Willem en Maria onder het beding dat
zij "haar leven lang zouden verpleegen in kost, drank, klederen
als anders, voorts na haar doot, laten toekomen een eerlijke begravenisse".
Op 30 april 1755 staan hun namen vermeld in een hypotheekakte
en stellen zij als onderpand hunne erve en goed de Roskam bestaande
uit huis, schuur en hof.
Op 10 oktober 1791 wordt in een erfmagescheid akte de Roskam (huis
en hof) nagelaten aan zoon Jan. In deze akte worden verder alleen
nog de namen van de zonen Hendrik en Willem (later wonende op
de Kosterie) genoemd. De andere zeven kinderen van Willem en Maria
zijn dan al overleden, de meeste op zeer jonge leeftijd. Zoon
Albert is nog wel 36 jaar oud geworden, hij overleed in 1783.
Dat jaar overleed ook moeder Maria, mogelijk zijn zij beiden overleden
aan dysentrie waarvan dat jaar een epidemie heerste en veel slachtoffers
maakte in Gorssel, met name in het dorp. Op welke datum vader
Jan is overleden is niet duidelijk maar dat is dus wel voor 10
oktober 1791 geweest. |
|
|
|
|
Jan Willem, die meestal Jan wordt
genoemd, trouwt op 13 november 1791 met Hendrika Hassink. Hij
is de tweede generatie Van der Meij op de Roskam en er zouden
er nog vier volgen.
Op de foto hiernaast zien wij hun zoon Jan Willem van der Meij
en diens echtgenote Jenneken Wansink. Jan Willem koopt het hotel
van zijn ouders op 3 maart 1835 voor 4400 gulden.
Vanaf hun huwelijk op 20 januari
1814 wonen ook Philippus Dommerholt en Maria van der Meij op de
Roskam. Tussen 1831 en 1836 stichten zij een nieuw huis genaamd
de Nieuwe Roskam. In een inventaris akte d.d. 09-06-1837 staat
geschreven dat Philippus Dommerholt aangeeft dat er ook spullen
in de Roskam staan die ook van hem zijn o.a. een schilderijtje
van de Kapelle en het slot Soestdijk. Opmerkelijk is dat hij meldt
dat er nog spullen van hem zijn blijven staan toen hij “uit
het huis is gezet”.
|
|
|
1632 |
Hasken Franken in de Roskam |
|
|
Bewoners Kerkenstede? |
Dat zijn mogelijk de bewoners
van de Oude Pastorie |
1715-1731~ |
Jan Stevens Roskam en Aaltjen Alberts
Roeterdink |
Het echtpaar is waarschijnlijk
afkomstig van Roeterdink en woont later op Frankenstede |
1731-1736< |
Willem Jansen Roskam-Olthof en Willemken
Gerrits Franken |
Willem is de zoon van Jan
en Aaltjen |
1743-1744 |
Hendrik Jansen Roskam en Henders Arents
Wolferink |
Hendrik is de zoon van Jan
en Aaltjen en broer van Willem |
1744-1791 |
Willem Jansen van der Meij en Maria
Jansen Franke |
Maria is de dochter van
Jan en Aaltjen en zus van Hendrik en Willem |
1791-1850 |
Jan Willem van der Meij en Hendrika
Hassink |
Jan Willem is de zoon van
Willem en Maria |
1837-1893 |
Jan Willem van der Meij en Jenneken
Wansink |
Jan Willem is de zoon van
Jan Willem en Hendrika |
1893-1930 |
Willem van der Meij en Jenneken Nuesink |
Willem is de zoon van Jan
Willem en Jenneken en trouwde op 29-07-1897 met Jenneken |
1929-1961 |
Jan Willem van der Meij en Hendrika
Johanna Goldstein |
Jan Willem is de zoon van
Willem en Jenneken |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 26 |
|
|
|
|
|
Gemeentehuis |
|
 |
In bevolkingsregister
staat Klaasje ingeschreven vanaf 24 maart 1912 maar is niet
logisch in volgorde van de bladen, zal 1914 zijn.
De grond waarop het gemeentehuis
werd gebouwd, behoorde tot de Roskam. Eigenaar en logementhouder
Willem van der Meij schenkt de grond aan de gemeente Gorssel
bij akte van 9 juli 1913 t.b.v. het te Gorssel te stichten
gemeentehuis van de gemeente Gorssel. Betreft een terrein
aan de Rijksstraatweg en aan den grintweg naar het station
Gorssel, naast het hotel "de Roskam". Betreft perceel
E3484 groot 16,7 aren afkomstig van de vervallen kadastrale
nummers 3416 en 3417. |
|
|
1914-1920 |
Klaasje Boersbroek-Keijzer |
Eerste hoofdbewoonster,
afkomstig van oude gemeentehuis in Eefde |
1914-....... |
Jansje Boersbroek |
Jansje is de dochter van Klaasje |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Snijderij |
|
 |
Op 18 december
1889 koopt Willem Derk Jansen een stuk grond (waarschijnlijk
perceel 408) van Jan Willem Nikkels van 't Haijtinkhof.
Willem Derk Jansen is daar begonnen als kleermaker samen met
zijn zoon Karel Antoni. De winkel met stoffen was aan de voorkant
en aan de achterkant was de kleermakerij.
Ook kleinzoon Karel Antoni was kleermaker, hij ging er wonen
op 22 november 1916 met zijn echtgenote Maria Derkje van Koningsveld
en werd hoofdbewoner toen zijn ouders in augustus 1917 verhuisden
naar Epse.
Op 2 oktober 1919 verhuisden
zij naar het huis bij de kerk (huisnummer G17) en ruilden
zij van woonruimte met Heinrich Paul Dikkers en Johanna Margaretha
Koersen. |
|
|
In
1919 begon Heinrich Paul Dikkers een sigarenwinkeltje
annex drogisterij aan de Hoofdstraat in Gorssel, met
daarin een klein kappersgedeelte. Zijn dochter trouwde
met Willy Göbel, die de kapsalon in 1938 van zijn schoonvader
overnam. Willy’s zonen Paul en Will zetten rond 1972
op hun beurt de zaak voort. Bron: https://www.gorssel.nl/uitgelicht/36-uitgelicht/23240-by-artistique-haarmode
In 1921 worden ook Gerrit Willem Offerman en Guurtje Catharina
Brouwer op huisnummer 37 geregistreerd. Bij hun in huis woont
Adriaan Cornelis Marie van Rossem die op het gemeentehuis
werkt en ook fotograaf was. Hij heeft oude foto's gemaakt
van Gorssel, zie E-mail d.d. 21-01-2021 van de Elf Marken. |
|
|
|
|
|
1890-1896 |
Willem Derk Jansen en Gerritjen Meijer |
Eerste hoofdbewoners |
1890-1917 |
Karel Antoni Jansen en Derkjen van Baak |
Karel Antoni is de zoon
van Willem Derk en Gerritjen |
1916-1919 |
Karel Antoni Jansen en Maria Derkje
van Koningsveld |
Karel Antoni is de zoon
van Karel Antoni en Derkjen |
1919-....... |
Heinrich Paul Dikkers en Johanna Margaretha
Koersen |
Coiffeur, afkomstig van
huisnummer G17. |
1938-....... |
Heinrich Wilhelm Carl Göbel en
Anna Wilhelmina Dikkers |
Anna Wilhelmina is de dochter
van Heinrich Paul en Johanna Margaretha |
|
|
|
|
|
16a>21>28>37>52>49
> Hoofdstraat 41 anno 1951 |
|
Dubbele bewoning |
|
1900-1912 |
Wilhelmina Louisa Frederika de Groot
Viertelhausen |
Eerste medebewoonster |
1913-1915 |
Heinrich Paul Dikkers |
Verhuist naar huisnummer
G17 |
1915-1916 |
Adriana Julia Nakken |
Laatste medebewoonster,
afkomstig van 't Wijkhuis |
|
|
|
Hofman |
|
Mogelijk
betreft dit de voormalige Kerckenstede, na onderzoek dit dan nog samenvoegen.
Op de Hottinger kaart van 1786 staat het huis echter nog niet aangegeven
maar in 1784 wordt in het register van liefdegiften al wel de naam van
Hendrik Hofman genoemd, dat zal Hendrik van der Meij zijn geweest. Hofman
is waarschijnlijk de boerderij links in de voorgrond op de foto hieronder
en bestond uit twee woongedeelten voor en achter met twee verschillende
kadastrale perceelnummers. Het huis wat ernaast staat zal ook tot het
erve Hofman hebben behoord en mogelijk woonden hier de mensen van huisnummer
27-3 en 45-3 en deed deze na 1874/1876 alleen nog dienst als schuur. In
de achtergrond is de Morrenhof te zien en op de voorgrond staat Gerritje
Boschloo van ’t Braakman. In het register van oorlogsschade van
1797-1798 over de periode 1794-1795 wordt Hendrik van der Meij genoemd
als Hendrik Hofman.Op 21 mei 1811 wordt caterstede het Hofman bestaande
uit een huis met nummer 19 en een stukje bouwland verkocht door Albert
Jan Wiltink & Jenneken Nijhuis en Albert Jan zijn stiefvader Hendrik
Stenvert & moeder Jenneken Holterman welke zij hadden verkregen uit
de nalatenschap van Hendrik Dirk Wiltink (red. Hendrikus Jansen Wiltink)
die op 10 januari 1810 was overleden. Koper is Hendrik van der Meij die
400 gulden (840 franken) voor Hofman betaalt. |
|
 |
In 1815 wonen de families Van der
Meij en van Loo op Hofman. Laatstgenoemde was schoenmaker. Gerrit
Dijkerman en Aaltjen Klaphekke woonden er ook, zij zijn er overleden
in resp. 1821 en 1824. Anno 1861 heeft het erve Hofman huisnummer
27 en wordt het door drie gezinnen bewoond. In 1866 wijzigt het
huisnummer naar 45.
Bij het eerste huwelijk was Derk
Jan van der Meij nog landbouwer, net als zijn vader Hendrik waar
hij op de boerderij meegewerkt zal hebben. Derk Jan woonde dus
op erve Hofmans en wordt er in het kadaster van 1832 genoemd als
eigenaar, betreft kadastraal perceelnummer 415. Bij het tweede
huwelijk blijkt hij echter veldwachter te zijn geworden. Hij is
daartoe aangesteld in de Gemeenteraadsvergadering van 25 november
1829. Hij kreeg een salaris van 185 gulden per jaar en aan kleding
mocht hij nog eens 25 gulden per jaar besteden. In
1851 laat hij katerstede het Hofman veilen en blijkt dat hij dan
voor 1/6 deel eigenaar is. De andere eigenaars (alle voor 1/6
deel) zijn zijn broers Jan Willem en Hendrik Willem van der Meij
en de gebroeders Hendrik, Jan en Marten Holtslag uit Brummen.
De gebroeders Holtslag zijn zoons van Jacob Holtslag, broer van
Jenneken Holtslag. Op 12 mei 1851 wordt het Hofman geveild en
verkocht voor 724 gulden aan Engbert Jan Dommerholt. Katerstede
het Hofman bestaat uit een huis en erf benevens een stukje bouwland
of hof zijnde de kadastrale percelen 414 (tuin) en 415 (huis en
erf).
Derk Jan en Harmina wonen dan al
niet meer op Hofman, zij zijn in 1847 waarschijnlijk al verhuisd
naar de Joppelaan waar een nieuw huis staat waarvan zij eigenaar
zijn. Op basis van het verhaal bij dit huis is het ook mogelijk
dat zij pas in 1850 zijn verhuisd. Dochter Willemina heeft ook
nog op Hofman gewoond met haar echtgenoot Harmen Kolkman. Zij
trouwden in 1844 maar woonden in 1846 al op 't Olthof (Elshof)
waar zij in 1850 ook nog wonen. Maar volgens het register van
personele omslag van 11 mei 1851 wonen Harmen en Hermina dan wel
weer op Hofman.
|
|
|
In
1876 wordt het kadastrale perceel 415 gesplitst in twee woongedeelten
2291 (68ca) en 2292 (52ca). De bijbehorende tuin had perceelnummer 414
en gaat over in perceel 2293 en is 12,7 are groot. Dit zal iets te maken
hebben met einde van bewoning huisnummer 45-3 en het huis zal toen zijn
bewoond door de bewoners van huisnummers 45 en 45-2, nog uitzoeken.
Jan Hendrik Schutte en Maria
Dommerholt woonden in op Hofman op huisnummer 45-2. Hier overlijden zij
in resp. 1874 en 1871. In 1875 komen Lambertus Antonij Riesz en Cäcilia
Adriana Leopoldina Abrahams in het gedeelte van deze woning wonen. |
|
Jan Johannes Rensink en Henriëtta
Johanna Catharina Bolderman zijn allebei in 1881 overleden: zij op 4
februari en hij op 12 oktober. Op 13 december wordt dan een huis en
erf met tuin geveild, waarin sedert jaren met het meeste succes een
manufactuurzaak is uitgeoefend. Aanvaarding den helft bij den toeslag
en de wederhelft die verhuurd is voor 80 gulden per jaar op 1 april
1882, dan moet ook de koopsom worden betaald. Tevens wordt op 13 december
ten sterfhuize van J.J. Rensink een erfhuis gehouden waarbij o.a. een
winkelopstand met toonbank enmanafactuurartikelen worden verkocht. Op
huisnummer 45 wonen dan nog dochter Aleida Carolina Rensink en onderwijzeres
Maria Janna Wilhelmina Bettinck die op 25 januari 1883 verhuist naar
't Hage. Jan en Henriëtta hadden drie dochters en zij verkochten
het erve Hofman op 13 december 1881 aan Jan Willem Gerhardus Meerstadt
uit Eefde die het erve in 1884 te Gorssel laat veilen. Deze bestaat
dan uit twee huizen met tuin (kadastraal E 2291, 2292 en 2293) welke
samen 14 aren goot waren. De veiling gaat in twee percelen: perceel
1 bestaat uit huis 2291 (het woongedeelte aan de kerkzijde) en het zuidelijke
gedeelte van de tuin en is samen ongeveer 11 aren groot. Perceel bestaat
uit huis 2292 (het woongedeelte aan de straatzijde) en het noordelijke
gedeelte van de tuin. Perceel 1 heeft het recht van uitweg naar de straat
en perceel 2 heeft het recht van uitweg naar de waterput die achter
in de tuin staat. Bewoner Lambertus Antonij Riesz koopt perceel 1 voor
1500 gulden en kan dus mooi in zijn eigen huis blijven wonen. Perceel
2 wordt gekocht door Hendrik Jan Berenpas van 't Wiltink. In 1886 transporteert
Lambertus Antonij Riesz het huis aan Derk Jan Woertman van de Kapelle
aan de huidige Joppelaan en gaat bij hem in de straat wonen in een nieuw
huis met huisnummer 12a. Waarschijnlijk koopt Hendrik Jan Berenpas vervolgens
het huis en kan daardoor het bij hem inwonende echtpaar Willem Boeije
en Pieternella Omon op Hofman gaan wonen en de plek innemen van de familie
Riesz.
Wat opvalt is dat veel bewoners van Hofman verhuizen naar de Joppelaan.
|
|
|
Huisnummer 19>27>45>19>25>afgebroken |
|
1780-1798 |
Hendrik Berentsen van der Meij en Willemina
Jansen Klaphekke |
Aangenomen dat Hendrik tijdens zijn
eerste huwelijk ook op Hofman woonde, Hendrik Hofman anno 1784 |
1799-1837 |
Hendrik Berentsen van der Meij en Jenneken
Holtslag |
Jenneken is de tweede echtgenote van
Hendrik |
1820-1824 |
Derk Jan van der Meij en Aaltjen Frederika
Westerhuis |
Derk Jan is de zoon van Hendrik en Willemina |
1825-1850 |
Derk Jan van der Meij en Hermina Boom |
In 1851 woonachtig op huisnummer 11a
samen met zoon Jan Albert van der Meij, tolgaarder (die later naar
11c verhuist) |
1851 |
Harmen Kolkman en Willemina van der
Meij |
Harmen is in 1852 overleden op huisnummer
8c2 = Hoofdstraat |
1852-1881 |
Jan Johannes Rensink en Henriëtta
Johanna Catharina Bolderman |
Winkelier |
1890-1890 |
Margaretha Döderlein De Win geb.
Poland |
|
1890-1893 |
Carel August Constantinus Scheffel en
Hendrina Kamphorst |
|
1893-1895 |
Hendrik Osheer en Hermanna Flim |
|
1895-1900 |
Willem Gerhard Schut en Cornelia Vredeling |
Het echtpaar verhuist op 28 december
1900 naar Pension Juliana aan de Hoofdstraat |
|
|
|
|
Huisnummer "19-2">27-2>45-2>18>24>30>38>53>51>Groeneweg
3 Buitenzorg |
|
1811-1815 |
Harmanus Fredrik van Loo en Catharina
van Eksteen |
Zij komen uit Zutphen en verkopen op
28-06-1811 een huis en stal aldaar |
1814-1818~ |
Antonij van Loo en Johanna Tolhuis |
Antonij is de zoon van Harmanus en Catharina.
Schoenmaker. Registratie OA 1814 (Jenneken Holtslag) en PO 1815. |
1818-1824 |
Garrit Harms Dijkerman en Aaltjen Jansen
Klaphekke |
Aaltjen is de schoonzus van Hendrik
van der Meij. Registraties in 1821 (OA+PO) en 1824 (OA) |
.......-1874 |
Jan Hendrik Schutte en Maria Dommerholt |
Het echtpaar woont anno 1839 nog in
Deventer. Registratie in Gorssel pas vanaf BR 1861. |
1875-1886 |
Lambertus Antonij Riesz en Cäcilia
Adriana Leopoldina Abrahams |
Zij komen op 30 april 1875 vanuit Brummen
en "verhuizen" op 12 mei 1875 van huisnummer 45 naar 45-2
(zal foutief op nummer 45 zijn ingeschreven) |
1886-1891 |
Willem Boeije en Pieternella Omon |
Rijksveldwachter. Het echtpaar woonde
eerst tijdelijk in op 't Wiltink vanaf 2 maart 1886 en vanaf september
1886 op Hofman. |
1891-1894 |
Frans Lenselink en Garritjen Bruggink |
Schilder |
1894-1896 |
Gerrit Jan Schut en Harmina Berendina
ten Hake |
Veldwachter, verhuist naar "Veldwachter"
aan de Hoofdstraat |
1896-1898 |
Henriëtte Wilhelmina Beijerinck |
|
1898-1900 |
Gerarda Hendrina de Kruijff |
Woonden eerder aan de overkant in een
huis bij de Oldenhof wat na 1898 de schuur van de Oldenhof werd |
1900-1901 |
Christiaan Hendrik Hammes |
Kunstschilder. Woont er van 15 mei 1900
tot 21 juni 1901, zal laatste bewoner van Hofman zijn geweest. Maar
hij maakte in die periode ook een lange reis door Spanje. |
1901-1903 |
Dirk Nicolaas Woldringh en Elizabeth
Johanna de Bruijn |
Wijnhandelaar. Vanaf 18 juni 1901, maar
mogelijk eerste bewoners van het nieuwe huis Buitenzorg of toch niet,
zie verhaal Buitenzorg |
|
|
|
|
Huisnummer 27-3>45-3>vervallen |
|
1861-1863 |
Dirk Lamers en Pieternella Catharina
Rotteveel |
|
1863-1864 |
Gerrit Esmeijer en Mechelina Johanna
Helmink |
Rijksveldwachter, maar eerder nog schoenmaker
van beroep. |
1864-1865 |
Christiaan Gosewinkel en Quirina Johanna
Stoel |
|
1865-1865 |
Ferdinand IJske |
|
1866-1868 |
Reinier Wolfskeel en Johanna Catharina
Bolderman |
Gehuwd in 1867, Johanna Catharina woonde
eerst alleen en is een nichtje van Henrietta Johanna Catharina Bolderman |
1870-1872 |
Hendrika Buitenweerd |
Weduwe van Jan Willem van der Meij |
1872-1874 |
Maria Elisabeth Lankkamp - de Jong |
|
|
|
|
|
|
|
Buitenzorg |
|
 |
Bewoond door Hendrik Jan Ezerman
en Kato Wiltink die op 1 december 1900 de eerste steen legde.
Dit nog goed uitzoeken, volgens kadastrale kaarten pas 1903 en
toen pas Hofman afgebroken! In dat geval zou de familie Kroef
wel eens de eerste bewoners zijn geweest. Of was het toch de familie
Woldringh, zie Hofman?
Zij woonden bij de school in Epse (waar Hendrik Jan hoofdonderwijzer
was) en verhuisden pas in 1906 naar Gorssel.
In 1938 is het huis verbouwd en was
het adres Groeneweg 3. In 1930 is er een schuur gebouwd op perceel
E 419, dat is het schuurtje aan de andere kant van de weg bij
Nieuw Morrenhof.
|
|
|
1903-1906 |
Jan Anthonie Kroef en Anna Elisabeth
Jarman |
|
1906-1935 |
Hendrik Jan Ezerman en Kato Wiltink |
|
1922-1974 |
Herman Gerrit Egbert Dijkerman en Tonia
Berendina Bokhorst |
Herman Gerrit Egbert is een neefje van
Hendrik Jan en Kato |
|
|
|
|
Huidig adres: Groeneweg 13 |
|
|
|
|
Morrenhof |
|
 |
Ook
wel 't Norden, de Nordenstede, Morrenstede, Mordenhof/Morderhof,
de Morre en Peuse genoemd. Mogelijk was Egbert Morre daarvan eigenaar.
Hij wordt in 1673 genoemd met echtgenote Anna Judith van Tellichuysen
hun tiende gedeelte van 't Gier verkopen. In 1624 wordt de boerderij
nog gekocht door Gerrit Alberts op Smeenk en zijn huisvrouw Mechtelt
Haskes en als zij elkaar in 1625 begiftigen wordt melding gemaakt
van "een hofstede eertijds de Morrenhoff geheten".
Henderick Janss op 't Norden en Harmken Gerraets Groot Loeinck zijn
de eerste hoofdbewoners die we gevonden hebben. Harmken is geboren
in Harfsen op Groot Leunk (Loeinck) en woonde voor haar huwelijk
waarschijnlijk op de Grote Muil bij haar broer Gerrit. Andere broer
Jan woonde op de Borghte en zus Fenneken op 't Smeenk dus allemaal
mooi in de buurt. Harmke haar oorspronkelijke achternaam was dus
eigenlijk Leunk en bijzonder is dat we aan het einde van de bewonersgeschiedenis
van de boerderij opnieuw een Harmke Leuk hebben! Haar komen we straks
tegen, eerst nemen wij afscheid van Harmken die omstreeks 1661 zal
zijn overleden. In 1662 hertrouwt Hendrerick met Lijsabet wiens
achternaam wij niet kennen maar haar patroniem zou Lubberts kunnen
zijn. |
|
|
Lidmaten
1713: Garrijt Janssen en Aaltjen, ehel. + Jan Garrijts en Geesken,
eheluijd. beijde op den Morrenhof
In 1744 is er sprake van dubbele bewoning als ook een andere Hendrik
Jansen "van den Morderhoff" met zijn echtgenote Harmken
Jansen op de boerderij woont. Dubbele bewoning is er vaker voorgekomen
waarbij de bouman (landbouwer) de hoofdbewoner lijkt te zijn en
de kleermaker de medebewoner.
Oktober 1747 is een rampmaand voor de bewoners Morrenhof. Op 10
oktober overlijdt Geesken Hendriks Steege dan genoemd Geesken Morrenhof.
Ze wordt begraven op 13 oktober maar dezelfde dag overlijdt haar
10-jarige kleinzoon Garrit die gelijk met zijn oma begraven wordt.
En dan overlijdt de volgende dag kleindochter Aaltjen, zij wordt
maar 5 jaar oud. Het lijkt erop dat er een ongeluk moet zijn gebeurd
op de boerderij, misschien is er brand geweest?
Opdragt d.d. 9 mei
1769: Hendrik Hueterman en consorten, erfgenamen van Jan Garrits
op den Morrenhof, verkopen aan Hendrik Berends en Geertjen Alberts
een stuk land den Morrenhof genaamd, gelegen bij de Gorsselse kerk,
met deszelfs getimmer |
|
|
|
|
Op 17 mei 1797 verkoopt Stijntjen Klein Muijlen een hutte benevens
een stukje bouwland aan Hendrik Wiltink.
Op 27 februari 1811 wordt de boerderij verkocht door Albert Jan
Wiltink & Jenneken Nijhuis en Albert Jan zijn stiefvader Hendrik
Stenvert & moeder Jenneken Holterman welke zij hadden verkregen
uit de nalatenschap van Hendrik Dirk Wiltink (red. Hendrikus Jansen
Wiltink) die op 10 januari 1810 was overleden. Kopers zijn Garrit
Jan Lenderink en Christina Hekkers die 400 gulden (840 franken)
voor erve het Morrenhoff betalen.
Arend van den Vlekkert en Harmke Leunk. Het echtpaar woont er tot
1932 en verhuist dan naar de Buitenkamp. Inwonend op de Morrenhof
is dan ook de familie Derksen die eerder op de Duizend Vreezen woonde.
Zij verhuizen op 19 oktober 1932 naar Voorst en hun plek zal waarschijnlijk
zijn ingenomen door Gerrit Jan Antonius Jansen en Jenneken Dikkeboer
die daarvoor op 't Kloosterhofje nabij de Duizend Vreezen woonden.
|
|
|
|
1652-1662 |
Henderick Janss op 't Norden en Harmken
Gerraets Groot Loeinck |
Eerste hoofdbewoners van dit overzicht |
1662-1687 |
Henderick Janss op 't Norden en Lijsabet |
Lijsabet is de tweede echtgenote van
Henderick |
1688-1689 |
Jan Willems Perecate op Morrenhof en
Enneken Gerrits Klaphekke |
Geen familie van vorige bewoners |
1690-1693 |
Berent Hendericks bouman op ’t
Norden en Gerritjen Jacobs |
Geen familie van vorige bewoners |
1694-1695 |
Bartelt Hendericks bouwman op 't Norden
en Egbertjen Tonnis |
Geen familie van vorige bewoners |
1696-1700 |
Garrit Jansen en Gijsberta Hermsen |
Geen familie van vorige bewoners, afkomstig
van Haijtinkhof |
1700-1713> |
Garrit Jansen en Aaltjen
Berents |
Geen familie van vorige
bewoners |
1705-1769< |
Jan Garrits Morrenhof en Geesken Hendriks
Steege |
Jan is de zoon van Garrit en Gijsberta |
1735-1753 |
Hendrik Jansen Morrenhof en Geertjen
Alberts Sonnenberg |
Hendrik is de zoon van Jan en Geesken |
1753-1780~ |
Hendrik Berents Smeenk en Geertjen Alberts
Sonnenberg |
Hendrik is de tweede echtgenoot van
Geertjen en was al haar zwager |
1774-1777 |
Roelof Hendriks Peusse-Morrenhof en
Garritjen Hendriks Morrenhof |
Garritjen is de dochter van Hendrik
en Geertjen |
1778-1796 |
Roelof Hendriks Morrenhof en Christina
Vroetman |
Christina is de tweede echtgenote van
Roelof |
1797-1824 |
Garrit Jan Klein Lenderink en Christina
Vroetman |
Garrit Jan is de tweede echtgenoot van
Christina |
1821-1831 |
Harmanus Peuse en Zwaantjen Maatman |
Harmanus is de zoon van Roelof en Christina |
1832-1879 |
Gerrit Jan Leunk en Hendrika Elisabeth
Peuse |
Hendrika Elisabeth is de dochter van
Harmanus en Zwaantjen |
1860-1905 |
Harmen Leunk en Jantje Tuitert |
Harmen is de zoon van Gerrit Jan en
Hendrika Elisabeth |
1894-1908 |
Gerrit Jan Leunk en Hendrika Voortman |
Gerrit Jan is de zoon van Harmen en
Jantje |
1909-1932 |
Jacob Jacobs en Hendrika Voortman |
Jacob is de tweede echtgenoot van Hendrika
(Hendrika verhuist naar Groterkamp) |
1918-1932 |
Arend van den Vlekkert en Harmke Leunk |
Harmke is de dochter van Gerrit Jan
en Hendrika (het echtpaar verhuist naar Buitenkamp/Westhoeve) |
1932-1952 |
Anton Broijl en Alberdina Hendrika ter
Welle |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1952-1963 |
Berend van den Vlekkert en Betsy Toorneman |
Berend is de zoon van Arend en Harmke |
1963-1979 |
Arend van den Vlekkert en Harmke Leunk |
Arend en Harmke zijn de ouders van Berend
en waren eerdere hoofdbewoners |
|
|
|
|
Huidig adres: Groeneweg 4 |
|
|
|
|
Nieuw
Morrenhof |
|
Dit
huis staat in Gorssel vooral bekend onder de naam Nijhuis maar wij noemen
het huis Nieuw Morrenhof. Dit omdat de naam Nijhuis ook, en al eerder
,gebruikt werd voor een boerderij op de Eesterbrink maar vooral omdat
de huisnaam Nieuw Morrenhof authentieker is dan Nijhuis. Ook de naam Straalman
werd al eerder genoemd, straks zal duidelijk worden waarom. Het huis is
afgescheiden van de Morrenhof en werd daarom Nieuw of Klein Morrenhof
genoemd. Op de Morrenhof was sprake van dubbele bewoning van een landbouwer
en een kleermaker en het nieuwe huis zal voor de kleermaker zijn gebouwd
waarvan er later meerdere hebben gewoond. De eerste bekende hoofdbewoners
zijn Willem Greeve en Francina Baantjen die er vanaf circa 1785 hebben
gewoond. Zij zijn de ouders van Teuntjen Greeve, de bekend vroedvrouw
van Gorssel die op 't Dorrewold woonde. Zij is in 1784 nog in Wilp geboren
en haar zus Anna is in 1787 in Gorssel geboren. Niet bekend is of Willem
kleermaker van beroep was, maar wel is bekend dat ook Francina vroedvrouw
van beroep was. |
|
 |
Waarschijnlijk
wordt het huis vanaf 1790 dubbel bewoond en komt ook Hendrik Jan
Straalman in het huis wonen, hij wordt op 2 april 1790 als lidmaat
aangenomen in de nabijgelegen kerk. Hij trouwt op 13 november 1796
in diezelfde kerk met Geesken Moespot en er worden vier kinderen
uit het huwelijk geboren. Het beroep van Hendrik Jan is ook niet
bekend maar grote kans dat hij kleermaker is geweest, dat was zijn
zoon Harmanus namelijk later ook. Mogelijk was hij in de leer bij
Willem Greeve ervan uitgaande dat ook hij kleermaker was. Willem
Greeve is overleden voor 1805. Hendrik Jan Straalman is op 14 februari
1807 overleden en zijn kinderen waren allemaal nog erg jong en konden
hem niet opvolgen. Maar neef Gerrit Straalman is ouder en kan dat
wel. Hij komt in 1805 in Gorssel wonen en is dan 21 jaar oud.
Het huis kreeg huisnummer 21. Op 21 mei 1811 wordt het erf en huis
met nummer 21 met een klein hoekje hofgrond of bouwland verkocht
door Albert Jan Wiltink & Jenneken Nijhuis en door Albert Jan
zijn stiefvader Hendrik Stenvert & moeder Jenneken Holterman
welke zij hadden verkregen uit de nalatenschap van Hendrik Dirk
Wiltink (waarschijnlijk Hendrikus Jansen Wiltink die op 10 januari
1810 was overleden). Op 17 mei 1797 kocht deze Hendrik Wiltink een
"hutte benevens een stukje bouwland" van Stijntjen Klein
Muijlen (Christina Vroetman, weduwe van Roelof Peusse) die op de
Morrenhof woonde en het heeft er alle schijn van dat deze hut de
oorspronkelijk behuizing was van Nieuw Morrenhof en dus het huis
was welke in 1811 werd verkocht. Bij het voldoen van den 40e penning
op 24 april 1797 wordt deze genoemd als "den hof of land voor
het huijs, groot ongeveer een half mudde gezaeij, onder Gorssel
bij de kerk, tusschen de landerijen van koper gelegen".
Garrit Straalman is in 1811 de koper en betaalt 300 guldens (630
franken) voor het huis. Op dezelfde dag verkopen de verkopers katerstede
Hofman aan Hendrik van der Meij en eerder dat jaar verkochten zij
ook het erve Morrenhof aan Stijntjen en haar nieuwe echtgenoot Garrit
Jan Klein Lenderink die tot die tijd de boerderij hadden gepacht.
De put bij dit erve mag ook worden gebruikt door Garrit Straalman,
zo wordt bepaald in de verkoopakte. |
|
Garrit
Straalman trouwt op 12 april 1813 met Jenneken Boerstoel. Het echtpaar
krijgt drie kinderen: twee jongens en één meisje.
De jongens overlijden in hun eerste levensjaar en het huis wordt
dan Nieuw Morrenhof (1815) en Straalman (1822) genoemd. Ook Francina
Baantjen overlijdt in 1815 op Nieuw Morrenhof. Dochter Fredrika
trouwt op 20 maart 1835 met Hendrik Brummelman die in 1831 al op
Nieuw Morrenhof woonde en werkte als kleermakersgezel. Waarschijnlijk
is hij de opvolger van Geerlig Kieve waarvan wij aannemen dat hij
ook voor Gerrit Straalman werkte, maar hij woonde er niet want hij
is in 1830 op Ruimzigt overleden. Maar hij kan daar natuurlijk ook
voor zijn overlijden verpleegd zijn er daarvoor wel op Nieuw Morrenhof
hebben gewoond. Eerder woonde nog wel Hendrikus Brilman als kleermakersgezel
op Nieuw Morrenhof dus het lijkt wel de gewoonte dat de kleermakersgezel
in huis c.q. hetzelfde erf woonde. In 1835 worden er vijf personen
op het adres geregistreerd, dat zijn Gerrit & Jenneken Straalman,
Hendrik & Fredrika Brummelman en waarschijnlijk ene G. Bruyns
die in 1836 wordt geregistreerd. En dan wordt er in 1835 ook nog
één rund boven de twee jaar geregistreerd!
Hendrik Brummelman is de zoon van Willem Brummelman en Derkjen Vroetman
en zij is verre familie van Christina Vroetman van de Morre. Tevens
hebben zijn ouders ook op de Vroet in Warken gewoond en waarschijnliijk
is hij er zelf geboren. In 1836 wordt er uit het huwelijk van Hendrik
en Fredrika een meisje levenloos geboren en wordt er in de overlijdensakte
voor het eerst gesproken over 't Nijhuis. Volgens een publicatie
van de Elf Marken in Ons
Markenboek zou rond 1850 een nieuwe boerderij zijn gebouwd maar
het vermoeden bestaat dat het nieuwe huis is gebouwd ten tijde van
het huwelijk van Hendrik en Frederika en daarom vanaf toen over
't Nijhuis (oftewel het nieuwe huis) werd gesproken. |
|
|
 |
 |
In
de genoemde publicatie vinden wij de volgende informatie: De nieuwe
katerstede Nijhuis is een krukboerderij, ook wel T-boerderij genoemd.
Bij deze boerderij is nog veel terug te vinden van hoe het vroeger
was met o.a. een ouderwetse voordeur, raampartijen, estrikvloeren
en de planken zolders met daaronder de balken. In de kamer bevindt
zich een prachtige betegelde schouw, met haardplaat en gemarmerde
houten schouwlijst. Ook is nog duidelijk te zien waar vroeger de
bedsteden zijn geweest. Behalve de voordeur is er aan de rechterkant
ook een deur voor toegang tot de tweede woonruimte, met in deze
kamer een eenvoudige schouw. Aan deze kant is vroeger een aanbouw
gemaakt om meer woonruimte te krijgen. Bij de boerderij hoort een
klein gebouwtje welke aan de Kerkstraat stond en op dezelfde plek
is herbouwd. Het lijkt een bakhuis maar zal zijn gebruikt als woon-
en slaapruimte alhoewel er geen rookkanaal aanwezig was. Later is
het gebouwtje gebruikt als opslagruimte en waarschijnlijk is er
ook voedsel in bewaard. Aan de
linkerkant van de boerderij, enigzins naar voren, heeft vroeger
een schuur gestaan waarin een kleermakerij werd uitgeoefend.
Eveneens aan de linkerkant stond het "huusken" (plee)
welke mogelijk bestemd was voor het personeel van de kleermakerij
waarbij wij nog de namen Ordelman en Jansen tegenkomen. Mogelijk
bestond het schuurtje toen nog niet of werd deze toch niet als woon-
en slaapruimte gebruikt. Het huisje staat er anno 2020 in ieder
geval nog wel, zie bijgaande foto. |
|
Op
13 januari 1839 wordt dochter Willemina Johanna geboren, maar het jaar
erop overlijdt Fredrika Straalman op 19 april 1840, zij wordt maar 23
jaar oud. Hendrik hertrouwt op 29 oktober 1841 met Geertruid Ilbrink uit
Eefde en uit dit huwelijk worden zeven kinderen geboren in de periode
1842-1864 die gelukkig allemaal in leven blijven. Jenneken Boerstoel maakt
maar de geboorte van twee van deze kinderen mee, zij is overleden op 22
februari 1845. Gerrit Straalman maakt alleen de geboorte van het laatste
kind niet mee, hij is overleden op 15 november 1863.
Op 25 september 1868 koopt Hendrik een huis en erf met bouwland aan de
Hoofdstraat van schilder Jan Karel van der Heijden en 11 februari 1869
verhuist de familie Brummelman naar dit adres. Op 23 februari 1871 trouwt
dochter Jacoba Henrika met Arnoldus Enzerink die ook schilder van beroep
is en zij gaan dan ook in dit huis aan de Hoofdstraat wonen. Later zou
in dit huis de kledingzaak van Hekkelman gevestigd zijn. Hendrik Brummelman
en Geertrui Ilbrink gaan weer terug naar 't Nijhuis waar in de tussentijd
Jan Willem Eekhuis en Antjen Hekkert gewoond hebben, zij woonden er van
12 maart 1869 tot 17 januari 1871 met dochter Geertje en zoon Harmen die
er op 2 juli 1870 geboren is. Jan Willem is de kleinzoon van Jan Strookappe
die na zijn huwelijk als Eekhuis door het leven ging. Antjen Hekkert is
de schoonzus van Antoni Ilbrink die weer een neef van Geertrui Ilbrink
is, zodoende zal de familie Eekhuis uit Voorst in Gorssel op 't Nijhuis
zijn terechtgekomen.
|
|
|
Op
26 mei 1883 trouwt Johan Brummelman, enige zoon van Hendrik, met
Johanna Ilbrink van 't Hekkert, zij is een achternichtje van Geertruid.
Op 17 december 1883 is dochter Geertruida geboren, maar zij werd
maar vijf jaar oud en zij was het enige kind. Hendrik Brummelman
is overleden op 24 december 1888 en 1890 wonen alleen Johan, Johanna
en (schoon)moeder Geertrui nog maar op 't Nijhuis.
Rond dat jaar is er brand geweest in het achterhuis. Na de brand
is het huis weer opgebouwd en meteen met één gebint
ingekort. Toen is in de achtergevel boven de achterdeur een sluitsteen
aangebracht met de initialen JBM en JIB van Johan Brummelman en
Johanna Ilbrink. |
|
|
|
In
1899 komen ook Arend Johannes Gerrit Berend Nikkels en Garritjen Woessink
met zoon en dochter op 't Nijhuis wonen en is er na vele jaren weer sprake
van dubbele bewoning. Zij gaan wonen op huisnummer 21 en Johan en Johanna
"verhuizen" naar het nieuwe huisnummer 21a. In 1900 worden dit
resp. de huisnummers 27 en 26 en dat zijn weer resp. de rechterkant en
linkerkant van het voorhuis. De familie Nikkels wonen er maar twee jaar
en vertrekken mei 1901 weer naar Eefde waar zij ook vandaan kwamen. Arend
Nikkels was geen kleermaker van beroep en verdiende zijn brood als arbeider.
Johan en Johanna wonen dan weer alleen op 't Nijhuis maar in 1910 komen
er weer andere mensen wonen en dit keer is het wel weer een kleermaker.
Derk Jan Wunderink is zijn naam en hij is getrouwd met Christina Gerdina
Hietbrink van het eerder genoemde Dorrewold. Het echtpaar kwam van 't
Alink aan de Hoofdstraat. Op 't Nijhuis worden drie kinderen geboren waarvan
er twee op jonge leeftijd zijn overleden, alleen jongste zoon Derk Jan
redde het. |
|
Christina Gerdina is overleden op 18 april 1926 en Derk Jan hertrouwt
op 5 februari 1927 met Aaltjen de Kogel. Datzelfde jaar heeft er
een deling van het perceel plaatsgevonden en heeft de familie Wunderink
een nieuwe woning laten bouwen, links van de boerderij (vanaf de
weg gezien) en zijn daar gaan wonen. Op de foto hierboven is dit
huis ook te zien. Hier zijn zij in 1928 komen wonen. De foto hiernaast
is van Derk Jan en Aaltjen op latere leeftijd en zij staan hier
voor het nieuwe huis.
De rechterkant van het voorhuis van 't Nijhuis wordt daarna bewoond
door Fredrik Jan Eggink en zijn echtgenote Gerritjen Mulder en hun
twee kinderen. Fredrik Jan Eggink was grondwerker en later tramwegarbeider
van beroep. Weer later was hij broodbezorger bij broodbakker Stoelhorst
en daarnaast had hij nog een agentschap voor de verkoop van veevoeders.
Hij verkocht deze vanaf 't Nijhuis vanuit de ruimte in het achterhuis
met het raampje welke op de ansichtkaart hiernaast is te zien. Hierop
zien wij Fredrik Jan naast de boerderij staan. Gerritjen Mulder
is op 8 november 1978 overleden en in 1979 is de boerderij door
de familie Eggink verkocht.
Meer foto's zijn er helaas niet van de families Eggink, Wunderink
en Nikkels maar deze zijn uiteraard van harte welkom!
|
|
 |
|
|
|
Wel
zijn er foto's van Johan Brummelman en Johanna Ilbrink die tot hun
overlijden op 't Nijhuis gewoond. Johan is op 3 mei 1936 op 86-jarige
leeftijd overleden en hij heeft er zijn hele leven gewoond behalve
dan die paar jaar dat hij met zijn ouders aan de Hoofdstraat woonde.
Johanna Ilbrink is op 9 februari 1952 overleden en werd 91 jaar
oud, zij woonde bijna 69 jaar lang op 't Nijhuis. |
|
|
1785-1815 |
Willem Greeve en Francina
Baantjen |
Eerste bekende hoofdbewoners |
1796-1824 |
Hendrik Jan Straalman en Geesken Moespot |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1805-1863 |
Gerrit Straalman en Jenneken Boerstoel |
Gerrit is de neef van Hendrik Jan |
1835-1840 |
Hendrik Brummelman en Fredrika Straalman |
Fredrika is de dochter van Gerrit en
Jenneken |
1841-1869 |
Hendrik Brummelman en Geertrui Ilbrink |
Geertrui is de tweede echtgenote van
Hendrik |
1869-1871 |
Jan Willem Eekhuis en Antjen Hekkert |
Verre familie van de vorige hoofdbewoners |
1871-1895 |
Hendrik Brummelman en Geertrui Ilbrink |
Verre familie van de vorige hoofdbewoners |
1883-1952 |
Johan Brummelman en Johanna Ilbrink |
Johan is de zoon van Hendrik en Geertrui |
1899-1901 |
Arend Johannes Gerrit Berend Nikkels
en Garritjen Woessink |
Medebewoners |
1910-1926 |
Derk Jan Wunderink en Christina Gerdina
Hietbrink |
Geen familie van de vorige medebewoners |
1927-1928 |
Derk Jan Wunderink en Aaltjen de Kogel |
Aaltjen is de tweede echtgenote van
Derk Jan |
1928-1979 |
Fredrik Jan Eggink en Gerritjen Mulder |
Geen familie van de vorige bewoners |
|
|
|
|
Huidig adres: Groeneweg 19 |
|
|
|
|
Buitenkamp |
|
 |
Eerste bewoners zijn Jan Karel Tuitert
en Gerritdina Susanna Nikkels die van 't Haijtinkhof afkomstig
zijn en op 16 januari 1905 op de nieuwe boerderij komen wonen.
Ook Derk Willem Tuitert, vrijgezelle broer van Jan Karel, komt
mee. Er waren geen kinderen.
De broers woonden met hun ouders
tot februari 1895 op Buitenkamp in Epse waar ze allebei ook zijn
geboren, vandaar dat hun nieuwe boerderij in Gorssel ook de naam
Buitenkamp kreeg. Later wordt de boerderij echter ook Westhoeve
genoemd. In 1930 verhuizen de gebroeders met Gerritdina naar de
Joppelaan waar Jan Karel overlijdt op 3 mei 1931.
Eén jaar en één
dag eerder, op 2 mei 1930, stappen Gerrit Willem Dijkerman en
Bertha Johanna Aalpol in het huwelijksbootje. Gerrit Willem gaat
dan werken als zetbaas op Buitenkamp. Niet helemaal duidelijk
is wie de eigenaar is, maar waarschijnlijk is dat Hendrik Jan
Ezerman van Buitenzorg die de broer van de oma van Gerrit Willem
is. Maar er wordt ook gesteld dat de familie Tuitert van de Nieuwe
Klaphekke de eigenaars zouden zijn. Lang betaalt Gerrit Willem
in ieder geval geen pacht want na een paar jaar verhuist hij naar
het boerderijtje Veldzicht in Joppe waar hij zelfstandig kan boeren
wat hij veel liever doet. Op de Dijkerman
pagina is te lezen hoe het Gerrit en Bertha daar verder vergaat
en zijn veel foto's van dit echtpaar en hun kinderen te zien.
|
|
|
Nieuwe
hoofdbewoners zijn Arend van den Vlekkert en Harmke Leunk die van
de Morrenhof komen en hun foto is bij het verhaal van deze boerderij
te vinden. Het echtpaar woonde er van 1932 tot 1963. In die tijd
stelden zij de deel van de Buitenkamp beschikbaar voor repetities
van de Gorsselse boerendansers. Meerdere kinderen met partners van
het echtpaar waren lid van deze vereniging zowel voor als na de
oorlog. De foto hiernaast is waarschijnlijk gemaakt tijdens een
repetitie net na de oorlog.
In die tijd had de boerderij huisnummer G57 welke in 1951 wijzigde
naar Groeneweg 6. Tegenwoordig is de boerderij gelegen aan de Westronde.
|
|
|
|
|
De
foto is gemaakt bij het achterhuis van de boerderij van Arend van
den Vlekkert n.a.v. een uitwisseling met een Engelse dansgroep die
op bezoek was bij de Gorsselsche boerendansers omstreeks 1934. De
dansleider was Hendrik Jan de Rooij, hij staat tweede van links.
Verder staan op de foto Riek van den Vlekkert (dochter van Arend
en Harmke, vijfde van links) en Martietje Kuit (zevende van links).
Aan de rechterkant zien wij de eerste dame zittend vanaf rechts
is Jo van Vorden en tweede heer van rechts onder is Gerrit Golstein.
Het kleine jongetje ertussen is Jan Willem van der Meij, zoon van
Jan Willem van der Meij en Hendrika Johanna Goldstein van de Roskam. |
|
|
1905-1930 |
Jan Karel Tuitert en Gerritdina
Susanna Nikkels |
Afkomstig van Haijtinkhof |
1930-1932 |
Gerrit Willem Dijkerman en Bertha Johanna
Aalpol |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1932-1963 |
Arend van den Vlekkert en Harmke Leunk |
Afkomstig van Morrenhof en vertrekt
daar ook weer naartoe |
|
|
|
|
Huidig adres: Westronde 12 |
|
|
|
Tuinmanswoning
Oldenhof |
|
|
Hier wonen de tuinmannen
van den Oldenhof |
|
|
1904-1905 |
Cornelis Peet en Hendrika
Goorman |
Eerste hoofdbewoners |
1905- |
Lammert Kromdijk en Hendrikje Willemina
Janssen |
|
1912 |
Jan Morre en Anna Grada Bruijl |
|
1918-1920 |
Johannes Brinkman en Teuntje Renes |
Woont later op Bolle |
1920 |
Egbert Piest en Geesje Schoemaker |
|
|
|
30a>35>44>60>59 > Groeneweg
8 anno 1951, tegenwoordig Westronde |
|
|
|
Haijtinkhof |
|
De
Haytinkhof was eigendom van Jan van Hattinge, een rijke koopman uit Amsterdam.
Hij koopt deze voor zijn dochter Jenneken Jans die trouwde met Peter Francken.
Jan was getrouwd met Magdalena Mildring en Maria Becker en nog voor het
2e huwelijk met Maria in 1636 verkregen zijn vijf kinderen al hun erfdeel
waarmee de Haytinkhof eigendom werd van Jenneken.
Mogelijk wordt het huis in de pondschatting van 1492 al genoemd als Hadekinck
(met bouman Gadert die pauper is) en in 1494 als Heyinck. In 1646 wordt
een St. Annen Stede genoemd, dit zou ook het Haijtinkhof kunnen zijn welke
niet met deze naam wordt genoemd. Dit vermoeden versterkt uit het feit
dat "een strepel land langs de kostershof genaamd St. Anna ter Stede"
genoemd wordt op een lijst d.d. 1 januari 1792 van vaste goederen die
tot de diaconie behoorden.
|
|
 |
18.04.1686 Den 18 april - Lucas Berents
en Eva Hendericks inwoonder bij den Snijder hare
tweelingen GARRIT en BERENT laeten doopen. Compatres pater infantum,
Gerrit Janssen, Willemken Hendericks. Dus dubbele
bewoning. In 1688 trouwen en Tonis en Geesken en gaan we ervan
uit dat Gerrit en Gijsberta toen nog niet naar de Morrenhof zijn
vertrokken en dat Lucas en Eva plaats hebben moeten maken voor
Tonis en Geesken.
In voorjaar 1762 overlijden Wilent, zijn echtgenote Jenneken en
dochter Janna.
Den 4 meij 1790 ontvangen van Harmen
Smeink en Jenneken Janssen Scholten, echtelieden te Gorssel woonagtig,
47 guldens in voldoeninge van den 50en penning van den katersteede
Haijtinkhof, met het tiendje en smalle stukje in den enk, alsmede
zes achtste whaare in den Gorsselsche Weerden, tezamen onder Gorssel
gelegen. Aangekogt van den predikant Henricus van Wijhe en Cornelia
Hartkamp, echtelieden, te Wilp woonachtig voor 2350 guldens, op
den 12 februarij 1790.
Den 26 meij 1790 ontvangen van Arend Nikkels te Gorssel woonachtig,
27 guldens in voldoeninge van den 50en penning van den katersteede
Haaijtinkhof genaamd, bestaande alsnu in huijs en hof, groot ongeveer
vier schepels gezaaij, met een stuk land in den Gorsselschen Enck,
het Smalle Stuk genoemd, benevens een tiendjen op den Kerkenkamp,
en een vierendeel waar in de Gorsselsche Weerden, te zamen onder
Gorssel geleegen. Aangekogt van Harmen Smeink en Jenneken Janssen,
echtelieden, voor 1350 guldens, op den 21 februarij 1790.
|
|
|
Willem Bartels op Haijtinkhof woont anno
1803 nog op Haijtinkhof volgens Markeboek Gorssel. Zijn broer Hendrik
woonde op 't Ontijdink.
Arend Nikkels koopt op 23 mei 1818 de bouwland Stalbrinkskamp "met
den zesde waar in de Gorsselsche Marke en Weerden" welke toebehoorde
aan het erve Klein Bentink. Dit land was gelegen oost aan bouwland van
de erve Reuvekamp, zuid aan een akkermaalsbos van de erve Groterkamp,
west aan den kamp van Klein Bentink en noord aan de Velderhofstraat.
Betreft perceel 340 (huis en erf) en kadastraal
register van 1832 met eigenaar Arend Nikkels. Op 16 september 1845 wordt
het erve of de katerstede Haytinkhof geveild. Deze bestaat uit een huis,
berg, varkensschot, put, boomgaard, tuin, bleekveld en bouwland. Sectie
E, nummers 338, 339, 340, 408 en 410. Te zamen groot 84 roeden en 50
ellen. Tevens twee zaadbergen en een erf aan de weg van het Dorp naar
den Molen, sectie E 372. Voorts bouwlanden de Veldkamp, de Buuninkskamp
of Ruiterkamp, het Smalle Stuk, de Ketelkamp, de Kerkenkamp, het Lobbelijstland,
de Stalbrinkskamp en diverse weilanden en heidegronden. Tevens een schuur
tot afbraak welke bij de Stalbrinkskamp staat. Zie advertentie d.d.
17-08-1845 in de Arnhemse Courant op Delpher.
Op 20 juli 1859 is de Haijtinkhof afgebrand
en is daarna weer opgebouwd. De Elshof brandde toen ook af en is niet
meer herbouwd.
Huisnummer 4 anno 1866. Op 9 januari 1872 verhuurd Jan Willen Nikkels
het Erve "Haijtinkhof" onder Gorssel aan Gies Jan Willemsen.
Jan Willem was eigenaar van het Haijtinkhof en ook van het Elf Uur.
Hij heeft zijn eigendom verkregen uit een akte van scheiding d.d. 19-11-1886
en een veiling d.d. 21-07-1886.
Februari 1895 krijgt Haijtinkhof een nieuwe
hoofdbewoner met Derk Jan Tuitert, weduwnaar van Willemina Nikkels dochter
van Arend Nikkels en Gerritjen Brinkman. Derk Jan en Willemina woonde
na hun huwelijk in 1854 waarschijnlijk ook al een paar jaar op Haijtinkhof
en woonde daarna op Buitenkamp in Epse waar Willemina in 1892 is overleden.
Derk Jan komt met zijn zoons Derk Willem en Jan Karel en diens echtgenote
Gerritdina Susanna Nikkels, dochter van Jan Willem Nikkels en Marianna
Graeuwert. Derk Jan overlijdt op 21 oktober 1898 en zijn twee zoons
en schoondochter verhuizen op 16 januari 1905 naar een nieuwe boerderij
in Gorssel die ook de naam Buitenkamp krijgt.
Nalatenschap Jan Willem Nikkels met wettige erfgenamen zijn kinderen
Arend Jan Nikkels en Gerritdina Susanna Nikkels (gehuwd met Jan Karel
Tuitert) en kleinkind Johanna Maria van Beek. Veiling 25 mei 1904 door
Arend Jan Nikkels en Jan Karel Tuitert, landbouwers te Gorssel. Verder
Johannes Jacobus van Beek uit Apeldoorn, Gerrit Jan Nikkels uit Bathmen
en Derk Jan van der Meij uit Gorssel. Laatstgenoemde alleen voor perceel
55 en Gerrit Jan Nikkels alleen voor perceel 45 samen met de 1e drie.
In totaal 54 percelen van de familie Nikkels, te veel om op te noemen.
Wij benoemen de volgende percelen: 1e perceel is het huisperceel van
het erve "Haitinkhof' met kadastraal nummer 2962. Perceel 2 is
bouwschuur met erf en bouwland, als tuin met berg. Perceel 4 is een
boomgaard over den weg achter het huis van Jansen en perceel 5 is een
weiland wat daar weer achter ligt. Perceel 6 is een bouwland en akkerheg
achter den Oldenhof. Percelen 7 t/m 11 is allemaal bouwland van 't Haitinkhof.
Perceel 12 is het erve "Elfuur" aan den Rijksstraatweg en
grintweg naar Dommerholt. Het perceel bestaat uit de kadastrale nummers
1329 en 1330, beiden huis en erf van resp. 2,5 en 1,85 centiaren. Verder
schuur en erf perceel 2485 en een boomgaard met bouwland perceel 2663.
Verdere percelen behorende tot Elfuur zijn weiland en bouwland percelen.
Bieders zijn o.a. Frederik Pieter Schuitemaker
van perceel 1 t/m 3 voor 4700 gulden als mondeling gemachtigde van Jeanne
Louise Cornelie Scholl van Egmond en Alida de Munnink, beide directrice
van het gesticht voor zenuwlijderessen "den Oldenhof", Hendrik
Jan Ezerman (hoofd der school, wonende te Epse) van perceel 4 en 5 voor
1450 gulden, Albert Krukkeland voor de percelen 6 t/m 11 voor 3400 gulden
en perceel 12 t/m 14 door Manus Elibertus Dommerholt voor 2500 gulden.
De percelen 6 t/m 14, waaronder dus 't Elf Uur, worden niet verkocht.
In 1905 wordt voor de geneesheer Schuitemaker van den Oldenhof een villa
gebouwd en dat is de Haytinkhof zoals wij die nu nog kennen. De villa
is ontworpen door architect Wattjes.
|
|
1640- |
Peter Goossen Francken en
Jenneken Jansen van Hattinge |
Mogelijk woonde het echtpaar
(ook) op Franckenplaats |
1678-1696 |
Gerrit Jansen op den Haijkinckhoff en
Gijsberta Hermsen |
Gerrit is de broer van Jenneken, hij
woont later op Morrenhof en woonde eerder op de Kolck |
1688-1744 |
Tonis (Antonius) Peters op den Haijkinck
hof en Geesken Berents Holterman |
Tonis is de zoon van Peter en Jenneken
en neef van Gerrit |
1729-1762 |
Wilent Garrijts en Jenneken Tonis op
den Haijtinkhof |
Jenneken is de dochter van Tonis en
Geesken |
1756-1762 |
Willem Bartels Hiddink op Haijtinkhof
en Janna Wilens Haijtinkhof |
Janna is de dochter van Wilent en Jenneken |
1762-1775 |
Willem Bartels Hiddink op Haijtinkhof
en Willemina Hendriks Horsman |
Willemina is de tweede echtgenote van
Willem |
1775-1803> |
Willem Bartels Hiddink op Haijtinkhof
en Jenneken Hendriks Brinkhuis |
Jenneken is de derde echtgenote van
Willem, mogelijk verhuisd naar Achterkamp? |
1787-1807 |
Arend Nikkels en Gesina Smeenk |
|
1808-1829 |
Arend Nikkels en Willemina Laarhuis |
Willemina is de tweede echtgenote van
Arend |
1829-1844 |
Arend Nikkels en Gerritjen Brinkman |
Gerritjen is de derde echtgenote van
Arend |
1845-1861> |
Lammert Tuitert en Gerritjen Brinkman |
Lammert is de tweede echtgenoot van
Gerritjen |
1868-1872 |
Jan Willem Nikkels en Marianna Graeuwert |
Afkomstig van Elf Uur, vertrekt naar
Elf Uur |
1872-1878 |
Gijsbert Jan Willemsen en Derkjen Gerrits |
Vertrekt naar Grooterkamp |
1878-1895 |
Jan Willem Nikkels en Marianna Graeuwert |
Afkomstig van Elf Uur, Jan Willem vertrekt
wederom naar Elf Uur (nieuw huisnummer 75) |
1895-1905 |
Jan Karel Tuitert en Gerritdina Susanna
Nikkels |
Gerritdina Susanna is de dochter van
Jan Willem en Marianna |
1905-1919 |
Frederik Pieter Schuitemaker en Christina
Louisa Petronella van Dijk |
Afkomstig van 't Wiltinkhof. |
1919-....... |
Frederik Pieter Schuitemaker en Jacqueline
Catharina Georgette Pfeiffer |
Jacqueline Catharina Georgette is de
tweede echtgenote van Frederik Pieter |
|
Huidig adres: Hoofdstraat 43 |
|
|
|
Op de kadastrale kaart staan de drie
huizen ten oosten van de Morrenhof duidelijk aangegeven met de perceelnummers:
340: Haijtinkhof
341: Oldenhof/Elshof
344: Oldenhof/Olthof |
|
|
|
Elshof |
|
Den
25 maart 1789 van Jan Mollhoff, als getrouwd met Janna Elshof, voorts
Lammert Elshof, respectivelijk te Amsterdam en te Vorden woonachtig, te
zaamen erfgenaamen van Geesken Elshoff, den 4 januarij laatstleeden te
Gorssel overleeden, 6 guldens-8 stuijvers-12 penningen, in voldoeninge
van den 50e penning, ter Camere getaxeert den 6 maart 1789, weegens de
op gezeijde persoonen gedevolveerde ongereede perceelen, als 1e 2/3 parten
van het halve Lepperstuk, en 1/3 part zoo aan het Vlasland uit Elshof,
als aan 't halve Kolenstuk uit Warnink, alle onder Vorden, en 2e 1/3 part
aan den halve Oldenhoff, mitsgader aan eene hooij- en kalfsweide onder
Gorssel geleegen. De overledene Geesken Elshoff is de zus van Hendrik
Elshoff die op 20 november 1750 wordt ingeschreven als lidmaat te Gorssel,
hij was afkomstig van Amsterdam en is er mogelijk toen met zijn zus Geesken
komen wonen. Zij zijn kinderen van Lammert Elshof en Judith Abbink. |
|
 |
Den 10 october 1791 ontvangen van
Willem van der Meij, te Gorssel woonachtig, 20 guldens in voldoeninge
van den 50en penning van een huis en verder getimmerte, hof en
land daar bij behoorende, den Oldenhof genaamd, onder dezen schoutampt
in het dorp Gorssel gelegen. Aangekocht van Jan van der Meij,
insgelijks aldaar woonachtig, voor 1000 guldens, op den 1 october
1791.
Arend Zandscholten. In het register van oorlogsschade van 1797-1798
over de periode 1794-1795 wordt hij genoemd als Arent Santscholte.
Ook wel Oldenhof genoemd. Op kaart hiernaast van 1807 genoemd
als d' Oudenhof.
Betreft perceel 341 (huis en erf)
in het kadastrale register van 1832 met eigenaar Arend Scholten.
Het Olthof betreft perceel 344 met eigenaar Willem van der Meij.
Arend Zandscholten (ook wel Scholten genaamd) is overleden 23-02-1844
op het erve Oldenhof en Kunneken van Hummel is overleden 01-12-1836
op het erve Elshof. Dat was is de eerste keer dat deze naam in
een overlijdensakte werd genoemd, de tweede (en laatste keer)
is bij het overlijden van Karel Zandscholten. Dat is een kleinzoon
van Arend en Kunneken en de zoon van Jan Zandscholten en Geertje
Hendriksen.
|
|
|
Akte
11-02-1846: veiling van de bouwplaats den Oldenhof door de zes kinderen
van Arend en Kunneken. Betreft katerstede den Oldenhof bestaande in huis
en erf (341) met bijgelegen bouwland (342), hoekje grond met opgaande
bodem over de weg (986) en een stukje heide (1029) samen 1,2 bunders groot.
Verder nog wat percelen bouwland, weiland en heide. Het huis en erf met
achtergelegen hof den Oldenhof genaamd is in eigendom verkregen door een
koop d.d. 8 mei 1815. Op de veiling is Hendrikus Draaijer met 1020 guldens
de hoogste bieder en koper van de katerstede. |
|
Op 26
augustus 1859 overdracht tussen Hendrikus Draaijer en Jacobus Theodorus
Johannes van Rhijn. Betreft het erf waarvan het huis is afgebrand
met bouwland aan de straatweg te Gorssel = Elshof. Dit betreft de
brand van 20 juli 1859 waarbij Elshof en Haijtinkhof zijn afgebrand,
dat gebeurde tijdens de kerstviering.
Ook Haijtinkhof
brandde toen af, maar werd herbouwd.
Zie ook OMB 2019-2, maar daarin 1861 i.p.v. 1859 vermeld. Jan Hendrik
Draaijer woonde na zijn huwelijk op Klumper op de Eesterbrink. In
het bevolkingsregister van 1861 blijft de pagina van nummer 4 zonder
bewoners maar er staat ook niet geschreven dat het huis afgebroken
is. Wel staat het nieuwe huisnummer 5 van 1866 genoteerd dus er
moet nog iets hebben gestaan. Bijzonder is dat op een nieuwe pagina
in het register huisnummer 4 wel wordt genoemd. Deze werd toen van
22 juli 1863 tot 5 december 1865 bewoond door Jan van Drie en Johanna
van der Ham. Jan was tuinman van beroep en werkte mogelijk op de
Oldenhof.
In het bevolkingsregister
wordt op 25 februari 1871 huisnummer 5 weer opgevoerd. Het betreft
het huis welke na 1898 dienst doet als de schuur van Oldenhof.
In het onderschrift van bijgaande ansichtkaart wordt genoemd "Aan
het boschhek te Gorssel". Op de foto is dan ook goed te zien
dat er nog veel bomen stonden. Mogelijk waren die elzen en komt
de Elshof zo aan haar naam. De foto moet zijn gemaakt tussen 1905
en 1908. In 1905 werd namelijk villa de Haijtinkhof gebouwd en in
1908 werd den Oldenhof verbouwd, op de foto is nog de oude voorgevel
te zien. |
|
|
|
|
|
|
|
1750 |
Hendrik Elshoff |
|
1790-1840 |
Arend Zandscholten en Kunneken van Hummel |
|
1838-1847 |
Jan Zandscholten en Geertjen Hendriksen |
Jan is de zoon van Arend en Kunneken |
1848-1859 |
Hendrikus Draaijer en Hendrika Klein
Baltink |
Afkomstig van Klein Bentink |
1848 |
Jan Hendrik Draaijer |
Jan Hendrik is de broer van Hendrikus
en woonde er waarschijnlijk ook al in 1848 |
1850 |
Harmen Kolkman en Willemina van der
Meij |
Huisnummer 4-2 (dubbele bewoning) |
1851-1860 |
Garrit Hendrik Nekkers en Johanna Alberta
Noteboom |
Huisnummer 4-2 (dubbele bewoning) en
vertrekken naar Ravennest |
1863-1865 |
Jan van Drie en Johanna van der Ham |
|
|
Huisnummer 5 anno 1866, maar geen bewoning |
|
|
|
|
1871-1879 |
Hendrika Beumer en haar dochter Janna
Schutte |
Afkomstig van de Nieuwe Roskam in Epse |
1881-1881 |
Johannes van Maurik en Geertje de Lang |
|
1886-1887 |
Peter Arend Kreder en Antje Zwart |
Afkomstig van Loobult |
1888 |
Carel Jansen van Donzelaar en Geurtje
van Eldik |
Afkomstig van 't Elf Uur |
1890 |
Egbert Kroeze |
|
1898-1898 |
Gerarda Hendrina de Kruijff |
|
|
Einde bewoning, wordt schuur van de
Oldenhof |
|
|
|
|
Oldenhof |
|
Ook
wel Olthof genoemd. Den 27 maart 1790 ontvangen van Jan van der Meij,
binnen dezen schoutampt woonachtig, 19 guldens in voldoeninge van den
100sten penning van een katersteede den Oldenhof geheeten, bestaande in
huijs, hof en verder getimmerte, onder dezen schoutampt in het dorp Gorssel
gelegen, aan Anthonij Olthoff, pro se en als weduwnaar, ervuiter en boedelhouder
van zijne huijsvrouw toebehoord hebbende, door den gevolmachtigden van
Gerhardus Westenberg, med. facult. professor te Deventer, en ehevrouw
F.C. Dapper, nae erholden landrechtelijk verwin gerichtlijk verkogt voor
1900 guldens op den 26 februarij 1790. |
|
 |
Akte
van verband d.d. 19-11-1779 van Antonij Willems Olthof en Gerritjen
Barvelink, zij zijn dan dus ook eigenaar. Ook deze akten anno 1781,
1782 en 1785. Tevens akten van peindinge anno 1786 en in december
van dat jaar een ruiming. Na drie jaren niet aan zijn verplichtingen
te hebben kunnen voldaan wordt op 26 februari 1790 katerstede den
Oldenhof gedwongen verkocht aan Jan van der Meij voor 900 gulden.
Waarschijnlijk is Antonij daarna bij zijn broer Jan op de Belte
gaan wonen. Antonij heeft een zware tijd achter de rug, met het
jaar 1783 als dieptepunt. Dat jaar overleden in de maand september
zijn echtgenote Gerritjen en vier kinderen, waarschijnlijk aan de
dysenterie epidemie die toen heerste. Alleen Antonij en zoon Jan
Willem overleefden de epidemie die nog meer slachtoffers in Gorssel
maakte, maar de familie Olthof werd het zwaarst getroffen.
Den 10 october 1791 ontvangen van Willem van der Meij, te Gorssel
woonachtig, 20 guldens in voldoeninge van den 50en penning van een
huis en verder getimmerte, hof en land daar bij behoorende, den
Oldenhof genaamd, onder dezen schoutampt in het dorp Gorssel gelegen.
Aangekocht van Jan van der Meij, insgelijks aldaar woonachtig, voor
1000 guldens, op den 1 october 1791.
Willem van der Meij was onderwijzer te Gorssel (benoeming in 1792)
en trouwde op 22 juni 1793 met Antonetta Bemers en woonde met haar
op de Kosterie. Hij zal niet op Olthof hebben gewoond en zal deze
hebben verpacht. Dat zou kunnen zijn geweest aan Albert Rensink
en Maria Bosman die op 29 april 1792 zijn getrouwd. Het verklaart
ook de verwarring van de namen Rensink en Olthof?
Kadastrale atlas 1832:
perceelnummer 344 met eigenaar Willem van der Meij.
|
|
|
Op 22 september 1853 branden het woonhuis
en de bakkerij af, evenals de hooiberg en de schuur waarin enkele duizenden
ponden eek waren opgeslagen. Oorzaak van de brand was het drogen van
vlas in de oven. Jan Willem van der Meij en zijn zoon Willem komen daarbij
om het leven. Waarschijnlijk is Hendrika Buitenweerd in de Roskam gaan
wonen maar niet bekend is voor hoelang. Zij woont volgens het bevolkingsregister
anno 1861 op de Groote Haar bij de familie Klinkhamer. Na de brand zal
er een grote villa op het terrein zijn gebouwd en worden bewoond door
Willem Rein Schummelketel die op de Roskam woonde en op 29 december
1854 trouwde met Catharina Johanna de Neijn van Hoogwerff. Op 23 november
1853 sluit Willem Rein een pachtcontract met Albert van der Meij waarmee
hij waarschijnlijk de grond ging pachten. Op 14 mei 1854 koopt hij een
stuk bouwland te Gorssel en mogelijk betreft dit hetzelfde perceel,
waarschijnlijk zal dit de grond zijn waarop hij de villa liet bouwen.
Op 3 maart 1854 richt hij samen met Albert van der Meij en vele andere
(voorname) eigenaren een naamloze vennootschap op, dat zijn Hester van
Calker, Antoni Brants, Albert Roeterdink, Gerrit Roeterdink, Johan Anton
de Keller, Jacobus Sappius Gravestein, Antonus Kloosterboer, Manus Pasman,
Engbert Jan Dommerholt, Gerrit Dikkers, Gerrit Koersen, Arend Kornegoor,
Jan Willem van der Meij, Joachemus Coops, Klaas Buitendorf, Jan Braakman,
Laurens Kleijn en Johan Anthon de Keller.
Op 14 april 1859 verkoopt Willem Rein het huis "Mariënlust"
met erf, schuur en tuin te Gorssel aan Jacobus Theodorus Johannes van
Rhijn en daags tevoren houdt hij een erfhuisverkoping.
Op 26 augustus 1859 overdracht tussen Hendrikus Draaijer en Jacobus
Theodorus Johannes van Rhijn. Betreft het erf waarvan het huis is afgebrand
met bouwland aan de straatweg te Gorssel = Elshof.
Op 23 oktober 1865 wordt den Oldenhof verkocht
en omschreven als "een voor weinig jaren geheel nieuw gebouwd heerenhuis,
bevattende negen kamers, een warande, keuken, kelder, zolder, koetshuis
met stalling, een bloemenkas, tuinmanswoning met koestal, afgesloten
moestuin en een terrein van vermaak. Het terrein was 1 bunder, 24 roeden
en 40 ellen groot en werd aangeboden voor 5.555 guldens. Bron: Den Oldenhof
- Gorssel van Willem de Rode en akte d.d. 09-10-1865: betreft "Het
Oldenhof" bestaande uit herenhuis met koetshuis en stalling, tuinmanswoning,
bouw- en weidegrond in het dorp Gorssel (ingesloten bij akte nr. 3784).
Maar betreft een bedankte veiling.
|
|
Op 2
februari 1866 overdracht aan Gerrit Reijns Jans Beerta van het buitengoed
"Den Oldenhof" bestaande uit een herenhuis met koetshuis
en stalling, bloemenkas en tuinmanswoning in het dorp Gorssel. Gerrit
Reijns Jans Beerta is gehuwd met Loeka Hulshof en zij gaan er wonen
met Trientje Beerta, de zus van Gerrit. Trientje overlijdt op 26
maart 1876 en Gerrit op 26 juni 1877 waarna Luka alleen achterblijft
met waarschijnlijk wel een dienstmeid. Luka verkoopt daarna den
Oldenhof bestaande uit een herenhuis, tuinmanswoning, koetshuis,
moestuin, bouw- en weidegrond en terrein van vermaak. Het betreft
de kadastrale percelen E1780 (huis en erf), E1916 (bouwland) E 1915
(nog een huis en erf). Het geheel wordt verkocht voor 6110 gulden
aan Gijsbert Jacob Dijkman uit Nijverdal.
Bijzonder is dat Luka onder curatele is gesteld en dat de opbrengst
van de verkoop bestemd is voor het voorzien in haar levensonderhoud,
haar lot te verzachten en zoveel mogelijk haar genezing te bevorderen.
Ook wordt genoemd dat de opbrengst van beide huizen laag zullen
zijn i.v.m. benodigde reparaties. Dat is ook de reden dat het verkocht
moet worden. Bijzonder is ook
de beschrijving van roerende goederen die worden verkocht. Zij staan
namelijk in de groote huize, kleine huize, slaapkamer, middenkamer,
kantoor, gang, keuken, berghok, zolder, bovenkamer en in het koetshuis.
Het kaartje hiernaast
is van 1867. In het bruine gedeelte zullen de opstallen van de Oldenhof
zijn ingetekend. Mogelijk hoorde daar het het gebouw ook bij welke
op het lichtbruine gedeelte eronder is ingetekend. Het gebouw rechtsonder
is het Haijtinkhof. |
|
|
|
 |
Op 28
april 1884 verkoopt Gijsbert Jacques Dijkman buitengoed "De
Oldenhof" te Gorssel aan Andries de Meeter, directeur van de
Nederlandsche Mettray. Hij kocht deze op 29 oktober 1877 van Loeka
Hulshof en op 10 mei 1878 gaat hij er met zijn echtgenote Charlotta
van Everdingen wonen. Loeka verhuist naar de Roskam en overlijdt
daar niet veel later op 1 september 1878.
Op 30 januari 1892
verkoopt Willem van der Meij buitengoed "De Oldenhof"
te Gorssel, sectie E nr. 2879 aan Alida de Munnik.
In 1908 kreeg architect J.G. Wattjes opdracht voor het ontwerpen
van een verbouwing van den Oldenhof. |
|
|
Schuldbekentenis d.d. 01-10-1915 van Frederik Pieter Schuitemaker aan
Jeanne Louise Cornelie Scholl van Egmond, betreft gebouwen en gronden
van "Den Oldenhof ", "Veldzicht " en "Haitinkhof"
te Gorssel, sectie E nrs. 2879, 3209, 2962, 3210 en 1811. Jeanne Louise
Cornelie Scholl van Egmond verhuist november 1915 naar een nieuw huis
aan de huidige Zutphenseweg 20 en woont daar samen met Alida de Munnink.
De Oldenhof dient vanaf dan niet meer als woonhuis maar alleen als zenuwlijdersgesticht.
Nieuwe eigenaar Frederik Pieter Schuitemaker woont op 't Haijtinkhof en
blijft daar wonen. |
|
|
|
|
1725 |
Jan Jansen op Olthof |
Momber over Juda Jansen Klein Hulse |
1736-1752 |
Willem Jansen Olthof en Willemken Gerrits
Franken |
Het echtpaar is afkomstig van de Roskam,
Willemken is mogelijk het nichtje van Jan Jansen op Olthof. |
1753-1780~ |
Jan Hendriksen en Willemken Gerrits
Franken |
Jan is de tweede echtgenoot van Willemken |
1771-1790 |
Antonij Willems Olthof en Gerritjen
Barvelink |
Antonij is de zoon van Willem en Willemken |
1792-....... |
Albert Everts Rensink en Maria Berents
Bosman ??? |
|
1815 |
Jan Brinkman en Gerritjen Wiltink |
Getrouwd 13-10-1805, het echtpaar woont
later op Bijgeval |
1821 |
Jan Lucas Willemsen en Willemina van
der Meij |
Broodbakker, Willemina is dochter van
eigenaar Willem van der Meij |
1837-1853 |
Jan Willem van der Meij en Hendrika
Buitenweerd |
Jan Willem is de broer van Willemina |
1846-1849 |
Harmen Kolkman en Willemina van der
Meij |
|
1854-1859 |
Willem Rein Schummelketel en Catharina
Johanna de Neijn van Hoogwerff |
Eerste bewoners van het nieuwe herenhuis |
1859-1866 |
Jacobus Theodorus Johannes van Rhijn
en Philippina van Kampen |
Huisnummer 6 anno 1866 |
1866-1878 |
Gerrit Rijnd Jan Beerta en Loeka Hulshof |
|
1878-1884 |
Gijsbert Jacob Dijkman en Charlotta
van Everdingen |
|
1884-1891 |
Andries de Meeter en Dorothea Hendrica
de Meijer |
|
1892-1915 |
Jeanne Louise Cornelie Scholl van Egmond |
Ziekenverpleegster en later directrice
sanatorium zenuwlijderessen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Musica |
|
|
|
1884-1895 |
Jan van der Meij en Johanna
Gerharda Wansink |
Eerste hoofdbewoners |
1895-1925 |
Jan van der Meij en Johanna Willemina
Palsenberg |
Johanna Willemina is de tweede echtgenote
van Jan |
1921-....... |
Willemina Schoemaker |
Huishoudster van Jan van der Meij, later
gehuwd met Petrus Johannes Plant |
.......-1943 |
Petrus Johannes Plant en Maria Gerritdina
van Brakel |
Samen met mej. A.W. Ingenegeren anno
1952 |
1943-1969> |
Petrus Johannes Plant en Willemina Schoemaker |
Samen met J.H.A. Welsenaar anno 1969 |
|
|
|
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 30 |
|
|
|
|
Nieuwe
Roskam |
|
Ook wel genaamd Weltevreden. Zal zijn gesticht
tussen 1831 en 1836. Volgens OMB 2014-1/19 omstreeks 1836. Zeker na
1832 omdat het huis niet op de kadastrale kaart staat. In 1836 wordt
een akte op naam van Philippus Dommerholt opgemaakt i.v.m. een hypotheek
groot f 1000.- op een NIEUW te bouwen huis op een stuk land genaamd
den Bloemhof - met een kolk. Dat zal betrekking hebben op de Nieuwe
Roskam maar wel opmerkelijk omdat de plek niet dichtbij een kolk ligt.
Maar het land den Bloemhof kan uitgestrekt zijn geweest en de kolk kan
aan de andere kant hebben gelegen. Dat is dan de kolk in de buurt van
Bijgeval waar Philippus en Maria later ook een huis hebben gebouwd.
|
|
 |
Eerste
bewoners zijn Philippus Dommerholt en Maria van der Meij die eerder
op de Roskam woonden. Philippus was daar herbergier maar moest deze
baan overgeven aan Jan Willem van der Meij, hiervoor was in 1835
een gerechtelijke uitspraak nodig. Een aantal jaren daarna is er
een gedeelte bij de Nieuwe Roskam aangebouwd zodat zijn oudste zoon
Zwier, inmiddels weduwnaar, met zijn twee kinderen daar ook kon
wonen. Zij verkopen Weltevreden op 13-01-1848 aan Albert van der
Meij. Betreft 2 huizen (waarschijnlijk door de dubbele bewoning)
en diverse gronden. Ze bouwen een nieuw huis op het land den Bloemhof
en het huis wordt onder deze naam verderop deze pagina besproken.
In 1836 liet Philippus Dommerholt, toen zestig jaar, nieuwbouw verrichten
op een stukje grond dat kadastraal bekend stond als sectie C, nr.
371. Het was eigendom van de kerk in Gorssel. De familie Ph. Dommerholt
was ook de eerste bewoner van het nieuwe huis, dat de naam kreeg
De Nieuwe Roskam. Om onbekende redenen werd het ook wel Weltevreden
genoemd. De naam De Nieuwe Roskam was niet zomaar gekozen; vanaf
1836- 1840 was het pand zonder nummer. Van 1840 - 1870 had het pand
De Nieuwe Roskam huisnummer 6. Bron: OMB 2006-4. Omstreeks 1838
bouwde Philippus de molen in Epse.
Op 3 mei 1854 gaat het bouwmanshuis met kamer over op de kinderen
Dommerholt bij akte van 15 april 1854. Philippus Dommerholt en Maria
van der Meij waren eigenaar en Zwier Dommerholt was de bewoner,
hij was landbouwer van beroep.
|
|
|
Op 28 augustus 1859
overlijdt Coenraad van der Linden en op 2 november van dat jaar wordt er
een erfhuis gehouden op Weltevreden, zoals in de krant staat vermeld. |
|
Verkoop
31 januari 1894: F. LENSELINK: 3 Lindeboomen op stam 2 blauwe hardsteenen
Gootsteenen , houten Dakgoten, en verdere Afbraak aan zijn huis
„Weltevreden" in het dorp Gorssel.
Frans Lenselink was schilder van
beroep en woonde van 11 juli 1898 tot 8 juli 1899 niet in Gorssel,
maar zat gevangen in Arnhem.
In de periode 1930-1939 verhuizen Johannes van Loenen en Emma
Janssen naar een nieuw huis met huisnummer G64a>67 = Joppelaan
1 (de Uiver). Zij bouwen er dit huis naast de werkplaats, die
volgens de steen in de muur al in 1923 was gebouwd.
In deze werkplaats worden schroeven voor dieselmotoren in schepen
en molens gemaakt.
Dit is de winkel van Harmen (Berends) van Loenen. Op de foto zien
wij v.l.n.r. zijn zoon Evert, zijn dochter Marie, zijn echtgenote
Grada Antonia Jebbink en zijn dochter Grada. Berends van Loenen
is de familienaam van oudsher maar de familie werd van Van Loenen
geregistreerd, alleen op de winkel prijkte dus nog de oude naam
H. Berends van Loenen.
|
|
|
|
1836-1848 |
Philippus Dommerholt en
Maria van der Meij |
Huisnummer 6 anno 1841 |
1848-1859 |
Coenraad van der Linden en Antje Geertruij
Brants |
|
1860-1863 |
Anne Catharinus Philippus van Vierssen
en Antje Walburg |
Huisnummer 8 anno 1866 |
1863-1867 |
Gijsbertha Wilhelmina van Lith |
Weduwe van Johannes Coenraad van Eijk |
1867-1872 |
Marinus Westveer en Maria Hendrika Colpaard |
|
1872-1884 |
Jan van der Meij en Johanna Gerharda
Wansink |
Verhuizen naar nieuw huis Musica |
1884 |
Vele anderen |
|
1894-1919 |
Frans Lenselink en Garritjen Bruggink |
Afkomstig van Hofman |
1919-1934 |
Johannes van Loenen en Emma Janssen |
Loodgieter, afkomstig van G47 waar Theodoor
Lenselink, zoon van Frans, gaat wonen |
1934-1969> |
Abraham Loois en Margaretha Tichelaar |
|
|
|
|
|
Dubbele bewoning, huisnummer 8-2 |
|
1870 |
Jan van den Vlekkert en Christina Herms |
|
|
etc. |
Na 1889 onbewoond |
1890-1892 |
Coendert Eskes |
|
1892-1893 |
Pieter Jacobus de Bruin |
|
1894-1895 |
Harmen Jan Klooster en Derkje Weekholt |
Vertrekt naar Klein Reuvekamp |
1895-1897 |
Albert Gerhard Dolleman en Janna Langenkamp |
|
1900 |
Bartjen van den Heuvel |
|
1904-1904 |
Frederik Kreunen en Sophia Versteeg |
Vertrekt naar pension Juliana |
1905-1906 |
Anna Catharina van Brakel |
|
1906-1907 |
Jan Albert Loman en Gerritdina Maria
Peters |
|
1907-1909 |
Franciscus Hendricus Antonius Scholten |
Afkomstig van Hoofdstraat 44 |
1909-1910 |
Antonius Scholten en Alberdina Geertruida
Overgoor |
Antonius en Alberdina Geertruida zijn
de ouders van Franciscus Hendricus Antonius |
1911-1952 |
Harmen van Loenen en Grada Antonia Jebbink |
Afkomstig van Puntenburg |
1969 |
Evert en Maria Wilhelmina Evertje van
Loenen |
Evert en Maria zijn de kinderen van
Harmen en Grada Antonia |
|
|
|
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 32 en 34 |
|
|
|
|
Schilder |
|
 |
Het
huis is gebouwd tussen 1856 en 1859. In 1856 woont Evert Jan van
der Heijden namelijk nog op huisnummer 8c (Scholten).
Op 29 oktober 1863
verkoopt Evert Jan aan broer Jan Karel van der Huijden een huis
en erf met bouwland in de kom van het dorp Gorssel. Meester schilder
Jan Karel van der Heijden laat deze veilen in 1867. Het betreft
een huis en erf met aangelegen bouwland zijnde het toegezaaide roggeland
Stoppelblock, perceelnummers E 1774 en 1775. De veiling wordt gedaan
samen met Abraham van den Bovenkamp die een perceel bouwland genaamd
de Biezenakker in den Enk laat veilen, betreft kadastrale nummers
E 443, 444 en 445. Het huis wordt door Jan Karel zelf afgemijnd
op 2390 gulden en wordt dus niet verkocht.
Op 25 september 1868 wordt er namelijk opnieuw geveild en is de
koper Hendrik Brummelman die wij in 1869 zien als nieuwe bewoner.
Een huisnaam is niet bekend en de werktitel Schilder is afgeleid
van het beroep van de gebroeders van der Heijden die huisschilder
waren. Later is er de kledingzaak van Hekkelman gevestigd.
Circa 1960 is de woning
afgebroken en herbouwd, in ieder geval het voorste gedeelte. Er
woonden twee dames (zussen?) in bij Enzerink, dat waren Jenneken
en Nelleken. Mogelijk is dat Jenneken Fransen maar haar zus Petronella
Fransen is al in 1944 overleden.
Luchtfoto: achter het huis staat een gebouwtje en dat was de schilderswerkplaats
en het huis links op nr 53 was een bloemenzaak van de familie Brinkman
(ome Jo en tante Teun) en daarnaast op nr 55 Bechtle 's sigarenmagazijn
en herenkapsalon (deze is niet te zien op de luchtfoto hiernaast). |
|
|
|
1859-1864 |
Evert Jan van der Heijden
en Jenneken Albers |
Eerste hoofdbewoners |
1864-1868 |
Jan Karel van der Heijden en Harmina
Willemsen |
Jan Karel is de broer van Evert Jan |
1869-1871 |
Hendrik Brummelman en Geertruid Ilbrink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners,
afkomstig van Nijhuis |
1871-1929 |
Arnoldus Enzerink en Jacoba Henrika
Brummelman |
Jacoba Henrika is de dochter van Hendrik
en Geertruid |
1912-1952> |
Gerrit Johan Enzerink en Jenneken Fransen |
Gerrit Johan is de zoon van Arnoldus
en Jacoba Henrika |
1969 |
H.H. Hekkelman |
|
|
5a>7>28>35>43>54>71>74>
Hoofdstraat 47 |
|
|
|
|
|
Dubbele bewoning |
|
1861-1870 |
Bernardus Willemsen en Jannetjen Alink |
Was Abraham van den Bovenkamp eigenaar
van Alink en mogelijk ook Schilder? |
|
7-2 |
Bernardus is de zwager van Herman Adolf
van der Heiden, broer van Evert Jan en Jan Karel |
|
Mogelijk is onderstaande een vervolg
van dubbele bewoning: |
|
1888-1891 |
Carel Frans van Middeldijk en Hendrika
Pieternella de Haan |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig van
Nooitgedacht |
1892-1906 |
Dirk van Driesum en Grietje de Jong |
Grietje verhuist naar Nooitgedacht na
overlijden van Dirk |
1906-1910 |
Leonard Wesselink en Gerharda Alberdina
Dijkerman |
|
1910-1910 |
Frans Johannes Goedhart en Catharina
Gerarda Loep |
|
1910-1910 |
Jan Christiaan van Leeuwen en Lucia
Gijsberta Aalbers |
|
1910-1911 |
Harmen van Loenen en Grada Antonia Jebbink |
Het echtpaar verhuist naar de Nieuwe
Roskam |
1911-1914 |
Elisabeth Pijpers - van de Voort |
|
1914-1915 |
Gesinus Nomden en Everdina Wilhelmina
Gorseling |
|
1916-1920 |
Gerrit Johan Brinkman en Aartje Fidder |
Afkomstig van huisnummer G241, zij verhuizen
naar Puntenburg |
|
13a>29>36>44 |
|
|
|
|
Enzerink |
|
|
|
1916-1976 |
Arnoldus Enzerink en Hendrika
Ilbrink |
Eerste hoofdbewoners |
.......-1969> |
Arnoldus Jan Enzerink en G. Wassink |
Arnoldus is de zoon van Arnoldus en
Hendrika, hij woonde op huisnummer 75a (dubbele bewoning) = Hoofdstraat
51 anno 1951 |
|
|
|
|
|
|
|
G45b>55>72>75 Hoofdstraat 49
anno 1951 |
|
|
|
|
Smedeij |
|
 |
Akte 03-10-1862: Familie van der
Meij verkoopt aan Johan Bernard Liefferink: huis en erf met tuin
en bouwland aan de weg van Zutphen naar Deventer, gemeente Gorssel
10-10-1884: Jan Willem van der Meij (kastelein) verkoopt aan Martinus
Brinkman (smid) voor 1000 gulden twee huizen en erven (E2284+2285)
met daarbij gelegen perceel bouwland (E1865). Jan Willem had dit
verkegen op 26-09-1867 bij akte van toewijzing. Gekocht van Johan
Bernard Liefferink: huis en tuin en bouwland onder Gorssel. In
april was ook al een eerste veiling maar toen nog niet verkocht.
De smederij kreeg in 1910 huisnummer 42. In september 1912 ontstond
tijdelijk huisnummer 42a bewoond door Albert Reugebrink en Fredrika
Pieternella Webbink. Vooralsnog aangenomen dat dit een dubbele
bewoning van de smederij is geweest.
In het huizenregister van 1921 woont
G.J. Leuvenink op huisnummer 52 en is huisnummer 53 de werkplaats
van G.J. Leuvenink.
|
|
|
1849-1866 |
Johan Bernard Liefferink
en Willemina Antonia Greevink |
|
1867- |
Derk Jan Braakhekke en Hendrika Blaauwhand |
|
1868-1873 |
Gerrit de Graaf en Johanna Wildeboer |
|
1874-1913 |
Martinus Brinkman en Janna van Ark |
|
1899-1913 |
Gerrit Jan Brinkman en Johanna Alberdina
Boterman |
Gerrit Jan is de zoon van Martinus en
Janna |
1913-1951< |
Gerrit Jan Leuvenink en Hendrika Berendina
Mensink |
Zij wonen anno 1951 op Elisabeth |
.......-1969> |
Gerrit Jan Leuvenink en Marie Silvold |
|
|
Hoofdstraat 36 |
6a>9>27>34>42>52>69>71 |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1849-1865 |
Hendrik Willem Dommerholt en Hendrika
Stoelhorst |
Woonden er met zekerheid in 1851, op
huisnummer 6a2 |
1865 |
Marinus Jochem Sjaak en Gerritjen Beeks |
|
|
Gerrit Jan Eenink en Johanna Derkjen
Sarink |
|
1869-1870 |
Joseph Gosschalk Stern |
|
1870-1881 |
Garrit Jan Wonnink en Anna Muller |
Zij verhuizen naar Bloemhof |
.......-1884 |
Hendrik van Loo en Therèse Elisabeth
Lücke |
|
1912-1913 |
Albert Reugebrink en Fredrika Pieternella
Webbink |
Huisnummer 42a |
|
|
|
Slagerij
Hoofdstraat |
|
 |
Op
2 april 1910 koopt Antonius Scholten een perceel grond gelegen te
Gorssel van Martinus Brinkman van de Smederij. Antonius woont dan
nog in op de Nieuwe Roskam, hij koopt dus grond van zijn buurman.
De grond is gelegen aan de linkerzijde van de Smederij en Antonius
laat hier een nieuw huis met slagerij bouwen en start hier een varkensslagerij.
Antonius is getrouwd met Elberta Geertruida Maria Overgoor en zij
hebben twee kinderen, zoon Frans en dochter Annie. Dochter Annie
woont nog bij haar ouders en zij verhuizen in oktober 1910 naar
het nieuwe huis. Zoon Frans is al getrouwd en woont in Zutphen waar
de familie Scholten eerder woonde. Overigens woonde hij voor zijn
ouders in de periode 1907-1909 op de Nieuwe Roskam, zijn ouders
namen zijn plek in. Frans was toen al slager van beroep.
Antonius overlijdt op 12 juni 1919 en Elberta gaat door met de slagerij
als winkelierster van vleeschwaren. In 1921 neemt zoon Frans de
slagerij over en hij verhuist op 19 april 1921 met zijn echtgenote
Allegonda Theodora Maria Gruijters naar Gorssel. Het echtpaar heeft
geen kinderen. Frans rijdt als eerste persoon in Gorssel met een
T-Ford. Hij overlijdt in 1956 en zijn echtgenote het jaar erop,
zij wonen dan in Wehl. Hier zijn zij in 1956 naartoe verhuisd.
Omdat er geen kinderen waren, erfde een zoon van Annie de slagerij
die hij in 1957 voor 23.000 gulden verkocht aan knecht Hendrik Willem
Woertman. Deze naam is vele jaren verbonden geweest aan de winkel.
Tegenwoordig is hier gildeslager Rodenburg gevestigd.
|
|
|
1910-1921 |
Antonius Scholten en Elberta
Geertruida Maria Overgoor |
Eerste hoofdbewoners |
1921-1956 |
Franciscus Hendrikus Antonius Scholten
en Allegonda Theodora Maria Gruijters |
Franciscus Hendrikus Antonius is de
zoon van Antonius en Elberta Geertruida Maria |
1957-1969> |
Hendrik Willem Woertman en Grietje Kempink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 38 |
Huisnummer G43a>56>73>73 |
|
|
|
Bolle |
|
|
Het lijkt erop dat op deze
plek eerst de familie Dommerhold heeft gewoond en dat die rond
1890 zijn verhuisd naar dokter Gooszen en later op hetzelfde perceel
de bakkerij van Stoelhorst hebben gebouwd. Op de kaart van 1889
staan "Bolle" en "Dokter Gooszen" beiden aangegeven.
Hun oude huis zal waarschijnlijk wel zijn afgebroken en in 1914
zal toen een nieuw huis op deze plek zijn gebouwd, ook gezien
de bouwstijl van dit huis.
Op 18 september 1920 komt Albertus Hasselaar in het huis wonen.
Hij is getrouwd met Anna Petronella Kikkert maar zij woont op
Duin en Bosch te Castricum. Albertus is boekhouder van beroep
en gaat er wonen met huishoudster Louisa Barendina Huijgen met
wie hij later (na 1943) zou trouwen. Albertus en Louisa kwamen
beiden van hetzelfde adres in Deventer waar zij woonden bij Bernardus
Brinkman en Gerritdina Denekamp.
De familie Bolle heeft de kruidenierswinkel van Braskamp overgenomen
en maakte er samen met Bötzel een supermarkt van.
|
|
|
Volgens info familie Muileman
was de winkel in de jaren '30-40 van de familie Wijnbergen en kwam
Braskamp er na de oorlog. De familie zou het kunnen weten want zij
woonden van ongeveer 1932 tot 1948 aan de linkerkant van het huis.
Op de foto hiernaast zien wij Derk Jan Muileman staan en op de foto
is goed te zien dat het een diep en dus ruim huis is die daardoor
geschikt was voor dubbele bewoning. |
|
|
|
1865-1890~ |
Hendrik Willem Dommerhold en Hendrika
Stoelhorst |
Eerste hoofdbewoners, maar ook zo genoemd
bij bakkerij Stoelhorst en dokter Gooszen, dat nog goed uitzoeken |
1880-1890~ |
Gerrit Willem Dommerholt en Willemina
Klaasen |
Gerrit Willem is de zoon van Hendrik
Willem en Hendrika |
|
|
|
1914-1915 |
Hendrik Hulsegge en Hendrika Hutteman |
Eerste hoofdbewoners van het nieuwe
huis (linkerkant) |
1915-1916 |
Johanna Kempink |
|
1916-1920 |
Adriana Julia Nakken |
|
1920-1924 |
Albertus Hasselaar |
|
1924-1930 |
Gerrit Witteveen en Fredrika Jacoba
Mellink |
|
1930-1932 |
Albertus Slont en Frederika Hartsuiker |
|
1932-1948~ |
Derk Jan Muileman en Berendina Hendrika
Denekamp |
Het echtpaar verhuist tussen 1947 en
1949 naar een Manegewoning aan de Veldhofstraat |
1951 |
H. Rietman |
|
|
|
Huisnummer G44a>58>75>77 =
Hoofdstraat 42 anno 1951 |
|
|
|
1920-1931 |
Johannes Brinkman en Teuntje
Renes |
Eerste medebewoners van
het nieuwe huis (rechterkant) |
1931-1933? |
Johannes van 't Hul en Hermina Catharina
Nagtegaal |
Meubelzaak, verhuisden later (voor 1939)
naar pand tegenover de Roskam. Mogelijk 1935 want toen werd het woonhuis
verbouwd naar winkelhuis. |
1933?-1951> |
Winkel R.H. Braskamp |
Onbewoond, ook in 1951 nog genoemd als
winkel R.H. Braskamp |
1969 |
Onbewoond, maar nummer 42 D.W. Bolle |
In 1964 wordt op nummer 42 een bloemenwinkel
opgericht |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, stond op plek
Hoofdstraat 40 |
G57>74>76 = Hoofdstraat 40 anno
1951 |
|
|
|
Foto
is van overkant van de weg: 1e pand vanaf de rechterkant oude postkantoor,
dan de boekwinkel vd familie Boudewijn, daarnaast heren kapsalon
en rookartikelen vd familie Bechtle en het 4e pand bloemisterij
vd familie Brinkman. Bron: Tonnie Bechtle bericht FB 091220.
Nummer 53 was een bloemenzaak
van de familie Brinkman (ome Jo en tante Teun). Dat zijn Johannes
Brinkman en Teuntje Renes die in de periode 1930-1939 nog op G57>74
woonden en in diezelfde periode verhuisden naar naar nieuw huisnummer
G76(a)>78 = Hoofdstraat 53. Dat is in 1931 geweest, want op 10
januari 1931 een vergunning voor een woon- en winkelhuis met schuurtje.
Johannes Brinkman was tuinman van beroep. Hij woonde eerst bij de
familie Geerdes en na zijn huwelijk op de tuinmanswoning van de
Oldenhof. Vanaf 1920 op huisnummer G57>74. |
|
|
|
|
Hoofdstraat
44 |
|
 |
Dit betreft het middelste
huis op de foto hiernaast. Huis links is van Stoelhorst en huis rechts
is later van Bolle.v |
|
|
1897-1898 |
Gerrit Snellenberg en Gerritdina
Harmina Scholten |
Eerste hoofdbewoners |
1898-1899 |
Herman Brinkman en Maria Willemina Koldewe |
|
1899 |
Lammert Jan Kamphuis en Johanna Kronenberg |
|
1901-1907 |
Willem Tijsse Klasen en Maria Weeren |
|
1907-1907 |
Franciscus Hendricus Antonius Scholten |
Vertrekt naar de Nieuwe Roskam |
1907-1917 |
Hendrikus Willem Denekamp en Lammerdina
de Weerd |
Vertrekt naar Bloemhof (nieuwbouw) |
1917-1919 |
Johannes van Loenen en Emma Janssen |
Verhuizen naar de Nieuwe Roskam |
1919-1951> |
Theodoor Lenselink en Jenneken Hietbrink |
|
1969 |
Frans Lenselink |
Frans is de zoon of broer van Theodoor |
|
|
|
1951 |
Mej. A. van de Lande |
Hoofdstraat 46 anno 1951 |
|
|
29b>39>47>60>77>82>
Hoofdstraat 44 anno 1951. |
|
|
|
Stoelhorst
en dokter Gooszen |
|
Op
15 februari 1865 koopt Hendrik Willem Dommerholt een huis voor afbraak
in het dorp Gorssel van Jan Hendrik Gooszen. Waarschijnlijk betreft dit
de Groote Haar en Hendrik Willem betaalt er 150 gulden voor. Mogelijk
heeft hij de stenen gebruikt voor de bouw van een nieuw huis die wij hier
beschijven. De bouw is in ieder geval voltooid voor 7 november 1865 want
dan worden Hendrik Willem Dommerhold en Hendrika Stoelhorst ingeschreven
op huisnummer 10 en zij zullen er al in oktober zijn komen wonen. Het
echtpaar is namelijk afkomstig van de Smederij waar zij inwoonden bij
de familie Liefferink en de volgende bewoners kwamen daar op 25 oktober
1867 wonen. |
|
 |
Stond
dokter Gooszen ongeveer op de plek van flat de Bloemenkamp? Zie
oude kaarten, daar stond iets.
Ook op een oude foto van bakkerij Stoelhorst is te zien dat achter
het huis iets staat en wel ongeveer op de plek van het kaartje hieronder.
Mogelijk is dat in 1865 gebouwd en is de bakkerij op de foto hiernaast
later gebouwd, dan kan dan in 1890 zijn geweest. Hendrik Willem
Dommerhold en Hendrika Stoelhorst wonen tot 1890 namelijk op huisnummer
10>31 en in het bevolkingsregister van 1890 ineens op huisnummer
31a. Het lijkt erop dat de a erachter is gezet toen zij in een nieuw
huis zijn gaan wonen en dat is dan de bakkerij op de plek waar later
de Rabobank stond. Huisnummer 31a wordt in 1900 nummer 40. Op huisnummer
31 wordt op blad 220 Karel Jansen van Donselaar ingeschreven, hij
is afkomstig van 't Nieuw Moldershuus. Er staat geen jaartal bij
maar zal 1896 zijn geweest. Mogelijk is de bakkerij dus in 1896
gebouwd.
Op de kaart hieronder van 1889 staat de bakkerij nog niet aangegeven,
wel een pand iets verder van de Hoofdstraat ongeveer op de plek
van het oude postkantoor. Huisnummer 31 wijzigt in 40. Mogelijk
is dit het huis van Bolle, deze staat al wel op de kaart van 1889.
Hendrik Willem verkoopt
aan Gerrit Willem op 31-05-1895: huis te Gorssel, sectie E nrs.
2719-2720. Dat is het huis van de Rabobank. Perceel Bolle was 2749.
|
|
|
Van
mei 1918 tot januari 1919 wonen bakker Hendrik Mensink en zijn echtgenote
Henders van Swieten op nieuw huisnummer G42a. Daarna komt dit huisnummer
alweer te vervallen.
Frederik Palsenberg is loasarbeider en later varkenshouder. In de
periode 1921-1930 verhuist zijn familie naar huisnummer G90b>136>157
= Nijverheidstraat 10 anno 1951. Is dit Nijverheidsstraat 20 van
later? |
|
|
|
1865-1896 |
Hendrik Willem Dommerhold
en Hendrika Stoelhorst |
Eerste hoofdbewoners |
1880-1896 |
Gerrit Willem Dommerholt en Willemina
Klaasen |
Gerrit Willem is de zoon van Hendrik
Willem en Hendrika |
1896-1900 |
Karel Jansen van Donzelaar en Geurtje
van Eldik |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1900-1907 |
Willem Wunderink en Aaltje Heuvelink |
|
1908-1930< |
Frederik Palsenbarg en Aaltje de Groot |
|
|
|
Huisnummer 10>10>31>41>49>64>
Dokter Gooszen |
|
|
|
1896-1903 |
Hendrik Willem Dommerhold en Hendrika
Stoelhorst |
Eerste hoofdbewoners |
1896-1934 |
Gerrit Willem Dommerholt en Willemina
Klaasen |
Gerrit Willem is de zoon van Hendrik
Willem en Hendrika |
1915-....... |
Hendrik Stoelhorst en Hendrika Johanna
Dommerholt |
Hendrika Johanna is de dochter van Gerrit
Willem en Willemina |
1947-....... |
Gerrit Willem Stoelhorst en Aaltje Kalfsterman |
Gerrit Willem is de zoon van Hendrik
en Hendrika Johanna |
|
|
|
|
|
Huisnummer G31a>40>48>63>81>86
= Bakkerij Stoelhorst = Hoofdstraat 48 anno 1951 |
|
|
|
Rensink |
|
Renssinck
wordt genoemd in de pondschatting van 1494 met eigenaar Wichmar ten Walle
die ook eigenaar was van de gelijknamige boerderij 't Walle maar wel woonde
op 't Renssinck. Het is niet de eerste vermelding van de boerderij want
in 1382 wordt al een Wernken Rensinc genoemd. In een rekening van 1382
wordt de naam van Wichgert ten Punte genoemd en mogelijk heeft hij al
iets te maken met boerderij Rensink. In de pondschatting van 1492 wordt
namelijk geen Rensink genoemd maar wel 't goet ten Putte waarvan Albert
van 't Eschede dan eigenaar is. In het Markeboek van Gorssel staat op
7 juni 1549 geschreven "Dat andere hek bij het klaphekke zullen bewaken
Ten Bussche, Ffrancken, Stalbrinck, Ten Walle, Haykynck, Roterdinck en
Putte een ieder naar zijn waar". |
|
 |
Op 4 juni 1627 verkopen Sander Jacobsen
en zijn huisvrouw Truijde Rensinck 't goet Rensinck aan Gerrit
Alberts op Smeijnck in Gorssel en Hermantien Lubberts. Verpondingskohier
1646: Rensinck, eigenaar Gerrit Alberts.
Rudolph Jan Staring, I.U.D. een gemachtigt Stadhouder en Rigter
van den HoogWlgeboren Gestrengen Heer Wilem Hendrik Vrijheer van
Rouwenoirt enz., Scholtis binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat
Aaltjen Lentink, Jan Nellink en zijn vrouw Anna Willemina Lentink,
en Aalbert Lentink en zijn vrouw Geesken van Dijk overdragen aan
Mr. Hendrik Frederik Brouwer, Burgemeester der Stad Deventer en
zijn vrouw Harmanna van Suchtelen het erf en goed Rensink, gelegen
in Gorssel en een vierde part van een whare in de Gorsselsche
Waerden., 1770 november10.
Genoemde Lentink personen zijn achterkleinkinderen van Gerrit
Alberts ten Bosch wiens derde echtgenote is geweest Evertien Rensink.
Dit echtpaar woonde op 't Smeenk in Gorssel. De genoemde achterkleinkinderen
zijn de kinderen van Lambert Alberts Lentink. De naam Lambert
komt mogelijk van Lambert Lambertsen en hij is dan waarschijnlijk
de vader geweest van Evertien. Evertien trouwde omstreeks 1640
en zal toen op 't Smeenk zijn gaan wonen. Mogelijk was zij nog
het enige kind van Lambert en is het huis na zijn dood in/voor
1644 verpacht aan Tonnis Tansen Rensinck etc.
Bij graafwerkzaamheden bij een verkocht
huis aan de Bongerd omstreeks 2017 zijn ze op resten van een put
gestuit. Huisnummer 8 anno 1841.
|
|
|
Rensink
wordt ook wel Olthof genoemd, deze naam staat op het huidige pand. Op
6 november 1920 koopt Hein Wiltink van zijn ouders bouwplaats "De
Olthof" te Gorssel, sectie B nrs. 254 enz.
In 1921 wordt het huisnummer G59 welke in 1930 wijzigt naar G76. In de
periode na 1930 wordt dit nummer doorgestreept en vervangen door G80 en
dat zal het huisnummer van het nieuwe huis zijn welke tegenwoordig Olthof
is geheten. Het huisnummer G80 behoorde tot de werkplaats van Plekkenpol
en het lijkt erop dat deze is afgebroken en dat op deze plek het nieuwe
huis van de familie Wiltink is gebouwd. Boerderij van Rensink heeft achter
Dixon boekhandel gestaan, Hoofdstraat 57. Hein Wiltink en Trui Kloosterboer
hebben eerst hier op Rensink gewoond, woonden later Hoofdstraat 61 op
boerderij “ Olthof “. |
|
.......-1627 |
Sander Jacobsen en Truijde
Hermans Rensinck |
|
.......-1644 |
Lambert Lambertsen op Rensinck en Jacoba
Jansen |
Jacoba hertrouwt op 10-03-1644 met Arent
Henrijcks uit Brummen |
.......-1650 |
Tonnis Jansen Rensinck en ........................ |
Bouman op 't goet Rensinck, mogelijk
is Tonnis een broer van Jacoba? |
1650-1670 |
Tonnis Jansen Rensinck en Essele Goossens
Francken |
Essele is de tweede echtgenote van Tonnis |
1670-1677 |
Thonnis Arents Bentinck>Rensinck
en Essele Goossens Francken |
Thonnis is de tweede echtgenoot van
Essele |
1677-1686 |
Thonnis Arents Rensinck en Garbrecht
Hendericks |
Garbrecht is de tweede echtgenote van
Thonnis |
1686-....... |
Thonnis Arents Rensinck en Mechtelt
Janssen |
Mechtelt is de derde echtgenote van
Thonnis |
1703>1713 |
Harmen Willems Velderman>Renssink
en Mechtelt Janssen |
Harmen is de tweede echtgenoot van Mechtelt |
1720 |
Jan Thonissen Rensink en Mechtelt Lubberts
Meijer |
Jan is de zoon van Thonnis en Mechtelt |
1742 |
Evert Willems in 't Loo>Rensink en
Teuntjen Jansen Rensink |
Teuntjen is de dochter van Jan en Mechtelt |
1781-1837 |
Jan Everts Rensink en Judith Harms van
Essen |
Jan is de zoon van Evert en Teuntjen |
1820-1865 |
Gerrit Jan Rensink en Jannetjen Huurnink |
Gerrit Jan is de zoon van Jan en Judith |
1856-1887 |
Johannes Rensink en Lammerdina Ilbrink |
Johannes is de zoon van Gerrit Jan en
Jannetjen |
1878-1931 |
Hendrikus Wiltink en Johanna Jacoba
Rensink |
Johanna Jacoba is de dochter van Johannes
en Lammerdina |
1935-...... |
Hein Wiltink en Geertruida Kloosterboer |
Hein is de zoon van Hendrikus en Johanna
Jacoba |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, herbouw op
Hoofdstraat 61 |
|
|
|
|
Werkplaats
Plekkenpol |
|
|
Willem Smorenburg en Bernard
Demming waren jachtopzieners van beroep.
Afgebroken voor 1940, het laatste huisnummer 80 is van 1930. Mogelijk
is op de plek het nieuwe huis Olthof van de familie Wiltink gebouwd. |
|
1897-1898 |
Willem Smorenburg en Albert
Veenhof |
Eerste hoofdbewoners |
1898-1901 |
Bernard Demming en Dirkje Wilhelmina
Schot |
|
1901-1903 |
Lammert Jan Kamphuis en Johanna Kronenberg |
Afkomstig van Hoofdstraat 44 |
1903-1903 |
Gerrit Christiaan Enneman en Hendrika
Harmina Esselink |
|
1905-1906 |
Dirk Hilllebrad de Bruyn en Fijtje Jenné |
|
1906-1907 |
Hendrik Stoel en Hendrikje Dijkstra |
|
1907-1914 |
Wijbe Lenstra en Aaltje van der Meer |
|
1915-1917 |
Willem Buitenhuis en Barta Runs |
|
1918-1918 |
Jan Willem Bussink en Jenneken Doornink |
|
1918-1919 |
Evert Jan van Koningsveld en Elisabeth
de Kaste |
|
1921-193..? |
Werkplaats Plekkenpol |
|
|
|
|
|
|
29a>38>46>62>80 |
|
|
Bloemenkamp |
|
De naam Bloemkamp
wordt eerder al genoemd voor het Bijgeval. |
|
 |
Akte
van toewijzing 28 april 1860: De Bloemenkamp" bestaande uit
huis en erf met bouwland in de gemeente Gorssel. Waarschijnlijk
waren Klaas Buitenwerff en Hester van Calker de eigenaren. Hester
wordt op 3 maart 1854 genoemd in een akte van oprichting van een
naamloze vennootschap. Het echtpaar zal er niet gewoond hebben want
Hester is 28-11-1859 overleden te Deventer.
Kopers waren Jan Antonij Hendrik Gooszen en Sara Klinkhamer. Zij
waren tevens eigenaar van de Groote Haar (Klein Eschede) en de Kleine
Haar.
6b>11>Hoofdstraat 50 (Bloemenkamp)
Akte van inzate 07-09-1885: verkoop
van het buitengoed voorheen "De Bloemenkamp" thans "Zeldenrust"
aan de straatweg te Gorssel door Hendrik Kleijn.
Akte van verkoop 01-02-1894: betreft buitengoed "De Bloemenkamp"
te Gorssel, sectie E nrs. 2712-2718. Bernardus Adrianus Johannes
Arentsen verkoopt aan Hendrik van Cittert.
Akte van verkoop 01-05-1896: betreft buitengoed "Bloemenkamp"
te Gorssel, sectie E nrs. 2712 enz. Hendrik van Cittert verkoopt
aan Cornelis de Haan.
Ernestina Evekink is de dochter
van Huibert Evekink en een nichtje van diens broer Derk Evekink.
Deze Derk was een zwager van Hendrik Kleijn, hij was getrouwd met
diens zuster Anna Elisabeth Kleijn |
|
|
|
|
|
|
|
|
1860-1874 |
Jan Antonij Hendrik Gooszen en Sara
Klinkhamer |
Het echtpaar verhuist op 31 oktober
1874 naar Hattem |
1875-1886 |
Hendrik Kleijn en Christoffine Margrietta
Nieuwenhuis |
Het echtpaar verhuist op 1 april 1875
van Zutphen naar de Bloemenkamp |
1885-1894 |
Bernardus Adrianus Johannes Arentsen |
Hij verhuist naar het andere gedeelte
met huisnummer 33 |
1894-1896 |
Hendrik van Cittert en |
|
1896-1945 |
Cornelis de Haan en Ernestina Evekink |
|
|
|
|
|
Dubbele bewoning |
|
1875-1876 |
Derk Jan Hietbrink en Gerritje Wolfskeel |
|
1876-1885 |
Hendrik Gerrit Wittenberg en Berendina
Greutink |
Ze vertrekken naar Bloemhof |
1885-1887 |
Antonie Hietbrink en Bartjen Veldink |
|
1886-1890 |
Johannes Engelinus Cornelius Stapel
en Sentina Elisabeth Struijs |
|
1891-1894 |
Bernardus Adrianus Johannes Arentsen |
|
|
|
|
|
|
|
Nooitgedagt |
|
 |
Huisnummer 8a anno 1846.
Dan bewoond door Gerrit Jan Zomerhuis en Johanna Willemsen die waarschijnlijk
tot 1844 op Klein Bentink woonden.
Op 25 september 1855 overlijdt Philippus
Reuvekamp op huisnummer 8a, hij is de zoon van Albertus Jacobus
Reuvekamp en Johanna Gosina Dijkerman.
In 1856 is de hoofdbewoner Albertus
Jacobus Reuvekamp en de medebewoner Harmanus Dolleman.
In 1886 komen hier Carel Frans van
Middeldijk en Hendrika Pieternella de Haan wonen, zij waren afkomstig
van Rotterdam net als Arie Coenraad Bellaart.
Jaren '30/40: on the right of the house
lived the school teacher mrs Dubbe (die eerder op Bloemhof woonden)
and on the left was Nieuwenhuis.
Het huis was eigendom van Gert Woertman
de slager van het begin van de Hoofdstraat. Hij verhuurde deze aan
o.a. de familie Nagtegaal die er van 1946 tot 1972 woonde.
Huize Nooitgedagt is in 1987 afgebrand. |
|
|
|
|
|
Gerrit Jan Zomerhuis en Johanna Willemsen |
|
1854-1858~ |
Albertus Jacobus Reuvekamp en Johanna
Gosina Dijkerman |
|
.......-1878 |
Arie Neau en Maria Catharina
Corbach |
|
1879-1879 |
Franciscus van Deun en Willemina van
der Meij |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1880-1884 |
Hendrik Gerrit Hendriks |
|
1885-1906 |
Arie Coenraad Bellaart en Anna Elizabeth
Lehmann |
|
1906-1915 |
Grietje de Jong |
|
1916-....... |
Maria Johanna Dolman-Hendriksen |
|
1936-....... |
Hendrik Nieuwenhuis en Jantjen Stormink |
Afkomstig van Bloemhof |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1856 |
Harmanus Dolleman |
|
1901-1903 |
Johannes van Vorden |
|
1901-1906 |
Gerrit van Vorden en Hendrika Harmina
Kapers |
Gerrit is de zoon van Johannes |
1906-....... |
Anna Elisabeth Lehmann |
Afkomstig van de andere kant van Nooitgedagt |
|
|
|
|
|
|
1946-1972 |
Herman Nagtegaal en Janna Woertman |
|
|
|
|
|
8a>14>34>43>51>67>85>93>
Hoofdstraat 67 anno 1951 |
|
|
|
1889 |
1936  |
|
|
|
Geerdes |
|
 |
De eerste boerenleenbank van Gorssel.
Huidig adres Hoofdstraat 73. Huisnummer 8b anno 1846. Dan bewoond
door J.H. Geerdes, H. Brinkerhof en dubbele bewoning door G.J.
Scholten op huisnummer 8b2. Deze woonde eerder op Olthof en is
waarschijnlijk ook in 1843 op Geerdes komen wonen.
Jan Hendrik Geerdes is op 06-11-1842
aangenomen als lidmaat te Gorssel en is dan afkomstig van Harfsen.
Akte 23-09-1857: betreft huis en
erf met fruitbomen en bouwland aan de straatweg van Deventer naar
Zutphen. Andere geregistreerde in de akte is Gerrit Brouwer.
Deze akte heeft waarschijnlijk betrekking op Alink, akte opgevraagd.
Jan Hendrik en Willem Geerdes waren
timmerman van beroep, Willem wordt later ook geregistreerd als
landbouwer.
Hendrika is agente van de middenstandsbank en Willemina Gerdina
is landbouwster.
|
|
|
1843-1887 |
Jan Hendrik Geerdes en Hendrika
Sieberink |
Eerste hoofdbewoners |
1874-1929 |
Willem Geerdes en Gardina Schoemaker |
Willem is de zoon van Jan Hendrik en
Hendrika |
1884-....... |
Hendrika en Willemina Gerdina Geerdes |
Ongehuwde dochters van Willem en Gardina |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1843-1868 |
Gerrit Jan Scholten en Teuntjen Rietman |
Afkomstig van Olthof, vertrekt naar
Scholten |
1868-1873 |
Gerrit Willem Peters en Geertjen Pekkeriet |
Afkomstig van Scholten, verhuizen naar
Bloemhof |
|
|
|
|
Huidig adres: Hoofdstraat 73 |
|
|
|
|
Scholten |
|
 |
Huisnummer 8c anno 1846.
Akte 04-02-1852 van overdracht van huis en erf in de gemeente Gorssel
door Gerrit Alink en echtgenote Maria Harmsen aan schooonzoon Derk
Hummelman.
Hypotheek 04-08-1855 op huis en erf met hof aan de straatweg te Gorssel
verleend door Gerrit Brouwer aan Derk Hummelman en echtgenote Philippina
Johanna Catharina Alink.
Veiling 1867: huis en erf met bouwland onder Gorssel. Derk Hummelman
verkoopt aan Gerrit Jan Scholten.
Verkoop 22-05-1879 door Gerrit Jan Scholten aan Albert Jan Scholten
van vastgoed te Gorssel sectie E nrs. 2281 enz.
Op 13-08-1919 wordt huis met erf en bouwland te Gorssel, sectie E
nrs. 2281-2283 en 2808 verkocht door Albert Jan Scholten en Alberta
Johanna Ribbink aan Hendrik Scholten en Aaltje Pen.
Het huis is afgebroken maar niet voor de aanleg van de rondweg in
1937, want in 1939 kreeg deze nog een nieuw huisnummer.
Op de foto hiernaast zien wij waarschijnlijk Albert Jan Scholten met
een kleinzoon. Mijn bericht op Facebook: Dit huis van de familie
Scholten stond aan de Hoofdstraat tussen die van Geerdes (nu eerste
huis rechts in de Hoofdstraat komende van het Elf Uur) en Withagen
die moest wijken voor de rondweg, zie het vorige bericht. In het huis
woonde de familie Scholten vanaf 1868. Op de foto zien wij Albert
Jan Scholten die daar toen met zijn ouders is gaan wonen en er bleef
wonen met zijn echtgenote Alberta Johanna Ribbink. Beide echtelieden
zijn 93 jaar oud geworden en het huis is waarschijnlijk kort na het
overlijden van Albert Jan in 1941 alsnog afgebroken. |
|
|
Evert Jan van der Heijden en Jenneken Albers zijn in 1853 in Gorssel komen
wonen (in december worden zij geregistreerd als lidmaten) en Bernardus
Willemsen zal toen zijn verhuisd naar Alink waar Zwier Dommerholt op zijn
beurt plaats heeft gemaakt en bij zijn ouders aan de overkant van de weg
op de Bloemhof is gaan wonen.
|
|
1846 |
Gerrit Alink en Derk Hummelman |
Vader en schoonzoon, trouwde
in 1845 met dochter Philippina Johanna Catharina |
1851 |
Gerrit Alink en Bernardus Willemsen |
Vader en schoonzoon, trouwde in 1849
met dochter Jannetjen |
1853-...... |
Evert Jan van der Heijden en Jenneken
Albers |
Gerrit Alink woonde er ook nog maar
wordt niet genoemd in personele omslag, hij overleed er op 27-12-1858 |
1857-1861 |
Derk Hummelman en Janna Toewater |
Woont anno 1859 op huisnummer 8c2, hoofdbewoner
niet genoemd in personele omslag (E.J. van der Heijden woont in 1859
op huisnummer 5a) |
1862-1863 |
Derk Hummelman en Aaltjen Kornegoor |
Aaltjen is de derde echtgenote van Derk |
1864-1866 |
Derk Hummelman en Berentjen Dijkman |
Berentjen is de vierde echtgenote van
Derk |
1866-1867 |
Philip Schutte en Gerrigjen Bonhof |
Afkomstig van Klumper |
1867-1868 |
Gerrit Willem Peters en Geertjen Pekkeriet |
Afkomstig van Dommerholt |
1868-1886 |
Gerrit Jan Scholten en Teuntjen Rietman |
Afkomstig van huisnummer 8b2, ze ruilen
met Gerrit Willem Peters en Geertjen Pekkeriet |
1875-1941 |
Albert Jan Scholten en Alberta Johanna
Ribbink |
Albert Jan is de zoon van Gerrit Jan
en Teuntjen |
1918-1926~ |
Hendrik Scholten en Aaltje Pen |
Hendrik is de zoon van Albert Jan en
Alberta Johanna, ze verhuizen tussen 1922 en 1930 naar de Molenweg |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1858-1864 |
Joseph Gosschalk Stern en Gerarda Johanna
van Borgen |
Huisnummer 8c2>16-2>37 |
1864 |
Hendrik Jan Zandscholten en Tibke Margarethe
Pape |
|
1868 |
Joseph Gosschalk Stern en Gerarda Johanna
van Borgen |
|
1869 |
Hendrik Jan Zandscholten en Tibke Margarethe
Pape |
|
1870-1875 |
Wilhelmus Lemmen en Elisabeth Helena
Mertens |
|
1875-1879 |
Maria Petronella van Laar, weduwe van
Jan Haneveld |
Zij is gehuwd met Frederik van Mullem
die in Zutphen woont |
1879-1881 |
Willem Goldsmid en Johanna Schaap |
Zij woonden eerder op Bloemhof en ruilen
met Maria Petronella van Laar van woonruimte |
1882 |
Gerrit Willem ten Hake en Gesina Berendina
Vonk |
|
1887-1887 |
Jan Willem Holmer |
Vertrekt naar 't Elf Uuur |
.......-1899 |
Fenneken Mensink |
Zij verhuist op 06-11-1899 naar Lochem,
daarna tijdelijk onbewoond. |
1900-1902 |
Johannes Theodorus Winterink en Gerritdina
Johanna Wunderink |
|
1903-1906 |
Johannes Theodorus Winterink en Aaltje
Olden |
Aaltje is de tweede echtgenote van Johannes
Theodorus |
1906-1913 |
Hendrika Bollen-Meijer |
Laatste medebewoonster |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken |
|
|
|
|
|
Alink |
|
Er
is geen huisnaam bekend maar wel dat het huis huisnummer 9 kreeg anno
1841 en toen bewoond was door de familie Alink. De huisnaam Halfweg duikt
wel op, maar de naam Halfweg werd (ook) gebruikt voor Ravennest. In 1832
had het huis nog geen kadastraal perceel, Ravennest had dat wel. Zit hier
een verband? Woonde Gerrit Alink dan eerst op Ravennest aan de postweg
en daarna aan de straatweg? Dat zal het geval zijn en hij is waarschijnlijk
in 1835 verhuisd.
Op 04-10-1843 nemen Gerrit Alink en Maria Harmsen een obligatie met hypotheek
aan van Gerrit Brouwer en Bartha Beunk van 't Beunk. |
|
 |
Op 4 februari 1852 verkoopt
Gerrit Alink huis en erf aan Derk Hummelman. Derk neemt op 4 augustus
1855 hypotheek op betreft huis en erf met hof aan de straatweg
te Gorssel. Is dit huisnummer 9 of 8c?
Hypotheek 04-08-1855: Derk Hummelman en Philippina Johanna Catharina
Alink en waarschijnlijk dan verleend door Gerrit Brouwer, betreft
huis en erf met hof aan de straatweg te Gorssel
Akte van inzate d.d. 23-09-1857:
betreft huis en erf (perceel 1298) met enig bouwland of hofgrond
met vruchtbomen (perceel 1299) aan de straatweg van Deventer naar
Zutphen (ingesloten bij akte nr. 2158). Gerrit Brouwer is landbouwer
en geeft te kennen dat timmerman Derk Hummelman op 18-02-1848
daarop een hypothecaire overeenkomst van 600 gulden met hem is
aangegaan. Derk komt echter zijn verplichtingen niet na en daarom
besluit Gerrit de percelen te gaan veilen. In de akte wordt aangegeven
dat het huis op de veiling d.d. 10-12-1847 is aangekocht van Jan
Scholten. Mogelijk is dat Jan ter Maat wiens moeder (Zand)Scholten
is geheten? Het huis wordt op 680 gulden gemijnd door Gerrit Jan
Eenink en Gerrit Brouwer gaat hiermee akkoord en zo wordt het
huis voor dit bedrag op 7 oktober 1857 verkocht aan metselaar
Gerrit Jan Eenink. Gerrit Jan
Eenink kwam op 21 april 1857 al vanuit Warnsveld naar Gorssel
en trouwt op 10 juli 1858 met Johanna Derkjen Sarink.
|
|
|
Op
27-11-1862 verkoopt hij dit huis en erf met bouwland aan de Straatweg
van Zutphen naar Deventer, gemeente Gorssel aan Abraham van den Bovenkamp.
Betreft perceel E1769 en E1770. De grondlasten worden pas voor rekening
van Abraham van den Bovenkamp genomen per 1 januari 1864 dus lijkt het
erop dat Gerrit Jan Eenink er voorlopig blijft wonen en Abraham alleen
eigenaar is geworden. Gerrit Jan verkoopt voor 1150 gulden en heeft dus
in de jaren wel waarde kunnen toevoegen. Waarschijnlijk komt dat doordat
hij het huis heeft uitgebouwd wat hij als metselaar natuurlijk goed zelf
kon doen. Hij zal hulp hebben gehad van collega metselaar Gerrit Mensink
die met zijn echtgenote Johanna Kieftenbelt in 1857 op huisnummer 9-2
zal zijn komen wonen, het huis werd dus dubbel bewoond en zodanig veranderd
dat er ook de gewijzigde kasastrale perceelnummers voor gebruikt werden.
Op 18-07-1864 laat Abraham een huis en erf met tuin en twee stukken bouwland
in Gorssel veilen maar bedankt twee weken later, hij kreeg dan ook maar
850 gulden geboden door Gerrit Dikkers van Klein Bentink. Dit betreft
een huis met erf en tuin op E1769 en E1770 welke als eerste perceel wordt
geveild. Tweede perceel is bouwland Geerderkamp (E443 t/m 445) en derde
perceel is bouwland Kortevoren (E204+205). Het bouwland en akker E204+205
heeft hij mogelijk op 14 december 1865 verkocht aan Gerrit Dekkers, dat
zal waarschijnlijk Dikkers zijn. Het bouwland 443 t/m 445 verkoopt hij
op 17 april 1867 aan Derk Tuitert van de Grote Muil. |
|
Huis
van de familie Withagen, afgebroken voor aanleg rondweg in 1937.
Uit een koopcontract van 04-01-1921 wordt beschreven een betreft
een dubbel woonhuis aan de Rijksstraatweg te Gorssel, sectie E nr.
3460. Wolter Withagen koopt deze dan van Gerrit Jan Kuit. Gerrit
Jan heeft er gewoond vanaf 1912 en ook zijn zoon Hein en schoondochter
Geertruida woonden er van 1916 tot 1918.
Bijgaande foto is van de familie Withagen en zal zijn gemaakt in
omstreeks 1923 omdat het jongetje op schoot (Gerrit Willem Withagen)
is geboren in 1921. Op de foto zien wij zijn ouders Wolter Withagen
en Johanna Paulina Smeenk en zijn drie oudere zussen en waarschijnlijk
ook zijn ongehuwde broers Hendrik Jan en Jan Albert. Wie de andere
twee mannen en vrouw op de foto zijn, is niet bekend. |
|
|
|
1835-1842 |
Gerrit Alink en Maria Harmsen |
Eerste hoofdbewoners, woonden
in 1823 nog op Olthof en daarna waarschijnlijk op Ravennest (Halfweg) |
1842-1846 |
Jan ter Maat en Hendrika Johanna Holmer |
|
1847-1856 |
Derk Hummelman en Philippina Johanna
Catharina Alink |
Na overlijden Philippina gaat Derk op
huisnummer 8c wonen |
1857-1863 |
Gerrit Jan Eenink en Johanna Derkjen
Sarink |
|
1864-1868 |
Joseph Gosschalk Stern en Johanna Gerarda
van Borgen |
|
1868-1869 |
Hermanus Bosch en Johanna Aleida Maria
Theresia Baudet |
Het echtpaar is afkomstig van de Oude
Pastorie |
1870-1883 |
Wilhelmus Lemmen en Hendrika Willemina
Grieving |
Hendrika Willemina is overleden op 31
juli 1878 |
1883-1910 |
Wilhelmus Lemmen en Gerritdina van den
Belt |
Gerritdina is de tweede echtgenote van
Wilhelmus |
1912-1921 |
Gerrit Jan Kuit en Maria Schutte |
|
1921-1936 |
Wolter Withagen en Johanna Paulina Smeenk |
Het echtpaar verhuist in de periode
1930-1940 naar de Veerweg, huis toen afgebroken of nog andere bewoners? |
|
|
Huisnummer G56>70>88 |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1855-1856 |
Bernardus Willemsen en Jannetjen Alink |
In 1855 is dochter Mechelina Harmanna
geboren en in 1856 overleden, op huisnummer 9-2 |
1857-1864 |
Gerrit Mensink en Johanna Kieftenbelt |
|
1864-1865 |
Ruth Voskuijl en Cornelia IIpenburg |
|
1865-1866 |
Gerrit Jan Bekkers |
|
1870-1900 |
Hendrik Jan Zandscholten en Tibke Margaretha
Pape |
|
1900-1902 |
Berend Schepers en Derkjen Rouwenhorst |
|
1902-1902 |
Hendrik Antonius van der Zeeuw en Anna
Schouten |
|
1903-1910 |
Derk Jan Wunderink en Christina Gerdina
Hietbrink |
Vertrekt naar Nijhuis |
1916-1918 |
Hein Kuit en Geertruida van der Heijden |
Hein is de zoon van Gerrit Jan Kuit
en Maria Schutte |
1918-1922 |
Karel Antoni Jansen en Derkje van Baak |
Huisnummer G57>71 |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken |
|
|
|
|
Bloemhof |
|
De eerste hoofdbewoners van dit huis
zijn Philippus Dommerholt en Maria van der Meij die in 1814 trouwden
en na hun huwelijk eerst op de Roskam (het ouderlijk huis van
Maria) zijn gaan wonen en vanaf 1836 op de Nieuwe Roskam welke
door hun is gebouwd. In 1848 verkopen zij dit huis en zij zullen
toen op de Bloemhof zijn gaan wonen. De grond waarop dit huis
is gebouwd was al langere tijd eigendom van Philippus want in
1836 wordt hij genoemd in een hypotheek akte groot f 1000,-- op
een nieuw te bouwen huis op een stuk land genaamd den Bloemhof
- met een kolk. Dit zal dit huis zijn geweest, maar het huis is
toen niet gebouwd want daarvoor in de plaats werd de Nieuwe Roskam
nabij de Roskam gebouwd. Het land is waarschijnlijk perceel 667
welke op de kaart bij 't Bijgeval te zien is. De grond bij het
huis was voor de inmiddels 72-jarige Philippus te groot om te
onderhouden en deze wordt daarom op 15 april 1848 verkocht aan
de zoons Zwier en Antoni. In de akte wordt vermeld dat de grond
is aangekocht op 2 maart 1831 tijdens een veiling van de Marke
Gorssel. Het betreft een kamp bouwland met daaraan gelegen akkermaalshegge
en heidegrond bekend als kadastrale percelen E 362, 363, 364,
979 en 980 tezamen groot ca. 5,6 bunders. Alleen een gedeelte
van perceel 979 wordt niet verkocht en dat zal de grond zijn waarop
het huis werd gebouwd.
|
|
 |
Het huis krijgt huisnummer
9b maar in het eerstvolgende register van personele omslag
van 1851 wordt dit huisnummer niet genoemd. Philippus en
Marie zullen er wel hebben gewoond maar hoefden schijnbaar
geen belasting meer te betalen. Zoon Antoni woonde op het
Wansink in Epse en Philippus bouwde daar in de buurt in
omstreeks 1838 een molen zoals hij dat in 1822 ook al deed
in Gorssel. Zoon Zwier was sinds 1841 al weduwnaar en woonde
in 1851 nog op Alink, maar bij de eerstvolgende personele
omslag van 1856 woont hij bij zijn ouders op de Bloemhof.
Hier zal hij waarschijnlijk in 1853 zijn gaan wonen toen
hij plaats maakte voor de familie Willemsen die op hun beurt
plaats had gemaakt voor de familie van der Heijden op Scholten.
Op bijgaande foto is Bloemhof te zien aan de rechterkant
van de weg. Aan de linkerkant zien wij Huize Nooitgedacht
en daarachter de huizen van Geerdes, Scholten en Alink.
Tegenwoordig staat alleen het huis van Geerdes er nog, dat
is het eerste huis aan de rechterkant als je van Epse kant
de Hoofdstraat inrijdt. Huize Nooitgedacht is afgebrand,
Alink moest plaats maken bij de aanleg van de rondweg en
Scholten zal zijn gesloopt nadat de laatste hoofdbewoner
was overleden.
Op 21 september 1861 verkoopt
Antonij aan zijn broer Zwier Dommerholt de helft van het
huis en erf met bouwland, akkermaalsheggen, heidegrond en
waterhoek aan de straatweg van Zutphen naar Deventer in
de gemeente Gorssel en in de akte worden de percelnummers
E 362, 363, 364, 1379, 1380 en 1474 genoemd. Zwier koopt
het geheel van zijn broer voor 650 gulden. Overigens waren
zij niet de enige kinderen van Philippus en Maria, er waren
nog vier zoons en een dochter.
|
|
|
Bij
de start van het bevolkingsregister in hetzelfde jaar 1861 krijgen
wij een goed beeld van de bewoners. Dat waren als verwacht Philippus,
Maria en Zwier en ook Zwier zijn enige zoon Philippus Martinus,
toen 23 jaar oud. Op 3 oktober 1863 trouwt hij met Johanna Willemina
Hekkelman van 't Zandscholten en zij gaan samen op Bloemhof wonen.
Grootvader Philippus maakt dat niet meer mee, hij is op 14 november
1862 overleden en Maria van der Meij overlijdt op 18 september 1868.
Zij maakt nog wel de geboorte mee van vier achterkleinkinderen waarvan
de laatste helaas in 1868 levenloos werd geboren. Uit het bevolkingsregister
blijkt ook dat vanaf 1862 de woning dubbel werd bewoond. De medebewoners
worden hieronder genoemd.
De familie Dommerholt had dus meer land en ze besluiten om daarop
een nieuw huis te bouwen en verhuizen daarnaartoe in 1873. Het huis
wordt gebouwd nabij de kolk en wij noemen deze daarom de Waterhoek,
de beschrijving die ook al in vroegere akten genoemd werd. De Bloemhof
wordt op 6 februari 1873 verkocht aan buurman Jan Hemstra voor 2500
gulden. Genoemd worden een huis en erf met bouwland met kadastrale
nummers 1870 en 364 + gedeelten van 1869 en 2197. Tevens perceel
1385 welke abusievelijk op naam staat van Albert van der Meij.
|
|
Het oude huis wordt niet afgebroken want kan prima dienst
doen als onderkomen voor families die het waarschijnlijk niet
te breed hadden. De eersten waren Joseph Gosschalk Stern en
Johanna Gerarda van Borgen die al op vele adressen in Gorssel
in hebben gewoond namelijk de Kapelle, Scholten en Alink (aan
de overkant van de weg), Klein Reuvekamp, Smederij, Elf Uur
en Grindweg waar zij in 1873 nog woonden. Dit laatste huis
was speelde ook een rol in de geschiedenis van de familie
Dommerholt, Philippus Martinus woont er aan het einde van
zijn leven met dochter Jaantje. In 1876 verhuizen zij naar
Lochem en wordt hun plek ingenomen door het kersverse echtpaar
Gerrit Hendrik Tichelman en Tonia ter Beek die er maar kort
wonen en later dat jaar zijn gaan wonen op de Grindweg. Hun
plek wordt dankbaar ingenomen door Hendrik Jan Grooteboer
en Berendina Oosterkamp die vanaf 1875 al in het huis woonden.
Eerst op huisnummer 19-3 (er woonden toen dus zelfs drie families
in het huis), daarna vanaf 1877 op huisnummer 19-2 (waar zij
de plek van de familie Peters innamen) en later dat jaar verhuizen
(of moeten we zeggen promoveren) zij naar het hoofdgedeelte
van de woning. December 1880 verhuizen zij naar 't Dijkerhof
en in 1881 komen Garrit Jan Wonnink en Anna Muller, zij zijn
afkomstig van de Smederij. In die tijd wonen Maria Petronella
van Laar en haar moeder Francina Willemina Wolf in het andere
gedeelte van de woning. Maria Petronella verhuist in 1881
naar Zutphen (waar haar tweede echtgenoot Frederik van Mullem
woont) maar haar moeder Francina Willemina Wolf bevalt het
wel in Gorssel en blijft wonen. Het bijzondere is dat niet
in het bevolkingsregister staat beschreven wanneer zij is
verhuisd of zou zijn overleden. Bij de volkstelling van 1890
wordt zij niet aangetroffen en wordt zij geroyeerd. Aangenomen
mag worden dat zij is overleden, want zij was van 1797. Maar
ook daarvan vinden wij geen registratie, zij lijkt van de
aardbodem te zijn verdwenen. Hiermee eindigt dan ook de dubbele
bewoning van Bloemhof, niemand wil er meer wonen lijkt het
wel. |
|
|
|
Terug
naar de hoofdbewoners. Garrit Jan Wonnink overlijdt op 29 juni 1885
en Anna blijft nog twee jaar op Bloemhof wonen, zij verhuist in
1887 naar de Grindweg. Een half jaar na het overlijden krijgt zij
al wel gezelschap van dagloner Hendrik Gerrit Wittenberg en zijn
echtgenote Berendina Greutink die afkomstig zijn van de Bloemenkamp.
Zij zullen het huis hebben gekocht op 13 februari 1885 van Jan Hemstra.
Zij wonen er de rest van hun leven die voor beiden eindigt in 1899,
voor Hendrik Garrit op 4 januari en voor Berendina op 14 mei. Hun
enige dochter Maria Johanna is dan 22 jaar oud. Bijzonder is dat
een minderjarige dochter genaamd Maria Gerdina op 3 juli 1899 "de
Bloemshof" laat veilen, maar dat moet wel Maria Johanna zijn
geweest. Het plaatsje bestaat uit een huis, schuurberg, bouw- en
grasgrond met vruchtbomen en dijk. De kadastrale percelen zijn E
364, 1385, 2223, 2276, 2277 en 2710. Het geheel wordt gekocht door
Cornelis de Haan van de Bloemenkamp voor 2480 gulden. Maria Johanna
blijft er nog wonen tot 9 november 1899 en verhuist dan naar Deventer.
De volgende hoofdbewoners zijn waarschijnlijk de laatste bewoners
van de oude Bloemhof. Het zijn Karel Schepers en Hendrika Maria
Albertha Weultjes die afkomstig zijn van 't Ravennest. Er zijn meerdere
overeenkomsten met de vorige hoofdbewoners: ook Karel is dagloner
van beroep, ook dit echtpaar heeft één docher en ook
zij blijven er wonen tot hun dood. Hendrika overlijdt op 26 februari
1914 en Karel op 3 juli 1916. Dochter Hanna Elisabeth gaat daarna
bij haar oom en tante Marten Nikkels en Gerritjen Schepers op de
Nikkelsberg wonen. |
|
Het
is wel haast zeker dat na het overlijden en vertrek van de familie
Schepers het boerderijtje Bloemhof is afgebroken en dat er op deze
plek een nieuw huis is gebouwd met twee woongedeelten. Het linkergedeelte
behield het huisnummer G58 van de Bloemhof en het rechtergedeelte
kreeg een nieuw huisnummer G58a welke later nog zou worden gecorrigeerd
naar G57a. Februari 1917 komen hier twee nieuwe families wonen.
Op huisnummer G58 zien wij opnieuw een echtpaar met één
dochter. Het zijn Arend Bretveld en Hendrika Muijtstege met dochter
Anna Antonia. Arend is landbouwer van beroep maar zal feitelijk
hetzelfde werk hebben gedaan als zijn voorgangers en dus eigenlijk
dagloner zijn geweest, die term werd die tijd eigenlijk niet meer
gebruikt. Het nieuwe huis is dan ook een burgerwoning, geen bedrijf
aan huis dus voor Arend. Als in de jaren '30 het boerderijtje van
de familie Haarman (later genaamd de Nieuwe Muil) vrijkomt, vertrekt
Arend daarnaar toe. Nieuwe bewoners zijn Hendrik Nieuwenhuis en
Jantjen Stormink. Hendrik is de zoon van Gerarda Denekamp, een nicht
van Hendrikus Willem Denekamp. Waarschijnlijk in 1936 komen postbode
Derk Jan Hietbrink en echtgenote Bertha Johanna Fredrika Teunissen
is het huis wonen, de familie Nieuwenhuis verhuist dan naar Nooitgedacht.
De familie Hietbrink kwam van de overkant van de weg waar Lensink
zijn electronicazaak had, daar kwam de familie Nieuwenhuis overigens
ook vandaan. Derk Jan Hietbrink en Bertha Johanna Fredrika Teunissen
hebben in hun nieuwe huis wel ruimte voor extra bewoners. Zo woonden
er onderwijzer Antonij Hendrik Lammers en onderwijzeres Berendina
Dubbe die later op Nooitgedacht woonde. In 1951 wordt ook ene A.
Loor op dit adres geregistreerd. |
|
|
Dan
nemen wij nu een kijkje bij de buren die er ook in februari
1917 zijn komen wonen. Dat zijn Hendrikus Willem Denekamp
en Lammerdina de Weerd die afkomstig zijn van het huis aan
de Hoofdstraat waar later schilder Lenselink woonde. Het echtpaar
heeft drie kinderen en in 1918 wordt er nog een zoon geboren.
In 1920 wordt het nog drukker in huis als de ouders van Lammerdina
ook hun intrek nemen. Dat zijn Gerard de Weerd en Lammerdina
Struikenkamp die in 1850 nog op 't Weiland is Gorssel is geboren.
Zij overlijdt op 13 april 1922 en Gerard verhuist op 17 augustus
1922 naar Deventer waar hij dan gaat wonen, ook al woont hij
in 1931 ook nog een paar maanden in Gorssel. Het echtpaar
de Weerd zien wij op de foto rechts en op de foto links is
Gerard de Weerd te zien met zijn dochter en schoonzoon en
de kleinkinderen Berendina Hendrika, Gerard, Lambertus en
Jan Harmen Denekamp.
Hendrikus Willem is chauffeur van beroep en handig met auto's
waarvoor hij bij huis ook niet echt de gelegenheid had. Dus
wordt er door de familie Denekamp in 1932 een nieuw dubbel
woonhuis aan de Hoofdstraat (huidig 63-65) gebouwd met een
garage. Zoon Gerard zou deze garage voortzetten en was met
zijn Ford één van de eersten in Gorssel die
een auto had. |
|
|
|
Nieuwe
bewoners van hun woongedeelte zijn Reijer Dirk van 't Slot en Hendrina
Wilhelmina Keijzer. Reijer Dirk is bij het bombardement van maart
1945 omgekomen. Hendrina woont in 1951 nog in het huis, het is niet
bekend wanneer zij is verhuisd. Dat zal voor 1969 zijn geweest want
toen woonde H.W. Woertman aan de Deventerweg 2, dat werd het latere
adres. De linkerkant van het huis werd Deventerweg 4 en dat is tegenwoordig
nog steeds zo. |
|
|
1848-1868 |
Philippus Dommerholt en
Maria van der Meij |
Eerste hoofdbewoners |
1853-1873 |
Zwier Dommerholt |
Zwier is de zoon van Philippus
en Maria |
1863-1873 |
Philippus Martinus Dommerholt en Johanna
Willemina Hekkelman |
Philippus Martinus is de
zoon van Zwier |
1873-1876 |
Joseph Gosschalk Stern en Johanna Gerarda
van Borgen |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners |
1876-1876 |
Gerrit Hendrik Tichelman en Tonia ter
Steege |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners |
1877-1880 |
Hendrik Jan Grooteboer en Berendina
Oosterkamp |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners, afkomstig van 19-2 |
1881-1887 |
Garrit Jan Wonnink en Anna Muller |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners, afkomstig van de Smederij |
1885-1899 |
Hendrik Gerrit Wittenberg en Berendina
Greutink |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners |
1899-1916 |
Karel Schepers en Hendrika Maria Albertha
Weultjes |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners, afkomstig van Ravennest |
1917-1933~ |
Arend Bretveld en Hendrika Muijtstege |
Eerste hoofdbewoners van
het nieuwe huis |
1933-1936~ |
Hendrik Nieuwenhuis en Jantjen Stormink |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners, verhuizen naar Nooitgedacht |
1936-1969 |
Derk Jan Hietbrink en Bertha Johanna
Fredrika Teunissen |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners |
|
|
|
|
Dubbele bewoning |
|
1862-1864 |
Gerrit Jan Jansen en Maria Schiphorst |
Eerst medebewoners |
|
1865-1865 |
Egbert Nooteboom en Geertjen Meijer |
Geen familie van vorige medebewoners |
1868-1869 |
Gerrit Hendrik Boterman en Aaltjen Witten |
Geen familie van vorige medebewoners |
1870-1873 |
Berend Hendrik Kamperman en Janna Starink |
Geen familie van vorige medebewoners |
1873-1877 |
Gerrit Willem Peters en Geertjen Pekkeriet |
Geen familie van vorige medebewoners,
afkomstig van Scholten |
1875-1877 |
Hendrik Jan Grooteboer en Berendina
Oosterkamp |
Geen familie van vorige medebewoners,
afkomstig van 19-3 en verhuizen naar 19 |
1877-1879 |
Willem Goldsmid en Johanna Schaap |
Geen familie van vorige medebewoners |
1879-1890< |
Maria Petronella van Laar en haar moeder
Francina Willemina Wolf |
Geen familie van vorige hoofdbewoners
met wie zij van woning ruilen |
1917-1932 |
Hendrikus Willem Denekamp en Lammerdina
de Weerd |
Eerste medebewoners van het nieuwe huis |
1932-1951> |
Reijer Dirk van 't Slot en Hendrina
Wilhelmina Keijzer |
Geen familie van vorige medebewoners |
1969 |
H.W. Woertman |
|
|
|
|
|
Afgebroken, stond op huidig adres Deventerweg
2-4 |
|
|
|
|
Hemstra |
|
 |
Dit huis wordt in 1862 als eerste
bewoond door Abraham van den Bovenkamp en Maria Bouman die afkomstig
zijn van de Grote Muil en daarvoor op de Oude Pastorie in de Eesterhoek
woonden. Op 21 september 1861 koopt Abraham van Zwier Dommerholt
een stuk heidegrond tussen de straatweg van Zutphen naar Deventer
en de grindweg van Gorssel naar Bathmen in de gemeente Gorssel.
Het huis dankt zijn naam aan deze
Jan Hemstra die op 5 april 1872 op het huis kwam wonen echter
wordt de naam later foutief met dubbel e geschreven. Jan is weduwnaar
van Oetske Johans van Abbema en hertrouwt op 8 mei 1872 met Cornelia
Josina Everdina Scholten en zij komt dan ook in Gorssel wonen.
Op 1 oktober 1880 verkoopt Jan het
huis aan Hermanus Ziemelink en op 14 oktober verhuizen Jan en
Cornelia naar Eelde.
Later had dokter Upmeijer hier zijn praktijk. De ingang en de
apotheek waren toen aan de Molenweg. Weer later had hij zijn praktijk
aan de Hoofdstraat.
|
|
|
1862-1869 |
Abraham van den Bovenkamp en Maria Bouman |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig van
de Grote Muil |
1870-1872 |
Anthonij Johannes Swaving en Gerardina
Anna Hendrica du Bon Brooks |
Het echtpaar verhuist naar Ontijdink |
1872-1880 |
Jan Hemstra en Cornelia
Josina Everdina Scholten |
|
1881-1894 |
Hermanus Ziemelink en Jenneken Roeterdink |
Afkomstig van Klaphekke |
1898-1903 |
Carolina Wijtman |
Afkomstig van Ruimzicht, volgens BR
al in 1892 maar zonder Gerrit Lugt? |
1898-1907 |
Rudolf Lugt |
Rudolf is de zoon van Carolina, volgens
BR al in 1892 |
1908-1912 |
Jan Willem Wesseldijk en Jenneken Lamberts |
|
1912-1916 |
Anthonij Coert en Annie Cornelia de
Jong |
|
1916-1917 |
Hajo Uden Thoden van Velzen |
Voormalig dominee van Gorssel in periode
1882-1915 |
1918-1936 |
Johan Jacob Lambertus Vlaanderen en
Eva Titia van Gelder |
|
1936-....... |
Berend Hendrik Upmeijer en Gerardina
Geertruida Reina van Dee |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onbekend |
Mogelijk dubbele bewoning |
|
1908- |
Cornelis Hermanus Pruijsers en Helena
Adriana Molewijk |
Afkomstig van 't Elf Uur |
|
|
|
|
|
G51a>101>vervallen |
|
|
Elfuur |
|
 |
Huisnummer
9a anno 1846. Het huis wordt dan bewoond door Hendrik Willem Dommerhold(t)
en Fredrika Scholten die er in 1851 ook nog wonen. In 1856 woont
er Hermanus Theodorus Graeuwert, een neefje van de familie Dommerholt
die is vertrokken naar het boerderijtje aan de huidige Kozakkenweg
met huisnummer 12a.
Akte 19-05-1904: betreft
provisionele verkoop erve "Haitinkhof" te Gorssel, sectie
E nrs. 1 enz. en "Elf Uur" te Gorssel ,sectie E nrs. 1329
enz. en bouwland (zie ook akte nr. 2191) na overlijden van Jan Willem
Nikkels. Perceel 12 is het erve
"Elfuur" aan den Rijksstraatweg en grintweg naar Dommerholt.
Het perceel bestaat uit de kadastrale nummers 1329 en 1330, beiden
huis en erf van resp. 2,5 en 1,85 centiaren. Verder schuur en erf
perceel 2485 en een boomgaard met bouwland perceel 2663. Verdere
percelen behorende tot Elfuur zijn weiland en bouwland percelen.
Deze percelen worden bij de veiling niet verkocht, de percelen van
't Haijtinkhof wel.
Zoon Arend Jan Nikkels verkoopt op 22-05-1918
het huis "Elf Uur" te Gorssel en het huis erachter, sectie
E nrs. 1374 en 3464 (zie ingesloten akte nr. 1129) aan Hendrikus
Kuiper.
Hein Kuit is horlogemaker
van beroep en koopt op 12 december 1923 een perceel bouwterrein
nabij de Roskam van Willem van der Meij. Hij bouwt hier in 1924
een woon- en winkelhuis waar hij horloges verkoopt. |
|
|
Augustus
1919 komen horlogemaker Hein Kuit en zijn echtgenote Geertruida
van der Heijden op 't Elf Uur. Het echtpaar was afkomstig van
Eefde waar ze een jaar hebben gewoond, tot april 1918 woonden
zij op 't Alink in Gorssel welke toen eigendom was van Hein zijn
ouders. Het echtpaar had al een zoontje en op 6 mei 1920 wordt
dochter Maria Geertruida geboren. Voor Geertruida van der Heijden
helaas wel met fatale gevolgen, zij is op 29 juni 1920 overleden.
Op de foto hiernaast zien wij daarom alleen maar Hein met zijn
dochter.
Hein hertrouwt op 16 april 1921 met Cornelia Boerke die net als
zijn eerste vrouw uit Amsterdam afkomstig is. Uit dit huwelijk
worden geen kinderen meer geboren. Op 12 december 1923 koopt hij
een perceel bouwterrein van Willem van der Meij van de Roskam
en bouwt hier een winkelhuis waar hij uurwerken verkocht, hier
zijn zij in 1924 komen wonen. Deze krijgt later het adres Joppelaan
2 en de winkel wordt later voortgezet door de familie Braskamp.
Dit huis is in de jaren '80 afgebroken t.b.v. de uitbouw van het
gemeentehuis. Op de foto rechts Hein en Cornelia in de tijd dat
zij aan de Joppelaan woonden. |
|
|
|
|
|
|
Huisnummer 9a en later huisnummer
18>74>afgebroken>onbewoond>96>104>152 |
1856 |
Hermanus Theodorus Graeuwert |
|
1858-1868 |
Jan Willem Nikkels en Marianna Graeuwert |
|
1868-1869 |
Martinus Eskes en Jacoba Maria Olijslager |
|
1869-1872 |
Derk Jan Braakhekke en Hendrika Blaauwhand |
Vertrekt naar Ravensweerd |
1872-1878 |
Jan Willem Nikkels en Marianna Graeuwert |
|
1878-1880 |
Harmanus Toorneman en Aaltje Klijn Velderman |
|
1880-1883 |
Gerrit Willem Groot Velderman en Derkjen
Schoemaker |
|
1883-1887 |
Garritjen Tikink |
|
1887- |
Jan Willem Holmer |
Afkomstig van Scholten in het dorp |
1892-1894 |
Johannes Bruggeman en Hendrika Holmer |
Hendrika is de dochter van Jan Willem |
1894-1897 |
Gerrit Jan Blankena en Lammerdina Jonkman |
|
|
Albert Boterman en Jenneken Slagman |
|
1906-1919 |
Arend Jan Nikkels |
Afkomstig van huisnummer 95, andere
kant van Elf Uur |
1919-1919 |
Jan Christoffel Breukelman en Anna Gesina
Geerdink |
Afkomstig van Koekoek |
1919-1920 |
Hein Kuit en Geertruida van der Heijden |
Geen familie van vorige bewoners |
1921-1924 |
Hein Kuit en Cornelia Boerke |
Cornelia is de tweede echtgenote van
Hein |
1929-1929 |
Dirk Tulp en Jacoba Poller |
|
|
Etc. |
|
1935-....... |
Hendrik Oosterveld en Johanna Alberta
Koldeweij |
|
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1862-1862 |
Moses Marchand en Vrouwtje Slager |
Betreft huisnummer G9a-2>18-2 |
1869-1869 |
Hermanus Bosch en Johanna Aleida Maria
Theresia Baudet |
Hermanus is de broer van Jacoba Frederika
die anno 1859 op Klein Bentink woonde |
1870 |
Joseph Gosschalk Stern en Johanna Gerarda
van Borgen |
Huisnummer 18-2 anno 1870 |
1875 |
Alexander Jochems en Geesken Groot Enzerink |
|
1882-1887 |
Gerrit Meijer en Jacobje Brouwer |
|
1887-1889 |
Carel Jansen van Donzelaar en Geurtje
van Eldik |
|
1888-1890 |
Margaretha Heetelaar |
Margaretha wordt geroyeerd in de volkstelling
van 1890 |
1892-1895 |
Karel Jansen van Donzelaar en Geurtje
van Eldik |
|
1895-1906 |
Jan Willem Nikkels en Arend Jan Nikkels |
Jan Willem is overleden op 13-02-1904,
zoon Arend Jan verhuist in 1906 van huisnummer 95 naar 96 |
1906-1908 |
Cornelis Hermanus Pruijsers en Helena
Adriana Molewijk |
|
1908-1910 |
Christiaan Johan Willem Grentzebach
en Fietje Martens |
|
1910-1912 |
Cornelis Hermanus Pruijsers en Helena
Adriana Molewijk |
Vertrekken naar Klein Braakman |
1912-1919 |
Arie Hagendoorn en Paulina van Roozendaal |
Vertrekken naar G116a |
1919-1920 |
Hendrik Mensink en Henders van Swieten |
|
1920-....... |
Johanna Judith Verschoor-Vissers |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Huisnummer 75>95>103 |
|
|
|
Veerweg
2 |
|
|
Vanaf juni 1914 tot september
1918 woont hier ook Jan Lodewijk Weijenberg met zijn zoontje.
Akte 22-05-1918: betreft verkoop woonhuis "Elf Uur" te Gorssel,
sectie E nrs. 3464 en 1374. Verkoop door Arend Jan Nikkels aan Frans
Lenselink (schilder te Gorssel) en Hendrikus Kuiper (bakker te Zutphen).
Akte 15-06-1920: verkoop van een woonhuis gelegen achter "Het
Elfuur" te Gorssel, sectie E nr. 3648. Genoemde personen zijn
Willem Hendrik te Hasseloo, Hendrikus Kuiper en Hendrik Jan Mulder. |
|
|
1913-1915 |
Piet van Loenen en Gerritje
Johanna Eshuis |
Eerste hoofdbewoners |
1915-1916 |
Alfred Hugo Rappard en Susanna Berendina
Zwepink |
|
1916-1917 |
Anthonie van Est en Gijsbertha Johanna
van Hameren |
|
1917-1921 |
Theodorus Johannes Hieltjes en Johanna
Theodora Zwarts |
|
1921 |
Gerrit Willem Hietkamp en Johanna Brummelman |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Koekoek |
|
|
Huidig adres Deventerweg
37 en 39. Op nummer 39 staat geschreven "de Koekoek".
Februari 1919 komt hier Arend Jan Nikkels wonen, hij is afkomstig
van 't Elf Uur. De vorige bewoners Breukelman verhuizen naar 't
Elf uur (ze ruilen dus van woonruimte) en verhuizen kort daarna
naar Arnhem.
Hypotheek akte d.d. 04-05-1922 tussen
Arend Jan Nikkels en Gerrit Margerethuis Wunderink: betreft twee
huizen te Gorssel, sectie E nrs. 3463 enz. Mogelijk is het huis
altijd al eigendom geweest van Arend Jan Nikkels.
Van 1921 tot 1923 woont op huisnummer 150 ook Nellie Schuitemaker,
echtgenote van Martinus Beversluis.
Op 5 september 1934 vraagt A. Nikkels vergunning aan voor het bouwen
van een garage tegen een bestaand schuurtje op zijn perceel E3463
aan den Rijksstraatweg. |
|
|
1912-1915 |
Gerrit Jacob Johannes Lammers
en Johanna Kuiper |
Eerste hoofdbewoners |
1915-1915 |
Hendrik George Rienstra en Elisabeth
Magdalena de Knegt |
|
1915-1919 |
Jan Christoffel Breukelman en Anna Gesina
Geerdink |
|
1919-1956 |
Arend Jan Nikkels en Hendrika Johanna
Deetman |
|
1951 |
G. Hellewegen |
106a>150>256>338> Deventerweg
37 anno 1951 |
|
|
|
1912-1914 |
Jan Lodewijk Weijenberg en Maria Willemina
Klein Klouwenberg |
Eerste hoofdbewoners |
1914- |
Lodewijk Fredrik Klein Horstman en Hendrika
Floors |
|
|
L. Meijer |
|
1951 |
J.L. Schipper |
106b>149>255>337> Deventerweg
39 anno 1951 |
|
|
|
|
Ruimzicht |
|
Van
april 1891 tot april 1892 wonen Gerrit Lugt en Carolina Wijtman in Barneveld
en past Karssien Heres Brouwer op het huis. Neeltje en Bartje van den
Heuvel zijn ongehuwde zusters en wonen samen op Ruimzicht. Op 20 oktober
1923 overlijdt Bartje en op 5 maart 1924 verkoopt Neeltje het huis aan
Carel Roeterdink. Het betreft een dubbel woonhuis en zo kan Neeltje er
blijven wonen tot haar overlijden in 1929. |
|
 |
Carel Roeterdink en Martina Schaap
verhuisden in 1924 van Groot Bentink naar Ruimzicht, omdat zoon
Willem het bedrijf overnam en in dat jaar ging trouwen. Hun kinderen
Willemina Judeken, Martina Hendrika, Johanna Willemina en Hendrik
Carel verhuisden mee. Op Ruimzicht was in die tijd een boerenbedrijf
gevestigd. Het land dat erbij hoorde lag waar nu de Parallelweg
loopt. De koeien die daar liepen, vooral jongvee, werden niet
bij Ruimzicht gestald maar bij boerderij ’t Boschtert, die
ook eigendom was van Carel Roeterdink. Daar had Carel ook melkvee
en Carel leverde op een gegeven moment meer melk aan de melkfabriek
dan zoon Willem op Groot Bentink!
Op Ruimzicht was ook de Boerenleenbank gevestigd. Oorspronkelijk
was die ondergebracht bij de gezusters Geerdes aan de Hoofdstraat,
maar die kregen onenigheid met het bestuur, waar Carel waarschijnlijk
ook in zat, en toen heeft hij de bank over laten brengen naar
Ruimzicht. Zijn dochter Willemien werk kassier tot haar huwelijk
in 1928 en daarna werd zijn dochter Anne kassier.
Martina Schaap is op 31 mei 1937
overleden. In 1942 verkocht Carel het huis Ruimzicht (aan een
mevrouw van de Heuvel) en verhuisden ze naar Lucretia, Deventerweg
15. Hun kinderen Martina Hendrika en Johanna Willemina verhuisden
mee, de anderen waren inmiddels getrouwd. Johanna Willemina trouwt
op 10 september 1942 met Gerrit Boschloo en gaat op diens boerderij
't Boschloo wonen.
Later was garage Kluin er gevestigd
en weer later een busbedrijf en tot 2018 was wijnkoperij Klosters
in dit huis gevestigd.
|
|
|
Het huis Lucretia is vernoemd naar
Gerritjen Lucretia Roeterdink, zus van Carel. Zij was getrouwd
met Gerhardus Schieven en woonde met hem op boerderij 't Have
in Leesten. Gerhardus is overleden in 1927 en op 15 juli 1933
verhuist Gerritjen Lucretia naar Gorssel en gaat daar dan bij
haar broer Carel wonen, eerst op Ruimzicht en later op Lucretia.
Carel is op 2 mei 1944 overleden en Gerritjen Lucretia op 25 februari
1951. Martina Hendrika Roeterdink, dochter van Carel, bleef toen
in het huis Lucretia wonen.
|
|
|
|
1887-1888 |
Johan Sebastiaan Lehmann |
Eerste hoofdbewoner |
1888-1898 |
Gerrit Lugt en Carolina Wijtman |
|
1898-1903 |
Hendrik van Eck en Clazina
de Ven |
Afkomstig van Ravensweerd |
1898-1929 |
Neeltje en Bartje van den Heuvel |
Neeltje en Bartje zijn nichtjes van
Hendrik |
1924-1942 |
Carel Roeterdink en Martina Schaap |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
|
|
Huidig adres: Deventerweg 14 |
|
|
|
|
1899-1921 |
Derk Jan van Vorden en Fredrika Dommerholt |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig van
Ravensweerd |
1921-1924 |
Wilhelmus Franciscus Leuvering en Maria
Petronella Leuverink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1924-1928~ |
Egbert Jan Wolters en Hendrika Willemina
Wassink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1928-1930 |
Johannis Tromp en Johanna Jansen |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1930-1937 |
Onbekend |
|
1937- |
Philippus Wichers en Hermina Meijer |
|
|
|
|
|
Huidig adres: Deventerweg 16 |
73a>97>106>148>253>329 |
|
|
|
Huisnummer 147 anno 1921
is de werkplaats van A. van Vorden welke voor 1930 komt te vervallen.
Het kaartje hiernaast dateert van 1901. Rechts aan de kruising ligt
Ruimzicht, ten noorden daarvan Deventerweg 16 en ten oosten daarvan
Parallelweg 1. |
|
|
Tramzicht |
|
|
Het huis is afgebroken voor 1936
toen er ten oosten van het huis een nieuw dubbel woonhuis met
smederij werd gebouwd. Aan de kant van de huidige Parallelweg
woonde Berta Garssen, onderwijzeres op de Christelijke basisschool.
Zij woonde eerst in bij de hoofdonderwijzer Johannes Jacobus van
Velden in de Meesterswoning en is waarschijnlijk in 1937 verhuisd
naar de Parallelweg.
De huizen van Elfuursweg 3 in 1936
(dubbel woonhuis met smederij) en Elfuursweg 1 in 1938 zijn ontworpen
door Philippus Wichers van "Bouwlust". Bij de bouw van
het huis in 1938 wordt melding gemaakt van een landhuisje op "Bouwlust"
te Gorssel.
|
|
|
1889-1901 |
Johannes van Vorden en Teuntjen
Braakhekke |
Eerste hoofdbewoners |
1892-1901 |
Gerrit van Vorden en Hendrika Harmina
Kapers |
Gerrit is de zoon van Johannes en Teuntjen |
1901-1902 |
Jan Kleine en Jannetjen Wolters |
|
1902-1906 |
Hendrik Tuller en Maria Oosterveld |
|
1906-1921 |
Gerrit Jan Dikkeboer en Hendrika Gerdina
Boterman |
Verhuizen naar Eesterzicht en later
naar Ketenbosweg |
1921-1925 |
Antonius Johannes Aa en Antonia Francisca
Weultjes |
Afkomstig van Huis in 't Veld op de
Eesterbrink |
1925-1936< |
Derk Jan van Vorden en Fredrika Dommerholt |
Derk Jan is de zoon van Johannes en
Teuntjen en is afkomstig van Velderhof |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, stond tussen
huidige Elfuursweg 1 en 3 |
Huisnummer 72>93>99>145>250 |
|
|
|
Elfuursweg |
|
 |
Op dit blad wordt oorspronkelijk
huisnummer G65a vermeld, maar verderop het blad wordt huisnummer
99a genoemd welke in 1921 wijzigt naar 138.
Waarschijnlijk stond dit huisje aan de linkerkant van de Elfuursweg
nabij de Paddestoel. Aan de rechterkant (net voor eerste afslag
Acaciaplein) stond ook een huisje welke waarschijnlijk bewoond
was door Jan Brummelman. Hij deed aangifte van het overlijden
van Gerritdina Schutte samen met Marinus Heuvelink die waarschijnlijk
op de Punte woonde. Zij zullen de naaste buurmannen zijn geweest.
Maar dit is niet zeker. Gezien de
huisnummer van 1921 (dit huis 138 en Paddestoel 144) zouden ze
niet dicht bij elkaar hebben gestaan. Huisnummer 137 is de Dekker
en 139 is In de Bosch. Vervolgens is huisnummer 143 Schutte en
145 het huis van Van Vorden bij Ruimzicht. Mogelijk is huis 138
dan het huisje wat aan de overkant van de Elfuursweg heeft gestaan
tussen Brummelman en het kruispunt?
|
|
|
1911 |
Gerrit Jan Noteboom en Willemina
Tijssen |
Eerste hoofdbewoners |
1913-1914 |
Gerrit Willem Boterman en Gerritjen
Willemina Hietkamp |
|
1914-1932 |
Gerritdina van Hummel geb. Schutte |
Weduwe van Hendrik Jan van Hummel |
1914-....... |
Jan Hendrik en Jenneken Johanna van
Hummel |
Kinderen van Gerritdina |
|
|
|
|
|
Huisnummer 99a>138>244>305>
afgebroken voor 1951 |
|
|
|
|
|
Paddestoel |
|
 |
In het huizenregister
van 1921 genoemd als koepel.
Op de foto staat het huisnummer G243? Dan zal de foto zijn gemaakt
in de periode 1930-1939?
Jan Dommerholt van Nieuw Bijgeval kwam
hier regelmatig helpen. De foto komt van de familie Goorman.
1959: Verkoop grond aan/door D. Wittop-Koning,
betreft Elfuursweg, Gorssel
Adrianus Rudolphus Wittop Koning: Hij is architect en heeft ook
een tekening gemaakt voor iets in Gorssel, zie https://www.archieven.nl/nl/zoeken?miview=inv2&mivast=0&mizig=210&miadt=5&micode=1585#inv3t2
In of nabij het bosje
op de hoek van de Elfuursweg en Ketenbosweg stond vroeger een huisje
met de naam de Paddestoel. Het huisje werd in 1920 en 1921 bewoond
door Martina Diederika Wittop Koning, zij was lerares aan de huishoudschool.
Daarna zal het huisje zijn gebruikt als weekend en vakantiehuis
door de familie Wittop Koning uit Den Haag. Jan Dommerholt van de
Molenweg deed er klusjes en was een graag geziene gast. Begin jaren
'50 woonden hier tijdelijk ook Huibert Waalboer en Eva Bruggeman.
Er stond ook een schuurtje voor de fietsen welke het Zwammetje werd
genoemd |
|
|
1920-1921 |
Martina Diederika Wittop
Koning |
Eerste hoofdbewoonster,
lerares aan de huishoudschool |
.......-1951 |
Huibert Waalboer en Eva Bruggeman |
Afkomstig van 't Elf Uur |
1951-1955 |
Johan en Tonnie Hazewinkel |
|
|
|
Huisnummer 90b>144, daarna niets
en in 1939 huisnummer 304 = Elfuursweg 15 anno 1951 |
|
|
|
|
|
|
Schutte |
|
11b >28 > 71 > 92 > 98 >
143 > 239 > 300 > Ketenbosweg 4. In 1851 bestond huisnummer
11a en in 1856 bestond ook huisnummer 11c, in de tussentijd moet 11b
dus zijn ontstaan. Jan Willem Schutte woonde anno 1851 nog in op Dorrewold
= huisnummer 12-2. Daarvoor woonde hij nog op Zandscholten. Huisnummer
11c is waarschijnlijk gesticht in 1853 dus gaan we ervan uit dat 11b
in 1852 is gesticht. Dat jaar wordt een levenloos kind geboren en in
de akte lijkt 11b te staan geschreven, nog eens goed nakijken. Het echtpaar
is tussen 11-10-1846 en 10-09-1848 in Gorssel komen wonen, maar woonde
eerst op de Eesterbrink (zie geboorteakten Jan Hendrik en Johanna Willemina)
Gerrit Jan Nijenhuis hertrouwde na het
overlijden van Hermina Alberta Schutte in 1958 met Gerritdina Hekkelman,
weduwe van Albert ten Have, en woonde met haar op de Keihave. Dat huwelijk
vond plaats op 26 mei 1967.
|
|
|
|
|
1852-1911 |
Jan Willem Schutte en Hendrika Johanna
Groot Wesseldijk |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig van
Dorrewold |
1902-1961 |
Hendrikus Schutte en Aaltje Kerkdijk |
Hendrikus is de zoon van Jan Willem
en Hendrika Johanna |
1918-1967 |
Gerrit Jan Nijenhuis en Hermina Alberta
Schutte |
Hermina Alberta is de dochter van Hendrikus
en Aaltje |
|
|
|
|
|
Schonewille |
|
 |
Akte 27-10-1923: betreft
een nieuw gebouwd huis met bouwland en heide te Gorssel, sectie
E nr. 3764. Overdracht met hypotheek door Vereniging Bevordering
Verkrijging Onroerend Goed Landarbeiders te Gorssel aan Gerrit Jan
Scheuter.
Dit is de boerderij van de familie Schonewille aan de Ketenbosweg.
De foto is gemaakt aan de Cederlaan welke in 1972 is aangelegd.
Links is boerderij Dorrewold te zien.
Het huis is niet zo oud, het eerste
huisnummer 143b dateert van de periode 1921-1930.
Gerritdina Johanna Slettenhaar overlijdt
op 8 juni 1935 en Gerrit Jan Scheuter verhuist op 13 augustus 1938
naar Deventer. |
|
|
1923-1938 |
Gerrit Jan Scheuter en Gerritdina
Johanna Slettenhaar |
Eerste hoofdbewoners |
1929-1938< |
Albert Jan Scheuter en Maria Wijnbergen |
Albert Jan is de zoon van Gerrit Jan
en Gerritdina Johanna |
1938- |
Pieter Schonewille en Geertje Strijker |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
|
|
143b>240>301> Ketenbosweg
7 anno 1951 |
|
|
|
|
|
|
|
|
 |
Gerrit Jan Dikkeboer
en Hendrika Gerdina Boterman zullen hier waarschijnlijk in 1922
of 1923 zijn komen wonen. Ze zijn afkomstig van Eesterzicht.
Gerrit Jan koopt op
14 april 1921 een perceel heidegrond te Gorssel, sectie E nr. 3593
van Lambertus Klein Ovink.
Familie Dikkeboer vertrekt
naar de Beukenlaan en het huis wordt daarna alleen bewoond door
de familie Nikkels die ruilde met de medebewoners van het huis.
Dat was de familie Koldewee (Herman en Riek), eerder was de familie
van G.J. Dijkerman medebewoner. De familie Nikkels maakte er één
huis van met huisnummer 5. Na het overlijden van Albert Nikkels
in 1972 heeft Geesje er nog een aantal jaren gewoond en is toen
verhuisd naar de Mezenstraat. |
|
Op de foto hiernaast zijn Gerrit Jan Dikkeboer en Hendrika Gerdina
Boterman 25 jaar getrouwd. Verder zien wij:
Achterste rij in het
midden :Albertus Dikkeboer
Achterste rij rechts Jenneken Dikkeboer
Achterste rij links Harmina Dikkeboer
rechts naast opoe :Hendrik Jan Dikkeboer
rechts naast opoe : Albertha Dikkeboer
links van opa Gerrit Jan Dikkeboer
links van opa Hendrika Gerdina Dikkeboer
tussen opa en opoe: Hermanna Dikkeboer
voor opa: Johanna Dikkeboer
|
|
|
|
|
1921-1955~ |
Gerrit Jan Dikkeboer en Hendrika Gerdina
Boterman |
Eerste hoofdbewoners |
1921-1922 |
Evert Penterman en Reindina Kappert |
Eerste medebewoners |
1922-1923 |
Harmen Hietbrink en Johanna Willemina
ten Haken |
|
1923-1926< |
Johannes Reugebrink en Johanna Berendina
Wissink |
|
1951 |
G.J. Dijkerman |
|
.......-1955~ |
Herman en Riek Koldewee |
|
1955-1975~ |
Albert Nikkels en Geesje Ossel |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
|
|
G143a>241>302 = Ketenbosweg 5
anno 1951 |
|
|
|
|
Dorrewold |
|
De
eerste gegevens over deze boerderij komen wij tegen op de pre kadastrale
kaart van 1818 van het 1e blad van sectie E en dat betreft het dorp
Gorssel ten noorden van de huidige Gorsselse Enkweg en Kamperweg.
Van dit blad bestaan twee exemplaren waarvan de eerste nog wat wijzigingen
kende. Dat is bijvoorbeeld het geval bij deze boerderij welke oorspronkelijk
in een wat grotere vorm was ingetekend aan de Dommmerholtseweg en
uiteindelijk in een wat kleinere vorm aan de huidige Ketenbosweg
is gebouwd. Deze kaart toont aan dat het boerderijtje in 1818 is
gebouwd. |
|
|
|
|
|
 |
Eerste
hoofdbewoner is Harmen Wilgenhof die tot 1818 gepacht op boerderij
Hoekman woonde en werkte als dagloner. Bij de geboorte van dochter
Jenneken op 31 maart 1818 blijkt hij ineens veldwachter van beroep
te zijn. Kennelijk heeft Harmen het gehad met het boerenwerk en
dat verklaart ook de gewijzigde bouwplannen. Echtgenote Antonia
Greeve is ook niet van het boerenwerk en verdient haar geld als
vroedvrouw van de gemeente, zij heeft vele kinderen in Gorssel geholpen
ter wereld te komen. Zelf kreeg het echtpaar acht kinderen waarvan
er vijf zijn geboren op Hoekman en drie op Dorrewold. Het echtpaar
was oorspronkelijk geen eigenaar van de boerderij en de grond eromheen,
dat waren de geërfden van de Marke Gorssel. Op 2 maart 1831
kopen zij de katerstede Dorrewold op een veiling.
Hamen overlijdt op
21 augustus 1831 in Gorssel maar niet op Dorrewold maar op 't Walle
waar een jaar eerder ook zoon Hendrikus is overleden, dat is wel
bijzonder. Antonia blijft op Dorrewold wonen tot haar overlijden
in 1865, zij heeft er dus lange tijd gewoond. Hierdoor staat de
boerderij ook wel bekend onder de naam "Vroedvrouw". Antonia
trouwt niet opnieuw en woont er met haar kinderen. Dochter Jenneken
blijft het langst in huis en blijft er ook wonen als zij op 10 september
1847 trouwt met Lammert Hendrik Meijer. Op 14 november 1847 wordt
dochter Gerritjen geboren "ten huize van hare moeder op nummer
12 in Gorssel". Er worden daarna nog drie kinderen op Dorrewold
geboren en de kans is groot dat moeder Antonia geholpen heeft met
de bevallingen. Overigens was de moeder van Antonia vroeger ook
vroedvrouw van beroep, zij woonde op Nijhuis (Nieuw Morrenhof).
Het beroep zat dus in de familie.
Waarschijnlijk in 1858 verhuizen Lammert Hendrik en Antonia naar
Harfsen. Antonia blijft wel wonen op Dorrewold, maar gaat aan de
andere kant van het huis wonen in het gedeelte waar in de periode
omstreeks 1851 nog Jan Willem Schutte en Hendrika Johanna Groot
Wesseldijk hebben gewoond, het huis had toen dus een dubbele bewoning.
|
|
|
Dat is
vanaf 1858 weer het geval want dagloner Gerrit Jan Wolters en zijn
echtgenote Egberdina Grooteboer komen dan als hoofdbewoners op Dorrewold
wonen, ze woonden daarvoor in Epse. Het echtpaar heeft drie zoons
en op Dorrewold komen er nog twee dochters bij. Op 30 juni 1865
kopen zij een boerderijtje in Epse van de erven Nijbroek aan de
huidige Kletterstraat en gaan daar dan wonen. Op 5 oktober 1865
is het dan de beurt aan Jan Willem Schoolderman en Gerritje Dikkeboer
maar ze wonen er maar een jaar, maar dat jaar wordt wel een zoon
Teunis geboren. Teuntjen Greeve was overigens 25 maart 1865 overleden
en haar plek Reinder Bartelds en Harmina van der Wal die iets meer
dan een jaar op Dorrewold en in die periode ook ouders werden van
een zoon.
Op 20 augustus 1866
worden Gerrit Bartelink en Derkjen Muileman de nieuwe hoofdbewoners
alhoewel hun stief(schoon)moeder als Jenneken Draaijer als hoofdbewoonster
wordt ingeschreven. De familie is wederom afkomstig van Epse en
Gerrit is wegwerker van beroep. Uiteindelijk bestaan het gezin uit
acht personen waarvan vijf kinderen waarvan er helaas één
jong overlijdt en dan is er ook nog een kind levenloos geboren.
Op 31 mei 1867 komt ook Fenneken Muilerman, de zus van Derkjen,
op Dorrewold wonen samen met haar echtgenoot Mannes Hietbrink en
twee kinderen. Ze gaan aan de andere kant van het huis wonen waar
ze de plek innemen van de vertrokken familie Bartelds. Fenneken
en Mannes zijn afkomstig van 't Loobosch die al uitbreid staat beschreven
op de Boschterhoek pagina van deze website. Fenneken overlijdt in
1875 en Mannes hertrouwt in 1876 met Christina Hermina Jacobs en
uit dit huwelijk worden nog drie kinderen geboren. In februari 1881
verhuist de familie Bartelink weer terug naar Epse (het blijft een
heen en weer gaan van de Dorrewold bewoners naar die plaats) en
de lege plek wordt dan twee jaar niet opgevuld waardoor Manus Hietbrink
feitelijk de nieuwe hoofdbewoner wordt. Maar op 30 april 1883 wordt
hij weer officieel medebewoner als het kersverse echtpaar Hendrik
Willem Stegeman en Aaltje Tuller hun intrek nemen in het hoofdgedeelte
van het huis. Zoals eerder hoofdbewoners was Hendrik Willem ook
dagloner van beroep. Het echtpaar blijft zes jaar lang wonen op
Dorrewold en verhuist dan naar ... Epse dus ja. |
|
|
|
|
Maart 1889 komt de familie Lubberding wonen op 't Dorrewold. Het
betreft Hendrika Johanna Pelgrum, weduwe van Johan Lubbering van
't Lubberdink te Almen, met haar drie jongste kinderen en haar
broer Berend Pelgrum. Broer en zus worden geregistreerd als landbouwers
maar later toch weer als dagloner net als medebewoner Mannes Hietbrink.
Eén van de kinderen van Hendrika Johanna die op 't Dorrewold
komt wonen is Johan Hendrikus Lubberding. Hij trouwt op 2 juni
1900 met Gerritdina Jonkman en zij komt dan ook op 't Dorrewold
wonen en er worden een zoon en dochter uit het huwelijk geboren.
Johan Hendrikus werkte als paardeknecht/voerman bij Rijkswaterstaat
om straatklinkers te vervoeren van een steenfabriek aan de IJssel
voor de aanleg van de weg Deventer-Zutphen. En toen de weg klaar
was kreeg hij een baan aangeboden als politie agent waar hij het
uiteindelijk bracht tot hoofdagent. Op 3 december 1904 verhuist
Johan Hendrikus naar Deventer en de hele familie gaat met hem
mee. In 1898 trouwde een zus van Johan Hendrikus genaamd Johanna,
die overigens niet op 't Dorrewold heeft gewoond. Zij trouwde
met Harmen Jan Bartelink die in 1872 op 't Dorrewold is geboren
en zo ontstond toch nog een relatie tussen de twee families die
op de Dorrewold hebben gewoond.
Na het vertrek van de familie Lubberding
is er weer ruimte voor starters uit Epse. Gerrit Dommerholt en
Gerritdina Antonia Klijn Velderman trouwen op 7 januari 1905 en
gaan op 't Dorrewold wonen en werken, want Gerrit gaat aan de
slag als landbouwer. In 1906 wordt zoon Willem geboren maar later
dat jaar, op 1 december, vertrekt het echtpaar alweer, terug naar
Epse.
Voordat we de volgende hoofdbewoners
introduceren, kijken we nog even vlug naar de andere kant van
de boerderij waar Mannes Hietbrink nog steeds woont. In 1908 verhuist
hij naar de Oude Fokke en maakt zo plaats voor zijn zoon Albertus
Philippus die in 1907 was getrouwd met Jantje Bosma en ook op
't Dorrewold woonde. In 1909 wordt een dochter geboren en in 1910
verhuizen zij naar 't Armenhuis in Gorssel en hiermee eindigt
de dubbele bewoning van 't Dorrewold.
|
|
|
|
De
dubbele bewoning betrof waarschijnlijk een klein huisje op het erf
van Dorrewold, de hoofdbewoners en medebewoners woonden dus niet
onder één dak. De kaartjes hiernaast dateren van 1899
(links) en 1911 (rechts). Op het kaartje van 1899 is duidelijk het
aparte huisje te zien. Op de kaart van 1911 is te zien dat dit huisje
is verdwenen maar ook dat boerderij Dorrewold is verplaatst richting
Schutte. Dit verklaart meteen waarom de foto's van de boerderij
hierboven verschillen, het zijn immers twee verschillende boerderijtjes.
De bovenste foto dateert van circa 1900 en is dus nog van de oude
woning. |
|
|
Terug
naar de hoofdbewoners. Op 5 januari 1907 komen Johannes Hendrikus
Roeterdink en Harmina Henriëtta Tuitert op 't Dorrewold wonen.
Zij waren getrouwd op 7 april 1906 en zijn toen gaan wonen bij de
ouders van Harmina in Epse. In die plaats zullen zij elkaar ook
hebben leren kennen want Johannes woonde en werkte voor zijn huwelijk
op Klein Nulend in Epse. Ze wonen eerst gepacht op 't Dorrewold
en kopen het huis op 21 september 1907 van Herman Theodoor Wilgenhof,
kleinzoon van Harmen Wilgenhof en Antonia Greeve. Tot die tijd was
de boerderij dus nog eigendom van de familie Wilgenhof en alle vorige
bewoners zullen dus het huis hebben gepacht c.q. gehuurd. Vader
van Herman Theodoor is Berend Wilgenhof die tuinman van beroep was.
Nicht van Herman Theodoor is Aaltjen Wilgenhof en zij is getrouwd
met Hendrik Tuitert, oudste broer van Harmina Henriëtta en
zo zal het er wel van gekomen zijn dat de boerderij uiteindelijk
verkocht is aan Johannes en Harmina. Het echtpaar krijgt vier kinderen,
twee meisjes en daarna twee jongens waarvan de jongste in 1913 maar
kort heeft geleefd. Johannes werkt als landbouwer en overlijdt op
16 juli 1918 en wordt maar 41 jaar oud. Hiernaast is een foto van
hem op jongere leeftijd te zien en daarnaast een foto van Harmina
Henriëtta op latere leeftijd. |
|
|
|
|
Zo
blijft Harmina met drie kinderen alleen over op de boerderij. Oudste dochter
Johanna Maria blijft ongehuwd en op 16 november 1940 trouwt zoon Gerrit
Hendrik Roeterdink met Maria Berendina Horstman en hij werkt dan als landbouwer
op Dorrewold. Op 12 juni 1948 trouwt jongste dochter Wendelina met Hendrik
Hissink en zij gaan dan op Dorrewold wonen, uit dit huwelijk wordt één
zoon geboren. Gerrit Hendrik Roeterdink gaat aan de Veerweg wonen en wordt
dan tuinman van beroep. Hendrik Hissink zet de boerderij voort en verbouwt
er graan, voederbieten, knollen en ook aardappels voor eigen gebruik.
Verder scharrelen er zo'n 300 kippen bij de boerderij en lopen er varkens
en acht koeien. Er werd ook een schuur gebouwd voor een paard maar die
kwam er niet, maar geen nood, voor het zware werk werd er in de buurt
goed samengewerkt met de families Stormink van 't Schurink, de Winter
van 't Breger en Bruggeman van de Dommerholtsweg die een paard had en
later een tractor waarmee het werk nog makkelijker gedaan kon worden. |
|
|
|
Op de linkerfoto hierboven zien wij Harmina
Henriëtta Tuitert met haar drie kinderen. Op de middelste foto
samen met dochter Wendelina, schoonzoon Hendrik Hissink en kleinzoon
Han Roeterdink en op de rechterfoto met kleinzoon Jan Hissink die zij
maar kort heeft gekend want Harmina Henriëtta overlijdt op 4 mei
1950 op 't Dorrewold. Jan is enig kind van Hendrik en Wendelina en heeft
nog tot 2011 op 't Dorrewold gewoond met echtgenote Nieneke. Vader Hendrik
is in 1985 op 't Dorrewold overleden en moeder Wendelina Roeterdink
verhuisde in 1996 naar een verzorgingstehuis.
|
|
1818-1858 |
Harmen Wilgenhof en Antonia Greeve |
Eerste hoofdbewoners |
1847-1858 |
Lammert Meijer en Jenneken
Wilgenhof |
Jenneken is de dochter van
Harmen en Antonia |
1858-1865 |
Gerrit Jan Wolters en Egberdina Grooteboer |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1865-1866 |
Jan Willem Schoolderman en Gerritje
Dikkeboer |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1866-1881 |
Gerrit Bartelink en Derkjen Muileman |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1883-1889 |
Hendrik Willem Stegeman en Aaltje Tuller |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1889-1904 |
Hendrika Johanna Lubberding-Pelgrum |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1900-1904 |
Johan Hendrikus Lubberding en Gerritdina
Jonkman |
Johan Hendrikus is de zoon van Hendrika
Johanna |
1905-1906 |
Gerrit Dommerholt en Gerritdina Antonia
Klijn Velderman |
Het echtpaar verhuist naar Epse |
1907-1950 |
Johannes Hendrikus Roeterdink en Harmina
Henriëtta Tuitert |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1940-1948 |
Gerrit Hendrik Roeterdink en Maria Berendina
Horstman |
Gerrit Hendrik is de zoon van Johannes
Hendrikus en Harmina Henriëtta |
1948-1996 |
Hendrik Hissink en Wendelina Roeterdink |
Wendelina is de dochter van Johannes
Hendrikus en Harmina Henriëtta |
|
|
|
|
Dubbele bewoning |
|
1829-1831 |
Jan Leemkuil en Willemina Hullekes |
Mogelijke eerste medebewoners |
1851-1852 |
Jan Willem Schutte en Hendrika Johanna
Groot Wesseldijk |
Geen familie van vorige medebewoners,
afkomstig van Zandscholten |
1858-1865 |
Antonia Greeve |
Geen familie van vorige medebewoners,
zij was eerdere hoofdbewoonster |
1865-1867 |
Reinder Bartelds en Harmina van der
Wal |
Geen familie van vorige medebewoner |
1867-1876 |
Manus Hietbrink en Fenneken Muileman |
Afkomstig van Loobosch, Fenneken is
de zus van Derkjen Muileman |
1876-1908 |
Manus Hietbrink en Christina Hermina
Jacobs |
Christina Hermina is de tweede echtgenote
van Manus |
1907-1910 |
Albertus Philippus Hietbrink en Jantje
Bosma |
Albertus Philippus is de zoon van Manus
en Christina Hermina |
|
|
|
|
Huidig adres: Ketenbosweg 14 (was 6
anno 1951) |
|
|
|
|
Boterman |
|
 |
Op 8 juli 1924 wordt het plaatsje
"Boterman" te Gorssel, sectie E 3093, verkocht door
Johanna Barmentloo van 't Dommerholt aan Gerrit Hendrik Goorman.
Ketenbosweg 17, afgebroken in 2016. Adres anno 1951 is waarschijnlijk
Ketenbosweg 9 (huisnummer 89a anno 1900).
Onderstaande bewoners zijn de bewoners
van huisnummer 89a en bewoning vanaf 1900.
|
|
|
1900-1913 |
Gerrit Willem Boterman en
Gerritjen Willemina Hietkamp |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van de Eikeboom |
1913 |
Hermanus Broer en Jenneken Rietman |
|
1924-1942 |
Gerrit Hendrik Goorman en Fredrika Johanna
Jeurlink |
|
1951 |
Mej. E. van Dooremaal, mej. H. Rueck |
|
1969 |
Mej. E. van Dooremaal, mej. P.W.M. de
Moel |
|
|
|
|
|
89a>96>141>237>298>
Ketenbosweg 9 |
|
|
|
|
Bruggeman |
|
Op
28 september 1889 trouwt Roelof Bruggeman van 't Weiland met Gerritje
Bussink die in die tijd als dienstmeid op Groot Bentink werkt en van oorsprong
van Klein Bussink in Epse afkomstig is. Ze gaan wonen in een huisje op
de grens van Gorssel en Epse aan de huidige Dommerholtsweg. Op 10 december
1889 wordt zoon Teunis geboren en zijn Berend Pelgrum van Dorrewold en
Gerrit Johan Dommerholt van In de Bosch getuigen bij de aangifte, waarschijnlijk
als naaste buurmannen. |
|
 |
Twee
dagen later koopt Roelof een stuk heidegrond van Hendrik Jan Berenpas
van 't Wiltink. Onduidelijk is waar dit stuk land lag en waarvoor
Roelof deze grond ging gebruiken. Roelof is dagloner van beroep
en zal waarschijnlijk de grond gebruikt hebben om te verbouwen maar
kan er ook een huisje op hebben gebouwd. Wij nemen aan dat de familie
Bruggeman op de plek is gaan wonen die op het kaartje hiernaast
geel is gemarkeerd, dus vlakblij In de Bosch. Bijzonder is wel dat
dit een kaart van 1911 is en dat op de kaart ervoor deze grond nog
bos is. Maar dit soort kaarten blijken niet altijd goed bijgewerkt
en er is geen enkele andere bewoning aangegeven terwijl het wel
zeker is dat de familie Bruggeman in deze buurt moet hebben gewoond.
Er werden uit het huwelijk van Roelof en Gerritje tien kinderen
geboren waarvan de helft op jonge leeftijd zijn overleden. In oktober
1903 overleden twee kinderen binnen negen dagen tijd, dat was een
zware tijd voor de familie. Ook oudste zoon Teunis wordt niet oud,
hij overlijdt op 16 juni 1908 op 18-jarige leeftijd en zo valt de
beoogde opvolger weg.
|
|
|
Op
31 augustus 1918 koopt Roelof een perceel heide met opslag, sectie
E nr. 3214. Deze was eerder dat jaar nog een perceel heide met dennen
en kan dus niet het perceel met het huis in het gele stipje van
de kaart van 1911 zijn. Deze verkoopt hij op 11 oktober 1923 aan
zijn schoonzoon Gerhardus Maalderink (gehuwd met dochter Hermina
Bruggeman) als een perceel bouwland met daarop staande huis te Gorssel,
hij heeft er dus een huis op laten bouwen. Dit betreft zeer waarschijnlijk
een huis aan de huidige Elfuursweg waar de familie Maalderink in
1923 zal zijn gaan wonen. Tot die tijd woonden zij in het huis van
de familie Bruggeman aan de Dommerholtsweg, zij verhuisden op 17
mei 1921 van Hengelo (Gld) naar Gorssel. Ze staan dan op dezelfde
kaart van het bevolkingsregister ingeschreven maar waarschijnlijk
is de familie Bruggeman in 1921 al verhuisd en heeft mogelijk toen
plaats gemaakt voor de familie Maalderink.
Op 19 augustus 1920 koopt Roelof namelijk een perceel bosgrond (perceel
A 534) aan de overkant van de Dommerholtsweg wat toen nog onder
Epse viel, hij koopt deze van Bertus Makkink van 't Dijkerhof. Hier
heeft de familie Bruggeman een nieuw huis gebouwd. Eigenlijk stopt
hier het verhaal omdat wij niet huizen in Epse bespreken, maar voor
de familie Bruggeman maken wij graag een uitzondering. Het huis
in Gorssel verdwijnt van de kaart en dat is zeker! |
|
|
|
 |
 |
Op
7 januari 1922 trouwt zoon Reinier met Everdina Willemina ter
Mate uit Voorst. Reinier is niet de oudste zoon maar wel de eerste
die in het huwelijksbootje stapt van de jongens. Op 24 mei 1922
wordt zoon Dirk Willem geboren en daarna nog twee dochters en
vier zoons, in die volgorde. De initialen van Dirk Willem staan
gemarkeerd in de muursteen met de datum 15-08-1926. Dat is bijzonder
omdat een dergelijke steen werd gebruikt als "eerste steen"
en wij er vanuit gaan dat deze al in 1921 is gelegd. Mogelijk
was er geen steen en werd deze in 1926 bij het 5-jarig jubileum
alsnog gelegd? Aannemelijk is dat het huis voor 1926 al wel was
gebouwd, want in 1923 wordt Roelof Bruggeman al genoemd als landbouwer
te Epse.
Overigens woont ook het meisje Alberta Harmina Wuestman in het
huis, zij is een nichtje van Roelof en Gerritje en dochter van
Harmina Bruggeman (zus van Roelof) die in 1914 is overleden. Helaas
gaat het met Alberta Harmina ook niet zo goed, zij overlijdt op
16 juli 1924 en wordt maar 14 jaar oud. |
|
|
Roelof en Gerritje maken de geboortes
van al hun kleinkinderen in het huis in Gorssel mee. Gerritje
is overleden op 13 juli 1941 op 77-jarige leeftijd en Roelof wordt
82 jaar oud, hij overlijdt op 4 juli 1947. In Gorssel wordt hij
genoemd als dagloner en arbeider en in Epse werd hij op latere
leeftijd nog landbouwer en hebben zijn zoon en kleinzoon dit werk
voortgezet. Er werden schuren aan de overkant van de weg gebouwd
vlak naast de plek waar het oude huisje heeft gestaan en zo was
de familie ook nog werkzaam in Gorssel. In 1967 verhuizen Reinier
en Everdina naar de Punte aan de Elfuursweg.
Opvolger is zoon Rinus die in 1967
trouwde met Hanny Buitenkamp. Ze kregen een zoon en een dochter
en boerden verder op de boerderij die ondertussen weer onder Gorssel
viel. Rinus is overleden op 6 augustus 1997 en Hanny verhuisde
in 1999 en verkocht de grond aan de gemeente Gorssel die deze
ging gebruiken voor bouw van woningen aan de Dorrewold en de Bosch,
vernoemd naar de andere boerderijen die in deze buurt staan. Boerderij
Dorrewold hebben we net besproken en we gaan nu naar boerderij
de Bosch!
|
|
|
|
1889-1947 |
Roelof Bruggeman en Gerritje
Bussink |
Eerste hoofdbewoners |
1921-1923 |
Gerhardus Maalderink en Hermina Bruggeman |
Hermina is de dochter van Roelof en
Gerritje |
1922-1983 |
Reinier Bruggeman en Everdina Willemina
ter Mate |
Reinier is de zoon van Roelof en Gerritje |
1967-1999 |
Reinier Bruggeman en Harmke Buitenkamp |
Reinier is de zoon van Reinier en Everdina
Willemina |
|
|
|
|
Huidig adres: Dommerholtsweg 9 |
|
|
|
|
De
Bosch |
|
Dit
boerderijtje is omstreeks 1855 gebouwd in een toen nog bosrijk gebied
aan de huidige Kozakkenweg, in die tijd kreeg de boerderij nog huisnummer
12a. De stichters zijn Hendrik Willem Dommerholt en Fredrika Scholten
die daarvoor nog op 't Elf Uur woonden welke zij ook hebben laten bouwen.
Daar nog weer voor woonde het echtpaar op katerstede Hietbrink in Eefde,
maar van oorsprong komen zij uit Gorssel. Hendrik Willem komt van 't Dommerholt
en Fredrika van 't Boschtert. Het echtpaar heeft elf kinderen waarvan
er drie op jonge leeftijd zijn overleden. |
|
 |
Het boerderijtje werd gebouwd op
een open gedeelte, welke was omringd door bomen, in een terrein
van ruim 2,37 hectare waarvan Hendrik Willem eigenaar was. Dit
terrein bestond uit vrij laaggelegen heide- en bosgrond waarvan
een gedeelte reeds in cultuur was gebracht. Samen met zijn zonen
en anderen bracht hij meer grond in cultuur. Hendrik Willem overlijdt
op 14 januari 1863 en zoon Gerhard Johan, die dan 23 jaar oud
is, neemt de werkzaamheden op de boerderij over maar werkt ook
als dagloner, wat zijn vader ook deed.
Oudste zoon Hendrik woont er werkt dan nog als dienstknecht op
't Boschloo en woont na zijn trouwen op de Brink en 't Loobosch
in de Eesterhoek. Nadat zijn echtgenote Tonia Fredika Altena in
1872 overlijdt, verhuist hij met zijn drie kinderen naar het boerderijtje
van zijn moeder en broer die dan nog vrijgezel is. Gerhard Johan
trouwt pas op 46-jarige leeftijd op 22 mei 1886 met de 24-jarige
Jenneken Schoemaker uit Epse. Zij wordt dan de enige vrouw des
huizes want Fredrika Scholten is in 1884 overleden. Met de geboorte
van twee dochters komt daar verandering in en er worden daarna
ook nog vier zonen geboren.
Gerhard Johan zijn roepnaam is Gerrit maar hij stond bekend als
"Gait uut de Bosch". Alle grond rondom de boerderij
was inmiddels in cultuur gebracht en zodoende stond de boerderij
niet meer "in" de bos maar "uit" de bos en
vandaar de bijnaam. De boerderij werd door Gerrit ook uitgebreid
met drie meter aan het achterhuis om meer vee te kunnen houden.
Op het erf kwamen er twee eenroedige bergen bij, plus een kippenhok
en een wagenloods.
|
|
|
Het is oudste zoon Gerrit Hendrik
die de boerderij voortzet en ook hij stond bekend als "Gait
uut de Bosch". Hij trouwde op 20 december 1919 met Johanna
Willemina Meerman. Niet lang daarna overlijdt vader Gait senior
op 14 maart 1920, zijn oom Hendrik was in 1905 al overleden. Uit
het huwelijk met Johanna Willemina worden drie kinderen geboren
en ontstond een nieuwe generatie Dommerhold op de boerderij. De
boerderij wordt ook uitgebreid grond aan de overkant van de Dommerholtsweg.
Dit bleek noodzakelijk doordat de grond rondom de boerderij lager
lag en bij de overstromingen van 1920 en 1929 onder water kwam
te staan waardoor het vee tijdelijk bij de buren op stal moest
worden gezet. Op de nieuwe grond bouwde Gerrit een stal voor de
melkkoeien en jongvee, een paardenstal en een nieuw kippenhok.
Op de foto hiernaast staat Gerrit tweede van rechts. Geheel rechts
staat zijn broer Jan en geheel links zijn jongste broer Hendrik
Willem, zij woonden ook op de boerderij. De familie Dommerhold
haalde van ongeveer 1920 tot 1950 het huisvuil op in Gorssel en
Joppe voor 1,75 gulden per gezin per maand, de gemeente voerde
die taak toen nog niet uit. Ook werden schillen en ander keukenafval
meegenomen. Deze werden gekookt in een grote fornuispot en werden
gebruikt als varkensvoer. De fornuispot stond in een nieuw bakhuis
welke aan de boerderij werd gebouwd. De varkenshouderij was ook
een belangrijke bron van inkomsten voor de familie Dommerhold.
|
|
|
|
1855-1884 |
Hendrik Willem Dommerholt
en Fredrika Scholten |
Eerste hoofdbewoners |
1864-1928 |
Gerhard Johan Dommerhold en Jenneken
Schoemaker |
Gerhard Johan is de zoon van Hendrik
Willem en Fredrika |
1919-1972 |
Gerrit Hendrik Dommerhold en Johanna
Willemina Meerman |
Gerrit Hendrik is de zoon van Gerhard
Johan en Jenneken |
|
|
|
De
Dekker |
|
Dit
plaatsje is gesticht door Philippus Dommerholt die eigenaar was van de
molen. Er werd nabij de molen een kamp afgezet (zie perceel 74 op onderstaande
kaart van 1818) welke de naam Molenkamp kreeg, deze naam werd ook wel
gebruikt voor het huis welke op dit kamp werd gebouwd. Maar het huis is
vooral bekend onder de naam de Dekker en deze is afgeleid van het beroep
van de latere hoofdbewoners. De eerst bekende hoofdbewoners zijn Philippus
Velderman en Gerritjen Smeenk. Zij trouwden op 19 augustus 1825 en Philippus
werkte toen nog als boerenknecht. Het echtpaar had al een dochter genaamd
Berendina die op 29 april 1825 onecht is geboren in het ouderlijk huis
van Gerritjen, dat is de Kleine Kap op de Eesterbrink. Philippus is afkomstig
van 't Velderhof. Het is niet zeker of het echtpaar al in 1825 op de Molenkamp
zijn gaan wonen, maar in het bewonersoverzicht hieronder gaan wij daar
wel vanuit. Philippus legt zich toe op het dekken van rieten daken en
is al rietdekker van beroep als zoon Jan in 1827 wordt geboren. En zo
komt het huis dus aan zijn naam als ook de huidige Rietdekkerweg en Dekkershof
waar het huis heeft gestaan. Philippus wordt ook wel Peter Velderman genoemd
en als zodanig genoemd als ongewaarde en eigenaar van de Moolenkamp bij
een vergadering van de Marke Gorssel in 1831. |
|
 |
Volgens
OMB 2014-1/17 was voor 1820 Philippus Dommerholt al eigenaar van
het boerderijtje De Dekker. Hij heeft deze later verkocht aan Philippus
Velderman. Op de pre kadastrale kaart van 1818 staat het huis er
nog niet, wel is er een kamp (perceel 74) ingetekend waarop het
huis kort daarna kan zijn gebouwd.
Ook wel Dekkershof. Huisnummer 11 anno 1841. Hier woonde de rietdekker.
Jan Velderman en zoon Philippus waren echter landbouwer van beroep.
Johanna van der Meij
is een kleindochter van Jan Velderman en Garritjen Noteboom. Zij
is geboren in 1887 en woonde vanaf haar tweede levensjaar bij haar
opa en oma op de Dekker, haar ouders woonden aan de Joppelaan. Zij
trouwde op 26 juni 1908 met Carel Emil Rappard en woonde met hem
het eerste huwelijksjaar op de Dekker. Zij is te zien op foto 28
in het boekje "Gorssel in oude ansichten deel 1" samen
met haar tante Garritjen Velderman en nichtje Johanna Woertman.
Huisnummer anno 1921 is G136 en hoofdbewoner is dan Philippus Velderman.
Huisnummer 137 wordt ook de Dekker genoemd en wordt bewoond door
H. Heuvelink (ook H.J. Klooster en E.J. Wolters) zie register huisnummering
1921-1930.
Huisnummer anno 1940
is G153 en wijzigt in 1951 naar Molenweg 51. Bewoner anno 1952 is
W. Wichers. |
|
|
Op
23 april 1887 wordt Johanna van der Meij op de Dekker geboren. Zij
is te zien op foto 28 van Gorssel in Oude ansichten deel 1. Op deze
foto ook haar tante Garritjen Velderman en Johanna Woertman van
de Kapelle. |
|
Het
kaartje hiernaast dateert van 1818, de Dekker bestond toen nog niet.
Wel is kavel 74 ingetekend waarop later de Dekker is gebouwd. Links
(nummer 64) is de molen te zien en perceel 74 werd ook wel de Molenkamp
genoemd waardoor de Dekker ook wel Molenkamp werd genoemd. |
|
|
De man die op de foto staat
is waarschijnlijk Philippus Velderman junior. |
|
|
|
1825-1871 |
Philippus Velderman en Gerritjen
Smeenk |
Eerste hoofdbewoners, gehuwd
19-08-1825 te Gorssel |
1856-1904 |
Jan Velderman en Garritjen Noteboom |
Jan is de zoon van Philippus en Gerritjen |
1857-1939 |
Philippus en Garritjen Velderman |
Philippus en Garritjen zijn kinderen
van Jan en Garritjen en zijn beiden ongehuwd. |
1939< |
Jan Albert Bussink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners,
trouwde later met Derkjen Nijkamp uit Harfsen |
1952 |
Willem Wichers |
Ook afkomstig uit Harfsen? Deze familie
is omstreeks 1957 vertrokken waarna het pand is gesloopt. |
|
|
|
|
|
|
|
Dubbele bewoning |
60a>93>137>134>154? |
1909-1926~ |
Marinus Heuvelink en Gerritdina Willemina
Dommerholt |
Eerste medebewoners |
1926-1927 |
Harmen Jan Klooster en Derkje Weekholt |
Geen familie van vorige medebewoners |
1927-1935~ |
Egbert Jan Wolters en Hendrika Willemina
Wassink |
Zij verhuizen naar het Armenhuis |
|
|
|
Noorse
Huis |
|
 |
Susanna Maria Büchner-Berns
woonde eerst bij de familie Rappard d.w.z. op hetzelfde blad van het
bevolkingsregister ingeschreven. Maar de familie Rappard woonde op
huisnummer G91 en Susanna op huisnummer G91a, dat zal dus het Noorsche
Huis zijn geweest. Zie ook http://www.noorschehuis.nl/Het_Noorsche_Huis/Welkom.html
Op huisnummer 91b wonen vanaf 1916 Alfred Hugo Rappard en Susanna
Berendina Zwepink. |
|
|
1914-1915 |
Susanna Maria Büchner-Berns |
Eerste hoofdbewoonster |
1914-...... |
Maria Büchner |
Maria is de stiefdochter van Susanna
Maria |
|
|
|
1916 |
Alfred Hugo Rappard en Susanna Berendina
Zwepink |
Eerste hoofdbewoners van huisnummer
91b |
|
|
|
|
|
|
De
Hoop |
|
Volgens
een tekening van Nicolaas Wicart gemaakt in de periode 1770-1815
moet er in Gorssel al een molen hebben gestaan, niet ver van de
kerk. Over een molen is echter in akten van die tijd niets terug
te vinden.
In 1821 slaan kastelein
Philippus Swiers Dommerholt van de Roskam en broodbakker Jan Lucas
Willemsen van Olthof de handen ineen en bouwen een korenmolen aan
de huidige Molenweg. Toen de molen nog maar net klaar en in gebruik
was, sloeg het noodlot toe en brandde de molen af. De druiven werden
nog zuurder toen bleek dat de verzekering de schade niet wilde betalen.
De molen was wel voor verzekering opgegeven, maar de polis was nog
niet ontvangen. De heren Dommerholt en Willemsen herbouwden echter
het jaar erop de molen en deden daarvoor een beroep op Koning Willem
I die uiteindelijk 1/8 deel (zijnde 310 gulden) van de wederopbouwkosten
betaalde. De molen zal in 1822 zijn herbouwd en de bouw zal zeker
in 1824 zijn voltooid omdat volgens een akte van dat jaar de heren
dan eigenaar zijn van de "nieuw opgetimmerde" molen de
Hoop te Gorssel. |
|
|
 |
In
1839 verkopen Jan Lucas Willemsen en zijn echtgenote Willemina van
der Meij hun erfrechten aan Albert van der Meij. Drie jaar later,
op 29 januari 1842, verkopen Philippus Dommerholt en zijn echtgenote
Maria van der Meij hun helft ook aan Albert van der Meij die daarmee
helemaal eigenaar was geworden van de windkorenmolen "de Hoop"
in Gorssel. Albert woonde zelf in Doesburg en is de broer van Willemina
en is de neef van Maria en is getrouwd met haar zuster Aaltjen.
Hun enige dochtertje Aaltje is daar in 1841 geboren en overlijdt
op 16 januari 1842 op Olthof in Gorssel. Jan Lucas Willemsen woont
daar dan niet meer, hij woont dan op de Nieuwe Roskam (Weltevreden)
waar ook Philippus Dommerholt woont, hij is daarvan de eigenaar.
Dit huis wordt in 1848 ook verkocht aan Albert.
In 1852 werd de Molenweg opnieuw
aangelegd en verhard. De molen kwam hierdoor aan de andere kant
van de weg te liggen.
|
|
Er
stond eerst geen huis bij de molen. De dichtstbij staande huizen
waren Bijgeval en de Dekker waarvan Philippus Dommerholt ook eigenaar
was. Daar woonden de schoenmaker en rietdekker en zij konden de
molen dus niet draaiende houden. De jonge molenaar Laurens Hartgerink
kon dat wel en trouwde in 1844 met Gardina Lijzen uit Harfsen. Er
wordt een nieuw huis vlakbij de molen gebouwd waar het echtpaar
gaat wonen en waar drie kinderen worden geboren. Het huis krijgt
nummer 10a en wordt het Olde Moldershuus genoemd. Als
in 1853 "eene voor 2 jaren geheel nieuw gebouwde wind-korenmolen"
met daarbij staand woonhuis in Harfsen te koop wordt aangeboden,
slaat Laurens zijn slag. Zo vertrekt hij in 1853 naar Harfsen.
Nieuwe molenaar is Harmen Jan Rensink die dat jaar de werkzaamheden
overneemt en waarschijnlijk in het muldershuis gaat wonen. Hij is
een geboren Gorsselnaar en afkomstig van het erve Rensink. Op 14
december 1855 trouwt hij met Geesken Groot Enzerink en ze krijgen
drie kinderen. Op 1 maart 1857 koopt Harmen Jan Rensink de korenmolen
met woning van Albert van der Meij. Harmen Jan overlijdt op 9 november
1870 en Geesken hertrouwt in 1874 met Alexander Jochems, maar hij
is geen echte molenaar. In 1875 verhuist het echtpaar dan ook naar
elders in Gorssel en treedt oudste zoon Gerrit Jan Johannes, dan
nog geen 19 jaar oud, in de voetsporen van zijn vader. Op 1 mei
1879 trouwt hij met Alberdina Vorink uit Epse en er worden uit dit
huwelijk zes kinderen geboren. |
|
|
|
Ruim
20 jaar lang oefent Gerrit Jan Johannes het beroep van molenaar
uit. Op 27 november 1896 verkoopt hij de windmolen aan Berend Jan
Lammers. Het huis verkoopt hij niet, daar blijft hij wonen tot 1903
alhoewel hij in 1901 en 1902 ook in Diepenveen met twee kinderen
heeft gewoond toen hij daar eigenaar was van de Rander molen. Berendina
en de andere kinderen woonden die tijd in Gorssel. In 1903 verhuizen
Gerrit en Alberdina naar Epse waar ze molen aldaar gaan runnen.
De kinderen Frederik Lambert, Geesken en Gerrit Johannes Albertus
blijven in Gorssel wonen. Anno 1910 wordt Alberdina Vorink in het
bevolkingsregister weer genoemd als hoofdbewoonster van het Olde
Moldershuus maar ze overlijdt op 16 januari 1911 te Epse en in de
overlijdensakte wordt geschreven dat ze daar ook woonde. |
|
 |
Op
11 oktober 1913 komen er nieuwe bewoners, het zijn Frederik
Dolman en Maria Johanna Hendriksen en hun kinderen. Frederik
overlijdt op 14 december 1915 en Maria verhuist februari 1916
naar de Hoofdstraat. Het huis staat dan leeg en is nog eigendom
van de familie Rensink. Geesken Rensink (dochter van Gerrit
en Alberdina) trekt er op 20 september 1916 in samen met echtgenoot
Roelof Arnold Bloos maar verhuist op 11 mei 1917 alweer naar
Neede waar ze ook vandaan kwamen. Dan is het Willemina Rensink,
die op 10 oktober 1918 trouwde met eierhandelaar Martinus
Smit, die in het huis komt wonen. Er worden uit dit huwelijk
vijf kinderen geboren. Het echtpaar woont er bijna 20 jaar,
op 9 september 1936 verhuizen zij naar Voorst. Het huis blijft
dan alleen nog bewoond door Frederik Lambert Rensink, broer
van Willemina, die er al vanaf januari 1919 woonde en er tot
oktober 1913 ook is blijven wonen. Hij was ongehuwd en bakker
van beroep. Anno 1952 woont hij er nog steeds en wordt hij
er geregistreerd met F. Bols. Het huisnummmer was in 1951
gewijzigd van G163 naar Molenweg 20. |
|
|
|
1844-1853 |
Laurens Hartgerink en Gardina
Lijzen |
Eerste hoofdbewoners van het
olde moldershuus |
1853-1874 |
Harmen Jan Rensink en Geesken
Groot Enzerink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1874-1875 |
Alexander Jochems en Geesken
Groot Enzerink |
Alexander is de tweede echtgenoot
van Geesken |
1856-1911 |
Gerrit Jan Johannes Rensink
en Alberdina Vorink |
Gerrit Jan Johannes is de zoon
van Harmen Jan en Geesken |
1913-1916 |
Frederik Dolman en Maria Johanna
Hendriksen |
Geen familie van de vorige hoofdbewoners |
1916-1917 |
Roelof Arnold Bloos en Geesken
Rensink |
Geesken is de dochter van Gerrit
Jan Johannes en Alberdina |
1918-1936 |
Martinus Smit en Willemina Rensink |
Willemina is de dochter van
Gerrit Jan Johannes en Alberdina en zus van Geesken |
1919-1952> |
Frederik Lambert Rensink |
Frederik Lambert is de zoon
van Gerrit Jan Johannes en Alberdina en broer van Willemina
en Geesken |
|
|
We
gaan terug in de tijd en naar de overkant van de weg! Berend Jan
Lammers gaat wonen in een nieuw huis welke in 1895 dichtbij de molen
is gebouwd en als eerste bewoners Karel Jansen van Donzelaar en
zijn echtgenote Geurtje van Eldik heeft die afkomstig zijn van 't
Elf Uur. Berend Jan was in 1895 getrouwd met Hendrika Garssen en
woonde met haar in Warnsveld en Eefde. Op 10 november 1896 gaan
zij in het nieuwe huis molen bij de molen wonen. Hendrika woont
er nog geen twee jaar, zij overlijdt er op 10 september 1898 en
laat drie jonge kinderen na. Berend hertrouwt in 1899 met Alberta
Rondeel en uit dit huwelijk worden in 1900 en 1904 nog twee kinderen
geboren. Op 19 maart 1904 wordt de windkorenmolen met stoommeelfabriek
geveild en gekocht door mej. Hermanna ten Harmsen te Deventer. Op
3 juni 1904 verhuist de familie Lammers naar Deventer.
|
|
|
Nieuwe hoofdbewoner
en eigenaar is Gerrit Willem Dommerholt, een bekende naam! Hij
is geen nakomeling van Philippus
Swiers Dommerholt maar wel
molenaar van beroep. Gerrit Willem was in 1901 getrouwd met Gerritje
Scholten van boerderij Brinkman in de Eesterhoek en woonde tot
1904 in Harfsen en later Epe waar oudste dochter Frederika is
geboren. In Gorssel worden nog twee zonen geboren waarvan de jongste
maar vier dagen heeft geleefd.
Gerrit Willem Dommerholt verkoopt op 1 juni 1912 windkorenmolen
de Hoop aan Antonie Jansen en de familie Dommerholt verhuist naar
de Hoofdstraat.
Antonie Jansen is molenaar van beroep en trouwde op 10 mei 1912
met Grietje van den Brink, beide zijn afkomstig van Warnsveld.
Het jonge echtpaar krijgt zes kinderen. Bijgaande foto is in gemaakt
in het voorjaar van 1918 en Grietje van den Brink staat in het
midden met zoon Gerrit Antonie Jansen op de arm. Naast haar staan
drie kinderen en nummer vijf zit nog in de buik. Links staat een
dienstbode en Antonie Jansen is niet te zien, hij is dan ook de
maker van de foto.
Op de foto is ook de molen en de nieuwe molenaarswoning te zien
met daarnaast het magazijn. De molen is dan al geen eigendom meer
van de familie Jansen die de molen in 1917 voor 20.000 gulden
verkocht aan de Coöperatieve Aankoop Vereniging (C.A.V.)
Gorssel welke dat jaar was opgericht. De C.A.V. kocht ook de molen
in de Eesterhoek van Bernard Kreeftenberg voor 15.000 gulden en
voor de molen in Epse werd 20.000 gulden betaald aan Gerrit Jan
Johannes Rensink die eerder op het oude muldershuis woonde en
eigenaar was van de molen in Gorssel. Bernard Kreeftenberg kreeg
het minste geld voor zijn molen maar werd wel gekozen tot eerste
directeur van de C.A.V. en ging vanaf 1922 wonen in een nieuwe
directeurswoning op de hoek Molenweg/Nijverheidsstraat waarvoor
in 1921 opdracht gegeven werd voor de bouw. Op 12 maart 1921 verhuisde
de familie Jansen naar Wijhe en in 1923 verhuisden zij naar Markelo.
|
|
Albertus
Anthonij Meijer werd de nieuwe molenaar op de Hoop en ging in het
muldershuis wonen. Zijn echtgenote is Aaltje Boskamp en ze zijn
afkomstig van Olst maar zijn beiden wel in de gemeente Gorssel geboren
en hebben daar tijdens hun huwelijk ook nog gewoond. Het echtpaar
had drie kinderen waarvan er twee ook in het nieuwe muldershuis
komen wonen.
Deze twee kinderen zijn te zien op de foto's hiernaast. Dochter
Hermina staat voor het huis en zoon Dirk Jan staat met zijn echtgenote
Aleida Johanna Fransen staat in het plantsoen bij het monument op
de plek waar de molen heeft gestaan. De foto moet zijn gemaakt voor
1936 omdat dat jaar de molenaarswoning is afgebroken. De familie
Meijer verhuisde toen naar een nieuw huis aan de huidige Nijverheidsstraat.
|
|
|
|
|
1895-1896 |
Karel Jansen van Donselaar en Gerritje
van Eldik |
Eerste hoofdbewoners van het nieuwe
moldershuus |
1896-1898 |
Berend Jan Lammers en Hendrika
Garssen |
Geen familie van vorige
hoofdbewoners |
1899-1904 |
Berend Jan Lammers en Alberta Rondeel |
Alberta is de tweede echtgenote van
Berend Jan |
1904-1912 |
Gerrit Willem Dommerholt en Gerritje
Scholten |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1912-1921 |
Antonie Jansen en Grietje van den Brink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1921-1936 |
Albertus Antonie Meijer en Aaltje Boskamp |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
 |
De
molen was al in 1920 onttakeld en in 1924 gesloopt wat leidde tot
het volgende commentaar in de krant op 24 mei 1924: "Daar gaat
Hollands trots! De molens verdwijnen, de een na den ander! Nu wordt
weer de mooie molen te Gorssel, ondanks protesten, gesloopt"
In het huizenregister van 1921 kreeg de Windmolen Coöperatie
nog huisnummer 90.
De nieuwe molenaarswoning werd gesloopt om ruimte te maken voor
de nieuwbouw van de C.A.V. De nieuwbouw bestond uit molenaarswoning,
kantoor, silo's voor opslag van granen en magazijn voor opslag van
grondstoffen in zakken en gereed product. Verder een garage voor
de vrachtwagen en een aantal loodsen. Het magazijn, gebouwd in 1919,
en de loods voor meststoffen etc. kon blijven staan. In 1955 was
er weer een grote uitbreiding van zowel de silo als het magazijn
en bijgebouwen. Laatste uitbreiding was omstreeks 1962 en betrof
de bouw van een grote stalen silo voor de opslag van losse grondstoffen
en verhoging van het silocomplex (gebouwd in 1955) met drie meter.
In 1980 werd het hele complex gesloopt. De gevelsteen in de voorgevel
van C.A.V. Gorssel is bewaard gebleven en zit nu in de gevel van
het magazijn bij de molen in de Eesterhoek, zie foto hiernaast. |
|
|
De
informatie over het C.A.V. alsmede enkele gegevens over de molen
zijn afkomstig van Ap ten Have die vanaf 1950 als assistent directeur
voor de C.A.V. heeft gewerkt. |
|
|
In
de nieuwe molenaarswoning van de C.A.V. woonde tot 1958 Jan Antonie ten
Have en zijn echtgenote Lamberdina Dijkerman. In 1958 verhuisden zij naar
de directeurswoning welke was verbouwd tot een huis met dubbele bewoning.
Zij woonden aan de rechterzijde, Ap ten Have (geen familie overigens)
woonde aan de linkerzijde. In de nieuwe molenaarswoning woonden later
nog de families Kraaijenbrink, Korenblik en uiteindelijk de Goeije. Die
familie woonde later ook in de directeurswoning welke eerder werd bewoond
door de heer Kraaijenbrink, directeur van de C.A.V. Hij woonde er tot
1958 en verhuisde toen naar de Nijverheidsstraat. |
|
|
Molenweg
Lammers |
|
 |
Antonij Johan Lammers
(senior) is smid van beroep. Anno 1921 is het huisnummer 88 en in
het huizenregister van dat jaar worden ook de nummers 87 en 89 geregistreerd.
Nummer 87 als Werkplaats Lammers Jr. en nummer 89 als Werkplaats
Lammers Sr. Later (voor 1930) woont hier A.F.G. Bechtle en anno
1951 woont hier H.W. Dommerholt.
Het huis staat links op de foto hiernaast.
|
|
|
1885-1944 |
Antonij Johan Lammers en
Naatje Nikkels |
Eerste hoofdbewoners |
1951 |
A. Holmer + G.J. Rijfkogel |
|
1969 |
Onbewoond (mogelijk afgebroken) |
|
|
|
|
|
|
20b>46>58>68>88>126>144>
Molenweg 43 |
|
|
Molenweg
Jansen |
|
Het
huis is voor de oorlog afgebroken. Heeft gestaan tussen Molenweg 18 en
39 en mogelijk op de plek van Molenweg 16. Betreft perceel E 2618.
Willem Derk Jansen is kleermaker en later doodgraver van beroep. Ook zoon
Karel Antoni Jansen gaat er wonen en trouwt op 13 november 1886 met Derkje
van Baak. In 1890 verhuizen zij naar de Hoofdstraat en na hun vertrek
wonen diverse families in dit huis. Op 10 april 1893 is er ook sprake
van een provisionele verkoop van huis Molenweg sectie E 2618 aan Gerrit
Willem Oosterkamp maar waarschijnlijk is deze koop niet doorgegaan. Op
1 juli 1902 verkoopt (Karel?) Antonie Jansen het huis aan Reinier Wolfskeel
die er dan gaat wonen met zijn echtgenote Johanna Cathariba Bolderman.
Op 5 juni 1925 wordt perceel E 2618 genoemd in een schuldbekentenis met
hypotheek op naam van Antonij Johan Lammers en beschreven als een huis
met werkplaats en garage aan de Molenweg te Gorssel, maar waarschijnlijk
betreft dit het huis aan de overzijde van de weg (op de hoek van de huidige
Rietdekkerweg) van perceelnummer 2619, dit nog nakijken in de akte zelf.
Huisnummer 87 anno 1921 is de werkplaats van A.J. Lammers junior. Het
huisnummer 142 van het woonhuis gaat in 1951 over naar Molenweg 16 wat
wordt gecorrigeerd naar 18. Op nummer 16 woonde G. Koopman. |
|
1886-1890 |
Willem Derk Jansen en Gerritje
Meijer |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van Kerkhoeve |
|
Diverse huurders |
|
1902-1910 |
Reinier Wolfskeel en Johanna Catharina
Bolderman |
|
1907-1910 |
Berend van Wezel en Hendrika Bloemendal |
|
1911-1929 |
Frans Tromp en Rieka Stempher |
|
1929-....... |
Jacoba Tromp |
Jacoba is de dochter van Frans en Rieka.
Na vertrek familie Tromp tussen 1930 en 1940 afgebroken of nog nieuwe
bewoners. |
|
|
|
|
Afgebroken voor 1940 |
20c>45>57>67>85>123>x
|
|
|
|
1911-1911 |
Aaltjen Aazink |
Waarschijnlijk eerste medebewoonster |
1912-1913 |
Wilhelm Machiel Zernitz en Petronella
Johanna Mulder |
|
1912-....... |
Petrus Johannes Plant en Maria Gerritdina
van Brakel |
|
1916-1951> |
Antonij Johan Lammers en Jantje Veldink |
|
|
|
67a>86>124>142 > Molenweg
18 anno 1951 ??? |
|
Op apart blad 274
worden op 10 juli 1911 op huisnummer 67a ook ingeschreven Albert Brugge
en Gerrit Jan van Dijk. Beide zijn winkelbediende van beroep. Ze worden
later dat jaar weer uitgeschreven. |
|
|
|
|
|
|
Peters |
|
Akte 15-12-1873: betreft
bouwland te Gorssel met hypotheek, verkoop van Gerrit Hendrik Nikkels aan
Gerrit de Graaf. Heeft hier mogelijk niets mee te maken. |
|
1873-1875 |
Gerrit de Graaf en Johanna
Wildeboer |
Afkomstig van huisnummer
9 , ze vertrekken op 14 mei 1875 naar Zutphen |
1877-1907 |
Gerrit Willem Peters en Geertjen Pekkeriet |
|
1877-1881 |
Gerrit Steven Peters en Grietjen Pekkeriet |
Gerrit Steven is de zoon van Gerrit
Willem en Geertjen |
1882-1915 |
Gerrit Steven Peters en Antonia Wassink |
Antonia is de tweede echtgenote van
Gerrit Steven |
1916-1927 |
Dirk Jan Bolink en Antonia Wassink |
Dirk Jan is de tweede echtgenoot van
Antonia |
1928-1933 |
Willem Adriaan Jansen en Maria Catharina
Willems |
|
1933-1951> |
Gerrit Steven Peters en Neeltje de Koning |
Gerrit Steven is de zoon van Gerrit
Steven en Antonia |
|
|
|
|
|
9a>44>56>66>84>121>139>
Molenweg 37 |
|
|
|
|
|
Molenweg
14 |
|
 |
Jan Lenselink (schilder
van beroep) koopt op 10 juni 1920 van Derk Jan Hekkert (fotograaf
te Deventer) een huis met erf en grond aan de Molenweg te Gorssel,
sectie E nr. 2852.
Huisnummer 83a anno 1921 = werkplaats J. Lenselink.
|
|
|
Op de foto zien wij waarschijnlijk van
links naar rechts:
Tuinhek van de familie van Vorden
Woning familie Stormink
Woning familie Hazewinkel
Molen
Woning en schuur Antonij Johan Lammers junior
Woning familie Lenselink |
|
|
|
|
1895-1898 |
Arend Jan Groot Bluemink
en Engberdina Klein Nulent |
Eerste hoofdbewoners, verhuizen
naar de Domme Aanleg |
1898-1907 |
Jacobus Wilhelmus de Heer en Willemina
Nengerman |
|
1906-1907 |
Jan Minne Wagenaar en Johanna Imegonda
Fikke |
|
1907-1908 |
Johan Christiaan Bedeker |
|
1907-1911 |
Wilhelmus Johan Christiaan Beker |
Wilhelmus Johan Christiaan is de zoon
van Johan Christiaan |
1912-1914 |
Hendrik Ilbrink en Harmina Welbergen |
Geen familie van vorige hoofdbewoner |
1912-1918 |
Arend Welbergen en Diena Goldenbeld |
Arend en Diena zijn de ouders van Harmina |
1918-1918 |
Hendrik Klein Haar en Tonia Fredrika
Stormink |
|
1918-1920 |
Derk Jan Hekkert en Gerritdina Alferink |
|
1920-1951> |
Jan Lenselink en Wesselina Egberdina
Mulder |
|
|
|
44a>55>65>83>119>137>
Molenweg 14 anno 1951 |
|
|
Hazewinkel |
|
Dit
huis is gebouwd in 1894 en wordt vanaf mei van dat jaar bewoond door Harmen
Hazewinkel en Hendrika Schutte die afkomstig zijn van 't Ravennest. Harmen
leent daarvoor geld van Johan Brummelman. Harmen en Hendrika hebben een
zoon en dochter en in het nieuwe huis wordt op 19 oktober 1894 nog een
dochter geboren maar zij overlijdt in 1895. In 1897 en 1902 worden er
gelukkig nog wel twee zoons (Harmanus en Herman) geboren waarmee het verder
goed gaat. |
|
 |
Dochter Johanna Harmina trouwt in
1913 met Gerrit Willem Wolters en woont met hem van 1917 tot 1922
bij haar ouders. Oudste zoon Albert Jan trouwt in 1917 maar gaat
wonen in Harfsen. Als zoon Harmanus op 6 maart 1920 trouwt met
Johanna Cornelia Berends wordt het huis waarschijnlijk verbouwd
en ontstaat er een dubbele bewoning. Het moet een drastische verbouwing
(of mogelijk wel herbouw) zijn geweest want het dubbele woonhuis
zoals deze is te zien op de foto hiernaast ziet er heel anders
uit dan het huis welke is te zien op de foto hierboven, links
in de verte. Daarop lijkt het huis meer op een traditioneel boerderijtje.
Hendrika Schutte overlijdt op 25 januari 1922 op huisnummer G82.
Harmen en zoon Herman worden dan bijgeschreven op het blad van
zoon Harmanus die van huisnummer G81 naar G82 verhuisde, dus van
de linkerkant naar de rechterkant. Feitelijk blijven zijn vader
en broer dus op hetzelfde huisnummer wonen en komt Hermanus en
zijn gezin er bij in wonen. Dat gezin groeit snel want elk jaar
(1920, 1921 en 1922) wordt er een kind geboren. Mede daardoor
zullen Gerrit Willem Wolters en Johanna Harmina Hazewinkel in
1922 (na 21 juni) zijn verhuisd naar één van de
arbeiderswoningen aan de Veldhofstraat, dit echtpaar had met twee
levenloos geboren kinderen helaas minder geluk.
In 1923 komt zoon Albert Jan weer in beeld. Hij verkoopt op 2
januari 1923 het bouwplaatsje Palsenberg in Harfsen en komt dan
weer in Gorssel wonen met zijn echtgenote Tonia Teela en twee
kinderen. Ook schoonvader Hendrik Jan Teela verhuist van Harfsen
naar Gorssel. In 1927 wordt nog een dochter geboren en in 1929
overlijdt Hendrik Jan Teela.
|
|
|
Albert Jan is in 1923 in het woongedeelte
gaan wonen van zijn vader en broer Harmanus. Deze zijn verhuisd
naar een nieuw huis aan de huidige Deventerweg 19 waar zij ook
een groentenzaak vestigden. Zo werd Harmanus van tuinman een groentenhandelaar.
Albert Jan werd van landbouwer een broodventer en zo brachten
de gebroeders Hazewinkel de eerste levensbehoeften aan de Gorsselse
mannen, vrouwen en kinderen. Vader Harmen is altijd arbeider van
beroep geweest maar kon het in die tijd wat rustiger aan gaan
doen en is op 16 februari 1931 op 73-jarige leeftijd overleden.
Nadat Harmanus Hazewinkel in 1922 van woongedeelte is veranderd,
wordt het linker woongedeelte bewoond door diverse huurders. Hun
namen worden in het bewonersoverzicht hieronder genoemd. Zo kregen
Albert Jan Hazewinkel en Tonia Teela, die in het huis bleven wonen,
veel nieuwe buren. Albert Jan is op 10 april 1959 overleden, van
Tonia is niet bekend waar en wanneer zij is overleden. Ook Johanna
Schutte, een ongehuwde nicht van Albert Jan, woonde op Molenweg
31 en zij is overleden op 6 mei 1960. Zij is de dochter van Gerrit
Jan Schutte en Fredrika Bussink van 't Ravennest.
Op nummer 29 woonde de familie van een dochter van Hendrik Jan
Kappert en Jenneken Schierboom en zij verhuisden in 1967/1968
naar de Vinkenstraat omdat toen het huis werd afgebroken. Betreft
Henriëtte Kappert en Joop Soer. Op de foto hiernaast zien
wij Hendrik Jan Kappert en Jenneken Schierboom met hun twee jongste
dochters Jaantje en Hendriëtte.
In 1969 worden er geen bewoners geregistreerd
op huisnummers 29 en 31. Op nummer 27 woonde melkventer A. Groot
Bleumink (die eerder nog op Hazewinkel woonde maar later links
daarvan een nieuw huis liet bouwen) en op nummer 33 woonde B.
Boterman. Het huis stond op de plek waar bejaardenwoningen aan
de huidge Goudenregenstraat zijn gebouwd, vergunning daarvoor
werd op 8 november 1968 afgegeven.
|
|
|
|
1894-1923 |
Harmen Hazewinkel en Hendrika
Schutte |
Eerste hoofdbewoners |
1917-1922 |
Gerrit Willem Wolters en Johanna Harmina
Hazewinkel |
Johanna Harmina is de dochter van Harmen
en Hendrika |
1922-1923 |
Harmanus Hazewinkel en Johanna Cornelia
Berends |
Harmanus is de zoon van Harmen en Hendrika |
1923-1959> |
Albert Jan Hazewinkel en Tonia Teela |
Albert Jan is de zoon van Harmen en
Hendrika |
1969 |
Onbewoond |
|
|
|
43a>54>64>82>118>134>
Molenweg 31 anno 1951 |
|
|
|
1920-1922 |
Harmanus Hazewinkel en Johanna Cornelia
Berends |
Eerste medebewoners, Harmanus is de
zoon van Harmen en Hendrika |
1922-1923 |
Jan Scholten en Jantje Beuzekamp |
Samen met (schoon)vader Jan Albert Beuzekamp,
verhuizen naar Veldhofstraat |
1923-1925 |
Johan Smallegoor en Gerritje Fredriks |
Verhuizen naar de Duizend Vreezen |
1925-1930 |
Johan Klein Velderman en Janna Groot
Bluemink |
Afkomstig van Armenhuis, verhuizen naar
Veldhofstraat |
1929~ |
Aleida Huurneman |
Weduwe van Berend Oortgiesen, echtgenote
van Derk Beeftink |
1930-1939< |
Antoon Groot Bluemink en Maria Johanna
Jansen |
Antoon is de broer van Janna |
<1939-1963 |
Hendrik Jan Kappert en Jenneken Schierboom |
|
1969 |
Onbewoond |
|
|
|
64a>81>117>133 = Molenweg 29
anno 1951 |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, Goudenregenstraat
2-4-6 |
|
|
|
|
|
|
Stormink |
|
Egbert Stormink zal
dit huis hebben gebouwd. Hij woont er vanaf 14 maart 1906 en doet op 3 april
1906 een schuldbekentenis met hypotheek. Egbert is afkomstig van Nieuw Walle
en heeft daarvoor nog op 't Walle gewoond. |
|
 |
Familie Stormink. Derkjen
Dina Brummelman is overleden op 28 december 1931 en aangifte werd
gedaan door Gerrit van Vorden en Willem Adriaan Jansen. Daarom aangenomen
nog woonachtig op Molenweg 19-21 maar kan ook Hemstra zijn geweest.
Zijn Molenweg 19 en 21 dubbele bewoning?
In de periode 1921-1939 worden namelijk de huisnummers (79 en 80)
omgewisseld.
Albertus Theodorus Stormink en Everdina
Johanna Massink en (schoon)moeder Derkjen Dina Brummelman gezinskaart
1921-1939:
G80>79>80>116: Molenweg tot
1930
G74d>102>110 = dubbele bewoning Hemstra vanaf 1930
Ditzelfde deed zoon Egbert Stormink
en schoondochter Willemina Rietman die op 102 hebben gewoond, maar
later Molenweg 23 (1951 met C. van Des)
Op 30 juli 1934 doet Albertus Theodorus Stormink een bouwaanvraag
voor het bouwen van een nieuw dubbel woonhuis aan de Molenweg op
perceel E 3927.
Hij woont dan op huisnummer G102. Nog onduidelijk welk huis dit
is, maar waarschijnlijk huidig huisnummer 31-33.
Bouwdossier opgeslagen onder Molenweg Stormink. Belende percelen
zijn de woonhuizen van Bleumink en Klein Haar. |
|
|
1906-1931 |
Egbert Stormink en Derkjen
Dina Brummelman |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van Nieuw Walle |
1906-....... |
Albertus Theodorus Stormink en Everdina
Johanna Massink |
Albertus Theodorus is de zoon van Egbert
en Derkjen Dina |
1923-1926 |
Jan Albert Heuvelman en Alberdina Johanna
Berkenbosch |
Huisnummer 80 |
1926-1928 |
Willem Adriaan Jansen en Maria Catharina
Willems |
Huisnummer 79. Het echtpaar verhuist
naar Molenweg 37 |
1929-1934 |
Egbert Stormink en Willemina Rietman |
Huisnummer 80>116. Het echtpaar woont
later in de periode 1930-1939 aan de Molenweg 23 (nieuw huis) = Molenweg
31 huidig |
1951 |
A.J. Roessink |
|
1969 |
G.J. Kromdijk + J.B. Nijweide |
|
|
|
53b>63>80>116>129>
Molenweg 21 anno 1951, later waarschijnlijk huisnummer 29 |
|
|
|
1906-1908 |
Wilhelm Machiel Zernitz en Peternella
Johanna Mulder |
Eerste medebewoners, verhuizen in 1908
naar Klein Braakman |
1910-1912 |
Berendina Henderina Vosdingh |
|
1913-1922 |
Johanna de Wit |
Verhuist 08-02-1922 naar Olst |
1925-1927 |
Hendrika Hulsegge-Hutteman |
Huisnummer 79. Tijdelijk komen wonen
na overlijden van haar man Hendrik Hulsegge, zij woonde eerder op
Nieuw Bijgeval |
1928- |
Aalbert Jan Sprengeman en Aaltjen Stormink |
Huisnummer 79>115 |
1951+1969 |
Hendrik Klein Haar en Tonia Fredrika
Stormink |
|
|
|
53a>62>79>115>128>
Molenweg 19 anno 1951, later waarschijnlijk huisnummer 27 |
|
|
Van
Vorden |
|
 |
In 1941 werd het bestaande
woonhuis verbouwd tot een dubbele arbeiderswoning. De tekening hiernaast
laat het voorhuis van het bestaande woonhuis zien. |
|
Het
gebied tussen de huidige Elfuursweg en Molenweg en ter hoogte van
de Esdoornlaan was bouwland. De huizen op de foto staan aan de Molenweg
en zijn v.l.n.r. van de families Winterink/Bussink/Dommerholt, Timmer,
Bötzel en Klein Velderman. |
|
|
|
1906-1940 |
Gerrit van Vorden en Hendrika
Harmina Kapers |
Afkomstig van Nooitgedagt |
1951 |
Gerrit Winterink en Gerritjen Weustenenk |
|
1969 |
Johannes Hendrikus Dommerholt en Eva
Hendrika Broer |
|
|
|
53c>61>78>114>127> Molenweg
15 anno 1951/1969, huidig adres Molenweg 23 |
1951 |
H.B. Bussink |
|
1969 |
Alie |
127a>Molenweg 17 anno 1951/1969,
huidig adres Molenweg 25 |
|
|
|
Kleine
Bloemhof |
|
Volgens het bevolkingsregister komt de
familie Dommerholt hier al in 1870 wonen maar toen woonden zij ook nog
op de Bloemhof. De volgende bewoners van de Bloemhof komen er wonen
in 1873 en op de pagina voor de nieuwe pagina 176 van nieuw huisnummer
G20a worden de mensen ook pas in augustus 1872 ingeschreven dus eerder
kan de familie Dommerholt hier niet zijn komen wonen. De datum in het
bevolkingsregister is 23 juni 1870 maar dat zal 23 juni 1873 zijn geweest,
de dienstdoende ambtenaar is wel betrapt op meer foutjes. Het land was
al langer hun eigendom en werd beschreven bij een waterhoek en dat is
de kolk die in 1784 bij de grote dijkdoorbraak zal zijn ontstaan. Het
huis krijgt de naam Kleine Bloemhof welke volgens overlevering van toepassing
zou zijn op Nieuw Bijgeval, maar het is waarschijnlijk dat er ergens
in de tijd een misverstand zal zijn ontstaan. Het is wel duidelijk dat
de naam van toepassing is op het eerste huis welke door de familie Dommerholt
nabij de kolk is gebouwd en dat is dit huis. Daarbij was de familie
afkomstig van de Bloemhof en was het gebruikelijk om het nieuwe huis
met het voorvoegsel "Kleine" of "Nieuwe" te vernoemen
naar het oude huis.
|
|
 |
Zwier
was de eerste hoofdbewoner maar heeft er maar kort gewoond want
hij is op 13 november 1874 overleden. Zoon Philippus Martinus is
de logische opvolger en is er gelijk met zijn vader komen wonen
samen met zijn echtgenote Johanna Willemina Hekkelman en hun vijf
kinderen. Het gezin werd op 2 juni 1873 uitgebreid met dochter Elisabeth
die waarschijnlijk op de Kleine Bloemhof zal zijn geboren. Daarna
worden er nog vier kinderen geboren waarvan wel één
levenloos en een meisje die maar drie jaar oud is geworden en in
1883 is overleden. Een jaar eerder op 11 juni 1882 was Johanna Willemina
Hekkelman al overleden, zij is maar 41 jaar oud geworden. Zo bleef
Philippus Martinus alleen achter met zijn kinderen. Hij was dagloner
van beroep maar zal ook veel hebben gewerkt op zijn eigen land bij
de boerderij en kreeg daarbij ongetwijfeld hulp van zijn kinderen
maar ook van een dientknecht, zo woonde in 1880 b.v. Lammert Jan
Meijer bij de familie.
Op 4 mei 1891 trouwt Manes Elibertus Dommerholt met Teuntjen Klein
Kranenberg. Hij heeft haar leren kennen in de buurtschap Varssel
bij Hengelo (Gld) waar Teuntjen is geboren en getogen en Manes werkte
als molenaarsknecht bij de Varsselse molen. Het stel woont eerst
bij de ouders van Teuntjen en verhuist in 1893 naar Gorssel om daar
in de Eesterhoek een molen en een woning te bouwen. Het plan mislukt
en Manes wordt failliet verklaard en hij gaat dan op 10 september
1894 noodgedwongen bij zijn vader wonen en gaat daar als landbouwer
aan het werk. Hij was al eigenaar van de Kleine Bloemhof want hij
heeft deze op 25 april 1894 van zijn vader gekocht die in de akte
ook als landbouwer wordt genoemd. Het betreft een huis en erf, tuin
en bouwland te Gorssel, sectie E nrs. 2229 en 2851, tesamen groot
95,6 centiaren dus bijna een hectare. Het laatste bewijs van eigendom
was een akte van scheiding van 4 september 1885 betreffende de nalatenschap
van Johanna Wilhelmina Hekkelman. Er wordt 1000 gulden door Manus
aan zijn vader betaald. |
|
|
De
percelen zijn belast met de erfdienstbaarheid van weg t.b.v. de
percelen 362, 363, 2224 en 2711 en wel langs nummer 2224 en den
grond van Ziemelink naar den openbaren weg, dat is de huidige Molenweg.
De genoemde percelen voor erfdienstbaarheid zijn de percelen van
Nieuw Bijgeval waar Philippus Martinus een nieuw huis laat bouwen
en oktober 1895 gaat wonen met zijn zoons Jan en Philippus. Dit
is aan de andere kant van de waterdijk welke tevens de grens was
tussen beide huizen en bijbehorende gronden.
Manes is niet de oudste zoon maar wel de eerste die in het huwelijksbootje
stapte. In 1893 werd er al een kind geboren uit het huwelijk met
Teuntjen maar die heeft maar één dag geleefd. Op 23
september 1894, kort na de verhuizing, wordt dan zoon Antoni geboren
en later nog drie zoons: Johannes Philippus, Manus Elibertus en
Willem. De oudste twee zoons zijn niet oud geworden, Johannes Philippus
overleed in 1908 en werd maar 11 en Antoni overleed in 1922 aan
TBC en werd 27 jaar oud. Over de andere twee zoons komen wij straks
te spreken.
Manes, die ook timmerman van beroep zou zijn, bouwt er bij de boerderij
een schuur bij voor het stallen van vee en voor opslagruimte. Antjen
Jansen, de moeder van Teuntjen, woonde ook in het boerderijtje en
is er in 1914 overleden. In 1925 wordt tramlijn voor de stoomtram
aangelegd welke ook gepland was om over het grondgebied van de Manes
Elibertus te lopen. Hij weigert echter hiervoor een schikking aan
te gaan maar wordt in 1926 onteigend en moet zodoende een gedeelte
van 4,4 are grond afstaan van het perceel 2958 (huis en erf, groot
74,8 are). Manes Elibertus is dan landbouwer en koopman van beroep.
Hij kreeg wel een schadeloosstelling van 2.549 gulden toegewezen.
|
|
|
|
|
|
Op een dag valt Teuntjen
en breekt haar heup. Het lopen is nadien voor haar erg moeilijk
en er wordt dan ook besloten een nieuw huis te bouwen dichter
aan de weg, dit huis is waarschijnlijk in 1928 gebouwd. Op de
akte van 1894 heeft waarschijnlijk Manes Elibertus een aantekening
gemaakt dat hij op 10 januari 1928 een afspraak heeft, waarschijnlijk
met de notaris. Waarschijnlijk zijn toen de plannen besproken
voor de bouw van het nieuwe huis die heel kort aan de tramlijn
werd gebouwd. Op de kaart van de tramlijn van 1925 staat het nieuwe
huis in ieder geval nog niet getekend en staat alleen het boerderijtje
getekend op kadastraal perceel 2958.
Het oude boerderijtje bleef dienst doen als schuur en is pas in
1969 afgebroken. Ondanks dat het boerderijtje er dus bijna een
eeuw heeft gestaan, is er geen duidelijke foto. Het boerderijtje
is alleen te zien op de foto van de kolk en een luchtfoto. Op
deze foto zijn ook het nieuwe huis en Nieuw Bijgeval goed te zien.
|
|
|
Op
de foto van Manes Elibertus Dommerholt en Teuntjen Klein Kranenberg
zien wij het echtpaar al bij hun nieuwe huis staan. Ze gaan hier
wonen met hun ongehuwde zoons Bertus (Manes Elibertus) en Willem.
Laatstgenoemde trouwt op 27 mei 1933 met Hendrika Mensink uit Almen
en zij komt dan ook in het nieuwe huis wonen. Een jaar later volgt
nog een nieuwe bewoner als dochter Marie wordt geboren. Op de foto
hiernaast zien wij rechts Hendrika, Willem en dochter Marie en links
Bertus die ongehuwd bleef. De andere vrouw op de foto is een vriendin
van Hendrika.
Drie jaar daarna overlijdt Teuntjen Klein Kranenberg op 10 december
1937 en op de andere foto, die bij de achterzijde van het nieuwe
huis is gemaakt, zien wij oma en kleindochter nog samen op de foto
staan. Willem en Bertus runden in het nieuwe een groentenzaak, het
voorste gedeelte van het huis was omgebouwd tot winkel. Voor zover
mogelijk verbouwden ze de groenten zelf en andere soorten werden
aangekocht. Willem was ook nog boer van beroep, had rundveen en
een paard genaamd Nora. Met paard en wagen reed hij door het dorp
om de groenten bij de mensen aan huis te verkopen. Bertus deed dat
ook, zo zien wij hem op de foto hieronder bij 't Haijtinkhof rijden.
|
|
|
|
|
|
|
Manes
Elibertus Dommerholt is op 6 januari 1957 overleden. In 1958 stoppen
de broers met het verkopen van groenten en wordt er aan de Molenweg
een nieuw huis gebouwd waar Bertus en Willem met zijn gezin zijn
gaan wonen. In eerste instantie in de schuur welke als eerste werd
gebouwd, later in het nieuwe woonhuis met huisnummer 12a wat later
20 werd. Het huis en de schuur zijn ook op de luchtfoto te zien
welke dus tussen 1958 en 1969 zal zijn gemaakt want de Kleine Bloemhof
is nog te zien naast de nieuwe schuur van Molenweg 20.
De groentenzaak had huisnummer 12 en werd later 16 en werd toen
bewoond door de familie Bötzel die het huis van de familie
Dommerholt heeft gekocht. Zij gingen hier verder met de groentenzaak
en verbouwden deze nog in 1960. |
|
|
De
kolk aan de kant van de dijk van de Kleine Bloemhof is gedempt en
is tegenwoordig het openluchttheater. Als wij de dijk overgaan richting
het Bijgeval en Nieuw Bijgeval komen wij nog langs de tweede kolk
welke er nog steeds is. In deze kolk stortte op 10 oktober 1943
een Duits jachtvliegtuig (Focke Wulf) neer. Dat verloor het gevecht
van een Engelse jager die met vele andere jagers de geallieerde
armada ‘Vliegende Forten’ (B-17’s) beschermden.
Het Duitse vliegtuig boorde zich diep in de kolk en door de enorme
klap vlogen de modder en rietpollen tot ver in de omtrek, het winkelhuis
van de familie Dommerholt was ermee besmeurd. In 1992 werd het vliegtuig
uit de diepe kolk geborgen. Niet alle resten konden worden geborgen
omdat het vliegtuig diep in de modder lag en de ondergrond te drassig
was om er met materieel op te staan om het vliegtuig eruit te kunnen
takelen.
|
|
|
1873-1874 |
Zwier Dommerholt |
Eerste hoofdbewoner |
1873-1895 |
Philippus Martinus Dommerholt en Johanna
Willemina Hekkelman |
Philippus Martinus is de zoon van Zwier |
1894-1957 |
Manes Elibertus Dommerholt en Teuntjen
Klein Kranenberg |
Manus Elibertus is de zoon van Philippus
Martinus en Johanna Willemina |
1933-1958 |
Willem Dommerholt en Hendrika Mensink |
Willem is de zoon van Manus Elibertus
en Teuntjen |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, stond achter
Molenweg 18 |
|
|
|
|
Bijgeval |
|
De
naam Bijgeval is van oorsprong de naam van een stuk land welke volgens
het Markeboek Gorssel van 17 november 1774 voor twee jaar wordt verpacht
aan Garrit Woertman en zijn vrouw Hendrina Boevink die eerder gehuwd was
met Roelof Podt. Het echtpaar Woertman is in 1760 getrouwd en uit het
huwelijk zijn vijf kinderen geboren die allemaal in Gorssel zijn gedoopt,
maar bij de doop wordt geen melding gemaakt van het huis waar zij zijn
geboren. Het is mogelijk dat zij in Epse zijn geboren want Garrit is afkomstig
van de Posthoorn in Epse. |
|
 |
Op
6 augustus 1775 hertrouwt Garrit met Garritjen Dalewijk, weduwe
van Barteld Wonnink. Uit dit huwelijk worden geen kinderen geboren,
maar Garrit wordt nog wel opnieuw vader nadat hij op 2 september
1792 is hertrouwd met Jenneken Bannink want uit dit huwelijk worden
nog eens vier kinderen geboren. In een peinding akte d.d. 1 mei
1798 wordt Garrit genoemd als "Garrit Woertman aan den Dijk
te Gorssel" en hij woont dan dus nog steeds op het Bijgeval
welke is gelegen bij de dijk in Gorssel. De nabij gelegen kolk zal
zijn ontstaan bij de grote dijkdoorbraak bij de IJssel op 4 maart
1784 waarbij ook de dijk in het dorp het op deze plek begaf en de
kolk achterbleef toen het water zich weer terugtrok naar de rivier.
Het Bijgeval wordt ook wel Bloemkamp genoemd en de Woert, waarbij
Garrit zal zijn vernoemd. Hij heeft dan ook bijna 30 jaar op deze
plek gewoond, hij is overleden maart 1803.
En zo wordt zijn derde echtgenote ook een weduwe die op 11 september
1803 hertrouwt met Garrit Lenderink. Hij is de broer van Garrit
Jan Lenderink van de Morrenhof en halfbroer van Jenneken Lenderink
die op Kleine Muil woonde. Uit dit huwelijk wordt nog een zoon geboren
die Gerrit wordt genoemd en op 14 maart 1805 wordt gedoopt. Bijzonder
daarbij is dat alleen Jenneken wordt genoemd als getuige en omdat
van Garrit verder niets meer wordt vernomen, vrezen wij dat Garrit
de doop en waarschijnlijk ook de geboorte van zijn zoon niet heeft
meegemaakt. Ook van het kind Gerrit wordt niets meer vernomen en
1805 wordt helemaal een rampjaar als Jenneken in september overlijdt.
De kaart hiernaast is van 1807 en daarop wordt het Bijgeval aangegeven.
Duidelijk is te zien dat deze aan de dijk is gelegen en dat er om
het huis een stuk grond ontgind is waarop verbouwd zal zijn. De
grond daaromheen was heide.
|
|
|
Nieuwe
bewoners zijn Philip Schutte en Maria Bolman die eerder op 't Loo
hebben gewoond. Lang heeft Philip er niet gewoond want hij is op
20 april 1809 overleden. UIt het huwelijk van Philip en Maria zijn
acht kinderen geboren maar zij vliegen allen uit, Maria blijft alleen
over met dochter Arendina. Als zij op 7 oktober 1815 overlijdt en
Maria alleen woont, komen de schoenmakers en echtgenoten Jan Brinkman
en Gerritjen Wiltink bij haar op het Bijgeval wonen, zij woonden
eerder op Olthof. Zij zulen het Bijgeval hebben gekocht en daarvoor
in 1823 een hypotheek hebben afgesloten. Bij de doorhaling daarvan
in 1828 wordt melding gemaakt van den Bloem(en)kamp. Zij zullen
voor Maria Bolman hebben gezorgd die op 28 augustus 1820 op erve
de Woert is overleden. In 1831 wordt Jan Brinkman op de vergadering
van de Marke Gorssel als ongewaarde en eigenaar van 't Bijgeval.
Het echtpaar Brinkman heeft lange tijd op het Bijgeval gewoond maar
zullen niet alle tijd eigenaar zijn geweest, want omstreeks 1833
wordt het boerderijtje gekocht door Philippus Dommerholt waarbij
melding wordt gemaakt dat deze is gelegen aan de Molenweg met grond
aan beide zijden van een dijk en een stuk heidegrond van 1,5 hectare.
Naast het maken van schoenen was Jan ook landbouwer van beroep en
had hij in 1840 twee runderen ouder dan twee jaar. Ondertussen had
hij zoon Hendrik ook al het vak van schoenen maken geleerd en Hendrik
deed dat ook op het Bijgeval maar was tevens landbouwer. Hij is
op 28 juni 1832 getrouwd met Willemken Ilbrink en er worden acht
kinderen op 't Bijgeval geboren. Het was dan ook best een drukke
bedoening en dan woonden er ook nog wel eens regelmatig schoenmakersgezellen
in bij de familie.
De kaart hiernaast is van 1846. Op de kaart is te zien dat er aan
de Gorssel kant van de dijk al meer grond ontgonnen. Ook is de molen
te zien die door Philippus Dommerholt is gebouwd, ook de grond daar
was van hem. |
|
|
|
|
De kinderen van Hendrik zijn geboren in de periode 1832-1855 en
Jan heeft Brinkman heeft de geboorten van al zijn kleinkinderen
meegemaakt maar overlijdt een jaar na de geboorte van zijn laatste
kleinkind op 20 oktober 1856. Hij heeft ook nog schoenmakersknecht
Tiemen Tiemens gekend die op 4 juni 1856 op het Bijgeval kwam wonen
en werken en op 22 april 1865 vertrok, Dat vertrek was noodgedwongen
want de familie Brinkman hield het voor gezien op het Bijgeval en
verhuist op 6 juni 1865 naar de Oude Fokke waar de familie is blijven
wonen en Gerritjen Wiltink in 1869 is overleden. In 1860 werd de
katerstede overigens nog geveild en wordt dan den Bloemenkamp genoemd,
bestaande in een huis en erf met schuur, benevens bouw-, weide-,
bosch- en heidegronden met een totaal oppervlak van 5,5 bunders.Aanwijzing
wordt gedaan door H. Brinkman, wonende op den Bloemenkamp.
Op 15 februari 1865 wordt het huis geveild voor afbraak. Ook het
rasterwerk rondom de Brandkolk wordt dan geveild. Het Bijgeval wordt
na 1865 niet meer bewoond en krijgt in 1866 ook geen nieuw huisnummer
wat betekent dat het huis kort na het vertrek van de familie zal
zijn afgebroken. Eigenaar Dommerholt zal de grond waarop het huisje
heeft gestaan hebben gebruikt als bouwland. Erg diep zal er niet
zijn geploegd want de familie Goorman die er later in de buurt woonde
(zie het verhaal Nieuw Bijgeval) is nog gestuit op de fundering
die in de grond is blijven liggen. Op de foto hiernaast zien wij
de plek waar het Bijgeval gestaan heeft, gezien vanaf de Lindelaan.
Het huisje stond geheel rechts op de foto kort aan de huidige Lindelaan.
De bomen staan langs de dijk en het huisje op de foto is Nieuw Bijgeval
te zien waar wij nu een bezoek gaan brengen.
|
|
|
1774-1775 |
Garrit Garrits Woertman
en Hendrina Janssen Boevink |
Eerste hoofdbewoners |
1775-1792 |
Garrit Garrits Woertman en Garritjen
Swiersen Dalewijks |
Garritjen is de tweede echtgenote van
Garrit |
1792-1803 |
Garrit Garrits Woertman en Jenneken
Bannink |
Jenneken is de derde echtgenote van
Garrit |
1803-1805 |
Garrit Lenderink en Jenneken Bannink |
Garrit is de tweede echtgenoot van Jenneken |
1805-1820 |
Philippus Jansen Schutte en Maria Arends
Bolman |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1816-1865 |
Jan Brinkman en Gerritjen Wiltink |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1832-1865 |
Hendrik Brinkman en Willemken Ilbrink |
Hendrik is de zoon van Jan en Gerritjen |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, stond aan
de Lindelaan t.h.v. Molenweg 14 |
|
|
|
|
Nieuw
Bijgeval |
|
Op
een nieuw blad in het bevolkingsregister van Gorssel staat geschreven
dat Philippus Martinus Dommerholt oktober 1895 op huisnummer G67b gaat
wonen, dat is de omgeving van de Dommerholtsweg. Maar dat huisnummer wordt
doorgestreept en gewijzigd naar huisnummer G43b en op het blad wordt aangetekend
dat huisnummer G67b onbewoond is. Het huisnummer G43b hoort bij een nieuw
gebouwd huis in de buurt waar tot drie decennia terug het Bijgeval stond
en wij noemen het huis dan ook Nieuw Bijgeval. Philippus Martinus gaat
er wonen met zijn zoons Jan en Philippus en later komen daar dochter Jaantje
en zoon Zwier ook nog bij. Maar de kinderen wonen er vaak maar kortere
tijd, zij wonen en werken ook in andere plaatsen. |
|
 |
Anno
1900 woont Philippus Martinus er alleen met zoon Zwier die op 31
augustus 1901 verhuist naar Winterswijk en vader verhuist op 19
december 1901 naar Zutphen en gaat daar wonen bij dochter Jaantje.
Op de foto hiernaast zien wij hem nog bij het huis staan als hij
er op bezoek is. Hij woonde later met zijn dochter Jaantje weer
in Gorssel aan de Molenweg.
Op 26 september 1902 komt zoon Philippus Dommerholt er wonen met
zijn echtgenote Johanna Stevendina Veerman (zie foto rechts) en
hun twee zoons die op Texel zijn geboren. Op 16 februari 1904 verhuizen
zij weer naar de Wieringerwaard. Philippus was molenaar van beroep.
Op 16 mei 1904 koopt andere zoon Jan Dommmerholt het huis met bijbehorende
onroerende goederen. Het betreft een huis en erf met bouw- en weiland,
akkerbosch en water te Gorssel met kadastrale nummers E 362 (water),
363 (bouwland), 2224 (akkerbosch), 2711 (weiland) en 2959 (huis
en erf) tesamen groot 96,6 are. De koopprijs is 1000 gulden en de
verkoper is Evert Hartgers, landbouwer te Brummen. Evert heeft dit
middels een onderhandse akte op 2 april 1904 aangekocht, waarschijnlijk
van Philippus Martinus Dommerholt maar kan ook van Philippus Dommerholt
zijn geweest die eerder dat jaar was verhuisd. Jan Dommerholt leent
op 6 juni 1904 een geldsom van 600 gulden van Hendrik Jan Enter
te Zutphen en in de akte wordt vermeld dat er verder geen hypotheek
op het eigendom rust. Jan is dan molenaarsknecht en woont in Eefde
en blijft daar ook nog een tijdje wonen. |
|
|
|
|
Hij
verhuurt het huis aan Hendrik Hulsegge en zijn echtgenote Hendrika Hutteman
dia afkomstig zijn van 't Ravensweerd. Ze hebben een zoon genaamd Willem
en Hendrika heeft ook nog een zoon en dochter uit een eerder huwelijk
met Gerrit Willem Keunekamp die ook in het huis gaan wonen. Hendrik was
eerder getrouwd met Willemina Kruitbosch en Elisabeth Wilhelmina Tholen.
Van hem is verder bekend dat met een wichelroede aan het speuren in de
weer was. In 1905 verhuizen Hendrik en Hendrika naar het huis op het kerkplein
en een half jaar later in 1906 wordt hun plek ingenomen door het spoorwegarbeider
Hermanus Marinus Schotgerrits en zijn kersverse echtgenote Joanna Maria
Krieger met wie hij op 5 mei 1906 is getrouwd. In april 1907 wordt er
een dochter geboren en in augustus verhuist het jonge gezin naar Epse. |
|
Daarna
is het huis opnieuw een tijd onbewoond en besluit Jan Dommerholt
er zelf maar te gaan wonen, ze verhuizen op 28 april 1908 van Eefde
naar Gorssel. En ook nu biedt het huis onderdak aan een moeder en
dochter want Jan gaat er wonen met zijn echtgenote Hendrika Reindina
Haverkamp en dochter Hendrika Johanna. Jan Dommerholt is nog steeds
molenaarsknecht van beroep, hij werkt op de molen in Zutphen en
Wilp. Maar in Gorssel houdt hij zich bezig met het verbouwen van
het land maar dan wel kleinschalig op de grond bij het huis. Ook
hebben wij bij het huis fruitbomen staan en zo komt er ook fruit
van het land, op de foto hiernaast zien wij het echtpaar staan bij
de fruitboom.
Als dochter Hendrika
Johanna wil trouwen met Hendrik Jan Goorman zal het piepkleine huisje
vergroot moeten worden en daarvoor wordt op 14 augustus 1928 vergunning
aangevraagd. Dit betreft dan het bouwen van een woonhuis welke aan
het bestaande huis wordt gebouwd. De tekening hierboven komt uit
het bouwdossier en duidelijk is te zien dat het nieuwe gedeelte
rechts een stuk groter is dan het oude gedeelte links. De vergunning
wordt goedgekeurd en aannemer Dolleman kan aan de slag. Hendrika
Johanna en Hendrik Jan trouwen op 17 november 1928 en zij kunnen
daarna in het nieuwe huis wonen welke het huisnummer G76a krijgt,
dat van het oude gedeelte is huisnummer G76. Met de invoering van
de straatnamen en huisnummers in 1951 waren het nog steeds verschillende
huisnummers en had het huis de adressen Molenweg 8 en 10. |
|
|
|
 |
 |
Hendrik
Jan Goorman was machine bankwerker van beroep, maar werd machinist
op de tram waarvoor hij in Gorssel kon opstappen en op weg
naar Deventer natuurlijk even kon zwaaien naar moeder de vrouw,
de tramlijn liep immers niet verder langs het huis. Na het
opheffen van de tramlijn werd hij weer machine bankwerker
en werkte hij voor Eijsink in Deventer en daarnaast werkte
hij ook op het land. Op de foto geheel links staat hij achter
op het land, het is Derk Jan Preuter van 't Boschtert die
achter het paard loopt.
Hendrika Johanna Dommerholt werd moeder van zoon Henk die
in 1930 werd geboren. Zij werkte in de tuin, zorgde voor de
dieren (koe, varkens en kippen) en met eieren van de kippen
en fruit van de bomen ging zij naar de markt in Deventer om
deze daar te verkopen. Verder had zij de zorg voor haar ouders
welke eindigde toen haar moeder overleed op 13 mei 1949 en
haar vader op 16 maart 1954. Vader Jan werd 89 jaar oud en
zijn vader Philippus Martinus werd zelfs 98 jaar oud. Sterke
genen dus in de familie en Hendrika Johanna had daar veel
van meegekregen zal later blijken. |
|
|
Als
zoon Henk in 1964 trouwt met zijn lieftallige Alie wordt het
huis nog een keer verbouwd. In de stratenlijst van 1969 blijkt
het huisnummer 8 niet meer te bestaan en heeft huis alleen
nog maar huisnummer 10 wat het iets eenvoudiger voor de postbode
maakt. Later wijzigt dit nummer nog naar 14 wat nog steeds
het huidige adres is. Bij de woning stond een schuur voor
stalling van vee, ruimte voor hooiopslag en een varkenshok
en kippenhok naar deze is later afgebroken en op dezelfde
plek is een nieuwe schuur en garage gebouwd.
Hendrik Jan is overleden op 10 november 1975 en Hendrika Johanna
is er nog tot 2004 blijven wonen, samen met haar zoon en schoondochter.
Zij is toen naar de Borkel verhuisd en heeft daar nog tot
2012 gewoond, zij is er overleden op 13 juni 2012 op de leeftijd
van 109 jaar! Zij was toen de oudste inwoonster van Nederland
en is dat twee jaar lang geweest. |
|
|
|
1895-1901 |
Philippus Martinus Dommerholt |
Eerste hoofdbewoner |
1902-1904 |
Philippus Dommerholt en Johanna Stevendina
Veerman |
Philippus is de zoon van Philippus Martinus |
1904-1905 |
Hendrik Hulshegge en Hendrika Hutteman |
Geen familie van vorige hoofdbewoners,
afkomstig van Ravensweerd |
1906-1908 |
Hermanus Marinus Schotgerrits en Joanna
Maria Krieger |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1908-1954 |
Jan Dommerholt en Hendrika Reindina
Haverkamp |
Jan is de zoon van Philippus Martinus |
1928-2004 |
Hendrik Jan Goorman en Hendrika Johanna
Dommerholt |
Hendrika Johanna is de dochter van Jan
en Hendrika Reindina |
|
|
|
|
Huidig adres: Molenweg 14 |
|
|
|
|
Winterink |
|
De
eerste bewoners van dit huis zijn Johannes Theodorus Winterink en Aaltjen
Olden. Het echtpaar komt er wonen in 1906 en woonde daarvoor nog in bij
de familie Scholten aan de Hoofdstraat waar ook hun eerste twee kinderen
zijn geboren. In het nieuwe huis worden nog eens vijf kinderen geboren.
Johannes komt van oorsprong uit Zutphen en Aaltje is geboren in Harfsen
in de buurt van het erve Strookappe. Johannes was eerder getrouwd met
Gerritdina Johanna Wunderink met wie hij ook op Scholten woonde. |
|
 |
Een huisnaam
is niet bekend en zodoende vernoemen wij het huis vooralsnog naar
de familie Winterink. Johannes Theodorus Winterink was schoenmaker
van beroep en in het nieuwe huis zal hij ook een schoenmakerij hebben
gehad. Hij is eigenaar van het huis met perceelnummer E 3247 wat
blijkt uit een schuldbekentenis met hypotheek welke hij op 5 januari
1921 aangaat met Johannes Arend van Vorden, winkelier en schoenmaker
te Deventer.
Van de zeven kinderen
overlijdt er helaas één op de leeftijd van 11 jaar,
dat was zoon Johannes Theodorus (Dorusje) die op 17 november 1924
is overleden. Hij staat waarschijnlijk links op de foto naast zijn
moeder Aaltjen Olden. Daarnaast staan dan v.l.n.r. zoon Marten,
vader Johannes Theodorus en zoon Jo die in in de Tweede Wereldoorlog,
een week voor de bevrijding, is overleden toen hij op een landmijn
liep.
Op 10 januari 1928 zijn Johannes Theodorus senior en Aaltjen 25
jaar getrouwd en in de advertentie staat te lezen dat zij op adres
Molenweg G100 wonen. Hier is Johannes een jaar later op 20 maart
1929 overleden op 58-jarige leeftijd.
Het schilderij hiernaast is gemaakt
door Teun Kroes.
|
|
|
|
Volgens de gezinskaart "verhuist"
Aaltje in de jaren '30 van huisnummer 154 naar 153 oftewel van
de linkerkant naar de rechterkant van het huis. Dat zal waarschijnlijk
in 1938 zijn geweest toen zoon Marten trouwde met Johanna Poterman
en op het nieuwe huisnummer 154 komt te wonen, aan de linkerkant
van het huis. Aan deze kant was de schoenmakerij met winkel gevestigd
en de deur daarvan zat aan de linkerkant van het huis. De voordeur
van de rechterkant van het huis zat aan de voorzijde in het midden
van het huis. Beide woongedeelten hadden ook nog een achteringang.
Op de foto hiernaast zien wij Aaltje
met voor haar dochter Mineke en staand naast haar zoon Marten.
Links schoondochter Jo en verder de drie oudste kinderen van Jo
en Marten. De jongen voor Marten is een kostganger, zijn naam
is Reinder Mensink.
|
|
 |
Op
de foto hiernaast zien wij Marten Winterink en Reinder Mensink die
als schoenmakersgezel voor Marten werkte. Na zijn huwelijk woonde
hij van 1946 tot 1952 op de Duizend Vreezen.
Aan de rechterkant van het huis woonden eerder de families Oudbier
en Van Gorssel. Mogelijk ook nog een andere familie want de familie
Van Gorssel is voor 1938 al vertrokken want zij zijn in 1938 verhuisd
naar Heerenveen en hebben in de tussentijd ook nog aan de Veldhofstraat
en een ander huis aan de Nijverheidstraat gewoond. |
|
|
Terug
naar de familie Winterink. Jongste dochter Aaltje woonde bij haar
moeder (moeder en dochter staan op de foto hierboven) en trouwt
op 8 juli 1944 met Fredrik Gerrit Wolters uit Epse, die als hovenier
op 't Hassink werkte. Hij komt dan ook in het huis wonen en uit
het huwelijk worden twee zoons geboren in 1946 en 1950. Op de foto
zien wij het echtpaar met hun oudste zoon Frits. Daarnaast nog een
foto waarop het echtpaar nog wat duidelijker op te zien is.
In 1953 verhuizen Marten en Johanna met hun zeven kinderen naar
Deventer en komt er een andere schoenmaker in het huis wonen. In
1955 wordt er naast het huis een nieuw huis gebouwd waar later de
schoenenzaak van J.N. Veenstra is gevestigd, huisnummer 2a anno
1969.
Aaltje Olden is op 14 mei 1958 overleden en in 1964 wordt het huis
door de kinderen Winterink verkocht aan buurman Stormink. De familie
Wolters verhuist dan naar de Korenbloemweg in Eefde. Het
huis is daarna onbewoond maar werd niet afgebroken. Dat gebeurde
pas in later toen Stormink het huis verkocht aan de voormalige Woningbouwvereniging
Gorssel die er op deze plek in 1984 een nieuw pand als kantoor liet
bouwen. Het is niet echt duidelijk geworden in welk jaar het huis
is afgebroken, waarschijnlijk ergens in de zeventiger jaren. In
1969 stond deze er zeker nog, want toen werd huisnummer 4 nog wel
als onbewoond geregistreerd.
|
|
|
|
|
In
het bewonersoverzicht hieronder is te zien hoe Aaltje "verhuisde"
van de linkerkant van het huis (Nijverheidsstraat 4 anno 1951) naar de
rechterkant van het huis (Nijverheidsstraat 2 anno 1951). |
|
1906-1938 |
Johannes Theodorus Winterink
en Aaltje Olden |
Eerste hoofdbewoners |
1938-1955~ |
Marten Winterink en Johanna Poterman |
Marten is de zoon van Johannes Theodorus
en Aaltjen |
.......-1964~ |
Onbekend (schoenmaker met onbekende
naam) |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
|
|
1929-1930 |
Hendrik Oudbier en Johanna Willemina
Gerritsen |
Eerste medebewoners |
1930-1938< |
Anton Lambertus van Gorssel en Maria
Gerritdina Palsenberg |
Geen familie van vorige medebewoners |
1938-1958 |
Aaltje Olden |
Afkomstig van de andere kant van de
woning |
1944-1964 |
Fredrik Gerrit Wolters en Aaltje Winterink |
Aaltje is de dochter van Johannes Theodorus
en Aaltje |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, stond op plek
huidig adres Nijverheidsstraat 6 |
|
|
|
|
Wichers
aannemer |
|
|
|
1904-1964 |
Jan Albert Wichers en Johanna
Pelgrum |
Eerste hoofdbewoners, Jan
Albert is de broer van Jan |
.......-1969> |
Hermanus Wichers en Maria Zweverink |
Hermanus is de zoon van Jan Albert en
Johanna |
|
|
|
|
|
61a>72>101>155>184>
Nijverheidstraat 11 anno 1951 |
|
|
|
|
|
Wichers |
|
 |
Jan Albert Wichers is
timmerman. Op 13-02-1929 akte van schuldbekentenis met hypotheek
aan Hendrik Willem Woertman, betreft huis met erf en bouwland te
Gorssel, sectie E nr. 3189
In het huis van de Boer heeft ook de
familie Kroes een tijd gewoond. |
|
|
|
|
1899-1915 |
Jan Wichers en Jenneken
Bruggeman |
Eerste hoofdbewoners, vertrekken
naar Nijenbeeksepad |
1915-1927 |
Hendrik Hulsegge en Hendrika Hutteman |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1927-1939< |
Jan van der Tuin en Alberdina Venema |
Het echtpaar verhuist naar G147>174
= Joppelaan 13 anno 1951 |
1952 |
H. Klein Hulse |
|
1969 |
P. de Boer |
|
|
|
46a-c>63>74>103>157>186>
Nijverheidstraat 7 anno 1951 |
|
|
|
1899 |
Onbewoond |
|
1900-1926 |
Gerharda Hendrina de Kruijff |
|
1921-1928 |
Anna Geertrui Tromp |
|
1928-1929 |
Willem Jacobus Jonkers |
|
1929-1956 |
Hendrika Johanna van Wegel (wed. G.D.
Hulsbergen) |
|
1932-1969> |
Gerrit Jan Leuvenink en Barta Hulsbergen |
|
|
|
x>62>73>102>156>185>
Nijverheidstraat 9 anno 1951 |
|
|
|
1913-1914 |
Gerrit Willem Wolters en Johanna Harmina
Hazewinkel |
102a>x |
1915-1916 |
Gerrit Jan te Loo en Reintjen Aalbers |
|
1916-1918 |
Johan Krijt en Hendrika Johanna Wesselina
Dekker |
Het echtpaar woont later op 't Dijkerhof |
|
|
|
Gebouw
voor Christelijke Belangen |
|
Het
oorspronkelijke deel, naar een ontwerp van aannemer Wichers, is in 1923
gebouwd, als extra ruimte voor de naastgelegen christelijke school
en voor verenigingen met christelijke grondslag (o.a. de zondagschool
en de Christelijke Jongemannen Vereniging). Vanaf 1940 was ook de
Vrouwen Arbeidsschool (’Naaischool’) er gevestigd, die
in 1952 verhuisde naar een nieuw gebouw aan de Beukenlaan. Die christelijke
school, met meesterswoning, is van 1913 (een ontwerp van gemeentearchitect
A.J. Jansen) en kennen we nu als het pand van Kreeftenberg-Susskind. Bron:
|
|
 |
Op deze foto zien wij elf
jongens van de Christelijke Jongemannen Vereniging uit Gorssel
met hun begeleiders Albert Klein Hulze en Hendrikus Makkink. Hun ontmoetingen
vonden plaats in het Gebouw voor Christelijke Belangen welke naast
de oude school (Kreeftenberg) stond. De jongens op de foto zullen
zijn geboren rond 1900, we herkennen o.a. de gebroeders Hendrik (1901)
en Bernard (1899) Boerstoel van de Braamkolk en Hendrik Willem Roeterdink
(1899) van 't Smeenk. |
|
|
|
Christelijke
school |
|
 |
Zie map Kreeftenberg.
Huisnummer 104 anno 1921 is School
met den Bijbel. |
|
|
1897-1902 |
Elisabeth Gesink |
Eerste hoofdbewoonster,
afkomstig van huis bij de school aan de Hoofdstraat |
1897-1912 |
Catharina Bear |
|
1913-1937~ |
Johannes Jacobus van Velden en Hendrika
Dorothea Heusinkveld |
Verhuizen tussen 1930 en 1940 naar Joppelaan
9, waarschijnlijk 1937 |
1937-1951> |
Lambertus Kreeftenberg en Derkje Lammers |
|
|
|
|
|
|
47c>64>75>105>160>190
= Nijverheidsstraat 1 |
|
|
|
Laanzicht |
|
|
|
1903-1914 |
Lambertus Martinus Loep
en Johanna Arnolda Speijers |
Afkomstig van Braakman |
1915-1916 |
Coenraad Selser en Geertruida Clara
Renkema |
|
1916-1917 |
Wilhelmus Johannes Everardus Linnebank
en Dirkje Elisabeth de Hoog |
|
1917 |
Frans Lenselink en Garritjen Bruggink |
|
|
|
|
|
Huidig adres: Joppelaan 3 |
65a>77>106 |
|
|
|
Sonnevanck |
|
 |
Akte van verkoop d.d. 03-12-1910
tussen Willem van der Meij en Johannes Derk Franse: betreft perceel
grond gelegen te Gorssel
Akte van transport d.d. 28-04-1919 tussen Johannes Derk Franse en
Jan Jansen, betreft villa "Sonnevanck" te Gorssel |
|
|
1912-1912 |
Johannes Derk Franse en
Eleanora Jacqueline Feun |
|
1912-1916~ |
Siena Maria Mees |
|
1916-1919 |
Eva Johanna Prins-Jordens |
|
1919 |
Jan Jansen en Maria Jacoba Snel |
|
|
|
|
|
|
|
|
Puntenburg |
|
Het
ontstaan van de bewoning van dit huis is volgens het bevolkingsregister
wat onduidelijk. Het is wel haast zeker dat Gerrit Johan Brinkman en Aartje
Fidder de eerste hoofdbewoners zijn. Zij trouwden op 29 maart 1912 en
worden dat jaar in het bevolkingsregister ingeschreven op de huisnummers
G241 en G44. Het blijkt dat huisnummer G241 het eerste woonadres moet
zijn geweest, dit is een huis aan de huidige Huzarenlaan in Joppe naast
villa Mon Désir. Dit huis zal op 1 mei 1917 door Gerrit Johan Brinkman
zijn verkocht aan Gerrit Dikkers (verre familie) en/of Simon Cornelis
Iest, betreft een huis met erf te Gorssel, sectie E nr. 3125. Bij de verkoop
wordt Gerrit Johan genoemd als schoenmaker-winkelier in Gorssel.
|
|
 |
In 1916 verhuist het echtpaar dan
naar huisnummer G44, dit is mogelijk een dubbele bewoning van
"Schilder" aan de Hoofdstraat of een huis wat daarachter
heeft gestaan of tussen Schilder en Rensink, maar daarvan is op
oude kaarten niets terug te zien. In 1920 wijzigt het huisnummer
naar G57 maar dat wordt door de ambtenaar doorgehaald en gewijzigd
naar G108. Huisnummer G57 wordt toegewezen aan een nieuw pand
aan de Hoofdstraat welke wordt bewoond door Johannes Brinkman,
betreft Hoofdstraat 40 anno 1951.
Huisnummer G108 betreft ook een nieuw pand en betreft het huis
Puntenburg. Op 10 juni 1920 koopt Gerrit Johan Brinkman een perceel
bouwterrein te Gorssel, sectie E nr. 3667. In de koopakte wordt
ook melding gemaakt van een perceel grasland te Gorssel (E 3668)
en worden Teunis Woertman en Willem van der Meij genoemd, laatstgenoemde
zal de verkoper zijn geweest. Op 17 september 1920 verkrijgt Gerrit
Johan een hypotheek van Gerrit Margrarethus Wunderink: betreft
een nieuw gebouwd woonhuis te Gorssel, sectie E nr. 3667.
Het huis krijgt heel kort een dubbele bewoning, de medebewoners
zijn Pieter Smith en Jeltje de Jong. Maar bij de huisnummering
van 1921 wordt dit echtpaar al op een ander adres geregistreerd,
namelijk op huisnummer G113 aan de Veldhofstraat.
In 1941 wordt het huis aan de Stationslaan
nummer G193 door buurman Woertman verbouwd, betreft kadastraal
perceel E 3667. Mogelijk is de winkel toen verbouwd naar een woongedeelte.
In 1951 wonen R.H. Wagner en W. de Graaf namelijk ook op huisnmmer
G193 welke dan het adres Joppelaan 8 krijgt.
|
|
|
Uit het huwelijk van
Gerrit Johan en Aartje worden zeven kinderen geboren waarvan de jongste
vier op Puntenburg is geboren. Gerrit Johan is er overleden op 31 juli 1959. |
|
1920-....... |
Gerrit Johan Brinkman en
Aartje Fidder |
Eerste hoofdbewoners |
.......-....... |
Bouke Brinkman en Trijntje Aaltje Egers |
Bouke is de zoon van Gerrit Johan en
Aartje |
1969 |
J.H. Kappers |
|
|
|
|
|
Huidig adres: Joppelaan 12 |
108>163>193> Joppelaan 8 anno
1951 |
|
|
|
|
|
|
Kapelle |
|
De Kapelle (ook wel
genaamd Oude Kapel en Kapelleplaats) is vernoemd naar het plek van het grafmonument
van de familie Van der Capellen welke vlakbij heeft gestaan, op het perceel
E397 van de kadastrale kaart van 1832. Noch de Kapelle of het graf stonden
echter op de kaart van 1832 getekend alhoewel de boerderij er al wel stond.
Het graf niet, deze was reeds lang daarvoor verwoest, wat een bijzondere
gebeurtenis in de geschiedenis van Gorssel was. |
|
 |
Wij
gaan daarom eerst even terug in de tijd naar Joan Derk baron van
der Capellen tot den Pol, politicus en beschouwd grondlegger van
de patriottenbeweging. Van der Capellen steunde de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog,
had kritiek op het politieke bestel en regentenstelsel. Hij is vooral
bekend als de auteur van het anoniem gepubliceerde pamflet "Aan
het Volk van Nederland" dat in de nacht van 25 op 26 september
1781 in alle grote steden van de Republiek werd verspreid en waarin
hij zich uitsprak tegen de verplichtingen die aan boeren gesteld
werden om te werken voor de landdrost.
Hoewel Joan Derk niet ingeschreven is geweest als inwoner van de
gemeente Gorssel staat vast dat hij verschillende keren en soms
langdurig gelogeerd heeft bij zijn familie op de naburige huizen
Het Rijsselt, Den Dam, De Boedelhof en Dorth. Hij was getrouwd met
Hildegonda Anna barones Bentinck tot Wittensteyn en uit het huwelijk
worden een zoon (die maar kort leefde) en een dochter genaamd Anna
Elizabeth geboren. Joan Derk van der Capellen is overleden op 6
juni 1784, hij werd maar 42 jaar oud. Capellen's lijk was eerst
in het gewone familiegraf in de grafkelder van de kerk te Gorssel
bijgezet. |
|
|
|
Doch
kort daarop hadden zijne weduwe en vier geldersche neven, de Heer
van de Marsch en drie zijner broeders, een nieuw familiegraf in
't open veld, niet ver van Gorssel, doen oprichten. Daarheen werden
de overblijfselen van Joan Derck van der Capellen tot den Poll overgebracht
en daar werd ook zijne in 1785 overleden weduwe begraven. De graftombe
was gebouwd op de rand van de Gorsselse Heide welke toen nog doorliep
tot aan de Roskam. Op dit graf stond een gedenkzuil voorzien van
het familiewapen.
Op 23 december 1787 - ruim drie maanden na de Pruisische militaire
interventie en de daaropvolgende Oranjeomwenteling - vernielden
Prinsgezinden het wapen, en in de nacht van 6 op 7 augustus 1788
werd de gedenkzuil met buskruit opgeblazen. De stoffelijke resten
van Van der Capellen en zijn vrouw waren toen door hun schoonzoon
reeds uit de graftombe verwijderd en elders opnieuw ter aarde besteld.
Waarschijnlijk in de grafkelder van de Gorsselse kerk welke zich
tegenwoordig niet meer bevindt in de huidige kerk, maar na verbouwingen
van de kerk onder het huidige kerkplein is komen te liggen. Het
is niet helemaal zeker dat zij hier weer zijn begraven, dat kan
ook zijn geweest in Kasteel Rechteren aan de Vecht, waar de schoonzoon
zijn verblijf had. |
|
|
|
|
 |
Nu
wij meer weten over de belangrijke historie van de plek, kunnen
wij verder naar de boerderij. De Kapelle is gebouwd op een stuk
grond welke in het bezit was van de Geërfdens van Gorssel met
de perceelnummers 394 t/m 396 zijnde resp. heide, opgaande bomen
en weiland. Het huis zal zijn gebouwd op heideperceel 394 achter
de opgaande bomen die langs de Dortscheweg (huidige Joppelaan) liepen.
Het weiland (waar nu Puntenburg en Sonnevanck staan) bleef natuurlijk
weiland en de heide (die helemaal doorliep naar de huidige Roskamweg)
zal zijn gecultiveerd naar bouwland. Waarschijnlijk is de Kapelle
gebouwd ter vervanging van het erve Lueks aan de rand van het dorp.
Deze boerderij is nog wel te zien op de kadastrale atlas van 1832
en is dan bewoond door Derk Jan Woertman en Aaltjen Polman, de eerste
hoofdbewoners van de Kapelle.
De Kapelle zal zijn gebouwd voor 1832 want op de kadastrale kaart
van 1832 wordt het erve Lueks weliswaar nog getekend als een huis,
maar in het register wordt het perceel genoemd als bouwland en dus
zal het huis zijn afgebroken. Schijnbaar is het register later gemaakt
dan de tekening en had het huis dus eigenlijk wel op de kaart moeten
staan. We durven wel te stellen dat de Kapelle al in 1831 is gebouwd,
want toen woonden de op Lueks inwonende dochter Geertjen Woertman
en schoonzoon Derk Velderman niet meer in Gorssel en dat kan te
maken hebben gehad met de afbraak van het erve Lueks en de bouw
van de Kapelle. Zekerheid krijgen we uit de vergadering van de Marke
Gorssel in de Roskam op 27 juni 1831. Hierin wordt Derk Jan Woertman
genoemd als eigenaar van de Kappelle en wordt tevens genoemd als
ongewaarde en dagloner. Ook wordt in die vergadering bepaald dat
hij een stuk grond van ruim een bunder krijgt, gelegen tussen den
Gorsselschen Dijk en Veldkampsbosch. |
|
|
Op
26 september 1835 overlijdt Derk Jan Woertman op de Kapelle. Oudste zoon
Hendrik Willem was toen nog niet getrouwd maar was natuurlijk wel de beoogde
opvolger ook al woonde zijn jongere broer Gerrit Jan ook op de Kapelle,
maar hij zou na zijn huwelijk op Beltmanskamp gaan wonen. Hendrik Willem
woonde eerder nog op 't Bijgeval welke ook wel de Woert wordt genoemd
en waar zijn vader Derk Jan is opgegroeid en wellicht is geboren. Hendrik
Willem trouwt op 27 november 1835 met Hendrika van der Haar uit Holten
en zij gaan dan op de Kapelle wonen. Op 16 mei 1836 wordt zoon Derk Jan
geboren, het huwelijk zat er dus al aan te komen en had niet alleen te
maken met het overlijden van Derk Jan senior. Er worden daarna nog vier
kinderen geboren maar al deze kinderen werden helaas levenloos geboren
en zes dagen na de laatste bevalling werd deze Hendrika ook fataal, zij
is op 22 oktober 1843 overleden. |
|
Op 12
april 1844 hertrouwt Hendrik Willem met Hendrika Groot llsink, weduwe
van Harmen Draaijer met wie zij op de Platenkamp in Eefde woonde.
Uit dit huwelijk worden in 1845 en 1846 nog een dochter en zoon
geboren zodat er uiteindelijk drie kinderen opgroeien op de Kapelle.
Daarvan is het oudste zoon Derk Jan die er zou blijven wonen.
Hij trouwt op 9 november 1860 met Johanna Mulder uit Warnsveld.
Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren waarvan nu ook weer
één levenloos en een jongetje die maar 27 dagen heeft
geleefd. Het zijn de zoons Hendrik Willem en Teunis met wie het
gelukkig beter gaat. Aaltjen Polman heeft de geboorte van beide
achterkleinzoons nog mogen meemaken, zij is overleden op 15 mei
1866. 12 dagen na de geboorte van Teunis. Deze geboorte heeft zijn
oma Hendrika Groot Ilsink niet meer mogen meemaken, zij overleed
al op 11 april 1864.
In het bevolkingsregister
wordt Hendrik Willem Woertman geregistreerd als akkerbouwer en zoon
Derk Jan als dagloner. Wat verder opvalt in het bevolkingsregister
is dat de familie Woertman onderdak verschaft aan diverse gepensioneerde
militairen die bij hun in huis woonden. Op 9 april 1882 overlijdt
Hendrik Willem Woertman op 79-jarige leeftijd en is Derk Jan de
enige hoofdbewoner en wordt hij geregistreerd als landbouwer. Zijn
zoons kiezen echter voor een ander beroep. Zo kiest Hendrik Willem
voor het slagersvak en wordt Teunis metselaar en aannemer van beroep.
Het is Teunis die op de Kapelle blijft wonen en zo wijzigt de bestemming
van landbouwbedrijf naar bouwbedrijf. Teunis trouwt op 3 juni 1893
met Berendina Johanna Velderman van de Dekker, dit keer dus geen
vrouwelijke import op de Kapelle. Uit het huwelijk worden zes kinderen
geboren: eerst twee meisjes en daarna vier jongens.
Derk Jan Woertman is overleden op 16 april 1911 en maakt de geboorte
van al zijn kleinkinderen mee. Johanna Mulder is overleden op 8
april 1902, een week voor de geboorte van haar vijfde kleinkind.
Van haar is geen foto, wel van Derk Jan die op bijgaand portret
te zien is. |
|
|
|
 |
Het eerste meisje is Johanna Woertman
en wij zien haar (links) met haar moeder (rechts) op de foto hiernaast
voor de Kapelle staan. De vier jongens gaan allemaal verder in
de bouw. Derk Jan, Jan en Teunis worden metselaar en jongste zoon
Bernard Johan wordt timmerman en ontwikkelt zich verder tot architect.
Hij ontwerpt ook het nieuwe dubbele woonhuis Capellenhof die ter
vervanging van de Kapelle zou worden gebouwd door zijn broer Teunis.
Op 15 januari 1929 wordt hiervoor een bouwvergunning aangevraagd
en een jaar later, op 18 februari 1930, heeft Teunis senior de
eer het verzoek tot bewoning in te dienen. Het lijkt erop dat
het nieuwe huis op de plek van het oude huis is gebouwd en dat
de oude woning dus in 1929 zal zijn afgebroken en dat deze er
dus een kleine eeuw zal hebben gestaan.
Teunis Woertman en Berendina Johanna
Velderman wonen aan de rechterkant van het nieuwe huis samen met
zoon Bernard Johan. Hij trouwt in 1934 met Cornelia Magdalena
van 't Zelfde en zij trekt dan bij hem en haar schoonvader in.
Berendina Johanna was eerder dat jaar op 10 maart overleden. Uit
het huwelijk van Bernard en Cornelia worden een zoon en dochter
geboren. Teunis Woertman is op 8 februari 1937 overleden en heeft
de geboorte van zijn kleindochter niet meer kunnen meemaken. Op
de foto hieronder zien wij het echtpaar Teunis Woertman en Berendina
Johanna Velderman.
|
|
|
Teunis junior trouwde in 1932 Hendrika
Gerdina van Milligen en woont aan de linkerkant van het huis met
hun enige dochter. De huisnummers in die tijd waren nog G164 en
G165 en deze zouden later Joppelaan 10 en 12 worden. Tegenwoordig
is dat Joppelaan 14 en 16. Het was trouwens Jan (broer van Teunis
en Bernard Johan) die er als eerste ging wonen, hij trouwde op
15 maart 1930 met Elisabeth Hermina Ebrecht maar zij maakten plaats
voor Teunis en gingen toen in Epse wonen.
Derk Jan, de oudste van de jongens, trouwde al in 1928 met Aleida
Hendrika Johanna Beltman en zij gingen even verderop wonen in
een nieuw huis met huisnummer G167. Het huisnummer G166 was van
de werkplaats die ertussen stond. Waarschijnlijk heeft de familie
Woertman bij Derk Jan gewoond toen de nieuwbouw plaats vond.
Het huisnummer van de Oude Kapel
was, en de rechterkant van de nieuwe woning werd, huisnummer G109
wat het huisnummer tot 1930 was. Het huisnummer van het nieuwe
linkergedeelte van het huis werd G109c. Huisnummer G109b was al
vergeven aan het nieuwe huis van Derk Jan en G109a was van het
nabijgelegen Tramstation welke in 1926 was gebouwd.
|
|
|
|
|
In het bewonersoverzicht worden
alleen de Woertman bewoners van de Oude Kapel genoemd, maar zij
waren niet de enige die er woonden want tot 1875 was er ook sprake
van een dubbele bewoning.
Op de Kapelle woonde b.v. in de periode circa 1847-1852 ook de
familie Stegeman. De familie zal er rond 1846 komen wonen. Het
betreft het echtpaar Jan Willem Stegeman en Hendrika Bouwmeester
en hun zoon Lammert Stegeman en schoondochter Aaltjen Veldkamp.
Beide echtparen komen van de Eesterbrink, senior van Klumper en
junior van de Nieuwe Vos. Jan Willem Stegeman overlijdt op 11
september 1847 en Hendrika Bouwmeester op 7 november 1852. Omstreeks
1856 verhuist Lammert en zijn gezin naar Vledder.
Jan Schutte en Willemken Scholten waren de langste tijd medebewoners,
zij hebben er waarschijnlijk van 1836 tot 1859 gewoond. Daarvoor
woonden zij op Kappert en de Kleine Haar en daarna op 't Bosser
bij 't Ontijdink. Jan is net als Derk Jan Woertman waarschijnlijk
geboren op 't Bijgeval. Het echtpaar woonde eerst op huisnummer
7-3 en daarna op huisnummer 7-2, er woonden dus drie gezinnen
op de Kapelle.
De andere medebewoners staan hieronder
in de overzichten. We steken nu de weg over en brengen een bezoek
aan het huis wat wij aan de rechterkant van de luchtfoto hiernaast
zien staan. Daar is menig Gorsselnaar wel binnen geweest!
|
|
|
1831-1866 |
Derk Jan Woertman en Aaltjen Polman |
Eerste hoofdbewoners |
1835-1843 |
Hendrik Willem Woertman
en Hendrika van der Haar |
Hendrik Willem is de zoon
van Derk Jan en Aaltjen |
1844-1882 |
Hendrik Willem Woertman en Hendrika
Groot Ilsink |
Hendrika is de tweede echtgenote van
Hendrik Willem |
1860-1911 |
Derk Jan Woertman en Johanna Mulder |
Derk Jan is de zoon van Hendrik Willem
en Hendrika (van der Haar) |
1893-1930 |
Teunis Woertman en Berendina Johanna
Velderman |
Teunis is de zoon van Derk Jan en Johanna |
|
|
|
|
Dubbele bewoning: |
|
1840-1840 |
Hendrik Voortman en Maria Franke |
Eerste medebewoners van huisnummer 7-2 |
1841-1859 |
Jan Schutte en Willemken Scholten |
Geen familie van vorige medebewoners |
1859-1860 |
Joseph Gosschalk Stern en Johanna Gerarda
van Borgen |
Geen familie van vorige medebewoners |
1860-1864 |
Berend Jan Egbers en Grada Beltman |
Geen familie van vorige medebewoners |
1864-1865 |
Gerrit Jan Snellenberg en Maria Wijnbergen |
Geen familie van vorige medebewoners |
1865-1875 |
Bernardus Willemsen en Jannetjen Alink |
Geen familie van vorige medebewoners |
|
|
|
1836-1841 |
Jan Schutte en Willemken Scholten |
Eerste medebewoners van huisnummer 7-3 |
1841-1846 |
Willem Boterman en Hendrika van Hummel |
Geen familie van vorige medebewoners |
1846-1852 |
Jan Willem Stegeman en Hendrika Bouwmeester
|
Geen familie van vorige medebewoners |
1846-1856 |
Lammert Stegeman en Aaltjen Veldkamp |
Lammert is de zoon van Jan Willem en
Hendrika |
|
|
|
|
Huidig adres: Afgebroken, herbouwd op
Joppelaan 14-16 |
|
|
|
|
De
Hoek |
|
 |
Eerste hoofdbewoners
zijn bakker Albert Gerhard Dolleman en zijn echtgenote Janna Langenkamp.
Zij woonden daarvoor op huisnummer G58 aan de Stationslaan.
Op 3 oktober 1894 koop/verkoopt aan/van
Manus Elibertus Dommerholt een huis te Gorssel, sectie E nr. 2913.
Betreft mogelijk verkoop van Albert aan Manus van huis G43 aan de
Molenweg.
Op 1 april 1910 koopt Zwier Dommerholt
het huis en erf te Gorssel van Hendrik Rothman. Het geld daarvoor
leent hij van Hendrik Makkink van 't Wolferink. |
|
|
Albert Jager Lankhorst vestigt
zich hier op 15 mei 1934 en is afkomstig van Deventer. Later dat jaar
komt ook zijn zuster Hermina Johanna hier wonen.
Huisnummer 47a>66>78>99>152>179> Joppelaan 5 |
|
|
|
1894-1895 |
Albert Gerhard Dolleman
en Janna Langenkamp |
|
1895-1910 |
Hendrik Rothman en Maria Aleida Koerselman |
Verhuizen mei 1910 naar de Eesterbrink |
1910-1934 |
Zwier Dommerholt en Johanna Antonia
Hengeveld |
|
1934-....... |
Albert Jager Lankhorst en Lucretia Preusterink |
Gehuwd in 1942 |
|
|
|
|
|
Gulden
Roede |
|
1919 |
Louise Henriëtte van
Hasselt |
Eerste hoofdbewoonster,
weduwe van E.F. Kollmann |
1922-1929 |
Jurriana Marretje Elisabeth Vuerhard
- de Bouvé |
|
|
|
|
1951 |
J.J. van Velden |
|
|
|
G78a>98>149>176> Joppelaan
9 anno 1951 |
|
|
|
Welgelegen |
|
|
|
1901-1921 |
Willem Boeije en Pieternella
Omon |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van de Hoofdstraat |
1921-1923 |
Albert Jan Ilsink en Hendrika van de
Graaf |
|
1923-1951>. |
Karel Jozef Savelberg en Adriana Smit |
|
1969 |
|
|
|
|
|
|
|
67a>80>110>168>199>
Joppelaan 18 anno 1951 |
|
|
|
Joppelaan
20 |
|
|
19-04-1905: Verkoop van
een huis aan de Stationsweg te Gorssel, sectie E nr. 2636 door George
Marius van Voorthuijsen aan Catharina Margaretha Kunst.
Jan Gerard de Vos komt er wonen op
22 november 1929, hij was directeur van de manege. Na 1930 verhuizen
hij en zijn echtgenote Maartje Kok naar huisnummer G150 (Mechteld,
Joppelaan 7 anno 1951) en weer later (voor 1940) wonen zij op G46
= de Kosterie. |
|
|
1886-1904 |
Lambertus Anthonij Riesz |
|
1905- |
Catharina Margaretha Visser-Kunst |
Zij verhuist naar dubbele bewoning van
de Smit |
1929- |
J.G. de Vos |
|
1929-1929 |
Hermanus Toorneman en Johanna Harmina
Vruggink |
|
1929-....... |
Jan Gerard de Vos en Maartje Kok |
|
1951 |
Willem Hulsegge en Stijntje Herder |
|
|
|
12a>48>68>81>111>169>200
> Joppelaan 20 anno 1951, later Joppelaan 30 |
|
|
|
Rustoord |
|
Op blad 6 van het
BR 1883-1890 van huisnummer 5>22 (Oldenhof schuur) wordt geschreven dat
huisnummer 22a onbewoond is. |
|
1879-1892 |
Herman Otto Zelle en Maria
Anna Sijbillla Schlicht |
Eerste hoofdbewoners, zij
woonden eerst in op 't Haijtinkhof. |
1890-1892 |
Carel Jansen van Donselaar en Geurtje
van Eldik |
|
1892-1896 |
Johannes Christiaan Hiskemuller en Maria
Anna Jacoba Reijnders |
|
1896-1897 |
Michael Antonius van Hulzen en Maria
Agnes Helena Petronalla Bam |
|
1897-1901 |
Louis Henrig Ferdinand Röntgen
en Christina Maria van Wijngaard |
|
1901-1906 |
Theodorus Maria van Rooijen |
|
1906-1915 |
Onbewoond, mogelijk afgebroken en ander
huis? |
|
1915 |
Jan Lenselink en Wesselina Egberdina
Mulder |
|
1920-1923 |
Herman Otto van der Hoek en Trijntje
Tromp |
|
.......-....... |
Divers |
|
1951 |
Mej. M.A.S. v.d. Hoek |
Mogelijk familie van Herman Otto van
der Hoek |
|
|
22a>49>69>82>112>170>201>
Joppelaan 22 anno 1951, later Joppelaan 32 |
|
|
|
Grindweg |
|
Dit huis zal hebben gestaan op de hoek
van de Joppelaan en Molenweg iets richting het oude muldershuis. Moet
een groot huis zijn geweest want b.v. in 1870 zijn er vier woongedeelten
met huisnummers 22, 22-2, 22-3 en 22-4. Tot 1866 was het huisnummer
10b etc. Het zal zijn gebouwd in 1856 want dat jaar koopt Arend Johannes
van der Veen een stuk heidegrond en op 4 februari 1856 krijgt hij daarvoor
een hypotheek van Antoni Brants van 't Joppe. Op 26-11-1856 een akte
van inzate met Engbert Jan Dommerholt betreffende een huis aan de grintweg
van Gorssel naar Bathmen en op 10-12-1856 wordt ervoor bedankt op de
veiling. Op 13-11-1861 opnieuw akte van inzate met Gerrit Willem Schepers
van een huis aan de grindweg tussen Gorssel en Bathmen. Op 27-11-1861
toewijzing waarin ook Antoni Brants wordt genoemd. Arend Johannes van
der Veen is weduwnaar van Catrina Johanna Liefferink en dat is de zus
van Johan Bernard Liefferink, smid te Gorssel. Hij is metselaar van
beroep en zal het huis zelf hebben gebouwd.
|
|
 |
Hij
woont bij de akte d.d. 13-11-1861 in Port Matal, Amerika. Het onroerende
goed betreft een huis staande aan den grintweg van Gorssel naar
Bathmen benevens de rechten van opstal en erfpacht der ondergrond
van hetzelfde huis en de daarbij gelegen hofgrond(?). Betreft kadastrale
percelen E 1801 (bouwland) en 1802 (huis en erf) tezamen groot 18
roeden en tien ellen. Er is geen eigendomsbewijs, alleen een onderhands
contract van erfpacht en opstal d.d. 26-01-1856 (geregistreerd 28-01-1856).
Op 27-11-1861 wordt er geveild en voor 800 gulden verkocht aan Anthonie
Brants van het huize Joppe.
In 1863 wordt het verkocht als Huize Joppe wordt geveild, het betreft
het 79ste perceel. Het wordt dan omschreven als een huis met tuin
en boomgaard ten linkerzijde van den grindweg van Gorssel naar Dorth
bij het dorp Gorssel gelegen op de kadastrale percelen 1801 en 1802
en gedeeltelijk 1503. Grootte 19 roeden en 50 ellen. Wordt geveild
in de 16e massa samen met perceel 80. Dat betreft een stuk heide
en bouwland aan de rechterzijde van de grindweg met kadastrale perceelnummers
998, 999 en 1000. Waarschijnlijk aan de overzijde van het kruispunt
richting Heideveld. Perceel 79 wordt gemijnd op 850 gulden door
Gerrit Beuzekamp uit Deventer. Nog niet kunnen vinden nou uiteindelijk
de koper was. Mogelijk was dat Hövell tot Westerflier die heel
veel kocht?
Het is waarschijnlijk
het huis links op de foto. Rechts is het Noorsche huis te zien welke
in 1913 is gebouwd. In de achtergrond is het oude Muldershuis te
zien. |
|
|
Op
1 maart 1872 wordt de familie Stern ingeschreven op huisnummer 22-2 maar
op dezelfde datum ook op huisnummer 19 = Bloemhof. Dit is het huis van
de familie Dommerholt aan de Deventerweg maar zij zullen daar pas in 1873
zijn komen wonen. Mogelijk was de familie Dommerholt eigenaar van beide
huizen en is het huis aan de Grindweg door de familie in 1863 bij de veiling
gekocht, maar dit niet terug kunnen vinden in de akte. Bijzonder is dat
op 29 oktober 1934 Jaantje Dommerholt een vergunning aanvraagt voor een
nieuw dubbel woonhuis en dat doet ten huize van de erven van 't Joppe.
Dit huis wordt gebouwd op perceel E 1801 en krijg de huisnummers 22 en
24. Het huis aan de Grindweg staat dan al niet meer ingetekend op de plattegrond
en is mogelijk dan al afgebroken. Jaantje gaat er wonen met haar vader
Philippus Martinus Dommerholt en zoon Hendrikus ter Harmsel. In 1937 overlijdt
haar vader en trouwt haar zoon, die op nummer 22 gaat wonen waar waarschijnlijk
eerder haar vader woonde. Jaantje zelf blijft wonen op nummer 24 en is
daar op 28 november 1965 overleden.
|
|
1856-1857 |
Arend Johannes van der Veen
en Kaatje Vonke |
10b, niet genoemd in 1859. |
1856 |
Georg Heiderich |
10b2, ook genoemd in 1859 |
1859-1866 |
Berend Jan Tichelman en Janna Stoelhorst |
10b3>22-3 |
1856-1899 |
Arend Jan Groot Bluemink en Engelina
Hofmeijer |
10b4>22-4>52 |
1860-1865 |
Maria Gesina Maas |
10b>22 |
1861-1863 |
Jan Harmen Brilman |
10b2>22-2 |
1867-1905 |
Philip Schutte en Gerrigien Bonhof |
22-3>53>72 |
1872-1873 |
Joseph Gosschalk Stern en Johanna Gerarda
van Borgen |
22-2, verhuizen naar de Bloemhof |
1875-1876 |
Jan van de Vlekkert en Christina Herms |
22-2 |
1876-1877 |
Garrit Hendrik Tichelman en Tonia ter
Beek |
22-2, afkomstig van de Bloemhof |
1877-1879 |
Frederik Roelofs en Everdina Proper |
22-2 |
1879-1883 |
Harmen Hekkert en Johanna Everdina Udink |
22-2>50 |
1879-1902 |
Janna Schutte |
22>51; zij is ongehuwd en de zus
van Philip |
1887-1897 |
Anna Wonnink-Muller |
22-2, opvolgster van Harmen Hekkert,
afkomstig van Bloemhof |
1899-1901 |
Gerritje Mensink-Zwiers |
52>71 |
1902-1910 |
Gerrit Jan Bruggeman en Gerritdina Johanna
Schutte |
Gerritdina Johanna is de dochter van
Philip Schutte, hij woont vanaf 1903 bij ze in |
1902-1903 |
Hendrikus Dollenkamp en Grada Johanna
Kummeling |
Opvolgers van Janna Schutte |
1903-1905 |
Gerrit Jan Bannink en Philippina Sewarte |
|
1905-1919 |
Gerrit Hendrik Slettenhaar en Aaltjen
Baankreits |
|
1903-1934 |
Jaantje ter Harmsel-Dommerholt |
G72>85>95>143, verhuizen voor
1939 naar een nieuw huis met huisnummer G141b>166 |
1910-1911 |
Arend Jan Pekkeriet en Antonia Dekker |
G84 |
1911-1922 |
Wilhelmus Lemmen en Gerritdina van der
Belt |
G84>96 |
1920-1922 |
Wolter Bartelink en Gerritdina Lemmen |
G84>96, Gerritdina is de dochter
van Wilhelmus en Gerritdina |
1922-1926 |
Gerrit Onstenk en Geeske Voskamp |
|
1926-1929 |
Albert Huetink en Gerritje Smallegoor |
|
1930-1934 |
Gerrit Jan Rozendal en Aaltje van 't
Spijker |
G96>144, verhuizen waarschijnljk
in 1934 naar de Duizend Vreezen, tegelijk met Gradus Jansen? |
|
|
|
Planken
keet |
|
 |
In 1896 wordt het vlakbij het huis aan de Grindweg een nieuw huis
gebouwd waar één gezin in komt wonen. Er is geen huisnaam
bekend, zoals dat ook het geval is met het andere huis, en vandaar
dat wij het grote huis "Groot Grindweg" hebben genoemd
en het kleine huis "Klein Grindweg". De eerste bewoners
zijn Gerrit Jan Groot Bluemink en Janna Schutte en ook nu is de
eerste hoofdbewoner metselaar van beroep. Het lijkt erop dat de
grond eigendom was van iemand anders en dat Gerrit Jan Groot Bluemink
er een huis mocht bouwen en in gaan wonen. Het huis zal vlak naast
het huis de Grindweg hebben gestaan en was waarschijnlijk van dezelfde
eigenaar, wellicht van 't Huize Joppe? Het lijkt erop dat het huis
is gebouwd op een gedeelte van de grond die bij Groot Grindweg hoorde.
De ouders van Gerrit Jan zijn Arend Jan Groot Bluemink en Engelina
Hofmeijer die waarschijnlijk al vanaf 1856 in dit huis woonden en
Gerrit Jan is er zelf ook in 1864 geboren.
Gerrit Jan en Janna
zijn volgens het bevolkingsregister afkomstig van de Bongerd maar
dat lijkt niet te kloppen omdat in februari van 1896 nog een zoontje
van het echtpaar is overleden op de Stiele. November 1896 wordt
het echtpaar in ieder geval met drie kinderen ingeschreven in het
nieuwe huis welke het huisnummer G55a kreeg. Twee maanden later
wordt er een dochter geboren maar zij leefde maar twee dagen, de
start was slecht in het nieuwe huis. In 1898 en 1899 worden er gelukkig
nog wel een dochter en zoon geboren met wie het wel goed zou gaan
en oma Engelina Hofmeijer, moeder van Gerrit Jan, zal goed voor
hun hebben gezorgd zeker als zij in 1899 ook op Klein Grindweg komt
wonen. December 1900 verhuist
de familie naar de Nikkelsberg en later wonen zij in de boerderij
aan de huidige Laan van Eschede.
|
|
|
Op 23 maart 1901 is het huis weer
bewoond als de familie Klooster er komt wonen. Het betreft het
echtpaar Harmen Jan Klooster en Derkje Weekholt met hun vijf jongste
kinderen. Ze komen uit Harfsen maar hebben eerder ook al in Gorssel
gewoond als medebewoners op de Nieuwe Roskam en Klein Reuvekamp.
Het echtpaar was in 1883 getrouwd en woonde eerst in Brummen,
met Klein Grindweg woonden zij al op hun vijfde adres. Zij hebben
nu wel hun plek gevonden want de familie blijft er twee decennia
lang wonen.
In 1908 zijn Harmen Jan en Derkje 25 jaar getrouwd en toen zal
waarschijnlijk de foto hiernaast zijn gemaakt. De kinderen die
wij daarop zien staan zijn de vier oudste zijnde v.l.n.r. Berend,
Herman, Hendrik en Jenneke. De kinderen op de voorgrond naast
hun ouders zijn v.l.n.r. Hendrika Johanna, Gerrit Jan en Derkje.
Harmen Jan was arbeider van beroep, maar werd later koopman en
verkocht koffie en thee.
Als alle kinderen zijn uitgevlogen,
wordt Klein Grindweg te groot (of te duur) voor het echtpaar alleen
en verhuizen zij naar de overkant van de Grindweg (toen al Stationslaan
genoemd) en ging inwonen bij de familie Oosterveld. Opvolger is
de welbekende Gradus Jansen die er alleen kwam wonen. Hij zal
er hebben gewoond tot 1934 en verhuisde toen naar de Duizend Vreezen.
Gradus vertelde op de Duizend Vreezen dat hij van de "Planken
Keet" kwam en dat er een klompenmakerij gevestigd was en
zo hebben we toch een huisnaam en een voorstelling van hoe het
eruit heeft gezien, het zal niet veel hebben voorgesteld.
|
|
|
|
Het
huis is in 1935 verbouwd (maar wellicht afgebroken en opnieuw gebouwd)
in opdracht van Johannes Everhardus Roelofs uit Vierakker die daarvoor
op 10 december 1934 een bouwvergunning aanvroeg. Waarschijnlijk is er
ook uitgebouwd richting het Groot Grindweg welke dan in 1934 zal zijn
afgebroken wat overeenkomt met de nieuwbouw van de familie ter Harmsel.
Niet bekend is van wie de familie Roelofs het huis kocht, maar dat zou
van de familie van 't Joppe kunnen zijn geweest. Het feit dat beide families
katholiek waren, versterkt dit vermoeden. Ook Gradus Jansen was katholiek
en voorzanger in de Rooms-Katholieke kerk van Joppe. |
|
1896-1900 |
Gerrit Jan Groot Bluemink
en Janna Schutte |
Eerste hoofdbewoners |
1901-1921 |
Harmen Jan Klooster en Derkje Weekholt |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1921-1934 |
Gradus Jansen |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
1935-....... |
Johannes Everhardus Roelofs en Engelina
Berendina Huisman |
Geen familie van vorige hoofdbewoner |
|
|
|
|
55a>73>86>97>145>170>
Joppelaan 21 anno 1951 |
|
|
|
|
Oosterveld |
|
 |
Opvolgers
van de familie Klooster zijn Hendrik Braakhekke en Willemina Gerdina
Pasman die op 27 augustus 1921 zijn getrouwd. Bij het huwelijk wordt
een kind gewettigd en uit het huwelijk worden nog drie kinderen
geboren. Hendrik had het boerderijtje op 7 maart 1921 gekocht van
Derkjen Brummelman, weduwe van Jan Memelink uit Eefde die eigenaar
was van het boerdertijtje en deze heeft verpacht aan de families
Broer en Oosterveld. In de akte wordt deze beschreven als een dubbele
arbeiderswoning, kadastraal gelegen op het perceel E 1530. De financiering
wordt mogelijk gemaakt door Gerrit Jan Pasman, vader van Willemina
Gerdina, waarvoor op 2 mei 1921 een schuldbekentenis wordt getekend.
De familie Braakhekke wordt hieronder genoemd als medebewoners,
maar kunnen worden gezien als hoofdbewoners aangezien zij ook eigenaar
waren. De familie Oosterveld bleef er ook wonen en zo bleef de dubbele
bewoning bestaan.
In de oorlog slaat het noodlot toe als het boerderijtje wordt getroffen
door een bom die eigenlijk bedoeld was voor het naastgelegen huis
Floralia waar de Duitse bezetter zat. Maria Geertruida Scheuter
raakt daarbij gewond en wordt op een kruiwagen weggedragen naar
boerderij Heideveld van de familie van der Meij. Fredrik en Maria
Geertruida keren niet meer terug naar het verwoeste boerderijtje
en gaan wonen bij hun dochter en schoonzoon Teunis van der Meij
aan de Joppelaan.
De familie Braakhekke vindt onderdak in een schuurtje bij Enterman
met huisnummer G248. Hendrik Braakhekke bleef de eerste tijd in
het schuurtje bij de boerderij om de wacht te houden en te voorkomen
dat er dingen weggehaald werden. Op 12 februari 1948 vraagt hij
om vergunning tot het herbouwen van het boerderijtje en op 29 november
1948 krijgt hij deze. De nieuwe boerderij zal vervolgens in 1949
zijn gebouwd. |
|
|
Er stond ook een huis
aan de overkant van de Kamperweg op de plek waar later de lagere school
stond. Was dat misschien huisnummer 88>127 koepel van de Vegte, deze
lijkt pas bewoond vanaf 1917. Nog verder uitzoeken.
Over Floralia: dit is een landhuisje welke in 1931 in opdracht van J.W.
Floors te Deventer is gebouwd. Dit waarschijnlijk de caféhouder Johan
Wilhelm Floors aan de Brink. Het huis wordt vanaf 1936 bewoond door de familie
Spapens. |
|
1899-1901 |
Albert Broer en Hendrika
Gerdina Schepers |
Eerste hoofdbewoners, afkomstig
van Scholtenhof |
1902-1945 |
Fredrik Oosterveld en Maria Geertruida
Scheuter |
Geen familie van vorige hoofdbewoners |
|
G55b>74>87>129>190>221 |
|
|
|
|
1921-1921 |
Harmen Jan Klooster en Derkje Weekholt |
Eerste medebewoners, afkomstig van Klein
Grindweg |
1921-1951> |
Hendrik Braakhekke en Willemina Gerdina
Pasman |
Geen familie vorige medebewoners |
1950-...... |
Hendrik Jan Braakhekke en Johanna Willemina
Beunk |
Hendrik Jan is de zoon van Hendrik en
Willemina Gerdina |
|
G128>189>220 |
|
|
|
|
|
Huidig adres: Kamperweg 18-20 |
|
|
|
|
|
|
Dolleman |
|
Waarschijnlijk gelegen tussen hoek van
de grindweg met de molenweg en het tolhuis. Oorspronkelijk huisnummer
was 10c>23. Gesticht omstreeks 1857. Harmanus is gemeente veldwachter
en woonde misschien daarom wel dichtbij Derk Jan van der Meij. Het adres
anno 1951 is Joppelaan 33. Op de kaart van 1889 is het huis gelegen
tussen de de kruising met de Molenweg en het tolhuisje.
De dubbele bewoning vervalt in 1901 (huisnummer 76) en 1902 (huisnummer
77) als de familie Rappard er komt wonen.
Op 22 december 1914 mogelijk weer dubbele
bewoning op huisnummer 91a door Susanna Maria Berns, weduwe van Willem
Frederik Buchner en eerder weduwe van Cornelie C. van der Heijden. Maar
kan ook het Noorse Huis zijn, volgens huisnummering van de Elf Marken.
|
|
1857-1899 |
Harmanus Dolleman en Johanna
Aleida Noteboom |
Eerste hoofdbewoners |
1900-1901 |
Jacob van den Berg |
|
1901-1921 |
Gustaaf Adolph Rappard en Emilie Catharine
Johanna Frederieke Gertrude Theissen |
|
|
Friedrich Wilhelm Rappard |
|
|
|
|
.......-1930 |
Alfred Hugo Rappard en Susanna Berendina
Zwepink |
|
1922- |
Andries Zwepink en Jansje Brands |
Andries is de vader van Susanna Berendina |
|
|
|
|
10c>23>56>75>91>134>194>227>
Joppelaan 33 anno 1951 |
|
|
|
|
|
Medebewoners 10c2-2>23-2>57>77 |
|
.......-1861 |
Arend Jan Groot Bluemink en Engelina
Hofmeijer |
Verhuizen naar huisnummer 22-4 |
.......-1864 |
Joseph Gosschalk Stern en Johanna Gerarda
van Borgen |
|
|
Derk Jan Braakhekke en Hendrika Blaauwhand |
|
1868-1868 |
Gerrit Hendrik Boterman en Aaltjen Witten |
Verhuizen naar Bloemhof |
1879-1880 |
Berend Spenkelink en Hendrika Klaazes |
Afkomstig van 't Bosser |
1881-...... |
Cornelis van Scherpenzeel en Frederika
Janna Petronella Baartman |
|
|
|
|
|
|
|
|
Huisnummer 23-3>58>76 |
|
1885-1886 |
Albert Gerhard Dolleman en Gerritjen
de Weerd |
Albert Gerhard is de zoon van Harmanus
en Johanna Aleida |
1887-1894 |
Albert Gerhard Dolleman en Janna Langenkamp |
Janna is de tweede echtgenote van Albert
Gerhard |
1894-1894 |
Willem Bloemers en Maria Catharina Tieman |
|
1894-1901 |
Gerarda Hager |
Einde dubbele bewoning, zij gaat aan
de overkant bij de familie van der Meij inwonen |
|
|
|
|
|
|
1921 |
Harmanus Wilhelmus Dolleman en Arendina
Johanna Spijker |
Eerste hoofdbewoners |
|
|
|
|
|
G135>193>226 = Joppelaan 31 anno
1951 (naast Nelly 135a>192>225) |
|
|
|
Ruysch |
|
|
|
1917 |
Johan Willem van Wilpe en
Louisa Maria Catharina van Ommen |
Eerste hoofdbewoners |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
©
2010-2021 Erwin Strookappe |